Europese editie van Morsefest in de Boerderij

Progminnend Nederland, houdt uw knip maar bij de hand! Neal Morse heeft aangekondigd dat de Europese editie van zijn Morsefest dit jaar neerstrijkt in Poppodium De Boerderij te Zoetermeer.

Omdat het in 2023 20 jaar geleden is dat zijn album “Testimony” het licht zag, staan dit album en zijn opvolger centraal tijdens deze editie van Morsefest, en worden dan ook integraal gespeeld op dit tweedaagse festival. Voor zowel de vrijdag als de zaterdag zijn er daarnaast ook genoeg verrassingen beloofd.

Wie zich tegoed wil doen aan twee dagen Neal Morse en een keur aan getalenteerde muzikanten moet wel diep in de buidel graven. Wie verzekerd wil zijn van een plekje telt voor de Amerikaanse tegenhanger als snel $299 neer voor beide avonden, of $599 per avond voor een van de 40 VIP tickets met meet & greet, diner, een stoel op de eerste vier rijen en speciale merchandise.

Dit jaar maakt Morsefest gebruik van het Tickera systeem, wat je verplicht om in te logen op www.nealmorse.com voor je aankoop. Zorg dan ook dat je op tijd een account hebt aangemaakt en ingelogd bent.

De kaartverkoop voor de Europese editie gaan van start op 28 februari 2023.
Morsefest Europa 2023 vind plaats op 18 en 19 augustus 2023 in Poppodium De Boerderij, Zoetermeer.

 

View this post on Instagram

 

A post shared by Neal Morse (@neal_morse_official)

Galaxy kondigt tour en een nieuw album aan

Galaxy (de Nederlandse progband met Kayak zanger Bart Schwertmann) gaat in de lente van 2023 weer touren. De setlist zal bestaan uit een integrale uitvoering van hun onlangs verschenen album “Runaway Men“, met aanvullend enkele grote verrassingen.

“Toen eenmaal duidelijk was dat Shaded Moon Records ons album uit zou brengen, kwam natuurlijk de vraag of we ook live zouden gaan optreden. Ik denk dat het best wel wat tijd kostte voor ons om te wennen aan dat idee. Niet alleen muzikaal, maar met name omdat iedereen een behoorlijk volle agenda heeft”, aldus Schwertmann.

Maar toen “Runaway Men” overweldigend goed werd ontvangen door prog en metal liefhebbers van over de hele wereld, kon de band het niet laten om het album ook tot leven te laten komen op de bühne.

“Direct na de afscheidstournee van Kayak zijn we stiekem samen gekomen in onze oude repetitieruimte. Het was alsof de tijd heeft stilgestaan. Natuurlijk voelde het hier en daar wat roestig, maar die magische vonk was er nog steeds, ongelofelijk! We konden zo weer door waar we al die jaren geleden gebleven waren. De band klinkt nog steeds geweldig, fris en strak”. Voor het eerst in 25 jaar zal de band weer op gaan treden.

En daar blijft het niet bij: de heren staan op het punt om te beginnen met een nieuw album!

“We staan te popelen om te ontdekken wat 25 jaar afwezigheid voor invloed heeft op ons gezamenlijke schrijfproces. Ik weet dat we ieder voor zich veel ideeën hebben, maar nummers van Galaxy zijn altijd een groeps-ding geweest, en dat zouden we ook niet anders willen… En wie weet: als alles goed gaat, horen jullie misschien wat nieuw materiaal tijdens onze optredens volgend jaar”, aldus Schwertmann.

De eerste optredens zullen snel aan worden gekondigd, maar op zondag 9 april 2023 speelt Galaxy in ieder geval op dag 3 van Progdreams X in Poppodium Boerderij.




Galaxy is:
Bart Schwertmann: lead zang en bas (Kayak)
Ard Offers: achtergrondzang en toetsen (Perfect Storm)
Niels Lingbeek: achtergrondzang en gitaar
Nils Offers: drums en percussie

Even voorstellen: Orkan

Hoewel prog een behoorlijk niche genre blijft, kunnen zelfs wij als Progwereld.org de markt nauwelijks meer bijbenen. Gelukkig weet het toeval ons soms te verrassen en dient een nieuwe band zich bijna als vanzelf aan. Datzelfde toeval deed mij Orkan ontdekken, een jonge Zweedse prog-formatie wiens geluid diep gegrond ligt in de hardere rock van de jaren ‘60 en ‘70. Zoals u verderop in dit interview kan lezen, kunnen de dames en heer wel wat Nederlandse achterban gebruiken en het is ze van harte gegund. Vandaar dat we via een vragenlijst over de mail besloten eens kennis te maken met deze Zweedse rockers…

Bedankt dat jullie mee willen werken aan dit interview! Per toeval ontdekte ik onlangs jullie eerste album en het verbaasde me dat wij hier nog niets over hebben geschreven. Nu ook jullie tweede album recentelijk het licht heeft gezien leek het mij een goed moment om jullie aan ons publiek te introduceren, dus laten we maar gelijk van wal steken: kunnen jullie ons vertellen wie jullie zijn?

Orkan is een vijfkoppige rockband, opgericht in 2012, alleen noemden we ons toen nog geen Orkan. Het concept en het genre zijn in de loop der jaren ook veranderd. Op onze gitarist na komt iedereen uit verschillende delen van dezelfde stad, Borås, een uur rijden vanaf Gothenburg waar we nu zitten. Freddan (Frederik) is opgegroeid in Orust, een eiland ten westen van Gothenburg. De naam en het concept Orkan stammen uit 2014 en precies daar begon het echte avontuur voor ons.

En welke rol speelt muziek in jullie leven?

Muziek speelt voor ons allemaal een enorme rol in ons leven. Sommigen van ons komen uit een muzikaal gezin en sommigen hebben de muziek zelf ontdekt in hun jeugd. We denken wel dat we pas echt realiseerden hoeveel muziek voor ons betekent toen we voor het eerst samen begonnen te spelen. We kunnen niet meer zonder.

We spelen veel samen. Oefenen is belangrijk en we zien elkaar twee keer in de week om te repeteren. Ook spelen we veel live, dus ja… muziek speelt een belangrijke rol in ons leven. Evenals sport een mens kan bepalen, bepaalt muziek ons op verschillende manieren.

Uit wie bestaat Orkan?

De band bestaat uit:

Frederik Pettersson, die overdag als leraar werkt en in de avonden gitaar speelt. Hij is de stille kracht in de band, maar als hij eens iets zegt dan is dat altijd hilarisch en verliezen we het helemaal. Hij houdt van eten en haat auto’s met te weinig beenruimte.

Kim Bertilsson, die haar brood verdiend als tweede camera-assistent en cameravrouw en ’s avonds saxofoon speelt. Kim gedraagt zich als de stoere en de volwassene van de groep, maar heeft de meest aandoenlijke en aanstekelijke lach van iedereen en huilt om Disney films. Ze houdt van Marvel en ze haat katten.

Theresia Dufva, die heeft een baan als procesmanager en in de avonden speelt zij basgitaar. Zij is onze metronoom en de perfectionist binnen de band. Volgens haarzelf is zij ook de grappigste van de groep. Theresia houdt van het Eurovisie Songfestival en haat spelfouten.

Moa-Linn Rosenlöf, die momenteel studeert om sociaal werker te worden en ’s avonds zingt en drumt. Moa-Linn is het moedertje van de band. Zonder haar zouden we niet weten waar we moeten zijn, wanneer we daar moeten zijn en hoe we daar moeten komen. Ze houdt van Excel en haat het om te rijden.

En als laatste, Josefine Green. Josefine werkt overdag als chef en boekt bands, maar ’s avonds is ze zangeres en speelt ze gitaar. Zij is de persoon in de band die altijd wel in is voor plezier, en is daarom ook vaak de laatste die haar bed weer ziet. Daarnaast is Josefine de beste chauffeur van de groep, maar heeft totaal geen richtingsgevoel. Ze houdt van honden en haat het om op eten te wachten.

Hoe hebben jullie elkaar leren kennen en waarom besloten jullie om samen een band te vormen?

Op Freddan na hebben we elkaar allemaal leren kennen op de middelbare school. We studeerden daar alle vier muziek en werden al snel beste vrienden. Na school gingen we bijna elke dag naar een café voor een ‘fika’ (een Zweeds woord dat zoveel betekent als samen komen en koffie of thee drinken, soms met een koekje erbij).

Op een dag toen we daar zaten en allemaal dezelfde kop koffie deelden – één kop per persoon was te duur – realiseerden we dat we allemaal een ander instrument speelden. We zouden een band kunnen vormen! Dus we zochten een repetitieruimte (wat toen veel makkelijker was) en we begonnen met het spelen van wat covers.

