Rush

16 & 17 oktober 2007, Ahoy, Rotterdam

Info
Land van herkomst: Canada
Website: www.rush.com
Progwereld biografie
Locatie
Ahoy, Rotterdam
www.ahoy.nl
Geddy Lee: zang, bas, baspedalen, mellotron
Alex Lifeson: gitaren, akoestisch gitaar, mandoline, bouzouki
Neil Peart: drums, cymbalen, percussie, tamboerijn
Limelight
Digital Man
Entre Nous
Mission
Free Will
The Main Monkey Business
The Larger Bowl
Secret Touch
Circumstances
Between The Wheels
Dreamline
- pauze -
Far Cry
Working Them Angels
Armor and Sword
Spindrift
The Way The Wind Blows
Subdivisions
Natural Science
Witch Hunt
Malignant Narcissism
Drum Solo
Hope
Distant Early Warning
The Spirit of Radio
Tom Sawyer
[Toegiften]
One Little Victory
A Passage to Bangkok
YYZ

Op 1 oktober 2004 trad Rush voor het eerst in twaalf jaar één avond op in de Ahoy. Dat concert was ruim van tevoren uitverkocht. Om dan drie jaar later voor twee avonden terug te komen is, puur (uit)verkooptechnisch, misschien wat optimistisch. De Ahoy was beide avonden niet uitverkocht, maar evenwel goed gevuld. Of dat terecht was, zal hopelijk binnen enkele alinea’s duidelijk worden.

Als betrekkelijk broekie in de Rushwereld (het succesvolste album en ikzelf (CM) stammen uit hetzelfde jaar) was dit voor mij (CM) de eerste keer om het Canadese trio live aan het werk te zien. Hoewel de setlist lang van tevoren al op internet circuleerde, behoor ik in tegenstellling tot mijn mede-recenserende collega, tot de halsstarrige soort mensen die vooraf niks willen weten, omdat ze de verrassing op het concert prefereren. Dat was in dit geval een goede strategie, aangezien de setlist inderdaad een aantal verrassende keuzes bevatte.

Opzet en uiterlijk van het concert waren vrijwel identiek aan die van de vorige wereldtoer. Een vrij sober podium met daarboven drie zeer grote beeldschermen met een perfect scherp beeld, zelfs helemaal achterin de zaal. Een erg fraaie lichtshow die aan weerszijden een groot stuk de zaal in ging. Dit keer waren de wasmachines vervangen door drie grote grillovens waar de kippenbouten voor een smakelijk aangezicht zorgden. Zowel voor als na de pauze werden de bouten door respectievelijk een kok en verklede kip gedraaid. Het getuigt van de subtiele humor van de groep.

Met grote belangstelling werd ook uitgekeken naar de geluidskwaliteit, maar nog meer het aantal decibellen wat de zaal zou worden ingeslingerd. Ahoy heeft wat dat betreft immers geen goede reputatie. Dat het Canadese powertrio een muur van geluid kan produceren is algemeen bekend. De akoestiek en geluidsafstelling bleken in het verleden niet altijd met elkaar te matchen (we drukken het maar voorzichtig uit na al die reacties vorige keer). Maar het moet gezegd, geluidskwaliteit en volume waren prima.

Een aantal verrassingen in de setlist zat al behoorlijk in het begin. Songs als Circumstances (“Hemispheres”), Entre Nous (“Permanent Waves”), Digital Man (“Signals”) en Mission (“Hold Your Fire”) zullen volgens de meeste fans niet tot de hoogtepunten van de respectievelijke albums behoren, maar ze doorstaan de kwaliteitstoets nog altijd ruimschoots en een enigszins afwijkende live-uitvoering kan ook wonderen verrichten (vooral het instrumentale stuk van Circumstances kreeg een schitterende metamorfose).

