Yes

The Yes Album

Info
Uitgekomen in: 1971
Label: Atlantic Records
Website: www.yesworld.com
Progwereld Biografie
Tracklist
Yours Is No Disgrace (9:41)
Clap [live, The Lyceum, Londen 17 juli 1970] (3:16)
Starship Trooper (9:26)
a) Life Seeker
b) Disillusion
c) Wurm
I've Seen All Good People (6:57)
a) Your Move
b) All Good People
A Venture (3:18)
Perpetual Change (8:49)
Jon Anderson: zang, percussie
Bill Bruford: drums, percussie
Steve Howe: gitaar, zang
Tony Kaye: toetsen
Chris Squire: basgitaar, zang
9012LIVE dvd (2006)
The Word Is Live (2005)
Songs From Tsongas dvd (2005)
The Ultimate Yes - 35th Anniversary Collection (2004)
In A Word: Yes (1969- ) (2002)
Symphonic Live dvd (2002)
Magnification (2001)
Keystudio (2001)
House Of Yes - Live From The House Of Blues (2000)
The Ladder (1999)
Open Your Eyes (1997)
Keys To Ascension 2 (1997)
Keys To Ascension (1996)
Talk (1994)
Highlights - The Very Best Of Yes (1993)
Yesstory (1993)
Yesyears (1991)
Union (1991)
Big Generator (1987)
9012Live: The Solos (1985)
90125 (1983)
Classic Yes (1981)
Yesshows (1980)
Drama (1980)
Tormato (1978)
Going For The One (1977)
Yesterdays (1974)
Relayer (1974)
Tales From Topographic Oceans (1973)
Yessongs (1973)
Close To The Edge (1972)
Fragile (1972)
The Yes Album (1971)
Time And A Word (1970)
Yes (1969)

We schrijven maart 1971 wanneer de vijf heren van Yes het nieuwste resultaat van hun creatieve inspanningen wereldkundig maken. Ofschoon “The Yes Album” reeds hun derde plaat is, komt het unieke en meest geliefde rockgeluid van de band pas voor het eerst op dit album ten volle tot wasdom. Terwijl het debuut en “Time And A Word” onmiskenbaar enige karakteristieke elementen van het toekomstige Yes-geluid herbergen, zijn beide platen niettemin slechts vingeroefeningen op weg naar een beduidend grootser en rijker gearrangeerd bandgeluid. Vermits de band op “The Yes Album” een nog niet eerder vertoonde muzikale ontwikkeling etaleert, wordt deze plaat door heel veel progressieve rockliefhebbers (waaronder ondergetekende) als het daadwerkelijke begin van Yes beschouwd.

Dat de band een dergelijke stijgende lijn laat zien, is natuurlijk voor een groot deel toe te schrijven aan de ervaring en kennis die Yes intussen heeft opgedaan. Desalniettemin zijn er volgens mij twee andere en wellicht nog belangrijkere verklaringen van deze ongekende progressie tussen plaat twee en drie aan te duiden.

De eerste reden komt op rekening van de allereerste wijziging in het personeelsbestand van Yes. De band staat tegenwoordig met recht en reden bekend als de ultieme draaideurband voor wat betreft het aantal bezetting(swisseling)en, maar destijds is dat zelfs voor deze band een primeur. Vanwege motieven die nog altijd niet zijn opgehelderd, wordt gitarist en medeoprichter Peter Banks namelijk gedwongen het veld te ruimen. Zijn aftocht blijkt echter een zegen, want met Steve Howe haalt het achtergebleven kwartet iemand in huis wiens mentaliteit beter bij de band aansluit. Mede door zijn talenten als gitarist en componist zijn Jon Anderson, Bill Bruford, Tony Kaye en Chris Squire ook nog eenvoudig in staat om de muziek naar een aanmerkelijk hoger plan te tillen.

De tweede belangrijke reden kent zijn oorsprong niet binnen, maar buiten de band. Vanwege de flink tegenvallende verkoopcijfers van de eerste twee albums wordt Yes namelijk zwaar onder druk gezet door platenmaatschappij Atlantic. Terwijl de band zijn derde plaat in de studio opneemt, kan het zich daarom niet opnieuw een commerciële misstap veroorloven. Indien het album geen succes wordt, betekent dit namelijk in feite het einde van hun muziekcarrière. Het is door dit zwaard van Damokles dat het kwintet voortdurend boven het hoofd hangt, dat de sessies zeer stresserend doen verlopen. Toch weet de band deze spanning te benutten om zijn daadwerkelijke potentieel te laten zien.

