Eerste druk: 25-11-2008 
Eindredactie: Hans Ravensbergen

Bij het noemen van de naam ‘Survival’ zal menigeen wel roepen: “O ja, dat zijn toch die gasten van The Eye Of The Tiger. Bijna goed, want dat is de Amerikaanse band Survivor en die heeft weinig te maken met het genre waar deze website zich mee bezig houdt. De ‘Survival’ die wij bedoelen is de groep die in 1981 is opgericht door Jack Langevelt en afkomstig is uit Rotterdam. Met een onderbreking van twee jaar bestaat deze groep al meer dan 25 jaar. Dat de groep pas enkele maanden geleden bij ons boven kwam drijven zal ongetwijfeld aan ons liggen, al heeft Langevelt ook zelf lang verstoppertje gespeeld. Genoeg reden om deze toetsenist eens op te zoeken, in zijn studio in hartje Kralingen. Een geanimeerd gesprek over leven, geschiedenis en échte muziek.

Jack, je bent op dezelfde kalenderdag (5 augustus) geboren als Rick van der Linden. Geloof jij in toeval?
Nou eigenlijk wel, want het is door Rick van der Linden dat ik muziek ben gaan maken. Ik was als kind meer geïnteresseerd in sport dan in muziek. Toen ik Air van Ekseption hoorde stond de wereld voor mij even stil. Ik wist even niet wat mij overkwam en ik kon het niet meer loslaten. Toen ontdekte ik The Nice, hoewel ik die minder vond dan Ekseption. Daarna kwamen Trace en Emerson, Lake & Palmer.

Jack Langevelt

Wat heeft Rick van der Linden voor jou eigenlijk betekend?
Alles eigenlijk. De liefde voor Hammond en voor symfonische rock hoewel ik toen helemaal niet wist wat dat was, ha ha.  De muzikale opbouw van hem en die Hammond erbij hebben mij geraakt. Toen ik Ekseption hoorde zat ik nog helemaal niet in de muziek. Toevallig kreeg ik twee weken later voor mijn verjaardag een drumstelletje cadeau. Toen dacht ik: nou ga ik maar muziek maken ook. Later ging ik spelen in een schoolband, maar toch bleef altijd in mijn achterhoofd zitten dat ik orgel wilde gaan spelen. Eigenlijk was het ontbreken van genoeg geld de reden dat ik geen orgel kon gaan spelen. Toen ik mijn eerste geld verdiende kwam dat orgel er ook. Vanaf dat moment was het alleen maar toetsen.

Hoe is het met Survival gegaan de afgelopen 25 jaar?
De eerste periode dat Survival bestond, dat was van 1981 tot 1997, hebben we best veel opgetreden. Het grote nadeel, maar het kan ook een voordeel zijn natuurlijk, was dat ik alles zelf moest doen. Ik schreef de muziek, regelde de oefenruimte, de optredens, de bus, het uitbetalen, noem maar op. Dan krijg je een gevoel in de groep van als het goed gaat doen we alles samen, maar gaat het fout dan is het jouw groep. In die periode heb ik wel 35 tot 40 mensen in de groep gehad, alleen de gitarist was telkens dezelfde (Joachim Keppel, de buurman van Jack, HR). Op een moment was ik alleen nog maar bezig met intermenselijke relaties, zeg maar de bedrijfspsycholoog. Het waren net kinderen, iedereen had problemen en ik moest maar zorgen dat ik het iedereen naar de zin maakte. Toen ben ik ermee gekapt. Ik stopte al mijn energie in de groep, maar met dat gedoe erom heen schoot het niet op. En dat was in 1997 na een dramatisch optreden in Schiedam.

We traden op tijdens festivals in Nederland, Belgie en Luxemburg. Maar ik moest telkens nieuwe groepsleden inwerken die na een paar optredens weer vertrokken. Of ze mochten niet meer van hun vriendin, ik kan er wel boeken over schrijven. Wat ook meespeelde is het volgende. Met mijn muziek vertel ik een verhaal, maar dan komen er mensen een kwartier te laat binnen die eerst op hun gemak een pilsje gaan drinken. Of ze gaan opeens dansen op je muziek, nou leuk hoor met al die tempowisselingen. Toen dacht ik bij mezelf: hier heb ik geen zin meer in.

