Night of the Prog Festival XIV

19 - 21 juli 2019, Loreley (D)

Locatie
Freilichtbühne Loreley, St. Goarshausen, Duitsland
19 juli
Dilemma, Special Providence, Chandelier, IQ, Tangerine Dream

20 juli
F.O.R.S, Overhead, Tim Boness, t, Karcius, Lazuli, Nick Mason’s Saucerful of Secrets

21 juli
Windmill, OAK, RanestRane, All Taps on Earth, Anathema, Steve Hillage

Het is toch altijd weer een betoverende ervaring om het amfitheater aan de Loreley, met de in de diepte meanderende Rijn, te bezoeken en je drie dagen lang onder te laten dompelen in je favoriete muziek. En bier natuurlijk, want het lijkt altijd prachtig weer te zijn op deze schitterende plek tijdens het derde weekend in juli, dus vocht aanvullen was drie dagen lang noodzakelijk.

Dit weekend staat steevast gebeiteld in mijn agenda. Het niveau van het gebodene wisselde sterk en de algemene indruk van het festival dit jaar is dat de programmering minder is dan in het verleden. Er zijn wel eens meer aansprekende hoofdacts geweest dan Tangerine Dream, Nick Mason en Steve Hillage, al blijft dat ook een kwestie van smaak natuurlijk.

Niet alleen het publiek komt uit alle windstreken, dat geldt ook voor de bands. De zeventien geselecteerde acts kwamen dit jaar uit niet minder dan elf landen! Een soort verenigd Europa, met een iets minder prominente rol voor Duitsland, traditioneel een stevige inbreng uit Scandinavië en een overzeese bijdrage uit Canada. De ontspannen sfeer, het kleinschalige, voor een meerdaags festival net niet kneuterige karakter en het prima geluid maken het een uurtje of dertig lang uitstekend toeven an der Loreley.

Vrijdag 19 juli

 

Dilemma

Het publiek is amper wakker, voor zover het al aanwezig is en meteen staat de Nederlandse inbreng op het podium. Topdrummer Colin Leyenaar is een van de blikvangers, samen met Dec Burke, met zijn wat hoge stem. Dilemma maakt goede, moderne prog, die een mix is van symfonische hardrock en classic rock. Een sterk begin van Night of the Prog, althans dat vermoed ik, want als gevolg van een-bus-die-maar-niet-kwam werd dit optreden door uw recensent jammerlijk gemist.

Special Providence

Hongaarse bands liggen niet voor het oprapen, dus is de verschijning van Special Providence op zich al bijzonder. Van de zang moeten deze heren het niet hebben, hun inbreng is volledig instrumentaal.  Met een basic bezetting spelen zijn tamelijk ‘ingewikkelde’ muziek die meermaals richting de jazz kruipt en  ook iets metal-achtig klinkt. Zitten de composities niet altijd even goed in elkaar, improviseert men wat of horen we soms echt gepriegel? Nu en dan klinkt een aardige gitaarsolo door. De hoogtepunten liggen nog voor ons.

Special Providence 1 Special Providence 2


Chandelier

De eerste inbreng uit eigen huis: Chandelier. Die band is toch al lang dood en begraven en wat nog rest is een verzameling botjes en de herinnering aan drie cd’s? Klopt! Begin jaren ’90 gaf Chandelier er na slechts drie releases de brui aan.  De stofhappende schijfjes zijn recent opgepoetst en waarom dan geen reünie overwegen? Ze werden eind jaren ’80 zo’n beetje gelanceerd als het Duitse antwoord op Marillion, dus in die hoek moeten we ze plaatsen. Veel draait om Martin Eden, de zanger die een heel klein beetje in de buurt komt van Fish. Zijn stem heeft wel iets van zijn glans verloren en dat geldt eigenlijk voor de hele band. Klonk het vroeger heel behoorlijk op de plaat, zoveel jaar later op het podium  komt Chandelier niet helemaal (meer) uit de verf.

Chandelier 1

IQ

Aangekondigd als gedeelde hoofdact van de vrijdag, maar toch een treetje lager gezet dan Tangerine Dream. Jammer. Peter Nicholls beleefde niet zijn beste en meest geïnspireerde dag als zanger van IQ en dat Martin Orford op de klavieren nog altijd node gemist wordt, mag ook als bekend worden beschouwd, maar dit leverde toch een heel behoorlijk optreden op. Drie oude krakers van “The Wake” en “Tales From The Lush Attic” (helaas alleen het middenstuk van The Last Human Gateway)  deden oude tijden herleven en het inmiddels massaal toegestroomde publiek op de banken (trappen) staan. “The Road Of Bones” was ook goed vertegenwoordigd. Persoonlijk kwam Until The End erg binnen (broodje volschieten mét kippenvel, graag!) met heerlijk toetsen- en gitaarspel en akoestisch intermezzo. In september verschijnt “Resistence”, de dertiende (?) cd van deze Britten, en het publiek mocht alvast twee voorproefjes proeven. Altijd even wennen bij IQ.