Het duurde niet lang voor we onze eigen nummers begonnen te schrijven en toen drong door dat wij voorbestemd waren om samen in een band te spelen. Later, toen we ons geluid eenmaal gevonden hadden, veranderden we onze naam naar Orkan en besloten dat dit het was. We wilden gewoon meer gaan spelen, op meer podia in meer steden. We besloten dat Borås niet meer bij ons paste en we verhuisden naar Gothenburg. In Ghotenburg ontmoetten we Freddan en zo viel het laatste stukje op zijn plek.

Wat zijn de grootste invloeden op jullie geluid?

Dat vinden we altijd moeilijk te zeggen. We luisteren allemaal naar andere muziek, je kan haast geen band noemen die we gemeen hebben. Op Dundertåget (Thunder Express) na! Moa-Lin, Josefine en Freddan – die de nummers schrijven – hebben waarschijnlijk wel de smaak die het meest met elkaar te vergelijken valt.

Toch lijkt het er wel op als we beginnen te spelen dat onze muziek toch iets is dat we allemaal kunnen waarderen. Misschien zijn juist de verschillende smaken wel dat ons geluid maakt tot wat het is. Misschien willen we wel niet weten wat onze invloeden zijn, om zo te riskeren de magie te verjagen.

Op jullie facebook pagina vertellen jullie “door de jaren ‘70 geïnspireerde Zweedse progrock” te maken “over de wraak van moeder natuur”. Dit impliceert hevig dat jullie niet alleen muziek willen maken, maar ook een boodschap hebben voor de wereld. Laten we daar voor de volgende vragen eens wat dieper op ingaan.

Waar staat Orkan eigenlijk voor?

Orkan is Zweeds voor orkaan, we denken dat die naam aardig weet te vatten wie wij als band zijn.

Waar gaan jullie nummers over? Gaat het echt over de wraak van moeder aarde zoals jullie op facebook aangeven of zit er nog meer achter?

Niet al onze nummers gaan over de wraak van moeder aarde. Veel van onze vroegere nummers wel, sommige nieuwere ook nog steeds. Het is een onderwerp waar wij altijd gepassioneerd over zullen blijven. Over het algemeen gaan onze nummers over de staat van onze maatschappij. De zaken die ons naar aan het hart gaan, waar we boos of verdrietig over zijn. Er is veel onrecht in de wereld waar we het over moeten hebben; mensenrechten, dierenrechten, feminisme en klimaatverandering zijn een paar politieke onderwerpen waar we over zingen en die ons raken.

Wat is belangrijker volgens jullie, de muziek of de boodschap?

Beide zijn belangrijk voor ons. We stoppen veel energie in de teksten en soms gebruiken we de muzikale arrangementen om sommige woorden of zinnen meer kracht bij te zetten om ze net wat indringender te maken.

Wanneer we nummers schrijven, kost het arrangeren van de muziek het meeste tijd. Er gaat veel moeite in de repetities om het juiste gevoel in de nummers te krijgen. Het lijkt er op dat onze muziek ook buiten Zweden gewaardeerd wordt, ondanks dat we in het Zweeds zingen. Dat moet wel betekenen dat de muziek indruk maakt en daar zijn we blij om.

Is ieder bandlid even betrokken bij de onderwerpen waarover jullie schrijven?

Over het algemeen wel, maar hoewel de teksten steeds persoonlijker worden en over meer en meer onderwerpen gaan, begrijpen we dat iedereen in verschillende mate gepassioneerd is en over verschillende onderwerpen. Hopelijk maakt dat het ook makkelijker voor anderen om zich te herkennen in de teksten.

We hebben nog geen conflict gehad waarbij onze meningen over een onderwerp of tekst recht tegenover elkaar stonden. Het lijkt ons ook onwaarschijnlijk dat zoiets ooit gaat gebeuren, maar mocht het gebeuren dan beslissen we democratisch wat er gedaan gaat worden, zoals we altijd doen, of misschien via ‘steen, papier, schaar’ als we het wat spannender willen maken.

Waarom de hang naar de jaren ‘70? Komt het door de muziek? Komt het door het activisme?

Een beetje van beide. Qua muziek is het vooral een kwestie van smaak, wij zelf houden er van. Als het aankomt op het activisme inspireren de jaren ‘70 ons omdat toen in Zweden het activisme door muziek een grote impact heeft gemaakt die we nog steeds voelen. Dat is ook overduidelijk onze favoriete vorm van activisme.

Denken jullie dat de wereld in de jaren ‘70 een betere plek was?

Ja en nee. In Zweden lijkt het in elk geval of er vroeger meer saamhorigheidsgevoel heerste, die in onze huidige maatschappij verloren lijkt te zijn geraakt. Toch is ook een hoop dingen beter nu dan toen, zo hebben gemarginaliseerde groepen tegenwoordig meer rechten en worden de problemen met het klimaat erkent.

Jullie hebben net een nieuw album uitgebracht, “Livsgaranti”. Gefeliciteerd! Laten we het voor de volgende vragen eens over dat album hebben…

Hoe vergelijkt het nieuwe album zich met jullie vorige?

Beide albums zijn erg hetzelfde en tegelijk ook erg anders. Beide hebben ze een politieke lading, maar het eerste album is wat bozer en wat vager. Sinds dat album zijn we ook een stuk zekerder geworden in het schrijven van teksten en het combineren van politieke onderwerpen met persoonlijke ervaringen. In dit nieuwe album is ook wat kritischer gekeken naar welke nummers het album zullen halen en welke niet. Op het eerste album hebben we min of meer alles wat we op hebben genomen op de plaat gezet, waar bij het nieuwe album alles wat zorgvuldiger is gekozen.

Welke boodschap willen jullie meegeven met dit nieuwe album?

We willen dat dit nieuwe album, “Livsgaranti” (dat grofweg vertaald naar de garantie op het leven), een geheugensteuntje is dat iedereen een waardig leven verdiend zonder constante worstelingen tegen de patriarchale structuur van de maatschappij en dat ieder leven veilig kan worden geleefd zonder angst voor de roekeloosheid van de mensheid.

Kunnen jullie iets vertellen over hoe het album tot stand is gekomen?

We hebben het album opgenomen in de legendarische Zweedse Nacksving studio. Het is een legendarische studio, omdat het al eeuwen bestaat en omdat alle grootheden binnen de Zweedse politieke muziekbeweging uit de jaren ‘70 daar muziek hebben opgenomen. We besloten het album volledig analoog op te laten nemen, dat was echt gaaf.

We wilden proberen het volledig zonder computers aan te vliegen (behalve tijdens het masteren van de digitale versie, natuurlijk). Zoiets maakt het proces wel wat anders dan wat tegenwoordig normaal is, want het moet in één keer goed zijn, tenzij je elke kleine fout er letterlijk uit wil knippen met een schaar. Juist omdat je foutjes of achtergrondgeluiden er zo moeilijk uit kunt poetsen, klinkt het album ook een stuk levendiger.

Ook hebben we het mixen zelf gedaan (met wat hulp van de technici in de studio natuurlijk), door het volume en de effecten toe te voegen aan de mixtafel. Het was al met al een erg vermakelijke ervaring om dit album op te nemen.

Er zit grofweg vijf jaar tussen het uitbrengen van “Orkan” en “Livsgaranti”, vanwaar die lange pauze?

Er zijn enkele factoren die hier aan bij hebben gedragen. De voornaamste reden is dat we vooral een live-band zijn, we houden er van om live te spelen. We spelen nu al jaren samen en we zijn gewend geraakt aan het organische proces waarbij we bijeenkomen om te oefenen en gewoon ons creatieve instinct kunnen volgen. Het opnemen van een album behoeft veel planning en er is minder ruimte voor spontane creativiteit.

Daarnaast hadden we ook te maken met de pandemie, evenals veel andere bands. De oorspronkelijke release datum voor dit album was eigenlijk ook al twee jaar geleden…

Zal het weer vijf jaar duren voor jullie met een nieuw album komen?

Zeker niet! We hebben de studio inmiddels al weer geboekt, de pandemie heeft ons genoeg tijd gegeven om nieuwe muziek te schrijven.

Zijn er ook plannen om met deze muziek op tournee te gaan?

Natuurlijk! We staan te springen om weer op tour te mogen. Voor dit jaar hebben we wat concerten gepland in Scandinavië, maar volgende zomer willen we ook door Europa toeren, waarbij we ook zeker weten in Nederland zullen spelen.

Maar om heel eerlijk te zijn spelen we de meeste nummers nu al een paar jaar live. Sommige werden zelfs al gespeeld op de release party van ons eerste album (en voor de release party van het nieuwe album hebben we ook weer wat nieuwe nummers die we voor het eerst laten horen)… We blijven natuurlijk ook de oude nummers spelen (of, hoe je het dus bekijkt, de nieuwe nummers), maar we zijn net zo enthousiast om nieuw werk te spelen!