Je bent dus twee jaar helemaal gestopt?
Ja, ik had helemaal niets meer, ook geen oefenruimte want die stond op mijn naam, maar omdat niemand meebetaalde raakte ik die kwijt. De anderen hadden hun spullen al weggehaald maar mijn installatie en al mijn (toetsen) instrumenten bleven daar achter, want de rekening moest betaald worden. Dat was einde muziek.
Toen ben ik in 1999 helemaal opnieuw begonnen, in mijn eentje. Ik heb toen thuis mijn eerste cd opgenomen (“The Final Chapter”). Dat is verder automatisch doorgegroeid tot ik er meer vat op kreeg en daar zijn de cd’s “Crusader” en “Con Brio” uit voortgekomen. De samenstelling van de cd’s is ook steeds gewisseld. Ik nam alles zelf op cd-r’s op. Oorspronkelijk was “Crusader” een mengeling van vocale en instrumentale muziek. Onder druk van de platenmaatschappij heb ik dat weer moeten veranderen.

Survival

En dan Linda Maarseveen. Wat een stem, ik ben sprakeloos Jack. Mag ik jou dan ook nu het woord geven.
Ik heb altijd met zangeressen gewerkt, terwijl in de progressieve rock altijd met zangers werd gewerkt. Ik heb zat zangers op auditie gehad maar dat was huilen. Daarna heb ik tal van zangeressen gehad, zelfs nog een die in de Star Sisters had gezongen en ook Linda Snoei die later bij Marco Borsato heeft gezongen. Ik had gewoon een bak vol vrouwelijk talent, ha ha. Maar ze kwamen en ze gingen weer. In 2001 werd ik door iemand getipt over Linda Maarseveen. Ik heb haar gebeld en ze kwam langs met een demo, erg professioneel. Ze had een geweldige stem, erg Amerikaans vond ik. Toen ik haar mijn plannen voor een cd en een groep vertelde, wilde ze meedoen. Ze heeft toen jaren bij mij thuis geoefend, tot overspannenheid aan toe want ik ben erg kritisch, dat heb je al snel als je zelf muziek opneemt. Dus wat je hoort is hard werken geweest. Ik heb met de middelen die ik had het beste eruit gehaald.

“Con Brio” is eigenlijk uit nood geboren. Kan jij daar wat meer over vertellen?
Bij Musea had ik oorspronkelijk de bedoeling om twee albums uit te brengen, “Crusader” en “Montgisard”. Die laatste was instrumentaal en “Crusader” een mix van vocaal en instrumentaal. Toen zeiden ze bij Musea: we willen de zang er niet op, het is teveel mainstream. Toen moest ik alles weer veranderen. “Crusader” is nu officieel en wat er is overgebleven staat op “Con Brio“.

Hoe ben je bij Musea terecht gekomen?
Ik ben drie jaar geleden pas voor het eerst internet opgegaan en daar van alles over geleerd. Ik heb mijn eigen website gemaakt en heb muziek naar platenmaatschappijen gestuurd. Bij Musea hebben ze goed geluisterd want die waren gelijk heel enthousiast. Ze hebben ook de albums van Trace uitgebracht en gaan ook nog meer oud werk van Rick van der Linden, waaronder een dvd  uitbrengen, want daar zijn ze erg van gecharmeerd. Op de cd-r die ik ze stuurde stond ook de zang van Linda Maarseveen. Dat vonden ze geweldig maar uiteindelijk kwam die er niet op, want ze vonden dat geen progressieve rock.