Dat op de “Snakes & Arrows World Tour” het naamgevende recentste album ook ruim aan bod kwam, mag geen verrassing heten. Aangezien dit ook een goede (om niet te zeggen: een zeer goede) plaat is, mag dat al evenmin een bezwaar heten. Toch knaagde er iets… het merendeel van deze songs staat al in een uiterst levendige versie op de plaat (Pearts drumwerk tijdens het outro van Far Cry is wat dat betreft exemplarisch). Dit valt vooral op, wanneer de plaat vergeleken wordt met een meer doorgeproduceerde plaat als “Test For Echo” of een willekeurig jaren ’80 album. Dat is enerzijds positief, maar anderzijds biedt het het concert minder ruimte om de songs live naar een nog hoger plan te tillen. Het pièce de resistance moest toch wel het instrumentale The Main Monkey Business worden, maar een deel van de dynamiek ging in de live-vertolking juist verloren.

Waar op de plaat deze nieuweling zelfs YYZ in de schaduw zet, was dit op het concert toch beslist nog andersom. De beruchte Ahoyse akoestiek (die ook meehielp om een nummer als Secret Touch (“Vapor Trails”) tot niets meer dan een bak herrie te reduceren) zal hier ook niet geheel los van staan.

Toch bevindt dit puntje van kritiek zich betrekkelijk in de marge, want naast de gewezen knaller Far Cry was het een genoegen de in eerste instantie wat minder opvallende songs live gebracht te zien worden. Hierbij viel in tweede instantie met name Working Them Angels in positieve zin op. Dit in tegenstelling tot The Way The Wind Blows. Het mag dan van Geddy Lee het favoriete nummer van “Snakes & Arrows” zijn, de live-vertolking was te lang(dradig). Dan kunnen we nog zeggen dat het album met negen songs wel een wat erg ruime exposure kreeg, op een totaal van 27 nummers (Neil Pearts traditionele drumsolo niet meegeteld) was er nog altijd een ruim aanbod aan ouder werk voorhanden. Uiteraard werden de nieuwe nummers van “Snakes & Arrows” met gejuich begroet. Toch was het enthousiasme van het publiek vele malen groter bij de oudere nummers. Over evenwicht in de setlist kan altijd nagekaart worden (want met maar liefst vier tracks van “Permanent Waves”, nog eens vier van “Moving Pictures” en maar twee van de in totaal zes albums ervoor lag de nadruk erg op het werk uit de tachtiger jaren). Er miste duidelijk een aantal hoogtepunten uit het repertoire, maar de niet meer zo groene Rushganger zal deze nummers die het aflegden tegen genoemde verrassende keuzen en genoemd nieuw materiaal vast minder gemist hebben. Wat hoe dan ook overeind blijft, is een serie meest goede, soms uitstekende vertolkingen van bijna uniform indrukwekkende songs (een relatieve misser als Roll The Bones bleef ditmaal achterwege), waarin de uitstekende klassieker Subdivisions (“Signals”) en het, in vergelijking met de plaat, stevig rockende Distant Early Warning (“Grace Under Pressure”) de voornaamste hoogtepunten vormden. Al met al toch twee zeer memorabele avonden.

Op de grote beeldschermen was alles prima te volgen. Alle bandleden werden schitterend in beeld gebracht. Verder werden ook de nodige inleidende en begeleidende filmpjes geprojecteerd, vaak met de bekende humoristische inslag. Wat te denken van het inleidende tekenfilmpje bij Tom Sawyer. Hierin speelde de band een rol als Lil’ Rush. De bandleden, (3 karakters uit South Park aangevuld met Geddy Lee getekend in Sout Park stijl, red.), probeerden het nummer te spelen. Toen dat niet zo lukte, sprong het echte Rush bij en knalde het nummer werkelijk de zaal in, met een hoofdrol voor de Tauruspedalen van Geddy Lee. Ook onze vriend de vuurspuwende draak uit Rush In Rio kwam ook nog even opdraven, uhh aanvliegen om voor het nodige vuurwerk te zorgen.

Kritiek leveren op de vakmanschap van Rush is haast niet mogelijk. Alles zit zeer professioneel in elkaar. Met hun enorme staat van dienst en zeer vele optredens over de hele wereld is het logisch dat alles wat routinematig wordt. Toch was het spelplezier groot en niet alleen omdat er opnames werden gemaakt. Er waren momenten dat er geluiden waren die de heren niet met handen of voeten produceerden. Op die momenten loopt er dus kennelijk een band mee. Maar moeten wij daarover gaan zeuren? Nee!

Hans Ravensbergen (16-10) en Casper Middelkamp (17-10)

Send this to a friend