Gelukkig komt het vijftal deze crisissituatie met “The Yes Album” te boven, want bovengenoemde samenkomst van factoren heeft tot gevolg dat het ensemble van de ene op de andere dag tot één van de grotere wegbereiders binnen de progressieve rock wordt gebombardeerd. Hoewel de muziek op het album beslist niet in alle opzichten kan concurreren met dat op de latere platen, zijn de zes muziekstukken, samen goed voor iets meer dan veertig minuten muziek, wel degelijk op en top Yes te noemen. Zoals gememoreerd in mijn inleiding is dit laatste gegeven alleszins een primeur, want vrijwel alle elementen die de band en zijn muziek zo geliefd maken zijn op deze plaat voorhanden.

In feite kan je de plaat dan ook met recht kwalificeren als een trendsetter. Zo markeert het album de allereerste keer dat Yes zijn geluk beproeft in het componeren van muziekstukken van om en de nabij tien minuten. De plaat bevat twee van dit soort stukken en deze stellen de band onder meer in staat om meer tijd te nemen teneinde arrangementen en instrumentaties in het leven te roepen, die niet enkel doordachter en gecompliceerder, maar tevens ook avontuurlijker en bijgevolg ook enerverender klinken. Deze twee composities vormen dan ook ondubbelzinnig een voorbode van de (nog meer) opgerekte nummers op latere albums. Mede door deze pioniersrol kan “The Yes Album” dan ook volkomen terecht uitgroeien tot een klassieker in het oeuvre van de band. Zozeer zelfs dat de band nu nog altijd geregeld vier van de zes stukken van de plaat op het podium speelt.

Met deze plaat bevindt Yes zich in het schermergebied tussen jeugdige onbevangenheid enerzijds en volwassen vindingrijkheid anderzijds. Mogelijk is dat één van de redenen dat de eigentijdse muziek complex, maar toch ook toegankelijk klinkt. Ofschoon het kwintet op het album met een enorme verscheidenheid aan muziekstijlen in de weer gaat, vormt “The Yes Album” toch een alleraardigst samenhangend geheel. Dat is deels toe te schrijven aan het geoefende oor van sterproducer Eddie Offord, die de plaat van een fraaie, ruimtelijke klank voorziet. Mede hierdoor kunnen we ook nu zonder al te veel ergernis van deze schepping genieten.

Er is echter één klein, niet geheel onbelangrijk voorbehoud. Met ingang van “The Yes Album” keert Jon Anderson immers het schrijven van echte teksten voorgoed de rug toe ten gunste van vaak vage, ongelooflijk onzinnige teksten met ver van mijn bed staande onderwerpen als mystiek, universum en spiritualiteit. Als gevolg van dit besluit staat de mate van het luisterplezier van de luisteraar dus recht evenredig met de mate van verdraagzaamheid aangaande deze dwaze dichtkunst. Zolang de luisteraar zich niet bijzonder irriteert aan dit absurde en clichématige geneuzel met een soms sterk religieuze strekking dat de zanger maar al te graag over ons wil uitstorten, zie ik geen enkele reden om deze roemruchte plaat nog langer links te laten liggen.

Sterker nog… “The Yes Album” is naar mijn bescheiden mening veruit het meest geschikte startpunt voor nieuwkomers om hun ontdekkingsreis te beginnen. Hier slaat de band immers een nieuwe weg in en laat het gezelschap bijgevolg voor de eerste keer zijn ware gezicht zien. De plaat biedt in de vorm van de twee lange, doch zeer toegankelijke muziekstukken de volmaakte introductie voor de komende plaatkantvullende epische hersenspinsels. Kortom, het Yes-album (!) is derhalve de plaat waar het in feite allemaal daadwerkelijk mee is begonnen.

Hoewel ik reeds voldoende aandacht heb besteed aan het feit dat dit het debuut van Steve Howe is, markeert “The Yes Album” echter tevens ook het (vooralsnog) laatste optreden van Tony Kaye. Om het geluid op een nog hoger plan te brengen, zoekt de band immers wederom zijn toevlucht in een personeelswisseling. Om die reden komen de bandleden uiteindelijk in aanraking met een man met een cape…

Frans Schmidt

CD + DVD (remix 5.1. door Steven Wilson):
Koop bij bol.com

CD + Blu-ray (remix 5.1. door Steven Wilson):
Koop bij bol.com

Send this to a friend