Door: Alex Driesen

In een recent interview met het Engelse toonaangevende Prog Magazine naar aanleiding van het uitkomen van het nieuwe album “Focus 11” heeft oprichter/toetsenist/componist Thijs van Leer een nogal boude opmerking gemaakt. Volgens hem is er helemaal geen sprake meer van progressieve rockmuziek en wil hij ook niet met dit label geassocieerd worden. Hij gebruikt zelfs de term ‘regressieve’ rock als tegenhanger. In zijn argumentatie gaat hij verder door te beweren dat Frank Zappa de enige musicus is die in zijn ogen het predikaat progressieve rock verdient door zelfgeschreven moderne klassieke muziek te vermengen met rockmuziek. Hier voegt hij nog aan toe dat de meeste progressieve muziek teruggrijpt op oude muziek en daar slechts af en toe wat variaties op toepast. Ik ben het overigens wel met van Leer eens wat Zappa betreft.

Nu begrijp ik dat met name de term ‘progressief’ datgene is wat hem tegen de borst stuit. Op het risico af te spugen in de ruif waaruit ik zelf eet, moet ik hem wat dat betreft gelijk geven. Ik heb al eens eerder een column gewijd aan het feit dat vooral wij, het publiek, eerder conservatief zijn in onze keuze en voorkeur dan progressief, een vreemde paradox. De strekking van de door the Dutch Master gememoreerde schijnbare tegenstelling is helder; er is immers in veel gevallen niets vooruitstrevends aan onze geliefde muziek.

Maar het gaat me toch echt te ver om alle progressieve muziek dan maar over één kam te scheren. Alsof er niet met enige regelmaat uitstekende, originele muziek gemaakt wordt door bands en artiesten als Big Big Train, Steven Wilson, Tiger Moth Tales en The Flower Kings en dan vergeet ik er ongetwijfeld nog een aantal. Genoemde artiesten bewijzen keer op keer het ongelijk van van Leer, jammer dat hij die nuance nou net even niet maakte.

Of het nou allemaal zo vooruitstrevend en vernieuwend is valt te betwijfelen. Daar staat tegenover dat dit wat mij betreft ook helemaal niet zo noodzakelijk is. Los van de kreet ben ik veel meer gebaat bij goed gemaakte, melodieuze muziek met veel emotie en tempo- en stemmingswisselingen waarbij, bij voorkeur, een iets langere speelduur eerder regel dan uitzondering is.

Ook binnen de groep recensenten van onze onvolprezen website zie ik regelmatig dit soort discussies voorbij komen. ‘Niet avontuurlijk of vernieuwend genoeg’ is dan het oordeel, alsof dat de doorslaggevende factor is bij dit soort muziek. Misschien is de overkoepelende naam die het genre ooit heeft gekregen te misleidend. Ik snap sowieso niet waarom we de prachtige benaming ‘symfonische rock’ nooit meer zien/horen, dat was toch ooit dé kreet in de jaren zeventig.

Helaas, we zullen het wel nooit eens worden, Thijs van Leer heeft de discussie alleen maar nieuw leven ingeblazen, op zich niet slecht. Misschien tijd om een prijsvraag uit te schrijven voor een nieuwe naam voor ons geliefde genre? Mijn voorkeur is inmiddels bekend. In dat geval zit er nog maar één ding op: de naam van onze site omdopen in Symfo Wereld. Of zou Thijs dáár weer iets over te klagen hebben?