Symforce II

23 augustus 2008, 013 Tilburg

Locatie
013, Tilburg.
Zie de respectievelijke website van de groepen.
In dit sfeerverslag is geen complete setlist vermeld, zie voor de gespeelde nummers het verslag.

“Symforce II”; het stond 23 augustus 2008 toch écht op de deur van de 013 in Tilburg. Dat terwijl achter deze deur zich vooral een metalpubliek schuil hield. Het publiek was divers en bestond uit jong en oud, man en vrouw, maar opvallend was het grote aantal zwarte shirts met daarop duistere bandnamen. Uit de hoofdzaal knalden (vooral) zware gitaarriffs en gorgelende keelgeluiden je tegemoet. “Metalforce”; dat was misschien een gepastere naam voor de tweede editie van het festival geweest. Waar vorig jaar The Flower Kings, Pendragon, Riverside en Focus de publiekstrekkers waren, bestond dit rijtje ditmaal uit de progmetalacts Textures, Pain of Salvation, Opeth en het wat rustigere Demians. In de twee andere, kleinere zalen van 013 had de organisatie meer verrassende acts geboekt, die voor meer diversiteit in het festivalprogramma zorgden. Helaas moest de bezoeker zijn route uitstippelen in dit speelschema, omdat in alledrie de zalen optredens met overlap plaatsvonden. Voor de meeste bezoekers was dit geen probleem: zij waren toch van plan zich in de hoofdzaal te settelen. In dit sfeerverslag nemen wij je mee langs respectievelijk de grote zaal, kleine zaal en Batcave, waar in een krappe acht uur twaalf neusjes van de hedendaagse prog(metal)zalm hun kunsten vertoonden.

De grote zaal

Textures
Geen stilte voor de storm, maar andersom. Textures, de opener van het hoofdpodium, speelde met een kracht van 11 op de schaal van Beaufort. De diepe grunts van zanger Erik Kalsbeek lieten de bierglazen op de bar rinkelen en de gitaarsolo’s van de twee gitaristen wervelden door het ‘metalgeweld’ heen. De jongemannen van Textures spelen zware, progressieve metal, in de stijl van Meshuggah. De band opende met drie stevige nummers; daarna beloofde de zanger een meer symfonische, melodieuze setlist af te werken. Maar ook toen vonden er nog genoeg krachtexplosies plaats, zowel in het publiek (vooraan het podium was een permanente pit ontstaan) als op het podium. De bandleden gaven een energieke show weg. De zanger, gitarist en bassist sprongen over het podium heen, de toetsenist (die toch aan zijn keyboard gebonden was) headbangde wat af en tja, een metaldrummer kan niet anders dan razendsnel om zich heen slaan. Pas toen de laatste noot van To Erase A Lifetime gespeeld was, ging de storm liggen, en kon de band Demians het publiek tot rust brengen.

Demians
Demians is een nieuwkomer in ‘ons’ genre en een groep die met “Building An Empire” recent een  verdienstelijk debuutalbum heeft afgeleverd. De groep heeft de laatste maanden dusdanig veel positieve aandacht van de pers ontvangen, dat je jezelf kon afvragen of er geen hype was gecreëerd. De grote vraag was dan ook of de (omhoog geschreven) staat van dienst een optreden in de grote zaal rechtvaardigde. Laat ik (HR) maar gelijk het antwoord geven: nee! De drie heren (waar in hemelsnaam was de toetsenist?) stonden er op het grote podium zeer verloren bij. Het was ook duidelijk dat zij zich op dat podium aanvankelijk verdwaald voelden. De groep ontbeert ook nog elke vorm van podiumpresentatie. Zanger/gitarist en brein achter Demians, Nicolas Chapel had zichzelf ook een plaats helemaal links op het podium toebedacht. Een foutieve keuze voor een frontman. Vrij plichtmatig werd vrijwel het hele debuutalbum gespeeld. Ronduit gênant waren de tussenstukken op toetsen, waarbij er op het podium dus helemaal niets gebeurde. Ook vroeg menigeen zich af of er nu in het Engels of Frans werd gezongen. Zo worstelde Nicolas Chapel zich met zijn twee vrienden een eind naar een zeer mager optreden. Nee, een omhoog geschreven staat van dienst, een aanbeveling van Steven Wilson en een verdienstelijk debuutalbum rechtvaardigt nog geen optreden in een grote zaal. Laten we hopen dat de groep in het voorprogramma van Anathema beter uit de verf komt. Voorwaarde is dan wel dat er vier man op het podium staan. Anders kan het wel eens over en uit zijn voor Demians.