Jullie hebben al eens eerder in Nederland gespeeld, toch? Hoe vonden jullie het hier in ons land? Hebben jullie hier eigenlijk al wat volgers?

Nou… Dat optreden was zonder twijfel het minst drukke optreden van die tour. We speelden eigenlijk alleen voor de geluidsman en twee willekeurige gasten die er vooral waren voor het bier, haha! Later kwamen we erachter dat er wat problemen waren in de communicatie en dat niemand wist dat we daar speelden. We weten daarom dus ook niet of we hier fans hebben, maar we hopen natuurlijk van wel!

Hoe dan ook was het tripje naar Nederland het zonder twijfel waard, het is een prachtig land en we kijken er naar uit om er weer naartoe te mogen, ongeacht de grootte van het publiek!

En als laatste: willen jullie nog iets kwijt aan onze lezers?

Hoi lezers van Progwereld.org! Bedankt dat jullie de tijd nemen om dit interview te lezen. We zouden het een eer vinden als jullie naar ons nieuwe album willen luisteren, “Livsgaranti” en we hopen jullie te zien tijdens onze toekomstige optredens in Nederland! Veel liefs namens Orkan!

Kingfisher Sky kondigt akoestische EP aan

Vorige zomer bracht Kingfisher Sky de korte maar krachtige EP “Rise” uit. Nu nog geen jaar later komt de Nederlandse formatie al weer met een vervolg in de vorm van de EP “Walk The Plank”. 

Naar eigen zeggen probeert de band hiermee meer intieme en akoestische muzikale landschappen aan te boren. Hierdoor kan de EP worden gezien als de tegenhanger van hun vorige EP.

Vorig jaar sprak Rik van den Heuvel met zangeres Judith Rijnveld en drummer Ivar de Graaf, waarbij al kort een tipje van de sluier werd opgelicht over de plannen voor dit meer akoestisch-georiënteerde project. Het uitgebreide interview is hier terug te lezen.

De vijf nummers tellende EP komt uit op 21 mei.

Kristoffer Gildenlöw laat zich drijven door gevoel

Afgelopen zomer bracht Kristoffer Gildenlöw het lovend ontvangen solowerk “Let Me Be A Ghost” uit. Kort voor de release sprak Rik van den Heuvel met de goedlachse bassist. Helaas loopt het leven soms zoals het loopt en daarom is een uitwerking van het fijne gesprek er nooit van gekomen. Onlangs toerde Kristoffer langs enkele kleine zaaltjes in Nederland om het album te promoten nu het weer kan. Rik greep deze kans aan om het interview toch te kunnen plaatsen. Beter laat dan nooit!

Toen ik Kristoffer sprak op een warme zomermiddag in september in 2021 leek alles langzaamaan weer te kunnen. Concerten konden al dan niet met een waslijst aan maatregelen doorgang vinden en als voorprogramma van Kingfisher Sky had Kristoffer ook weer wat optredens achter de rug. Hoewel de sympathieke bassist met Zweedse roots naar eigen zeggen ‘gelukkig’ niet geheel afhankelijk is van zijn muziek (hij is immers werkzaam als ambtenaar voor de gemeente Utrecht, niet echt rock & roll maar wel ‘fighting the system from within’, zoals hij zelf mooi grapte), vond hij het toch fijn weer op het podium te staan.

Een hoofdstuk zonder einde
“Vorig jaar had je de eerste golf en tegen de zomer ging alles weer een beetje open. Toen heb ik ook drie of vier shows kunnen doen, wel met zittend publiek en voorzorgmaatregelen. Ik had toen net een nieuwe plaat uit en die heb ik dus nauwelijks echt kunnen promoten. Maar toen dit eenmaal weer kon dacht ik “Oké, dan maar zo. Weer met zittend publiek” en in principe werkt dat wel goed met mijn muziek. Zeker als ik alleen speel. Mensen luisteren dan ook meer aandachtig en praten er niet steeds doorheen en dat past goed bij mijn muziek. Je kan het gevoel beter overbrengen, het is wat knusser en intiemer. Dus mij beviel het wel op die manier. Ik snap dat de zalen niet rond kunnen komen van vijftig man, maar ja… Het is soms wat geven en nemen”.

Om even in te haken op het vorige album waar Kristoffer naar refereerde, “Homebound”, vraag ik Kristoffer of dat als een niet afgesloten hoofdstuk voelt, gezien hij aangaf het niet te hebben kunnen promoten. “Zeker. We hadden best wel wat optredens staan, zoals de platenbeurs in Utrecht waar ik op het podium mocht spelen. Daar kom je vaak ook allemaal mensen tegen die anders misschien wel niet je plaat zouden kopen. De muziek leent zich ook wel voor dat soort evenementen. Maar dat ging dus ook niet door.

Ik had ook wat instore optredens staan, dus dan ga je langs platenwinkels om daar te spelen. En er stonden ook wat grotere optredens met een hele band. Dat ging ook allemaal niet door. Ik heb uiteindelijk wel drie of vier kleine optredens kunnen doen, heel gezellig en heel leuk, maar… Ik heb niet het idee dat ik dat album heb kunnen promoten.

Maar ik ga niet klagen, want er zijn ook mensen die helemaal niks hebben kunnen doen. Ik heb als voordeel dat ik alleen ben, dus ik kan het minimaliseren met mijn akoestische gitaar. Heet je bijvoorbeeld Iron Maiden, dan kan je dat niet. Ik kan als het nodig is voor een paar honderd euro komen spelen, maar een grote band kan dat niet met alle personeel en reiskosten. De zalen konden dat natuurlijk ook niet betalen met een paar tiental man erin, die draaien dan hartstikke verlies. Dus ik mag niet klagen, in die zin.”

In de koelkast
Wat ik bijzonder vond, is dat er zo snel na “Homebound” al een nieuw album kwam in de vorm van “Let Me Be A Ghost”. Zeker als het vorige hoofdstuk niet echt goed afgesloten heeft kunnen worden. Wanneer ik Kristoffer vraag naar zijn beweegredenen geeft hij lachend aan dat de conceptualisatie van het album al een stukje verder teruggaat.

“Ik had de eerste twee platen uit en ging dus aan de slag met een derde. Die had ik ook al aangekondigd, die heet “Empty”. Dat album komt eraan en wordt wat harder. Ik had daar alleen te veel muziek voor gemaakt. En er was duidelijk een verschil in de soorten nummers die ik daarvoor had geschreven. Sommige waren wat cynischer en donkerder, ook qua thema. De andere waren meer akoestisch en content. Het paste niet goed bij elkaar. Dus ik heb “Empty” even in de koelkast gezet en “Homebound” uitgebracht. Dat ging sneller. Bij dat album kwam de inspiratie wat vlotter. Ik werk altijd heel erg vanuit de muziek en de inspiratie en dan kan ik makkelijker zeggen “Oké, dit gaat nu en dit gaat sneller”. En zo is “Homebound” ontstaan.

Maar ik was dus met twee platen bezig en wilde daarom dus ook slimmer en efficiënter gaan werken. Ik heb alles wat ik zelf niet heb opgenomen, dus toetsen en drums en zo, tegelijk opgenomen. Ik heb dus eigenlijk twee albums gelijktijdig opgenomen. Daarna werkte ik “Homebound” verder uit, voor de andere plaat moeten nog wat zang en gitaarsolo’s worden opgenomen. Maar hij is bijna af. Mijn idee was dus om “Homebound” uit te brengen en een jaar later de andere plaat. Maar toen kwam corona en alles werd verschoven. Er waren problemen met distributie, er kwam een tweede golf en een derde golf, dus we hadden zoiets van, laat maar zitten, we brengen hem wel in 2021 uit.

Maar we wilden het andere album ook niet uitbrengen in februari of maart, want dan komt elke band met een nieuw album. Dan verdwijnt het album tussen alles wat uitkomt. Maar ik kan ook heel slecht stilzitten, dus ik besprak met mijn distributeur of we “Empty” anders volgend najaar uit kunnen brengen en of we tussendoor een ep kunnen doen. Ik had al vier nummers, dus dat was prima. Het werden zes nummers. Het was ook al opgenomen, gemixt en gemasterd. Hij was helemaal klaar om in het voorjaar uitgebracht te kunnen worden. Toen kwam de derde golf en werd de release van de ep verschoven naar juni.

