Gunnelpumpers

Montana Fix

Info
Uitgekomen in: 2013
Land van herkomst: Verenigde Staten
Label: Spiritflake
Website: www.gunnelpumpers.com
Luistermogelijkheid: www.gunnelpumpers.com
Tracklist
Bolander (2:46)
Naghra (4:27)
Floobah (1:43)
d'bass'd (3:01)
Hip Hip Beret (3:28)
Smokeblossom (7:31)
Bottley Functions (1:22)
Drunken Alley (5:47)
Buffalo Jump (2:43)
Sparkleboat (2:17)
Aurelius The Cinderbiter (6:24)
Montana Fix (10:29)
Bassacaglia (2:10)
Puzzle Dust (2:47)
Zaftundzwanzig (2:37)
Stwing Feowy (3:52)
Mundus (6:49)
Earthing (6:49)
Ouroboros (2:51)
Doug Brush: drums, percussie, fluit, bierflesje
Randy Farr: percussie, bierflesje
Matthew Golombisky: melodica, contrabas, percussie, bierflesje
Michael Hovnanian: contrabas, bierflesje
Douglas Johnson: contrabas, bierflesje
Quinlan Kirchner: drums
John Meyer: gitaar, bierflesje
Montana Fix (2013)
Tritonium (2012)
Symphomie Inprovisé (2010)
The nth Wave (2010)

Gunnelpumpers is een gezelschap uit Chicago dat – afhankelijk van het moment – uit vier of vijftig muzikanten kan bestaan, en alles daar tussenin. De kern bestaat uit oprichters Douglas Johnson en Randy Farr, naast gitarist John Meyer, klassiek bassist Michael Hovnanian en sessiemuzikanten Tom Mendel en Bob Garett. Die laatste twee doen, maar dat is dus typisch Gunnelpumpers, niet eens mee op het nieuwste album!

Een groep met drie contrabassisten in de gelederen produceert, uit de aard van de zaak, een zwaar geluid. Tel daarbij op dat hoofdcomponist en aanjager Johnson geïnspireerd is door modern klassieke componisten als John Cage en dat de band het vooral moet hebben van geïmproviseerde muziek en je weet als luisteraar dat je een interessant plaatje voor je kiezen krijgt.

“Montana Fix” bestaat uit maar liefst 19 in mindere of meerdere mate bij elkaar gejamde stukken muziek waarin percussie uit alle werelddelen en contrabassen de hoofdrol spelen. Vaak bestaan die stukken dus uit een groove of een drone waarover één of meerdere muzikanten improviseren rond een, meerdere of geen centrale toonsoort. Wie op zoek is naar een lekker moppie muziek om vrolijk mee te fluiten is bij de Gunnelpumpers aan het verkeerde adres. Ik denk zelf dat deze plaat het meeste zal aanspreken bij liefhebbers van de wat vrijere jazz, had zelf de meeste associaties met platen van jazz-fluitist Jimmy Guiffre uit de jaren ’60 en ’70. Lekker losse muziek dus, waarin zuiver intoneren slechts één van de vele opties is, net als zoiets als een arrangement. Je propt een mannetje of zes in een hok, zet de band aan en dan maar lekker pielen, zonder zorgen om structuur, melodie of verband. Of de buren.
Bovenstaande suggereert wellicht dat ik me met weinig plezier door de muziek heb heengeworsteld, maar dat is toch niet het geval. Ok, een stuk als Aurelius The Cinderbiter is even doorbijten, vooral als één van de drie contrabassisten ineens op een andere toonsoort overstapt zonder dat de andere muzikanten dat lijken te merken, maar zelfs als het op zijn ergst schuurt, vind ik deze muziek wel prettig, prikkelend, pesterig. Mooi kan je het niet noemen, maar spannend is het wel, er gebeurt voortdurend iets dat je aandacht trekt, even uitdaagt of op het verkeerde been zet.

Bijvoorbeeld: als ik aan muziek op bierflesjes denk, verwacht ik een wat meutig melodietje op gestemde flesjes, het idee zelf is tenslotte al radicaal genoeg. De Gunnelpumpers gaan nog een stap verder; hun bierflesjes zijn helemaal niet gestemd en wat ze erop spelen, op Bottley Functions, heeft zoveel meer te maken met Stockhausen dan met Mini & Maxi, dat ik vermoed dat dit niet de eerste bierflesjes van de sessie waren. Desalniettemin blijf ik geboeid luisteren. Hoogtepunt is wat dat betreft het titelstuk, dat een superspannende en knap opgebouwde pot gebrom, gezoem en gezaag is. Ook in andere tracks staan de grote bassen te klapperen, kraken en resoneren als een losgeslagen galjoen in een storm.

Eervolle vermelding verdient Earthing, een stuk dat zou zijn geconstrueerd in dezelfde frequentie als de aarde zelf. Omdat die frequentie door het menselijk oor niet kan worden waargenomen, is dat lastig te staven, maar een mooi verhaal is het wel en het bijbehorende stuk muziek is reuze ecologisch met alle wereldpercussie die erin verwerkt is.

Eerlijk is eerlijk: met prog heeft dit allemaal geen mallemoer te maken, al komt de band in een paar nummers, waaronder Puzzle Dust, wel enigszins in de buurt van King Crimson anno “Thrak”. Het leeuwendeel van de plaat is toch geïmproviseerde wereldjazz uit de losse pols, in donkere vegen neergezette schetsen van ter plekke bedachte liedjes. Niet voor iedereen dus, maar wie van akoestische bassen houdt, of van muziek die meer van de luisteraar vergt, moet de Gunnelpumpers een kans geven. Het is op zijn minst een bóeiende plaat.

Erik Groeneweg

Send this to a friend