IQ 1 IQ 2

Tangerine Dream

Een Duits trio dat een halve eeuw oud is en waarbij de in 2015 overleden oprichter Edgar Froese altijd even vermeld moet worden. Thorsten Quaesning, Ulrich Schnaus en Hosihiko Yamane hebben interactie met het publiek niet hoog op de agenda staan. Schnaus staat zelfs het hele concert met z’n rug naar het publiek. De Japanse violiste is bepaald ook geen lachebekje. Het onmiskenbare elektronische geluid van Tangerine Dream heeft in deze setting een licht hallucinerende werking. Door de schier eindeloze sequenties, vervat in oeverloze soundscapes, kun je je makkelijk laten meevoeren in de vaak verstilde herhalingen van en variaties op geluiden. De band kan uit een immens oeuvre putten, en dat deden ze dan ook gretig. Tangerine Dream verzorgt een rete strakke show, maar wel vooral voor echte liefhebbers. Minder ingewijden horen vooral veel van hetzelfde en verlaten in groten getale voortijdig het festivalterrein.

Tangerine Dream 2 Tangerine Dream 3


Zaterdag 20 juli

F.O.R.S.

Instrumentale band nummer drie opent dag twee, traditioneel de langste dag van het festival.

Zwitserland is niet dicht bezaaid met prog, dus zeggen we driewerf Gruβ Gott tegen F.O.R.S. Famous Or Dandom Stars maakt instrumentale sfeerrock. Veel strings, piano, synthesizers van Doro Wetter vullen de nog maar schaars bevolkte trappen van het amfitheater. De inderdaad sfeervolle en smaakvolle gitaarsolo’s van Roland Hegi maken de muziek af. De band put ruim uit de debuut-cd “Before” uit 2018. De band heeft compositorisch nog wel een paar stappen te maken, maar het is prettig wakker worden met dit Zwitserse ontbijtje.

F.O.R.S. 2

Overhead

De Finse inzending komt op naam van Overhead. Stevig dus, is de verwachting. Dat blijkt nog behoorlijk mee te vallen. We kunnen beter spreken van aanstekelijke art-rock. Als zanger Alex Keskitalo ook zijn dwarsfluit uit de doos haalt gaan de gedachten al snel uit naar Jethro Tull. Het nummer Haydenspark van hun meest recente gelijknamige cd opent met een lekkere toetsensolo en kent een mooie opbouw. Dat zingen echt een vak is bewijst deze band. Nu en dan zingen de Finnen niet alleen een beetje rauw maar gewoon ook vals. Dan horen we toch liever Tarja Turunen.

Overhead 1 Overhead 2

Tim Bowness

 

 

Tim Bowness is een Brit die velen kunnen kennen van zijn eerdere samenwerking met Steven Wilson in No-Man.  Hij vertolkt naast eigen werk ook een aantal nummers van die band. Bownes zorgt voor een sfeervol intermezzo. Zijn warme, rustige, licht hese stem past prima bij de muziek. Hij straalt uit alsof hij de last van de hele wereld op zijn schouders draagt en er kan nauwelijks een lachje af. De nummers lijken steeds voort te kabbelen, maar altijd gebeurt er wel iets dat de luisteraar even doet opleven. Een gitaarsolo, een trompet of fraai toetsenspel. Bowness put uiteraard ook uit zijn nieuwste schijf “Flowers At The Scene” en durft soms ook bijna niets te laten horen. Een verademing.

Tim Bowness 1 Tim Bowness 2

t

Thomas Thielin kiest voor een wel hele basic bandnaam. Deze Duitse multi-instrumentalist met Bowie-stem bewijst met zijn muziek het tegendeel. Hij maakt als t lange nummers met een doordachte opbouw, die allerminst het predicaat basic verdienen. Evenals zijn cd-titels, zoals “Solipsystemology”, zijn laatste, waarvan hij vreemd genoeg niets liet horen. Op het podium lukt het niet alles zelf te spelen en te zingen, maar neemt hij een prima band mee die zorgt voor uitgesponnen, complexe structuren en die de aandacht van het publiek goed weet vast te houden. Bijvoorbeeld tijdens The Aftermath Of Silence dat dik een kwartier duurt en op en neer golft van grote verstilling tot grote erupties van geluid.

