Paatos

Kallocain

Info
Uitgekomen in: 2004
Label: InsideOut
Website: http://www.paatos.com
MySpace: -
Tracklist
Gasoline (5:55)
Holding On (5:00)
Happiness (5:20)
Absinth Minded (4:49)
Look At Us (5:25)
Reality (7:37)
Stream (5:17)
Won't Be Coming Back (5:32)
In Time (6:34)
Stefan Dimle: basgitaar, contrabas
Petronella Nettermalm: zang, cello
Ricard Huxflux Nettermalm: drums, percussie, synthesizer
Peter Nylander: elektrische gitaar, akoestische gitaar
Johan Wallén: Mellotron, pianet, sampler, synthesizers, akoestische piano
Met medewerking van:
Anders Bergman: viool op Gasoline
Silence Of Another Kind (2006)
Kallocain (2004)
Timeloss (2002)

De in 1900 in Gotenburg geboren Karin Maria Boye, één van Zweden’s meest voorname moderne schrijfsters, brengt in 1940 haar bekendste roman op de markt. Deze novelle, een angstaanjagend toekomstbeeld van een dictatoriale samenleving in het begin van de éénentwintigste eeuw, kan gezien worden als de ontbrekende schakel tussen Aldous Huxley’s “Brave New World” en George Orwell’s “1984”. Het zal overigens haar laatste boek zijn, want enige maanden nadat het werk is uitgebracht pleegt de Zweedse auteur en dichteres in een bos nabij Alingsas zelfmoord.

De zwartgallige roman verhaalt over chemicus Leo Kall, een toegewijde staatsburger met een onvoorwaardelijk vertrouwen in zijn tirannieke overheid. Hij ontwikkelt zelfs een waarheidsserum, waarmee de totalitaire staat alle gedachten van zijn eigen bevolking kan lezen. Met de nieuwe drug wordt het onmogelijk om corrupte ideeën te hebben. Elke vorm van verraad zal zich immers terstond openbaren, zodat de malafide machthebbers tijdig en hardhandig kunnen ingrijpen. Deze drug kent echter ook een keerzijde, want door dit wondermiddel leert Kall de (on)waarheden over zichzelf en zijn geliefden kennen.

Ik hoor jullie denken. Waarom lees ik dit allemaal? Welnu… de naam van het waarheidsserum en de titel van deze naargeestige novelle luidt “Kallocain” (ISBN 0299038912) en dat is eveneens de titel van het tweede album van het Zweedse Paatos. Dit album volgt grotendeels de utopische denkbeelden van Karin Boye, waarbij je haar roman niet gelezen hoeft te hebben om enig begrip te krijgen van deze opvattingen. Paatos gebruikt de beklemmende fantasie over de totalitaire samenleving van Leo Kall immers als globale leidraad voor deze schijf.

Nadat dit uit Stockholm afkomstige gezelschap ons in 2002 volkomen onverwachts verraste met het weergaloze debuutalbum “Timeloss”, is de bezetting van deze band op één plaats gewijzigd. Reine Fiske heeft immers zijn positie, om mij nog onbekende reden(en), afgestaan aan jazzgitarist Peter Nylander. Nu Fiske is opgestapt is Stefan Dimle, in het dagelijkse leven eigenaar van platenlabel en (internet)winkel Mellotronen (!), het enige resterende ex-lid van het helaas veel te vroeg opgeheven Landberk.

Gezien het verleden van de bandleden is het niet verwonderlijk dat de muziek op “Timeloss”, een verfrissende mengelmoes van triphop, postrock en donkere Scandinavische progrock, raakvlakken vertoont met de bands Landberk en Ägg. Op “Kallocain” laat Paatos echter een meer eigen en volwassen geluid horen. De groep vervolgt weliswaar de op het debuutalbum ingeslagen muzikale koers, maar gebruikt dit keer de bestandsdelen en invloeden van dit debuut eerder als vertrekpunt dan als einddoel.