Toen kregen we van Inside Out, het label waar Kayak bij zit, te horen dat de Kayak plaat op 7 mei uit zou komen. Ja, dan moet je geen soloplaat uit willen brengen, want dan zit je qua promotie in elkaars vaarwater. Toen hebben wij de ep uitgesteld tot september. Maar ik kan nog steeds niet stilzitten, dus we kunnen een ep uitbrengen… Maar de productiekosten daarvan en een album zijn bijna hetzelfde. Het is nog steeds een complete cd die je moet betalen. Alleen kan je voor een ep  maar zeven euro ofzo vragen en het is de vraag of mensen een deze mini-cd kopen.

Ik zit niet stil, dus weet je wat? Ik voeg er nog zeven nummers aan toe en we maakten er een compleet album van. Dat was niet de bedoeling, maar het kwam er vlot uit, haha. Zo is het een compleet album geworden. En “Empty” ligt nog steeds in de koelkast, maar hij komt eraan! Dit jaar ergens. Dan heb ik gewoon drie albums in drie jaar uitgebracht, dat is aan de ene kant bijzonder… Aan de andere kant deed KISS dat vroeger ook oude in de goede tijden, haha”

Symfonische singer-songwriter
Naast dat Kristoffer drie soloalbums in drie jaar tijd heeft kunnen maken, heeft hij in 2021 naar eigen zeggen meegewerkt aan vier of vijf verschillende releases, waaronder Kayak’s “Out Of This World”. Het jaar 2021 was ook een jaar waarin diverse Kayakleden met een nieuw soloalbum kwamen. Ik vertel Kristoffer dat ik van Ton en hemzelf wel een beetje kan verwachten uit welk vaatje de heren tappen voor hun eigen albums. Maar gezien Bart Schwertmann’s Theater Of Grief ten tijde van het interview nog niet uit was, maakte dat mij als liefhebber nieuwsgierig. Hoe hij solo zou klinken was toen nog een mysterie, met een antwoord om naar uit te kijken.

Toch weet ik al snel de uitspraak dat ik weet wat ik van Kristoffer kan verwachten wat te nuanceren, gezien “Let Me Be A Ghost” toch net wat anders klinkt… meer broedend, donkerder en rauwer dan eerder werk. Ik benadruk ook de invloeden die ik terug hoor van Leonard Cohen of Bob Dylan, waar ik zijn muziek normaal ook zou vergelijken met een Pink Floyd of Anathema.

“Dat mag”, luidt een geanimeerd en licht verbaast antwoord. “Ik vind dat altijd lastig om te zeggen. Ik zit er zelf zo dicht op. Als er wordt gevraagd of ik een single uit wil brengen, weet ik niet welke nummers daar geschikt voor zijn. Ik hoorde het ook in andere interviews, dat deze plaat heel anders klinkt dan alle anderen. Oké… het zal wel? De nummers zijn misschien wel wat korter op elkaar geschreven, wie weet scheelt dat wel. Alles is in ongeveer een half jaar geschreven, terwijl op eerdere platen er soms wel een paar jaar tussen zat. Dat is de enige verklaring die ik heb.

Als mensen mij vragen wat mijn muziek is dan heb ik eigenlijk twee stromingen. Aan de ene kant is dat een beetje singer-songwriter, muziek die in de basis niet moeilijk is. Vaak niet meer dan vier akkoordjes die je bij wijze van spreken tokkelend bij een kampvuur kan spelen. Een beetje dat sixties en seventies geluid. Inderdaad Bob Dylan en Leonard Cohen, maar ook Simon And Garfunkel, daar ben ik mee opgegroeid. Aan de andere kant meer de symfonische rock kant, dus inderdaad ook Pink Floyd of Mike Oldfield, wat ik ook heel gaaf vind.

Ik maak er ook geen geheim van dat dit mijn invloeden zijn, dat is de kant waarop ik muziek wil maken. Maar ik zeg ook niet “ik maak mijn eigen muziek en ik klink zoals ik klink”. Op mijn vorige plaat heb ik ook een Leonard Cohen nummer gespeeld, mijn eerste opgenomen cover. Ik vind het leuk om met die verschillende muziekstijlen wat te doen.

Ik gebruik de simpele manier van singer-songwriters om een nummer op te bouwen. Vervolgens gebruik ik de symfonische rock kant om de nummers te arrangeren en om te kijken hoe ik het spannender kan krijgen.

Maar deze plaat is wel wat rauwer dan de eerdere platen, dat was wel een beetje de bedoeling. Ik ben ook benieuwd of de volgende plaat hieraan kan toppen. Anders kan ik beter stoppen, haha.”


Let Me Be A Ghost
Aangezien Kristoffer aangeeft dat het rauwere geluid van “Let Me Be A Ghost” een bewuste keuze was, vraag ik hem wat het idee hierachter was, waar het album over gaat en met name ook wat het album voor hem betekent.

“Ja… Dat vind ik ook altijd een lastige. Je kan het helemaal uitkoken en uitleggen, maar als ze vragen waar het over gaat: het gaat over depressie. Dan is het vaak snel klaar en klinkt het ook niet als een plaat die mensen willen kopen. Maar het gaat vooral over de menselijke kant daarvan. Iedereen heeft er op zijn eigen manier wel eens mee te maken. De meeste van ons kunnen het wel van zich afschudden als zijnde een dipje, anderen kunnen dat niet.

Ik heb ook veel onderzoek gedaan, maar hoewel een analyse of doktersrapport natuurlijk interessant is, is voor mij de menselijke kant het meest interessante. Hoe beleven mensen verschillende situaties? Hoe zit het met depressie? Hoe zit het met angst? Of het gevoel niet gezien of niet gehoord te worden? Het gevoel niet gewenst te zijn? Hoe kom je uit die put? Hoe zit je in die put? Wat voor gevoelens heb je dan?

Er zijn zoveel verschillende niveaus, en evenals op “The Rain” gebruik ik hier spook als een metafoor om door het onderwerp heen te bewegen. Het is geen conceptplaat, maar het zijn wel verschillende verhalen met een rode draad daar doorheen met thema’s als leven of dood, linksaf of rechtsaf, ga ik door of niet en hoe pak je jezelf weer op?

Ikzelf en veel andere artiesten en kunstenaars zitten vaak een beetje in de depressieve sfeer. De kunst is dan een uitweg voor jezelf. Aan de ene kant moet ik dit doen, ik moet her eruit krijgen. Aan de andere kant is het ook een blootstelling, een open deur voor kritiek. Je gooit jezelf open voor de hele wereld, “Dit ben ik”, en daar krijg je dan feedback op. Misschien feedback die je niet leuk vindt. Aan de ene kant wil je dat niet hebben, aan de andere kant gooi ik die plaat eruit en vraag ik er dus ook om.

Ik heb zelf wat ik een functionele depressie noem. Ik kan ‘s morgens uit bed komen, ik kan werken en ik kan functioneren, maar soms heb ik echt dips van “Waar the fuck ben ik mee bezig, ik verkoop alles en ga naar een eiland, ik ga hier weg”, we zijn hier tachtig jaar van ons leven, maar over honderd jaar weet niemand meer wie we zijn. Waarom doen we alles dan? Wat heeft alles voor toegevoegde waarde? Maar ik ken ook zat vrienden, kennissen en muziekcollega’s die het veel zwaarder hebben. Die kunnen niet uit bed komen, die vechten hier keihard mee. En ik ken ook mensen die dat hebben verloren, die wel van een brug zijn gesprongen of iets anders.

Zelf heb ik een dochter, die is nu zeventien. Als ik verhalen over haar klasgenoten hoor… Die zijn vaak vijftien, zestien of zeventien en die lijden aan een zware depressie. Die zitten al vanaf hun twaalfde bij psychologen, en die proberen zo om daaruit te komen. Dat raakt mij, daarom is deze plaat er ook op die manier eruit gekomen. Ik krijg impressies, het bouwt zich op in mij, ik krijg gevoelens… Het moet eruit. Ik ben dan net een spons die alle gevoelens gaat verzamelen, maar dat kan ik niet. Het moet er ook weer uit.

Met “Homebound” was dat ook zo, maar die was juist meer content. Dat was weer de andere kant: het leven is mooi, we gaan naar huis… Lekker joyriden. Ik stel me gewoon heel bloot aan wat binnenkomt aan emoties en gevoelens, en die moeten er ook weer uit.

Ik was ook zwaar onder de indruk van de laatste tijd, met corona. Mensen zitten thuis en dan merk je ook veel van de shit die mensen meemaken. Neem nou kindermishandeling. Die kinderen kunnen niet naar school en zitten nu de hele dag bij wijze van spreken bij hun dronken vader. Ik hoop het een beetje licht te kunnen houden, dus sorry dat ik hierover doorga. Maar ook de jeugd en ouderen lijden er onder.