t 1

Karcius

All the way from Canada doet Karcius het langzaam avond worden op de rots. Het is niet alles progmetal wat de klok slaat, al zou je dat wellicht verwachten. De melancholie slaat soms ook  behoorlijk toe en de nummers beginnen vaak rustig, onheilspellend soms, zoals in Something, maar vaak komt het gaandeweg tot een uitbarsting van muzikaal geweld. Simon L’Espérance haalt mooie dingen uit zijn gitaar. Slotnummer Goodbye is zelfs overwegend erg rustig, met een piano- en bas-solo en niet onaardige samenzang. Dan hebben we The Fold al gehad, waarbij het wél erg stevig tekeer gaat, met heel heftige zang. De ingedommelden zijn direct weer klaarwakker. Genoeg te genieten en te ontdekken bij deze Canadezen, die hun geheimen niet direct prijsgeven. Jammer genoeg hebben ze het strijkkwartet dat op hun laatste cd is te horen thuisgelaten.

Karcius 1 Karcius 2

Lazuli

De Fransen van Lazuli zijn graag gezien gasten op NotP. Ze zijn populair en lijken bij elk optreden te groeien. De broers Leonetti stelen de show, Dominique met zijn prachtige, hoge stem en Claude op zijn zelfgebouwde Léode, de zingende zaag-gitaar. Dominique is een echte publiekspeler en het is aandoenlijk hoe hij uit een boekje wat Duitse zinnen tot het publiek spreekt. De band weet op fraaie wijze oosterse en Afrikaanse invloeden in hun muziek te vlechten. Je verstaat er geen woord van, maar het verveelt geen moment, door de geweldige afwisseling, als bijvoorbeeld de hoorn wordt bespeeld of de mandoline. Ook het einde van het optreden is  geweldig, als alle bandleden samenspelen op de marimba, zeker als ze met stokjes ook nog Money van Pink Floyd vertolken.

Volgens mijn vriendengroepje was dit optreden het hoogtepunt van het festival. Bravo les bleus!

Lazuli 2 Lazuli 3

Nick Mason’s Saucerful Of Secrets

Nick Mason is nooit de eerste naam die bovenkomt als het over Pink Floyd gaat. Toch is deze 75 jarige het enige bandlid dat sinds de oprichting in 1965 altijd heeft deelgemaakt van dit illustere gezelschap. Hij maakt furore met zijn show Nick Mason’s Saucerful Of Secrets, verwijzend naar de tweede lp van Floyd. Het is (zeer) oude koek (1969-1972) die het publiek krijgt voorgeschoteld. Veel klassiekers komen langs, eigenlijk te veel om op te noemen: Interstellar Overdrive, Astronomy Domine, One Of These Days, A Saucerful Of Secrets en de singles See Emily Play en Arnold Layne. Hoewel stokoud, toch voor velen een feest van herkenning. Het nummer Vegetable Man is nooit door PF gespeeld. Er is veel speelvreugde te zien op het podium bij de uitstekende band, dat overslaat op het nu echt massaal aanwezige publiek dat licht psychedelisch aangeschoten het terrein verlaat na een heerlijke muziekdag.

Nick Mason 1 Nick Mason 3

 

Zondag 21 juli

 

The Windmill

Na een ‘zware’ zaterdag is goed om met iets lichts te beginnen. De Noren van The Windmill weten goed aan deze behoefte te voldoen. Ze maken mooie degelijke muziek die teruggrijpt naar de jaren ’70. Eigenlijk is het heerlijke muziek, vol met volvette gitaren a la Andy Lattimer, en toetsen, met een nadrukkelijke rol voor de dwarsfluit. De stem van Jean Robert Viita is even wennen. Redelijk overzichtelijk is het gebodene ook, al kent het nummer The Tree (23 minuten) de nodige tempo- en sfeerwisselingen. Een minutenlang, fraaie intro, een handelsmerk van de band, en dito outro met slepend gitaarspel, zorgen voor een aangenaam verpozen, zeker voor de oude symfomanen.

The Windmill 3

 

OAK

Het Noors blokje wordt afgesloten met OAK, dat helaas niet kan overtuigen. Ze hebben het nodige in hun mars, getuige de positieve recensies. Enkele leden spelen mee met Bjorn Riis, wat de nodige Pink Floyd invloeden verraadt. Simon Valldall Johannessen heeft een mooie stem met een warme klank.  De nummers zijn goed opgebouwd en behoorlijk gelaagd, met hier en daar een behoorlijke gitaarsolo, maar op een of andere wijze wilde de vonk niet overslaan. Muziek die je vaker moet horen, doet het niet altijd goed op een festival.