Pain Of Salvation
Met de gevoelige gitaarsolo Falling opende zanger/gitarist Daniel Gildenlöw het optreden van Pain of Salvation. Deze solo, die nogal wat weg heeft van Shine On You Crazy Diamond van Pink Floyd, past perfect bij een symfonisch festival, maar daarna vloog de band (zoals we van de Zweden gewend zijn) muzikaal alle kanten op. De setlist was erg gevarieerd (van de ballad This Heart Of Mine tot het zware metallied Used en van de rappassages uit Scarsick tot de countrydeuntjes uit het sarcastische America) en bevatte van elk album wel een paar nummers. Daarbij werden veel liedjes verrijkt met een extra gitaarriedeltje hier of daar of met een extra in- of outro. Na het nummer Nightmist ontstond zelfs spontaan een bluesjam! Publieksentertainer Daniel bracht veel humor in het optreden; zowel door hier en daar een grappig akkoordje erdoor te gooien als met zijn toespraken tussen het spelen in. Voor de nieuwe drummer van de band, Léo Margarit, was dit de eerste festivaltour, maar met overtuiging sloeg hij zich door de drukke drumpartijen van Handful Of Nothing heen. Tegen het einde kwam de band onverwacht terug voor een toegift, wat het lekker foute discoachtige nummer Disco Queen bleek te zijn. Het enthousiasme van de band sloeg over op het publiek; sommige metalheads zetten hun schroom opzij en haalden hun vingers langs hun ogen. Uiteindelijk had Pain of Salvation een stuk langer gespeeld dan bedoeld was, tot tevredenheid van zowel band als publiek.

Opeth
In de tijd dat Opeth optrad, speelde er geen band in de andere zalen van 013. De organisatie was er vanuit gegaan dat iedereen deze hoofdact wilde zien, en daar konden ze best eens gelijk in hebben. Het aantal Opeth-shirts was onder de bezoekers ruim vertegenwoordigd en de hoofdzaal zat tijdens het optreden dan ook barstensvol. De komst van Opeth benadrukte nog eens goed het ruige karakter van Symforce II. Zanger/gitarist Mikael Åkerfeldt bekende gelijk bij opkomst dat Opeth vooral een death metal band is en daarom ook een ‘harde setlist’ zou hanteren, waar tegen de verwachting in slechts één nummer van het pas uitgekomen album “Watershed” bleek te zitten. “We’re not trying to be nice. Exactly, we are here to rip your face of.” Oké, dat is duidelijk. Ruige nummers als Serenity Painted Death (“This is a song we really don’t like to play!”), Master’s Apprentices en The Baying Of The Hounds werden met overtuiging gebracht, al viel Mikael’s zang soms weg in het gitaaroffensief. Tegen de belofte in bewees de band met de gevoelige ballade To Rid The Disease dat Opeth toch ook een heel zachte en lieve kant heeft. Na ongeveer anderhalf uur hield Opeth het voor gezien; waarmee niet de beloofde twee uur speeltijd werd volgemaakt. Dit terwijl hiermee van te voren wel veel reclame was gemaakt. Een kleine tegenvaller voor de vele Opeth-fans, maar misschien ook wel goed; zelfs de nekwervels van de meest doorgewinterde headbanger hebben soms rust nodig.