Neem jij dit Musea eigenlijk kwalijk?
Nou, uiteindelijk heb ik wel mijn zin gekregen maar het is natuurlijk drie maal super lullig voor Linda. Ze heeft er keihard voor gewerkt en toen moest ik haar meedelen dat het niet doorging. Ik ben nu bezig om een andere maatschappij te zoeken. In Amerika schijnt mijn muziek om een of andere reden beter aan te slaan. In Nederland is de mentaliteit ook anders, want als ze je hier niet kennen of je bent al oud dan zal het wel niet goed zijn. Wanneer ik op een feestje zeg dat ik muziek maak, zeggen ze dat dit zeker je hobby is. In Nederland kan je haast niet professioneel muziek maken. Het is hier soms gewoon bekrompen. Ik vind Nederland eigenlijk nooit een symfoland geweest. Er komt zo weinig publiek op af. In het buitenland trekt deze muziek veel meer mensen.

Nadat ik beide albums uitvoerig heb beluisterd, kan ik de reactie wel begrijpen. De platen zijn erg verschillend. “Con Brio” heeft ook een gospelachtig karakter vind ik. Deel jij mijn mening?
Zonder dat dit nu echt zo bedoeld is, maar ik heb zelf een religieuze achtergrond, dus dat zit er misschien wel in. Wat jij erin hoort is een bepaald gevoel van melancholie wat in de muziek zit en dat zit tegen gospel aan. Er is een aantal onderdelen in mijn leven die je in mijn muziek terughoort en dat is de historicus, dat komt in al mijn muziek terug, vooral de barok. Ook de oude klassieke muziek en het laatste Bijbelboek waar “The Final Chapter” over gaat. In mijn muziek zit altijd een soort heimweegevoel. Dat hoor je ook vaak in gospel. Dat religieuze hoort ook bij mij omdat ik vind dat ik niet voor niets op de aarde ben.

Vanwaar jouw interesse in geschiedenis? Een groot deel van “Crusader” gaat daarover.
De middeleeuwen is mijn stokpaardje. Mijn interesse daarvoor is al heel vroeg gekomen. Het is een rode draad die door mijn leven gaat. Montgisard wordt zelfs door de historici een beetje weggemoffeld, je leest bijna nooit iets over die periode. Er is iets raars aan de gang, want als je het daar over hebt is er vanuit het westen altijd een voorzichtigheid. Je kunt het daar maar beter niet over hebben. In het westen is letterlijk het beeld overgenomen van: de kruisridders waren Barbaren en verkrachters en de Moslims waren de ontwikkelden en de goeden. Een heel fout beeld. In die tijd (de twaalfde eeuw) versloeg Boudewijn de Melaatse op zestienjarige leeftijd met 500 man het leger van 20.000 man onder leiding van de Moslim koning Saladin. Daar moet je het hier niet over hebben maar ik doe dat wel. Boudewijn was op zeer jonge leeftijd al een ontwikkelde koning maar hij was melaats en moest midden tussen de vijand een rijkje zien te besturen. [Vervolgens krijg ik van Jack een privéles middeleeuwse geschiedenis, waarin hij vol enthousiasme vertelt].

In de credits op “Crusader” komen veel namen voor van personen die zijn overleden. Wat voor rol speelt de dood in jou leven? En heeft dat jouw muziek beïnvloed?
De dood speelt een grote rol in mijn leven. Mijn vader is verongelukt toen ik vijf jaar was, ik had een enorme sterke band met hem, ondanks dat ik pas vijf jaar was. Mijn moeder is in 1992 overleden. Ik ben verder een heleboel dierbaren verloren aan ziekteprocessen. Mijn vader wilde vroeger niet dat ik met mijn handen ging werken, hij was erg religieus en wilde dat ik meer zou doen dan hijzelf. Op een bepaalde manier ben ik ook dominee geworden want door mijn vorige cd wordt ik wel eens gevraagd door een kerk en dan geef ik donderpreken. Dat preken was eigenlijk ook een wens van mijn vader. Mijn moeder was weer erg muzikaal, speelde piano en orgel en voelde mij goed aan. Zij heeft mij ook gestimuleerd om artistiek bezig te zijn (Jack heeft ook het hoesontwerp voor zijn cd’s gedaan, HR). Mijn verleden heeft meer met mij gedaan dan alleen mijn muziek beïnvloeden.

