Morse, Neal

Questionmark

Info
Uitgekomen in: 2005
Label: Insideout
Website: http://www.nealmorse.com/
MySpace: www.myspace.com/nealmorse33
Tracklist
The Temple Of The Living God (6:13)
Another World (2:36)
The Outsider (2:21)
Sweet Elation (2:32)
In The Fire (7:24)
Solid As The Sun (6:12)
The Glory Of The Lord (1:41)
Outside Looking In (4:19)
12 (6:46)
Deliverance (6:22)
Inside His Presence (5:30)
The Temple Of The Living God (4:27)
Neal Morse: zang, toetsen, gitaar

Met medewerking van:

Randy George: bas
Steve Hackett: gitaar
Mark Leninger: saxofoon
Alan Morse: gitaar
Mike Portnoy: drums
Jordan Rudess: toetsen
Roine Stolt: gitaar
Sola Scriptura (2007)
Cover To Cover (2006)
? (Question Mark) (2005)
One (2004)
Testimony Live dvd (2004)
Testimony (2003)
It's Not Too Late (2001)
Neal Morse (1999)

Ik kan uiteraard niet in het hoofd van Neal Morse kijken, maar volgens mij vond hij “One”, zijn vorige album, ook wat aan de lange kant. Het heeft er alle schijn van dat hij voor zijn nieuwe cd vond dat zijn briljante muziek in een uur moest zijn te vatten en dat is dan ook gebeurd. “?”, zijn derde solo cd sinds zijn vertrek uit Spock’s Beard en het opdoeken van Transatlantic, duurt slechts 56 minuten, terwijl het langste nummer maar 7:24 klokt. Dat lijkt wat kort door de bocht, zeker als dan blijkt dat de epische benadering ook nog eens achterwege gebleven is, maar het heeft subliem uitgepakt. Neal duidt het geheel zelf aan met het woord “puzzel” en daar alle twaalf nummers aan elkaar vastzitten, is er toch sprake van een geheel. Het album dient dan ook eigenlijk in z’n totaliteit te worden beluisterd.

De nummers zijn niet echt songmatig en toch ook weer wel dankzij een stel geweldige refreinen. Een gaaf voorbeeld daarvan is Solid As The Sun dat gelanceerd wordt vanuit het funky eind, compleet met blazerssectie van het nummer daarvoor en waar stevige grungeakkoorden en toegankelijke coupletten een killer-zanglijn omlijsten. Daarnaast is er ruimte geschapen voor een formidabele basspot van Randy George en een ‘mondstukdoormiddenbijtende’ saxsolo van Mark Leninger. Het nummer staat trouwens halverwege het album waar de hardrockinvloeden op z’n hoogst prijken. Dat is natuurlijk spekkie voor Mike Portnoy’s bekkie. De drumgigant van Dream Theater, die samen met bassist George weer het ritmische hart van de band vormt, voelt de bedoelingen van Neal Morse steeds beter, zo niet perfect, aan. De groove in het Deep Purple / Kansas-achtige In The Fire is dusdanig lekker dat die andere Dream Theater-gigant, toetsenist Jordan Rudess, er een knoeperd van een solo speelt die nu al legendarisch is, zo fabuleus goed. Dit nummer is, evenals alle andere, weer perfect uitgewerkt met o.a. wah wah-geluiden en zeer Yes-achtige samenzang.

Randy George is zowel qua postuur als met zijn imposante basgeluid indrukwekkend te noemen. Hij voorziet de vaak zeer bombastische muziek van een volle portie laag en geeft de vele riffs hun kracht mee. Hij staat te spelen of hij madeliefjes staat te plukken, zo gemakkelijk lijkt het hem af te gaan. Hij overtuigt in opener The Temple Of The Living God, dat eerst nog gevoelig is met o.a. piano, zang en bluesy gitaar, maar al snel gaat swingen als een tiet ware het de jazzrock van een Kaipa album. Vervolgens verandert het ritme en komt er een onvervalst stukje instrumentale Neal Morse met een superstrakke Portnoy en een prominent aanwezige George die er, terwijl de sax onverstoord zijn gang gaat, lekker de vaart in houden. Het nummer krijgt vleugels als Neal gaat zingen en zodoende z’n adoratie voor de Beatles laat blijken. Het maken van pakkende zanglijnen kun je Neal wel toevertrouwen. Sommige hebben zoveel aanstekelijkheid dat ze later op het album terug mogen komen. Met het korte Another World zet de cd zich ongemerkt voort. Het is niet verkeerd, maar nogal kleurloos in vergelijking met de rest die komen gaat.

