“Trouwens, jammer dat Gentle Giant geen conceptalbums heeft gemaakt, hè?” Volgens mij floept een ‘prog-collega’ de woorden er sneller uit dan dat hij zelf door heeft. Toch ligt het even anders.

Hij is echt in de veronderstelling dat de groep geen plaat met thema heeft gemaakt. Zoals er zoveel favoriete groepen van hem in de jaren zeventig dat wel deden. Niet dat ik de niet nader te noemen persoon (zo ben ik dan ook weer niet) ga zitten verbeteren; ik raad hem aan het oeuvre van Gentle Giant eens de komende tijd wat beter te gaan beluisteren. Niet gaan zitten ‘bestuderen’, want dat klinkt zo academisch. Het gaat per slot van rekening om de muziek.

Tja, conceptalbums.
Apart fenomeen. Dan weer ‘in’, dan weer ‘uit’. Maar binnen de prog altijd goed voor hooggespannen verwachtingen. En die acht van de tien keer nog uitkomen ook. Ambitieuze, hedendaagse groepen wagen er zich nog wel eens aan. Anthony Kiedis noemt in een interview “Stadium Arcadium” ook een conceptplaat. Raar maar waar? Ik zoek op die plaat naar de ‘lijntjes’, de samenhang, maar vind ze niet. Hoor alleen dertig nummers die angstig veel op elkaar lijken. Bij het uitkomen van Smashing Pumpkins’ “Mellon Collie and the Infinite Sadness” kreeg ik destijds nog de opmerking van alle hippe vogels op het Atheneum dat dit toch maar wel een conceptalbum was, net zoals “The Wall” Of “Brave” of “The Lamb Lies Down On Broadway”. Ik zag er het thema niet echt in. Behalve dan dat van ‘dawn’ tot ‘starlight’. Maar hadden dat de Moody Blues al niet eens gedaan? Nee, inderdaad, zo revolutionair is die dubbel-cd van Billy Corgan cs. toch niet.
Pak dan XTC’s “Skylarking” of Talk Talk’s “Spirit of Eden”. Conceptalbums in de stijl van “Pet Sounds” of  “Sgt. Pepper’s Lonely Hearts’ Club Band”, die twintig jaar daarvoor uitkwamen. Vier platen die een eenheid vormen door de muzikaliteit, de arrangementen, de harmonieën en niet zozeer door de teksten.
En dan te bedenken dat veel mensen beweren dat in de jaren tachtig alleen maar kutmuziek is gemaakt. Ik geef ze elke keer weer ongelijk. Inclusief Leo Blokhuis.

Een vriend uit mijn woonplaats Coevorden, Stefan, speelde tot voor kort in het bandje Simon The Ghost. Samen met Justin en Marjolein, die onlangs na jaren van verkering uiteen gingen. Hij liet mij eens horen wat hij in 2005 met zijn bandleden had opgenomen. De rockopera “Pieter”. Gebaseerd op conceptalbums als “Tommy” en “The Wall”. Maar dan in het Nederlands. Teksten geïnspireerd op het werk van Lennart Nijgh en Boudewijn de Groot. Op een prachtige studentikoze manier gedaan. Pieter had een slechte jeugd, belandde in het Pieter Baan Centrum en besloot uiteindelijk zelfmoord te plegen door zich voor de trein te gooien. Dan komt het einde van het 25-minuten durende werkstuk (kortste ooit?):

“Hij had z’n beste vrienden om zijn gevoerde vurenhouten kist heen staan. En met het middaguur had de dominee zijn praatje al gedaan. Het vuur werd opgestookt en Pieter kon met kist en al de oven in gaan.”

Ik gniffel wat. Prachtige poging om een rockopera een humoristisch en totaal geen sentimenteel happy end mee te geven. Beetje morbide. Vind het leuk als eenmalig experiment, maar denk: ga nu maar weer gewoon liedjes maken! Maar Stefan vertelt me dat het stelletje zelfs plannen heeft voor een vervolg. Over de Middeleeuwse pestepidemie.
Wow!
Misschien een leuke producers-klus voor Arjen Lucassen?Of voor Rick Wakeman, die hiermee wellicht een leuke comeback kan maken?
Trouwens, Middeleeuwen?

Ik zie John Bollenberg alweer met een helm op zijn kop de leadzang voor zijn rekening nemen.
Kan iemand hem even bellen?
Ik heb zijn telefoonnummer niet.

Toch is er één conceptplaat die ik al zeker 15 jaar een keer wil horen. Lee Saunders’ “A Promise Of Peace’. Volgens de één een niet missen werkstuk in de traditie van de legendarische albums uit de jaren zeventig, maar anderen vertellen mij dat ik na het horen van Kevin Gilbert’s “The Shaming Of The True” eigenlijk alles gehoord heb, wat betreft rockopera’s.
Ik laveer een beetje tussen beide groepen in. Ik heb nooit ergens bij willen horen. Want op die manier ontdek je als liefhebber van prog dat er daarnaast ook nog ‘andere’ prachtige muziek is. Oogkleppen op hebben lijkt mij niet zo een goed idee. Zeker als recensent neemt niemand je dan meer serieus.
Nee, “A Promise Of Peace” wordt binnenkort wel een keer aangeschaft.
En niet gedownload.
Ik peins er niet over.

Ik schuif “Three Friends” maar weer eens in de cd-speler.
Daarna zet ik “In A Glass House” op. Vanaf vinyl.
Heerlijke warme klanken vullen mijn huiskamer.
iPods… downloads… nee, dank je. Ik ga wel met mijn tijd mee, maar geluidstechnisch waag ik er mij niet aan om achteruit te gaan.
Over de download cultuur en vaak de bijbehorende uitzichtloze jongeren is ook al een conceptalbum verschenen.
Welke dat is?
U weet het vast wel.
Zet die oogkleppen anders even af.

Wouter Bessels
wouter@progwereld.org