Normaal kwam ik voor mijn werk de deur uit, ontmoette ik andere mensen. Dat was mijn moment om mijn gedachten ergens anders toe te zetten. Nu zit ik zeg maar alleen. Ik zit thuis. De muren komen op me af. Het was in die zin ook een logisch punt om al die gevoelens te bundelen tot het concept van dit album.”

Een hart onder de riem?
Concluderend kan worden gezegd dat “Let Me Be A Ghost” een vrij introspectief album is. Ik vraag Kristoffer of het album daarnaast ook een poging is om meer bewustwording te creëren over mentale gezondheid.

“Zeker! Hetzelfde ook met “The Rain” en Alzheimers. Niet alles wat ik doe heeft een goed doel, maar ik wil wel met deze plaat een bericht naar buiten sturen. Mensen die bijvoorbeeld niks met het onderwerp te maken hebben, die gelukkig in de meerderheid zijn, die hebben wel moeite om te begrijpen wat er gebeurt in het hoofd van iemand die depressief is. Je komt in een state of mind en je komt er niet uit. Je hebt een soort waanbeelden van de wereld, het is niet zoals je denkt dat het is.

Ik heb mensen meegemaakt die vanuit het niks een soort midlifecrisis terechtkwamen op hun 45e. Helemaal niks aan de hand, maar ’s nachts kan opeens die knop om gaan. Dat ze midden in de nacht opeens wakker worden van “Hee dit kan niet…” en een potje pilletjes er in werpen zonder dat iemand snapt waarom. Je gaat ineens naar een heel donkere plek.

Het is ook geen bewustwording in de zin dat de mensen die het niet weten nu wel weten dat dit gebeurt, maar meer voor diegenen die het nodig hebben om te horen. Je bent gezien. Je bent gehoord. We weten dat je er bent en je bent niet alleen. Ik hoop dat die mensen de plaat en mijn muziek gaan vinden en hulp gaan zoeken en kiezen voor het leven.”

Is het album in dat opzicht eerder een hart onder de riem? “Ja, maar zonder dat echt duidelijk te maken. Want dan wordt het snel een beetje cheesy. Je wil ook geen hulplijn worden. Ik beschrijf situaties en gevoelens, als mensen zich daarmee kunnen identificeren dan hoop ik wel dat het helpt.

Muziek is ontzettend geschikt als medium om mensen te raken. Het kan ook zonder de teksten te kennen gevoelens oproepen. Je hebt mensen die emotioneel kunnen raken van iets dat in een andere taal gezongen wordt. Je snapt niks van wat ze zeggen, maar je begrijpt het wel.

Maar nogmaals: het was niet de intentie van de plaat op zich. Ik schrijf omdat die gevoelens eruit moeten. Ik kan alleen maar hopen dat mensen die het nodig vinden dit album zullen vinden”.


De perfecte imperfectie
Om het gesprek weer naar een lichter onderwerp te brengen, begin ik over de positieve ontvangst van een andere plaat waar Kristoffer aan mee heeft gewerkt afgelopen jaar: Kayak’s “Out Of This World”. Kristoffer geeft aan evenals de rest van de band erg blij te zijn met de lovende recensies, en grapt daarbij dat ook zijn moeder in Zweden eindelijk naar zijn muziek luistert en inmiddels een echte Kayak-fan is die het laatste album elke dag beluistert, een schril contrast met zijn werk destijds in Pain Of Salvation.

Via Kayak komen we ook uit op gitarist en collega Marcel Singor, die op “Let Me Be A Ghost” een bijzondere solo heeft mogen spelen. Wanneer ik vraag hoe deze tot stand is gekomen geeft Kristoffer aan dat hij zocht naar een manier waarop hij het album op kon nemen met zo min mogelijk gastmuzikanten, ook met oog op de coronamaatregelen. Hij heeft dan ook zoveel mogelijk zelf gedaan. Ook de gitaarsolo’s, iets wat hij nog nooit eerder zelf heeft gedaan. Wel heeft hij voor elke solo een gevoel in gedachte dat hij over wil brengen. Vaak plugt hij zijn gitaar dan in en heeft hij in één take wel iets waar hij mee kan leven.

Eén van die solo’s kwam er qua gevoel prachtig uit volgens Kristoffer, alleen wat slordig met omgevingsgeluiden. Elke keer als hij de solo opnieuw wilde opnemen kreeg hij het gevoel er niet meer zo in als die eerste, onbruikbare opname. “Ik ben niet technisch genoeg om dat te reproduceren. Dus ik heb bij Marcel aangeklopt, of hij het wilde doen en dat dit en dat het gevoel was dat ik erin wilde horen. Het moet niet vals zijn, maar wel een beetje zeeziek. Kijk maar wat je kan doen. Marcel maakte er zo’n mooie solo van dat ik me nu wel afvraag hoe ik dat live ga reproduceren, maar ik ben er superblij mee!”.

Hoor ik daarin nou een soort perfectionisme terugkomen? “Ik ben perfectionistisch in de zin dat ik van de perfecte imperfectie hou. Het moet niet te strak en te geproduceerd zijn. Ik heb liever een paar valse noten erin zitten en dat het gevoel overkomt zoals ik het wil, niet dat Marcels solo vals is hoor!!

Ook met zang. Ik heb een paar koordingetjes die nogal slecht waren. Dus ik heb er waar ik niet beter kon wat autotune overheen gedaan. Dat soort kleine dingetjes doe ik dus wel, puur om het geheel wat te helpen. Ik noem mezelf ook geen zanger, ik doe wat ik kan om het een beetje binnen mijn bereik te houden. Maar in die zin zijn Leonard Cohen of Roger Waters ook geen zangers. Bob Dylan ook niet. Al mijn voorbeelden zijn ook niet echt zangers, maar wat zij wel kunnen en wat ik ook ambieer is het kunnen vertellen van een verhaal.

En het liefst zit ik gewoon met z’n allen in de studio. Nu kon dat niet en dan zit je vast aan een clicktrack… Dat vind ik wat minder. Ik vind het leuker als je de dynamiek op het moment zelf mee kan pakken, dat je soms even wat sneller speelt, soms weer wat langzamer en dat het niet altijd even perfect is. Soms heb ik hard moeten werken om dat zo te krijgen, die imperfectie. Dan neem je iets op en dan vind ik het te klinisch. Dan neem ik het opnieuw op en maak ik het gitaargeluid wat minder goed.”

We hebben het ook nog even over de trend binnen de huidige muziekindustrie dat alle popmuziek te gelikt klinkt, dat er zoveel toeters en bellen uit de kast worden gehaald om het perfecte geluid te krijgen. Kristoffer vergelijkt het fenomeen met Instagram, waarop gebruikers vaak een metaforisch masker dragen en zich anders voordoen dan ze zijn. Hij brengt het met een lach, maar er zit een snijdende scherpte aan zijn woorden. “Ja, dat is toch niet de waarheid? Ik hou van de waarheid. Ik denk dat authenticiteit nu meer belangrijk is dan ooit. Wat is er nou echt in de wereld?”.

Ik vertel hem dat ik het een mooie vergelijking vind, en beaam zijn woorden. “Ach, en anders maak je er maar wat anders van. Dan krijg je een gephotoshopt interview, haha. Hij zei dit niet maar…”, grapt Kristoffer er achteraan. We hebben het nog een beetje over de koetjes en kalfjes en daarmee ronden we ons diepe doch interessante gesprek af.

Nederlandse band Galaxy brengt eerste single uit

Begin maart maakte de Nederlandse neo-prog formatie Galaxy al kenbaar dat hun album “Runaway Men” na 25 jaar eindelijk het daglicht te zien zou krijgen. Nu enkele weken later brengen de heren ook hun eerste single van dat album uit, Talk To Me.

De single wordt begeleid door een videoclip met live-materiaal uit het archief van de band, waarop een jonge Schwertmann prominent in beeld staat als zanger en bassist.




Over de totstandkoming van het album zelf zegt de band het volgende:

“Hoe komt het dat een album er 25 jaar over doet om uitgegevn te worden? In 1997 nam een groep van vier jongens in hun twintiger jaren hun eerste volledige album op. Nog daarvoor kregen enkele demo’s en een mini-CD positieve recensies door de Nederlandse pers. We waren er van overtuigd dat dit echt iets goeds zou worden…

Met een studio in de achtertuin van de familie Offers hadden we meer da genoeg tijd om dit goed aan te pakken, misschien zelfs te veel tijd, want naarmate die tijd verstreek leek John Lennon het wederom bij het juiste eind te hebben: ‘Life is what happens to you while you’re busy making other plans’.