En dan de teksten. Het overkoepelende thema heeft uiteraard weer met het diepe geloof van Neal te maken. Het album handelt over de mysteries die religie en spiritualiteit omzwermen. Er zijn vele verwijzingen naar de bijbel, maar helaas doe ik mijn achternaam eer aan. Dus zal ik maar geen poging wagen de teksten te ontcijferen. Desalniettemin is dit natuurlijk een leuk zoekplaatje voor de geïnteresseerden.

Het gitaarspel op de cd is bijzonder van allure. Niet op z’n minst omdat Neal drie opmerkelijke gasten heeft uitgenodigd en zeker niet op z’n minst omdat Neal hun bijdragen behoorlijk frontaal in de mix heeft gezet. Roine Stolt van The Flower Kings zet zijn beste beentje voor, evenals de wat extravagante Spock’s Beard-gitarist Alan Morse en de ex-Genesis sfeerbrenger Steve Hackett. Gedrieën brengen zij samen met de eng goede toetsenist Rudess de ‘cameo’s’ van hun leven en wis natuurlijk de instrumentele vaardigheden van Neal zelf ook niet uit.

The Outsider lijkt met zijn prachtig rustieke gloed te zijn weggewaaid uit “Wind And Wuthering” van Genesis, Sweet Elation, de meest proggy track, kent een heerlijke toetsenkabbel die ingemetseld wordt door een stuwend gitaarpatroon en afsluit met vurig geflits van toetsen en gitaar, The Glory Of The Lord is een filmisch staaltje bombast dat door het operateske koor doet denken aan Epica, de ballade Outside Looking In bevat akoestische gitaar met fraaie ondersteuning van de elektrische zessnaar en zo kan ik nog wel even doorgaan. 12 heeft een symbolische strekking met betrekking tot dit getal, maar veel belangrijker is dat het stuk na de jazzy pianosolo (wat loopt alles toch lekker) unaniem als hoogtepunt zal worden aangemerkt. Ere wie ere toekomt in een stuk waar de ene solo na de andere je het kwijl uit de bek laat lopen.

Tot aan hier vind ik dit album echt geweldig met een hoofdletter ‘G’ en ook Deliverance vind ik qua uitvoering weer helemaal subliem. Het nummer genereert mij echter iets teveel opgewektheid naarmate het zich ontwikkelt en in combinatie met de tekst komt dat net wat te klef op me over. De missie van Neal begint me heel even een beetje te storen, maar mijn enthousiasme voor zijn briljante muziek is met geen mogelijkheid te dimmen.

De cd sluit af met twee nummers die net zo goed als één track betiteld hadden mogen worden. Inside His Presence begint als een wat vrome ballade zoals je dat van Neal kan verwachten met piano en ingetogen zang en bouwt mooi uit naar een finale vol gitaarsolo’s welke beëindigd worden door een magistraal gezongen reprise van enkele regels uit het begin van de cd. De bombast is dan maximaal. Als je daar niet van houdt heb je een probleem. Neal maakt muziek die qua intensiteit regelmatig uit z’n voegen dreigt te barsten.

Na het statement “Testimony” uit 2003 en de schitterende schijf “One” van een jaar later, is Neal er weer in geslaagd een meesterwerk af te leveren. “?” is een boeiende plaat vol overtuiging, passie, kracht en kunde die erom vraagt, nee smeekt, begeerd te worden.

Dick van der Heijde

Koop bij bol.com

Send this to a friend