De kleine zaal

Magic Pie
Deze Noorse groep trad binnen Europa voor het eerst op buiten Zweden of Noorwegen. De mannen wilden dan ook niets aan het toeval overlaten en waren ook enigszins nerveus. Je moet daarbij bedenken dat zij Nederland en vooral de 013 als het Mekka van de progressieve rock zien. Van enige nervositeit was in het geheel niets te merken. De groep kon putten uit een oeuvre wat tot nu toe bestaat uit twee albums, “Motions Of Desire” en “Circus Of Life”. Van beide werden afwisselend nummers gespeeld met als hoogtepunten Change en Freakshow. Visitekaartje van de groep is ongetwijfeld de meerstemmige zang. Met de zang wordt gelijk een van de sterke punten van de groep genoemd. Het zijn Gilbert Marshall, Eirikur Hauksson en Eirik Hanssen die de zang voor hun rekening nemen.

Eirikur Hauksson

Regelmatig worden zij daarbij ondersteund door Kim Stenberg. In het bijzonder deze gitarist liet zien en horen dat in hem een erg goede gitarist schuilt. Met een vlammend optreden van vijf kwartier werd de zeer goed gevulde zaal in staat van vervoering gebracht. Het moet vreemd lopen wil deze groep in 2009 niet terugkomen voor meerdere optredens in ons land, want Magic Pie heeft hun visitekaartje afgegeven. Zaaleigenaren, niet dringen!

The Watch
Van de Italiaanse band The Watch heb ik (SB) helaas weinig gezien. Ook een recensente moet ergens in het drukke festivalprogramma een hapje zien te eten… Daarom stapte ik pas tegen het einde van het optreden de Kleine Zaal binnen, waar jaren zeventig prog á la Genesis me tegemoet kwam. Geluidstechnisch klonk dit niet perfect, de bandleden leken soms ongelijk te spelen. Wel werkte het enthousiasme van zanger Simoni Rosetti aanstekelijk en de Chapman Stick (een soort bas met twaalf snaren, waar met twee handen op getapt wordt) was een merkwaardig instrument om naar te kijken.

Alquin
Bij groepen als Alquin krijg ik (HR) altijd het gevoel alsof de tijd heeft stilgestaan. Gefascineerd aanschouwde ik vanaf het balkon van de kleine zaal de opbouw van de set. Een behoorlijk versleten en beschadigd orgel werd binnengereden en met vier man op het podium gehesen. Spoedig volgde nog meer van dit antieke spul. Nee, Alquin geeft je dat heerlijke déjà vu gevoel. Met de muziek van deze ervaren rotten is het niet anders. Net als bij mij is de tand des tijds niet aan Michel van Dijk en consorten voorbij gegaan. Maar spelen kunnen ze nog als de besten. Het was goed te zien dat de zaal niet alleen was gevuld met fans van toen, maar dat ook de nieuwe generatie de tijd had genomen om een goed en degelijk optreden van Alquin bij te wonen. Het zal wellicht de derde of vierde jeugd van de groep zijn. Alles is prima zolang het maar niet de eerste ouderdom wordt.

De Batcave

Quantum Fantay
In het kleinste zaaltje van de 013, de Batcave, waren tijdens het optreden van Quantum Fantay weinig zwarte metalbandshirts en wild zwiepende haren te zien. Op het podium lachte Boeddha ons vriendelijk toe vanaf het t-shirt van bassist Wouter de Geest en fluitist Karel Slabbaert leek uit het flowerpowertijdperk weggelopen. Peace! De muziek van deze band uit België is louter instrumentaal en heeft veel weg van Ozric Tentacles: psychedelisch met veel spacey geluiden, synth-solo’s, vrolijk fluitwerk en hier en daar wat folk-invloeden. Gitarist Daria Frodo stal de show. Niet zo zeer muzikaal (de muzikanten deden niet voor elkaar onder), maar vooral door zijn zweverige dansbewegingen. De andere bandleden stonden wat timide op het podium, maar niet Daria: hij draaide met zijn armen, wrong zijn lichaam in verschillende bochten en hapte als een vis in de lucht met de muziek mee. Helaas viel zijn gitaarwerk de eerste nummers weg in de spacerock brei, maar na een enkele schreeuw (“Zet die gitaar eens wat harder!”) werd dit probleem verholpen. Toen was het alleen nog genieten geblazen in de volle Batcave, niet alleen voor de bezoekers, maar zichtbaar ook voor de band. “We komen zeker en vast nog eens terug!”