De opnames waren voltooid, maar het album is nooit gemixt en uitgegeven. Alle bandleden bewandelden hun eigen wegen: Bart Schwertmann won de Soundmixshow op de Nederlandse televisie, alle bandleden speelden af en aan  in professionele bands, Niels nam de Mastersound Studios over en Nils was druk bezig met het bouwen van zijn eigen huis. Wat er overbleef waren wat ruwe mixen op CD-R, een aantal dozen vol ADAT tapes en harde schijven op zolder en een blijvende vriendschap…

24 jaar (plus een beetje) later vielen die ruwe mixen in de handen van David van Hartingsveldt via Bart. Laatstgenoemde was (en is) inmiddels de zanger van de Nederlandse progrock legende Kayak sinds 2018, en David was nieuwsgierig naar zijn verleden. David zag direct iets in Galaxy en wilde voorkomen dat het album in vergetelheid zou raken.

Het probleem was alleen: Waar zijn de daadwerkelijke opnames? Niels schoonde zijn zolder op en kwam er achter dat hij dat hij langs alle oude vestigingen van de Mastersound Studios moest gaan om door het volledige Mastersound archief te kunnen zoeken en de opnames van Galaxy te kunnen redden. Dat maakte ons op momenten wat ongerust, maar Hallelujah! Het lukte Niels en door de krachten te bundelen hebben we Runaway Men (opnieuw) tot leven kunnen brengen.

Tijd nog moeite zijn gespaard in het proces om jullie ons muzikale kind te brengen na een zwangerschap van 25 jaar… We zijn blij om zoveel jaren later het tastbare bewijs te hebben van ons bestaan. We hopen dat jullie er van kunnen genieten!”

Het album is te bestellen via www.shadedmoon.nl en komt uit op 27 mei 2022. De eerste 150 bestellers krijgen een fysieke cd-single met het nummer Talk To Me.

Galaxy bestaat uit:
Niels Lingbeek op gitaar en zang
Ard Offers op keyboard
Nils Offers op drums
Bart Schwertmann op bas en zang

Tracklist “Runaway Men”:
Answers (6:11)
Look Into My Eyes (6:17)
Never The Same (5:12)
In Her Head (6:39)
Lady Of Fire (5:47)
Talk To Me (5:09)
Gallery Play (5:09)
Runaway Men (7:55)

Nederlandse band Galaxy brengt album na 25 jaar uit

De Nederlandse neo-prog formatie Galaxy brengt na 25 jaar het album “Runaway Men” uit. De band, met onder andere Kayak zanger Bart Schwertmann boekte tussen 1983 en 1997 bescheiden successen. Hoewel de meeste releases positief werden beoordeeld, bleef een daadwerkelijke doorbraak uit.

In 1997 nam de band een album op, dat het daglicht uiteindelijk nooit zou zien. Nu, in 2022 wordt het album na 25 jaar op de plank te hebben gelegen toch uitgebracht.

Via Bart Schwertmann kreeg David van Hartingsveldt (eigenaar van Shaded Moon Entertainment) de ruwe mixen in handen. Daarop besloot David het album alsnog uit te laten brengen. Volgens het label zijn hierbij tijd noch moeite gespaard.

In een eerder interview met Bart Schwertmann over zijn soloalbum “Theater Of Grief” kwam de totstandkoming van dit project reeds aan bod.

Het album is te bestellen via www.shadedmoon.nl en komt uit op 27 mei 2022. De eerste 150 bestellers krijgen een fysieke cd-single met het nummer Talk To Me.

Arjen Lucassen – Tijdreiziger zonder besef van tijd

Wie kent hem niet? Arjen Lucassen, de boomlange hippie achter de razend populaire Ayreon albums. Het is op zich ook geen schokkend nieuws wanneer een nieuw album van zijn hand het daglicht ziet, maar wanneer dat nieuwe album het predicaat Star One in plaats van Ayreon mag dragen is dat toch een ander verhaal. Het is immers alweer twaalf jaar geleden dat we voor het laatst zijn getrakteerd op een nieuw album in die fascinerende reeks van op science fiction gebaseerde progmetal albums. Reden genoeg voor Rik van den Heuvel om het gesprek aan te gaan met niemand minder dan Arjen Lucassen zelf.

Het had even wat voeten in de aarde, het plannen van een gesprek met Arjen Lucassen. Op de geplande datum en tijd was de beste man nergens te bekennen. Een foutje vanuit het platenlabel dat het interview heeft gepland, werd me door de promotor verteld… Toch kan ik de gedachte niet van me afschudden dat Arjen wellicht een tijdreiziger is. Tijdens ons gesprek over zijn nieuwe Star One album “Revel In Time” wordt dat vermoeden alleen maar versterkt. Een week later op dezelfde dag en dezelfde tijd verschijnt de sympathieke kluizenaar toch live op mijn beeldscherm.

Over interviews en kostuumdrama’s
Na wat over de koetjes en kalfjes te hebben gepraat verontschuldigen we ons wederzijds voor het planningsdrama (om de verwarring groter te maken kreeg ik een dag na de aanvankelijk geplande datum een belletje van Arjen met de vraag waar ik bleef). Arjen geeft aan dat er wel vaker wat misgaat, dat hoort erbij. Ik vraag hem of hij veel interviews doet, waarop hij me vertelt dat hij daar twee maanden mee volgepland heeft.

Op de vraag of hij daar niet horendol van wordt geeft Arjen aan het juist heerlijk te vinden om lekker over zijn eigen werk te praten. Wel doet hij dit steevast overdag binnen gezette tijden. Toch vertelt hij er wel bij dat het best zwaar kan zijn wanneer hij er behoorlijk wat achter elkaar moet doen en de laatste dan een videogesprek is van twee uur. Daarom doet hij het ook graag overdag en of dat nu doordeweeks is of in het weekend maakt hem weinig uit, zolang hij ’s avonds maar vrij is.

Die avonden zijn heilig voor Arjen, dan kruipt hij het liefste op de bank met samen met zijn vrouwtje en lekker eten om met zijn tweeën “Downton Abbey” te kijken. Ik merk op dat een dergelijk kostuumdrama wel mijlenver afstaat van de science fiction op Star One. “Ik weet het! Heerlijk toch, als mensen eens zouden weten wat ik daadwerkelijk kijk…”, lacht de sympathieke hippie me toe. “Ik vind dat heerlijk, zo sentimenteel… Ik hou daar wel van ja”.

Het zit in mijn bloed
Ik schuif niet onder stoelen of banken dat ik stond te popelen om het met Arjen over zijn nieuwe plaat te hebben. Mijn recensie maakt er immers geen geheim van dat ik dit een heerlijk vet album vind. Ik begreep dat het vorige Ayreon album, “Transitus”, een behoorlijk zware bevalling is geweest.

“Nou ja, het klinkt zwaar, maar ik vind het wel echt heerlijk om aan een album te werken. Maar inderdaad, “Transitus” heb ik drie jaar aan gewerkt. Het is een hoop werk geweest met zoveel verschillende lagen: de verhaallijn, verschillende instrumenten en zo…

Maar dit keer bij Star One was het echt anders. Dit was gewoon mijn gitaar inpluggen en gaan, ik heb dat vijftien jaar lang gedaan in de zeventiger en tachtiger jaren. Het zit in mijn bloed. De riffs komen vanzelf. Al met al ben ik hier drie maanden mee bezig geweest inclusief de teksten, dus dat is echt een ander verhaal. Het kwam nu een stuk makkelijker aanwaaien.”

Geen concept van tijd
Met “Revel In Time” levert Arjen zijn vierde grote project af in nog geen drie jaar tijd, terug redenerend vanaf “Transitus” werden we ook nog getrakteerd op het “Electric Castle Live Album” en de reeks concerten die daar de basis voor hebben gevormd. Wanneer ik Arjen vertel dat we voor mijn gevoel wel eens langer hebben moeten wachten op nieuw werk van zijn hand, lacht hij dat ik het qua jaartallen nog beter lijk te weten dan hijzelf.

Terugkomend op mijn opmerking geeft hij aan dat zelf niet zo te ervaren, waarbij hij vertelt dat hij altijd wel met iets bezig is. Al is het maar het opnieuw uitbrengen van oudere projecten of het starten van nieuwe side-projects. Zichtbaar zoekend om mijn gevoel te verklaren geeft hij ook aan ontzettend in het moment zelf te leven. Grappend geeft hij aan daardoor ook geen besef voor tijd te hebben (hmm… verdacht) en als je hem vraagt naar jaartallen hij het ook echt niet zou weten.

“Het is toch weird? Ik maak een conceptalbum over tijd, maar weet zelf niet eens in welke maand we leven of in welk jaar we zitten. Het is vreselijk, haha”

Wel geeft hij aan dat hij inmiddels weer door een van zijn welbekende ‘black-hole’ periodes heen gaat. Het liefst zou hij direct na deze Star One zijn begonnen aan een nieuw project, maar de inspiratie wil nog niet echt komen. Daarentegen is hij wel bezig met een kleine verrassing voor de diehard liefhebbers van zijn werk.

