Southern Empire, Damanek en Seven Steps

24 november 2018, De Boerderij, Zoetermeer

Locatie
Cultuurpodium De Boerderij, Zoetermeer
Seven Steps To The Green Door:
Marek Arnold: toetsen, saxofoons
Lars Köhler: zang
Jana-Christina Pöche: zang
Stephan Pankow: gitaar
Ulf Reinhardt: drums, percussie
Michael Schetter: basgitaar, gitaar, zang

Damanek:
James Capatch: saxofoon, fluit
Guy Manning: lead- en achtergrondzang, toetsen, akoestische gitaar
Brody Green: drums, achtergrond zang
Luke Machin: gitaar
Dan Mash: basgitaar
Sean Timms: toetsen, achtergrondzang

Southern Empire:
Cam Blokland: gitaar, mandoline, zang
James Capatch: saxofoon, fluit
Brody Green: drums, percussie, zang
Danny Lopresto: zang, gitaar
Jez Martin: basgitaar, hoorn, zang
Sean Timms: toetsen, zang
Seven Steps To The Green Door:
o.a.
Empty Room
Porn!
The Last Subber
Still Searching

Damanek:
o.a.
Nanabohzo And The Rainbow
Believer-Redeemer
Ragusa
Skyboat
The Crossing
Big Eastern Part II: The Shaking Earth

Southern Empire:
Forest Fire
Cries For The Lonely
How Long
Crossroads
Goliath's Moon

Deze avond stond al lang vast in mijn agenda. Het laatste Southern Empire album “Civilisation” had mij in de zomer van 2018 compleet van mijn sokken geblazen en ook het laatste Damanek album “In Flight” vond ik erg fraai. Dit gezamenlijke optreden wilde ik niet missen. Vooral om te zien of Southern Empire het live zou kunnen ‘waar maken’. Daarover later meer.

Even was ik bang dat maar vijftig mensen de weg naar Zoetermeer hadden gevonden deze avond, maar gelukkig bleken er heel veel mensen in het gezellige podium café te vertoeven. Uiteindelijk was de benedenzaal zeker voor de helft gevuld. Strak om 20:00 uur beklom eerst het Duitse Seven Steps To The Green Door het podium. Ik was benieuwd hoe deze band het live zou doen. Hun laatste album “Fetish” kreeg van mij een positieve recensie. Hun muziek kun je rustig als ‘ADHD-prog’ bestempelen en ik was benieuwd hoe dat op het podium tot zijn recht zou komen.

Ik moet zeggen dat ze me positief wisten te verrassen. Hun muziek zit bomvol met ideeën, vreemde tempowisselingen en creativiteit en dat hield ook in een live-setting stand. Basgitarist Michael Schetter viel mij op door zijn soepele spel. Het zou sowieso van avond van de basgitaristen worden, want de twee collega’s die later zouden volgen, speelden nog indrukwekkender. Zangeres Jana-Christina Pöche heeft een mooie stem en is een charmante verschijning. Wel jammer dat ze zo weinig te doen had, het is zanger Lars Köhler die de meeste vocalen voor zijn rekening nam. Hij deed dat niet onverdienstelijk, op die poging tot grunten in Still Searching na dan. In iets meer dan 45 minuten zorgde het gezelschap voor een prima warming-up. Dat was precies lang genoeg overigens. Het blijft ADHD muziek.

Damanek1 Damanek2

Het contrast met Damanek (volgens Guy Manning leg je bij het uitspreken van de naam de nadruk op de tweede lettergreep, maar Sean Timms was het daar niet mee eens) kon niet groter. In alle opzichten ging het kwalitatief heel wat tandjes omhoog. Hun symfonische pop klinkt live als een klok! Wat een professionaliteit en souplesse. Guy Manning voelt zich prima thuis op het podium en geeft je als bezoeker het gevoel dat je bij hem thuis over de vloer bent gekomen. Verhaaltje hier en grapje daar, lekker relaxed. Ook zijn zang was prima, maar elke keer als hij naar zijn toetsen moest kijken draaide hij weg van de microfoon zodat er nog wel eens stukjes wegvielen.

Damanek3 Damanek4

Wat betreft de bezetting was fluitist James Capatch van Southern Empire geleend. Gitarist Luke Machin is geen vast lid van de band, maar is op het album wel als gastgitarist te horen. De man is zeer bescheiden en zou volgens mij nog het liefst achter de coulissen staan, maar hij viel wel op door zijn souplesse spel en vooral de mooie geluiden die hij uit zijn instrument wist te halen. Mooi om te zien hoe hij daar helemaal in op ging. De ritmesectie van deze band is indrukwekkend. Dan Mash is een geweldige bassist die moeiteloos verschillende stijlen wist te combineren en drummer Brody Green is echt een drumbeest. Wat mij betreft vormde Nanabohzo And The Rainbow (van het album “On Track”) en het lange Big Eastern Part II: The Shaking Earth het hoogtepunt van hun optreden. Hopelijk gaan we nog meer van deze band horen en zien.

Southern Empire_MG_1504 Southern Empire_MG_1535

Dan is het tijd voor de hoofdrolspelers van deze avond, het Australische Southern Empire. Zij produceerden kortgeleden een verrassend en uitstekend ontvangen nieuw album, collega Erik Groeneweg was razend enthousiast en noemde het zelfs qua gevoel in één adem met “The Kindness Of Strangers” van Spock’s Beard uit 1997. Een behoorlijk verwachtingsniveau dus. En weer een stapje hoger op de ladder van professionaliteit, met alle respect voor de eerdere bands, het was wel duidelijk dat hier de hoofd-act van de avond stond.