AOK 1 OAK 2

RanestRane

Dit Italiaanse kwartet maakt nieuwe muziek bij bestaande films. Ze volgen vandaag het drieluik dat ze maakten bij A Space Odyssey, dat we in tien delen krijgen voorgeschoteld. De bijbehorende filmbeelden, waarbij de klanken precies aansluiten komen bij het daglicht in het geheel niet over. Maar ook omdat de muziek zo mooi is, verdienen zij een plek laat op de avond. Drummer en zanger Daniele Pomo legt zijn hele ziel en zaligheid in de cinematografische vertolking, terwijl broertje Massimo op gitaar in de voetsporen van Steve Rothery lijkt te willen treden. Deze Marillion held speelt overigens wel eens een nummertje mee. Italiaans, dus bakken met toetsen;  Ricardo Roman lijkt zijn keyboards wel lijkt te willen slopen, zo intens gaat hij erop tekeer. Passend bij de virtuele beelden klinkt RanestRane soms zwevend, maar de Italiaanse school is altijd goed hoorbaar. Het is echt heerlijk wegzweven bij deze klassieke symfonische klanken; volgens ons mini-panel goed voor een tweede plaats van alle bands.

RanestRane 1 RenastRane 2

All Taps On Earth

Dat klinkt niet erg Zweeds, maar is het wel. Niet minder dan drie leden komen uit Änglagård, misschien kunnen we van een hobbybandje spreken. We krijgen vier lange nummers voorgeschoteld, die er bepaald niet in gaan als koek. De epische nummers klinken complex, tegendraads, soms lijkt improviseren hoogtij te vieren en de blaasinstrumenten zijn niet van de lucht. Het vakmanschap straalt eraf en het zit goed in elkaar, maar dit is echt muziek voor liefhebbers en die zijn in het gezelschap dat dit weekend de rots bevolkt in de minderheid. Hoogste tijd om de inwendige mens nog eens extra te gaan versterken.

All traps On earth 1 All Traps On Earth 2

Anathema

Deze Britten  hebben hun sporen in ons soort muziek inmiddels ruim verdiend, sinds 1992. Het familiebedrijf Anathema (drie broers Cavanagh en broer en zus Douglas) staat garant voor kwaliteit.  De stukken zijn vaak melancholisch van aard, zwaar, met monotone, uitgesponnen passages. Dat zijn ingrediënten om muziek saai te maken, maar Anathema weet er toch vaak iets bijzonders van te maken. Opmerkelijk is natuurlijk de zang die een mannelijke en vrouwelijke kant heeft en die prima verzorgd is, maar vlak ook het heerlijke gitaarspel niet uit. Het publiek geniet volop, teksten worden luidkeels meegezongen, de gitarist klimt bijna in het publiek, de sfeer is opperbest: dit is een band die echt op zo’n festival thuishoort!

Anathema 1 Anathema 3

Steve Hillage Band

Heel weinig aanwezigen konden de komst van deze Britse gitarist plaatsen. De meeste mensen hadden nog nooit van de beste man gehoord. Hij is lid geweest van GONG, waarmee hij nog wel steeds optreedt en heeft zijn wortels in de Canterbury scene. Vanaf 1969 is hij actief, dus kan hij wel een beetje gitaarspelen. Dat zingen ook een vak is (2) bewijst Steve Hillage. Als hij ooit heeft kunnen zingen, dan is daar nu weinig meer van te merken. Hillage laat ingewikkelde muziek horen, met tegendraadse ritmes, er zit veel elektronica in en het ligt bepaald niet makkelijk in het gehoor. Je kunt ook spreken van gefreak op de vierkante centimeter. Bijna niemand kent dit werk, en als hij een cover van een bekende band (The Beatles) ten gehore brengt is dat ook nog eens een onbekend werk (It’s All Too Much). Onbekend  maakt toch ook onbemind. Helaas maken we niet een gedroomd slot van een heerlijk muziekweekend mee. In bosjes verlaten de toeschouwers voortijdig de rots.

Steve Hillage 3

Volgend jaar beleeft Night of the Prog zijn vijftiende editie. Het mooie weer is alvast besteld, de organisatie gaat zich ongetwijfeld hard maken om het derde lustrum op te luisteren met een paar geweldige hoofdacts, zodat het publiek weer in iets groteren getale naar de Loreley zal stromen.

De prachtige momenten van editie XIV kan niemand ons intussen meer afnemen.

Verslag: Fred Nieuwesteeg
Foto’s: Guido Brand en Fred Nieuwesteeg

Send this to a friend