Dit resulteert in een vooruitstrevend, doch evenwichtig album waarop de band aanhoudend tussen twee muzikale tijdvakken laveert. De groep noemt het zelf ‘melancholieke postrock’, maar ik hoor een veel grotere diversiteit aan muzikale (sub)genres, waaronder progrock, jazz, postrock, lounge, triphop, psychedelica en ambient. Ondanks deze enorme verscheidenheid blijft de kwaliteit van de negen nummers, variërend in lengte van bijna vijf tot ruim zeven minuten, onverminderd hoog. Hierbij wil ik de vakkundige bijdrage van Steven Wilson als mixer niet onvermeld laten. Wilson laat de muziek als het ware ademen, waardoor de band al deze muziekstijlen in een homogeen, doch avontuurlijk kunstwerk kan ineensmeden.

De muziek is geenszins bedoeld om de luisteraar te overrompelen of te verbazen met een ongegeneerde vertoning van de mate van virtuositeit van of het vakbekwame samenspel tussen de bandleden. Ook is er geen ruimte voor duizelingwekkende ritmes, vreemdsoortige arrangementen of wereldvreemde wendingen, die de toehoorder continu om aandacht vragen. Neen, de muziekstukken voeren hem of haar langs indrukwekkende, doch vredige muzieklandschappen, die met karakteristieke Scandinavische progbestanddelen zijn verrijkt. Door deze fijnzinnige, maar zeer genietbare benadering kan de luisteraar op een waardige manier de contemplatieve en innerlijke gevoelens van het verhaal van Karin Boye ondergaan.

De composities drijven op een fundament van moderne melodieën en rustieke ritmes, zoals dat bijvoorbeeld ook het geval is bij Björk, The Gathering, Massive Attack of Portishead. Wanneer de muziek wat aan kracht en intensiteit wint hoor ik af en toe Anekdoten, maar ook een vleugje St. Germain doorklinken. Bovendien bespeur ik enige subtiele verwijzingen naar de muziek van no-man of Porcupine Tree. Zou dit iets te maken hebben met de aanwezigheid van Steven Wilson?

“Kallocain” is geladen met een melancholieke atmosfeer. De fraaie, mistroostige zwart-witte prent op de hoes van het album spreekt wat dit betreft boekdelen. Hierbij eist de dromerige, soms naïeve zang van Petronella Nettermalm alle aandacht voor zich op. Haar soezerige zang nadert akelig dicht het stemgeluid van Björk, Elizabeth Fraser (Cocteau Twins, Massive Attack, This Mortal Coil) of Beth Gibbons (Portishead), terwijl ik ook af en toe aan Annie Haslam (Renaissance) moet denken. Ze is echter ietwat terughoudend om veelvuldig met haar stem te experimenteren en haar grenzen op te zoeken, waardoor meer dan vijftig minuten met haar behoudende zanggeluid wellicht een beetje teveel van het goede is.

De rest van de muzikanten fungeert veelal als smaakvolle ondersteuning voor deze zoetgevooisde zangpartijen. Het dienende en vaak sobere basspel van Stefan Dimle staat hierbij in schril contrast met het inventieve en boeiende drumwerk van Ricard Huxflux Nettermalm. Het gitaarwerk van Peter Nylander klinkt dan weer overwegend eenvoudig, doch bijzonder creatief en effectief. De muziek wordt echter opgefleurd door het frivole toetsenspel van Johan Wallén, waarbij hij gebruik maakt van moderne en klassieke instrumenten.

De tripjazzprog van “Kallocain” klinkt ingenieus zonder dikdoenerij, teder zonder gebrek aan kracht, waarbij de verleiding veel meer te vinden is in de door het album gecreëerde atmosfeer dan in de technische bekwaamheid. De manier waarop dit collectief zich voortdurend tussen twee muzikale tijdvakken beweegt, klinkt buitengewoon levendig en aangenaam. Paatos levert met “Kallocain” wederom het bewijs dat de betere nieuwe progressieve muziek op dit moment uit Scandinavië komt.

Frans Schmidt

Koop bij bol.com

Send this to a friend