Pools Of Sorrow, Waves Of Joy
Zoals Arjen al aangaf is hij altijd wel ergens mee bezig. Momenteel heeft hij zijn handen vol aan een heruitgave van zijn soloalbum “Pools Of Sorrow, Waves Of Joy”. Een bijzondere keuze, gezien dit album destijds behoorlijk is ondergesneeuwd en Arjen zich zelden positief heeft uitgelaten over dit project.

“Ja, toch vind ik het echt zonde. Het album is destijds ondergesneeuwd en het is ook wel een beetje een zootje hoor. Ik was de draad kwijt, ik had tien jaar in Vengeance gezeten en dat soort muziek was opeens afgelopen, niemand was daar meer in geïnteresseerd. Toen probeerde ik nog een ander project, een beetje Whitesnake achtig, maar dat lukte ook niet.

Toen heb ik voor de gein eens een countrynummertje opgenomen en de platenmaatschappij vond het helemaal te gek en wilde een album maken. Ik dacht natuurlijk ‘wat?!’, ik had geen zin om een heel country-album te maken. Dat nummer was meer een grap. Uiteindelijk is het dan ook een heel raar album geworden met wat countrynummers, een paar meer proggy nummers. De fans van mij van vroeger snapten er niks van, want het was geen hardrock-album en het was ook niet prog genoeg voor de proggers… Dus het is totaal geflopt, dat album.

Toch liggen hier wel de roots voor Ayreon, er staan twee nummers op die echt wel die folky melodieën hebben bijvoorbeeld. Daarom vind ik het wel een grote historische waarde hebben. Er staat ook een nummer op, Crescendo, dat eigenlijk al het verhaal van Ayreon vertelt. Het leek me daarom wel leuk om het album toch een keer opnieuw uit te geven.

Dus ik heb de eigenaar van de tapes benaderd. Hij wil de tapes niet verkopen, maar als ik het uit wil geven mag dat. Helemaal prima. Een platenbaas die niet moeilijk doet, heerlijk, haha. Dus als ik die mogelijkheid toch heb wil ik het album wel opnieuw uitgeven. Ik ben ook twee nummertjes opnieuw aan het opnemen met gastmuzikanten, om ze toch een beetje te updaten. Ik heb ook een heleboel bonustracks voor bijvoorbeeld een tweede soloalbum (dat toch nooit zou komen, gezien de eerste al geflopt was), dus ik denk dat ik daar wel een leuk pakketje van kan maken”.

Bijzonder… Eerst een album uitbrengen over tijdreizen, om vervolgens zelf terug in de tijd te gaan om een album van bijna dertig jaar geleden opnieuw uit te brengen.

Whitesnake
Ik vraag Arjen om even een paar zinnen terug te gaan. Vertelde hij nu daadwerkelijk ooit een Whitesnake-achtig project op te willen zetten? Dat is wel heel toevallig. Zodra ik Arjen op deze toevalligheid wil wijzen schiet hij al in de lach. “Revel In Time” staat namelijk bol van de gastmuzikanten, waaronder drie die naam hebben gemaakt binnen Whitesnake.

“Ik had vier Whitesnake muzikanten op dit album. Het is niet één van mijn absolute top 10 bands, maar ik vond het wel helemaal te gek. Zeker het oude Whitesnake, toen het nog meer bluesy was. Ik ging een project doen met Robert Soeterboek, bijna de grootste David Coverdale fan die er rondloopt, dus dat ging als automatisch richting Whitesnake. Dat heette Plan 9, naar de Ed Wood film, de slechtste film die ooit gemaakt is. Maar er bleek al een band te zijn die zo heette, dus hebben we er Planet 9 van gemaakt, wat ook nergens op sloeg, want dat is volgens mij Pluto…

Maar ja, vier Whitesnake muzikanten! Waarvan één het album niet gehaald heeft overigens. Dino Jelusick, de huidige toetsenman bij Whitesnake en de beste zanger ter wereld op dit moment. Echt van het niveau Russell Allen. Ik had hem ontdekt op You tube en dacht echt ‘Holy crap man, wat kan die zingen’. Hij kan Coverdale zingen, maar ook Dio of Russell. Een jonge gozer uit Kroatië. Toen hij tien was heeft hij ook het songfestival gewonnen.

Ik ben heel erg bevriend geraakt met Dino en hij heeft ook een nummer ingezongen, maar hij staat onder contact bij Frontiers. Die waren daar niet zo blij mee, dus ik kreeg geen toestemming om het te gebruiken. Echt een shit-moment, want hij had het super ingezongen. Maar als het album eenmaal uit is gaat hij het coveren op You tube, dus dan kan iedereen het alsnog horen. Maar hij heeft mij ook geholpen aan de adressen van de Whitesnake mensen, zoals Joel Hoekstra”

Steeds grotere namen
Arjen vertelt me daarbij dat Dino de reden was dat een andere grootheid een plaats op “Revel In Time” heeft gekregen. Arjen beloofde Dino dat hij zijn favoriete zanger op het betreffende nummer zou laten zingen, dat bleek Joe Lynn Turner (Deep Purple, Rainbow) te zijn. Grappig genoeg vertelt Arjen me dat Joe Lynn Turner juist voor Dino Jelusick zou hebben gekozen als hij in Dino’s schoenen had gestaan.

Ik vraag Arjen of het ondertussen niet steeds meer als droom begint te voelen, gezien hij met steeds grotere namen lijkt te werken. Daarbij geeft hij aan dat hij inderdaad in een droom leeft en spreekt zijn bewondering uit voor artiesten als Joe Lynn Turner en dat hij zich vol in heeft gezet om het nummer tot een succes te maken. “Beter kan je het niet wensen, zeg maar”.

Maar hoe krijgt hij het steeds weer voor elkaar om met steeds grotere namen te komen? “Het is een verslaving, het is echt een verslaving. Dat begon al met de eerste Ayreon. Ik wilde mijn held Barry Hay (Golden Earring) erop hebben. Golden Earring is zonder twijfel de grootste band die Nederland ooit gehad heeft en Barry Hey was ik gewoon enorme fan van.

Via een producent, iemand die Vengeance produceerde, kwamen we in contact met Barry Hay. Hij keek onze teksten na. Toen heb ik Barry Hay gevraagd voor de eerste Ayreon en hij gaf aan het wel in te zingen voor een fles whisky. Dat was het begin van de verslaving. Daarna kwam dus Lenny Wolf op datzelfde album, later Fish van Marillion… Anneke van Giersbergen die toen heel groot was met The Gathering, Sharon den Adel van Within Temptation.

Het werd echt een verslaving. En dan ga je inderdaad hele grote namen proberen te krijgen en zo lukte Bruce Dickinson van Iron Maiden. En als je met Bruce Dickinson hebt gewerkt gaan mensen daar over praten: hij heeft met Bruce gewerkt, dus het zal wel van hoog niveau zijn. En hoe meer grote namen ik heb, hoe makkelijker het dan ook wordt. Dan nemen ze me serieus.

Als ze niet van me gehoord hebben is het lastig. Dan moet je langs een manager en vaak lukt het dan niet. Maar ik heb wat naam gemaakt op die manier en dat maakt het allemaal een stuk makkelijker. En het is een kleine wereld, iedereen kent elkaar. Door de een kom ik aan namen van de ander. Daarnaast als je iedereen goed behandeld kom je gewoon ver in de wereld. Mensen bevelen je aan en zo verspreidt dat zich.

Maar voor de grote namen betaal je ook gewoon hoor. Zoals Dee Snider (op “Transitus”). Die hebben vaak aan de top van dat wereldje gestaan en die willen ook gewoon geld zien. Nu betaal ik dat graag hoor. Aan de andere kant heb je ook mensen als Joe Satriani die het gewoon leuk vond om te doen. Dat gebeurt ook. Dat zijn de krenten uit de pap.”

Als je de tijd terug zou kunnen draaien…
Ik borduur nog even verder op ons onderwerp. Onlangs zag ik een post op Facebook voorbijkomen van Tobias Sammett (Avantasia), die naar aanleiding van het overlijden van Meat Loaf terugblikt op hoe Meat een nummer in zou zingen op zijn album “Ghostlights”. Dat is er nooit van gekomen, hoewel het contact wel was gelegd. Gezien de “Revel In Time” volledig in het teken staat van tijdreizen, vraag ik Arjen welke overleden artiest hij terug zou halen als dat mogelijk was.

