Er zijn bepaalde dingen die niet door de beugel kunnen. Suiker op je patat strooien, slippers aan doen in de winter, slagroom in je jus d’orange spuiten, parfum op je hond sprenkelen… om er maar een paar op te noemen.

Maar het kan nóg erger. Wat kan je bij mij echt niet maken? Laat ik jou, progliefhebber net als ik, eerst even een scenario voorschotelen. Stel, je zit in de auto met iemand die alleen naar Radio 538 luistert (niet dat daar iets mis mee is, maar waarschijnlijk is de ‘muzikale mindset’ van deze persoon anders dan die van de gemiddelde progger). Je hebt een cd opgezet en dat ene nummer staat op. Jouw favoriete track waar over een paar minuten die magnifieke gitaarsolo voorbij komt. Dus je bereidt je copiloot alvast voor door het volume een stukje hoger te zetten. Hij of zij begrijpt hopelijk dat het tijd is om eventjes stil te zijn, eventjes maar. Pak ‘m beet vier tot twaalf minuten!

En dan, dan komt die solo bijna, je hoort hem in de verte al aankomen en je gaat klaar zitten. Voet stabiel op het gaspedaal, vingers losjes om het stuur heen om mee te kunnen pingelen met jouw gitaarheld en je laat je linker elleboog op het steuntje onder het raam rusten. Daar zijn de noten al!

Op dat moment doet de reispartner zijn of haar mond open om iets onbenulligs te zeggen, iets in de trend van “Goh, mooi landschap he? Heb je gezien hoe snel die bomen gaan?” of “Vandaag op kantoor zat ik op de wc zonder wc papier, maar gelukkig had ik mijn mobiel bij me!” Nee! Niet doen! Praat nooit door die hemelse minuten heen! Vreselijk vind ik dat!

Wat ik ook niet vind kunnen is dat een nummer zomaar uit wordt gezet (vlak) voor het einde. Als iemand anders denkt dat het nummer “toch al bijna klaar is” en vindt dat er “nu wel een ander cdtje in mag”. Nee! Niet doen! Gruwelijk toch? Want ja, in die laatste 23 seconden kan je de zanger nog iets horen zingen, of in die fade out van het toetsenspel, daar zit zo’n leuk geluidje in weggewerkt. Dat hoort er ook bij, toch?

Nog zoiets… ik vind het heerlijk om soms het volume keihard aan te zetten in de auto, maar ook thuis. Dat moet soms gewoon kunnen. Maar wat niet kan, is dat je huisgenoot of je copiloot zomaar beslist om het volume omlaag te doen. Nee! Niet doen! Het zijn maar zeven minuten, laat me alsjeblieft even genieten en laat de ramen alsjeblieft even meetrillen!

Soms voel ik me dan een beetje schuldig en onbegrepen als ik mijn hand opsteek om aan te geven dat ik even geen antwoord kan geven als er doorheen wordt gekletst. Of als ik het nummer opnieuw start om tóch nog van die laatste 23 seconden te kunnen genieten.

Ik denk dat ik toch maar een keer suiker op de patat van mijn huisgenoot moet gooien of parfum op zijn hond zal sprenkelen. Dan weet die ander ook hoe het voelt om naar mij te moeten roepen: “Nee! Niet doen!”

Monique van der Kolk