Het klonk allemaal uiterst solide en gedreven, vanaf de eerste tonen van Forest Fire, het openingsnummer deze avond. Een energieke, heftige rocker, snaarstrak gespeeld met een hoofdrol voor de indrukwekkende capriolen op sologitaar van Cam Blokland. Opvallend: een prima bijdrage op gitaar van zanger Danny Lopresto, ook in de solo’s. Cries For The Lonely is één van de geweldige stukken muziek op het nieuwe album. Met ditmaal een belangrijke rol voor James Capatch op zowel sopraansax als dwarsfluit, hij heeft af en toe moeite om het hoofd boven water te houden met zoveel heavy stuff om zich heen. Vierstemmige (!) achtergrondzang maakt het tweede deel een stuk rustiger, maar dat is maar kort van aard in dit twintig minuten durende prijsnummer. Prachtig gitaarduet overigens. How Long is van het debuut album uit 2016, de saxofoon en het ritme doen even denken aan Toto’s Africa, de vreemde mix van jazz, Caribbean, powerrock, ballads en Unitopiaanse muziek maken dit nummer desondanks tot een uiterst aangename en vooral meezingbare song.

Southern Empire_MG_1553 Southern Empire_MG_1580

The Crossroads gaat de komende jaren een klassieker worden op het podium, let op mijn woorden. IJzersterke thema’s die ook nog eens herhaald worden, bizarre overgangen, van knalhard naar fluisterzacht, traag tempo tot dubbele snelheid, een donderende bas, uitstekende solozang, Mellotron, gitaristische hoogstandjes, zang-harmonieën, alles is aanwezig in dit dertig minuten durende epos. Een eclectisch collectie met invloeden van Yes, Unitopia (vanzelfsprekend), Oosterse muziek en fusion/jazz en dan vergeet ik er ongetwijfeld nog een paar. Indrukwekkend, intrigerend, een dramatisch einde, ‘I listen to your voice’, komt samen in een grand finale. Het compleet overdonderde publiek beloont de band met een minutenlang applaus. Goliath Moon, met zijn vreemde tekst over verloren edelstenen op verlaten planeten, is de toegift, de band rockt steviger dan tevoren. Dankbaar wordt het enthousiaste applaus van het uitzinnige publiek in ontvangst genomen, de band is zichtbaar in zijn nopjes met de respons van de fans.

Zanger Danny Lopresto lijkt zo weggelopen uit een Mad Max film met zijn hanenkam, zwarte make-up en ietwat demonische verschijning. Hij blijkt echter een prettige podiumpersoonlijkheid die in staat is een goede band met zijn fans te smeden. Hij is bovendien niet alleen een uitstekende zanger, maar ook een prima gitarist, vooral in duel/duet met Blokland. Met zijn rode dreadlocks, ‘best hair in the hall’ volgens Lopresto, en zijn  vijf-snarige basgitaar, straalt Jez Martin vooral power uit, zijn spel is echter zowel krachtig als subtiel. Drummer Body Green, bekend om zijn ferme klappen, is ook een goede achtergrondzanger, vooral in de hogere regionen. Gitarist Cam Blokland heeft een John Petrucci– achtige stijl gemengd met Steve Vai invloeden, hij bespeelt afwisselend diens witte Ibanez gitaar en een Sunburst Lauda. Zoals wel vaker het geval is bij virtuoze muzikanten, ligt het gevaar op de loer om te laten zien hoe goed hij wel niet is. Door al dat geweld dreigt de saxofoon/fluit van James Capatch soms te verdrinken in een zee van noten en volume van zijn collegamuzikanten, zijn subtiele, jazzy bijdragen zijn even verfrissend als noodzakelijk. De toetsen van oprichter/componist/zanger Sean Timms, bekend van zijn belangrijke rol in de legendarische Australische band Unitopia, leveren voldoende tegenwicht voor de gitaarcapriolen van Blokland en Lopresto. Zijn smaakvolle bijdragen en spaarzame solo’s serveren een progressief sausje over het somtijds progmetal groepsgeluid. Ongeveer tachtig minuten duurt het optreden in totaal. Hoewel de band op het album al redelijk van leer trekt, speelt men live nog eens een stuk steviger, hierdoor verliest de muziek soms zijn subtiliteit, een klein puntje van kritiek.

Southern Empire_MG_1734 Southern Empire_MG_1845

En om de eerder gestelde vraag te beantwoorden: de Aussies weten de complexe muziek van de uitstekende studioalbums zonder meer waar te maken. De band uit Down Under maakt een strakke, ingespeelde indruk, een geoliede machine na diverse shows in Europa. Een overrompelend optreden van deze relatieve nieuwkomers binnen het genre. Hulde aan de Boerderij voor het programmeren van dit soort bands, uiteindelijk toch de toekomst van het genre. Dat vertaalt zich helaas niet altijd in een hoge opkomst: zoals al eerder vermeld, bij aanvang was het nog niet zo druk maar uiteindelijk wisten toch naar schatting ruim tweehonderd bezoekers, waaronder vele echte fans en kenners van progressieve rock muziek, het gebodene bijzonder op prijs te stellen. Na middernacht kon de kou weer opgezocht worden, dit was zonder meer een bezoekje aan het tweede prog-theater van Europa dubbel en dwars waard.

Southern Empire_MG_1868

Verslag: Maarten Goossensen & Alex Driessen
Foto’s: Ron Kraaijkamp

Send this to a friend