Heb jij plannen voor live-optredens?
Ik heb een Engelse gitarist, dan heb ik Mario Roelofsen en Linda Maarseveen. Ik ben bezig met een drummer en een bassist, maar doordat zij niet op de cd staan zijn ze niet zo enthousiast voor een band. Ik moet afwachten hoe alles verder gaat lopen. Mijn wens is om te gaan optreden en daarna een dvd uit te brengen. De muziek die ik maak is live best imposant en als je het met goede muzikanten doet ook overdonderend. In de Verenigde Staten noemen ze het ‘stadium rock’, muziek die niet geschikt is voor kleine zalen. Als ik dat hier ook kan doen, graag, ha ha. Als ik een verhaal wil vertellen doe ik dat liever voor 5000 man dan voor 50. Ik heb nog contact gehad met mensen uit de musicalscene die mijn muziek beter geschikt vinden voor het theater, waar de mensen allemaal zitten. Het grappige was dat toen ik daar mee bezig was Kayak opeens in de theaters opdook met Merlin en Nostradamus. Mijn muziek leent zich daar ook uitstekend voor, het past gewoon bij de entourage.

Jack Langevelt achter toetsen

Vertel eens wat over je gitarist, David Dexter. Een groot talent volgens mij en het had gemakkelijk je zoon kunnen zijn, qua leeftijd dan.
Ik kreeg via MySpace een vriendschapsverzoek van hem. Toen ben ik zijn muziek gaan beluisteren en die sprak mij wel aan. Ik kreeg ook lyrische berichten van hem dat hij zo onder de indruk van mijn muziek was. Toen heb ik voorzichtig geopperd of hij op mijn cd wilde meespelen. Je moet weten dat ik met veertien verschillende gitaristen bezig ben geweest, maar hij had alles binnen drie maanden ingespeeld. Het schijnt voor een gitarist ook niet gemakkelijk te zijn om mijn muziek te spelen. Mijn muziek bestaat vooral uit meerdere lagen, je moet de muziek ook vaker horen. Om daar nog bij te zingen of gitaar te spelen is erg lastig. Maar live denk ik toch dat Mario Roelofsen de meeste dingen zal gaan spelen, want David Dexter is nog wel erg jong.

Hoe zie jij de toekomst van Survival?
Het podium op. Er komt wel een hoop voor kijken, maar ik ben bezig met een sponsor. “Crusader” is pas net uit, ik heb de cd naar diverse bladen en websites gestuurd. Ik moet afwachten hoe dat gaat lopen.

Wat doet Jack Langevelt als hij niet met muziek bezig is?
Ik heb altijd voor de klas gestaan, ik geef nog steeds lessen Nederlands en Wiskunde op een middelbare school. Dat doe ik echt alleen om mijn rekeningen te kunnen betalen.

Wat vindt jij het mooiste aan muziek?
De nostalgie en het heimweegevoel naar vervlogen tijden en mensen die er niet meer zijn. Dat had ik al heel vroeg, want dat gevoel kreeg ik ook toen ik Air van Ekseption hoorde. Toen was ik veertien jaar. De huidige muziek heeft dat gevoel bijna niet meer. Bij de muziek van Camel krijg ik dat gevoel ook. Ik hou ook van eerlijkheid in de muziek. Bij veel nieuwe groepen is het gevoel in de muziek kunstmatig.

Ga je jouw backcatalogus nog opnieuw uitbrengen?
“The Final Chapter” is nog steeds officieel leverbaar, maar verder is het afwachten wat “Crusader” gaat doen en dan zal Musea daar wel op reageren.

Wat moet het publiek (en de lezers van Progwereld) nog meer over jou en Survival weten?
Survival is geen trendgevoelige band die met alle modegrillen meegaat. Ik maak muziek met pure emotie en gevoel. Het is échte muziek die teruggrijpt naar de authentieke symfo artiesten. Dat is Survival.

Ondertussen zet Jack wat échte muziek op en babbelen we nog wat na. Ik tip hem en-passant nog  even de groep Beardfish, waarin Rikard Sjöblom onder meer Hammond speelt. Nee, van Beardfish en Rikard Sjöblom had Jack nog niet gehoord.

Crusader (artwork: Jack Langevelt)
Klik op de afbeelding voor de website van Survival (nieuw venster)