Monique is 37 jaar en moeder van twee zoontjes en een dochter. Ze is al weer een hele tijd gegrepen door het symfovirus en heeft ze zich helemaal op de prog gestort. Maar ja, je komt nogal wat vragen tegen. Elke maand deelt ze met de Progwereld lezers wat ze meemaakt op haar zoektocht door de wereld van de progressieve muziek.

Achter me in de woonkamer wordt een potje voetbal gespeeld. Oké, niet te denigrerend, er vliegen betere ballen rond dan op zondag bij het eerste. Nederland-Rusland, net 1-1 gescoord, en ik kan er niet meer tegen. Dit is helemaal niks. Straks nog strafschoppen moet je maar rekenen waar Nederland echt nog voor moet oefenen, want het gaat altijd bar slecht in die fase. Dus heb ik maar mijn peeceetje opgezocht dat mijn onrust op moet vangen. Mijn nieuwe, geluidloze toetsenbord maakt een lawaai dat wil je niet horen, dus dan weet je wel hoe laat het is. In de eerste 80 minuten hebben hier nagels rondgevlogen, waar ik weken op gespaard heb en nu weer afgekloven stukjes kalk zijn, de tafel en de stoelen hebben een lappie gehad, heb al zeker vijf keer de tuin bekeken, en al het onkruid ligt in de groene bak.

Nou ben ik geen rustig type, om het eens kalm uit te drukken. Behalve als er echt wat aan de hand is, maar voor de rest ben ik een gierende miep onrust bij dit soort aangelegenheden. Voorheen ging ik met mijn vader in de tuin staan als het echt spannend werd, deze keer moet mijn computer het ontgelden. Als Nederland er straks uitligt heb ik geen rotnacht hoor, maar mensen die roepen dat het maar een spelletje is, mogen nu nog kramp in hun tong krijgen. Ben toevallig wel zo chauvinistisch als de pest.

Als het me echt raakt dan ben ik niet de gezelligste. Dan zeg ik zeer weinig, schuif mijn eten wat heen en weer, kan niet lachen om de grap van een ander en ben er helemaal niet bij. Ik herinner me een keer,  zal zo’n jaar of tien geweest zijn, dat mijn vader naar een concert ging van de Moodies. Ik was blij dat hij wegging, want hij was niet te pruimen. En dan gewoon na afloop vol enthousiasme thuiskomen ook nog eens. Ik snapte geen barst van die man. Jaren later – wist ik veel dat ik op mijn vader leek – was mijn ‘eerste keer’.  De Keys of the Kingdom tour begon in Den Haag en eindigde in Rotterdam. Allebei de keren ging de auto vol richting concert. Ik voelde me, als volleerd fan, zo gespannen als bij de sinterklaascadeautjes van vroeger. Had vrij genomen van mijn werk, uren gebadderd en getut, mooiste kleren aan, want ik mocht naar mijn helden. En dan, oh zaligheid, zou ik gewoon tussen alle medefans echt  éen’ van hen zijn, als een grote familie!

Zo zaten er dus twee ongezellige, stille en nerveuze mensen in de auto. Al de keren daarna zijn er een stel vrienden met een andere auto gegaan en ik kan ze geen ongelijk geven. Voor het concert gingen we met zijn allen uit eten, sorry meneer de Chinees, dat ik zoveel jaar geleden niks heb gegeten, het lag aan mijn verliefdheidshormoon, u kent het wel…

Met een verwachtingsgevoel van heb ik jou daar kwam ik binnen, en wat me nog het meest bij is gebleven is het akelige wakker worden als kabouter tussen de reuzen. Er liep niemand, maar dan ook niemand rond van mijn leeftijdscategorie. Het waren allemaal oude zakken. Met een verlegen koppie en haast trillende lip bleef ik afwachtend voor een kraampje staan, hopend dat er nog een T-shirt overbleef dat per ongeluk in kindermaat was gedrukt. Weg was mijn familiegevoel, en liep tam langs de enorme bewakers de zaal in. The Moody blues hoorden toen al zo ontzettend bij mijn leven, dat ik ook echt vergat dat mijn helden ook gewoon mijn vader hadden kunnen zijn…

Eenmaal in de zaal viel alles weg, de spanning, de nervositeit, de onrust, het verviel in een oeverloos gevoel van enthousiasme, golven van emotie en puur geluk werden mijn deel. Je kunt op zo’n moment niet meer ’thuiskomen’  als wat er toen gebeurde. Ik zat met een zaal vol familie te kijken naar onze Moodies!

En na al die jaren heb ik het nog steeds. Al vele concerten bezocht, maar altijd is er weer die spanning van te voren. En ook alleen bij mijn Moodies. Die oude zakken van toen kom ik nog steeds tegen, maar naarmate mijn rimpeltrap groeide viel ook dat verschil weg. Die band hoort bij mij, bij mijn leven. Net als het feit dat ik dat altijd met mijn vader heb kunnen delen. ‘There’s a part of you that will always be part of me’  en mooier hebben John en Justin het nooit meer kunnen verwoorden. Onbegrijpelijk dat een stelletje gitaren en een paar stemmen dit teweeg kunnen brengen.

Ondertussen kan Oranje aftaaien. Jammer voor Khalid. Een overwinning was hem zeker gegund. Ik hoop dat er ook voor hem een paar gitaren en stemmen zijn om hem te helpen ’thuiskomen’

Monique
monique@progwereld.org