Solstice
Het Britse Solstice heeft een grote schare ‘die hard’ fans, ook in Nederland. Met een staat van dienst van slechts drie (recent heruitgebrachte) studioalbums kan dat best vreemd gevonden worden. De zes-persoons formatie, onder bezielende leiding van de sympathieke zanger/gitarist Andy Glass, stond opeen gepropt op het voor hen veel te kleine podium van de Batcave. De groep speelt een vorm van neo-progressieve rock met elementen van jazz en folkrock wat bij elkaar een bijzonder geluid oplevert. De groep oogde vrij ontspannen en had een positieve uitstraling naar de zaal. Er was dan ook niets te merken (voor het publiek althans) dat de groep nogal laat in Tilburg arriveerde. Naast de al genoemde Andy Glass zijn zangeres Emma Brown (met een geheel nieuw kapsel) en violiste/fluitiste Jenny Newman de blikvangers. Met hun optreden bewees Solstice nog steeds springlevend te zijn en de toekomst voor zich te hebben. Bewijs daarvan is dat de groep bezig is aan een nieuw studioalbum.

Hypnos
Eén van de verrassingen van Symforce II was voor mij (HR) zonder twijfel Hypnos 69. Dat onze zuiderburen een aantal prima (prog)rockgroepen herbergt was geen geheim meer. Het scheelde minder dan een haar of Hypnos 69 was uit dat rijtje verdwenen. Na het uitbrengen van hun album “Eclectic Measure” besloot de groep er immers de brui aan te geven. Nadat “Eclectic Measure” onverwacht aansloeg in progkringen besloten de vier Belgen een doorstart te maken. De bezoekers die de moeite genomen hadden om naar de Batcave te komen zullen daar allerminst spijt van gehad hebben. Wat een energie spatte van het podium af. Enigszins gehinderd door wat technische mankementen voor aanvang van het optreden, gaven de heren gelijk vol gas, met gitarist/zanger Steve Houtmeyers in de hoofdrol.

Steve Houtmeyers

Deze man is een zeer bekwame gitarist met een power die tot in de grote zaal gevoeld moet zijn, ondanks dat daar op dat moment Pain Of Salvation speelde. Het is ook diezelfde ruige ongebreidelde en pure energie van PoS waaraan Hypnos 69 regelmatig deed denken. De saxofoon van Steven Marx, de theremin van Steve Houtmeyers en de ultra diepe Moog Taurus baspedalen van Tom Vanlaer maken de muziek van Hypnos 69 dat beetje extra speciaal. Een gedenkwaardig optreden wat smaakte naar meer.

De afterparty’s
Na het brute geweld van Opeth in de grote zaal verliet een groot deel van het publiek de 013. Vrijwel vergeten werden daarbij de afterparty’s in de kleine zaal en de Batcave. Daar traden respectievelijk ons eigen PBII en het Belgische Kriminal Hammond Inferno op. Volgens de overlevering bleef het in Tilburg nog lang onrustig, ondergetekenden hebben dit niet meer mogen meemaken.

Symforce III
Dan rest nog slechts de vraag of we in 2009 een Symforce III tegemoet kunnen zien. Met weer een affiche als die van Symforce II zal men toch serieus moeten nadenken of de naam ‘Symforce’ wel gehandhaafd kan blijven. Of is de toekomst van prog en symfo en het voortbestaan van Symforce misschien gelegen in progmetal?

Hans Ravensbergen (tekst en fotografie)
Shireen Bekker (tekst)

Send this to a friend