Direct en zonder na te denken valt de naam John Lennon. Met name vanwege zijn typische stemgeluid en dat accent uit Liverpool. “Hij had iets machtigs in zijn stem, dat scherpe randje dat hij had in I Am The Walruss of Strawberry Fields. Daar hoef ik echt niet lang over na te denken.”

Daarnaast geeft hij ook aan Dio graag op één van zijn albums te hebben gehad. Hij vertelt dat dit ook bijna gelukt is, Arjen had zijn contactgegevens en ze zouden het er nog wel eens over hebben. Trots vertelt hij dat Dio Ayreon kende en geweldig vond en dat hij zijn email-adres nog steeds ergens heeft liggen. Helaas is het er op een of andere manier nooit van gekomen.

Nieuwsgierig als ik ben vraag ik Arjen ook of hij voor beide heren een rol in gedachten heeft. Daarbij geeft hij aan dat hij John Lennon nooit op Star One zou zetten, maar Ayreon bevat genoeg door The Beatles geïnspireerde muziek. Hij heeft aan dat het door Neal Morse ingezongen Last Man On Earth op “Universal Migrator” perfect zou zijn met John Lennon. Een leuk weetje is dat dat nummer ook daadwerkelijk gebaseerd is op I Am The Walrus.

Puur escapisme
Om het gesprek terug te brengen naar het nieuwe album begin ik over de science fiction films die als inspiratiebron hebben gediend voor de Star One reeks. Ik vraag Arjen wat deze films voor hem betekenen. Het antwoord luidt heel simpel “Escapisme. Puur escapisme”. Aan het begin van ons gesprek vroeg ik Arjen al naar hoe hij de corona-periode doorkomt, daar haakt hij nu weer op in.

“Ik leef niet in deze wereld. Ik leef in die eigen wereld in mijn hoofd. Het is echt constant escapisme voor mij. Ik ben ook blij dat bij wijze van spreken alleen ik dat heb en niet iedereen, want als iedereen zijn kop in het zand zou steken dan zou het niet goed gaan in deze wereld.

Aan de ene kant is scifi puur escapisme en aan de andere kant is het ook heel goed om op een scifi manier toch te verhullen wat er in de echte wereld gebeurt. Iets wat ik vaak zelf ook best wel doe. Vaak gaan mijn albums ook over het einde van de wereld, het milieu, over een virus, wat er allemaal fout kan gaan en zo. Zolang ik het verpak in een science fiction verhaal kom ik er mee weg.

Ik ben zelf ook geen fan van mensen die politiek bezig zijn in de muziek of die nu al albums en nummers over corona maken. Maar dat is puur persoonlijk, weet je wel. Als ze dat willen doen dan doen ze maar, dat is prima. Ik ben in elk geval altijd op zoek geweest naar escapisme. Albums van vroeger als “War Of The Worlds” konden me echt gewoon eventjes laten ontsnappen aan de werkelijkheid.”

Jef Bertels en surrealisme
Achter Arjen prijkt de bijzondere schildering die Jef Bertels in opdracht van Arjen voor de hoes van “Revel In Time” heeft gemaakt. Ik vraag Arjen of de hang naar escapisme ook hetgeen is dat hem zo naar het werk van Bertels toe trekt. “Totally. Helemaal ja. Dat gaat alleen misschien wel wat meer de fantasy kan op. Ik vraag het ook wel eens aan hem, of hij meer van de fantasy of de scifi is. Het gekke is dat het er uitkomt als fantasy, maar hij houdt meer van science fiction. Maar ja dat is precies wat me aanspreekt aan zijn werk.

Ik hou van surrealisme. Ik hou niet van abstract, dat doet me niks. Picasso of Mondriaan bijvoorbeeld, daar heb ik niks mee. Te realistisch heb ik ook niks mee. Maar Dali is echt een voorbeeld voor me, snap je. Die heeft dan bijvoorbeeld een olifant, maar met poten van acht meter lang. Of Roger Dean, die de hoezen voor Yes maakt en Uriah Heep, dat is ook zoiets. Dean maakt ook landschappen die niet bestaan, maar het zou wel kunnen.

Mijn eerste idee voor de hoes was ook om iets met die smeltende klokken van Dali te doen, maar ja… Dat is ooit al eens gedaan. Uiteindelijk was Jef gewoon de enige die deze klus moest doen. Ik zag ook echt die hal voor me met allemaal klokken, allemaal kleine klokjes en dan zo’n grote centrale klok. Aan de zijkanten wat landschappen. Hij was de enige die dit kon doen.

Een paar albums heb ik hem ook niet gebruikt, hij heeft geen schilderij gemaakt voor The Source en Transitus. Het klinkt gek, maar ik had gewoon geen plek meer in mijn huis voor de schilderijen! Nu woon ik in een oud schooltje met plenty of space, dus ik heb ook gelijk gevraagd of hij de grootste kon maken die hij ooit gemaakt heeft. Dat is het me helemaal waard geweest. Ik kan er uren naar kijken. Wat je zegt, evenals met mijn muziek, zoveel details… ”

Tijdreisklassiekers
De science fiction films op “Revel In Time” staan volledig in het teken van het manipuleren van tijd. Veel klassiekers komen dan ook aan bod, zoals Back To The Future, Terminator of Groundhog Day. Toch missen er wat klassiekers in mijn optiek. Als voorbeeld kaart ik Doctor Who aan, de langlopende Britse scifi reeks over een excentrieke tijdreiziger. Op zijn vorige Ayreon album heeft Arjen nota bene Doctor Who zelf (Tom Baker) weten te strikken als verteller.

Arjen geeft aan dat hij zichzelf nooit wil herhalen. Juist omdat hij Tom Baker op “Transitus” heeft gebruikt, maar ook omdat een nummer op een eerdere Star One al thematische connecties heeft met die serie. Toch geeft Arjen aan dat de serie wel op zijn lijst voor mogelijke nummers heeft gestaan. Trots wijst hij daarbij naar een kast achter hem waar een indrukwekkende hoeveelheid films en series in staan. Hij kan het niet laten om er even naartoe te lopen en om trots zijn Doctor Who dvd’s te tonen. “Uiteindelijk had ik voor deze Star One een lijst van veertig tijdfilms en daar moest ik uit kiezen”.

Wanneer ik hem vraag of er dan geen hele lading demo’s of ongebruikte nummers ligt gebaseerd op films die het album niet hebben gehaald is hij stellig: “Nee, nee, nee, dat doe ik zelden. Ik neem al mijn ideetjes op. Toevallig was ik net weer een idee aan het opnemen op mijn telefoon. Vroeger was dat mijn cassetterecorder. Uiteindelijk heb ik zo’n vijftig ideetjes, die gaan de computer in. Dan kies ik er een paar uit waarvan ik denk dat het de basis voor een goed nummer kan worden. Alles wat daar niet bij zit gaat weg. Daar werk ik niet eens aan. Ik voel aan dat het nergens heen gaat. Het staat nog wel op mijn computer, maar ik zal er nooit meer naar kijken. Als het niet goed genoeg is, dan is het niet goed genoeg.

En als ik nummers over zou hebben, dan komen die op een bonusschijf terecht, zoals bij de vorige twee Star One albums. Dit keer was dat niet het geval”.

Same songs, different singers
Toch bestaat “Revel In Time” uit twee cd’s, waarvan de tweede dezelfde tracklist omvat als de eerste cd, maar dan door andere vocalisten ingezongen. Maar spreken we nou over een bonusschijfje of is “Revel In Time” een volwaardig dubbelalbum?

“Voor mij is het een gelijkwaardige cd. Het begon als een schijf met guide-vocals. Door corona kon ik mijn zangers niet meer invliegen in mijn studio, wat ik altijd gedaan heb in het verleden. Als ik ze in de studio heb kan ik heel erg aan de nummers werken met zijn tweeën en dat kon nu niet. Dus ik moest zorgen dat de guide-vocals van super hoog niveau zouden worden. Ze moesten de zanger aan het twijfelen brengen die het daadwerkelijk zou gaan zingen, ze moesten denken ‘zo, hoe moet ik hier nou overheen?!’.

Daarvoor heb ik Jaycee Cuijpers en Marcela Bovio gevonden en dat is zo goed geworden, zo verschrikkelijk goed, dat zelfs Joe Lynn Turner en Jeff Scott Soto vroegen waar ik hun nog voor nodig had. Ik vond het zonde als het dan nooit uitgebracht zou worden. Dus wilde ik ze uitbrengen als bonus-cd met guide-vocals, maar toen had ik zoiets van ‘nee, dit is te goed, dit is gewoon cd 2 met gewoon dezelfde nummers met andere zangers’.

Ik had alleen niet voor elk nummer guide-vocals, dus ik heb nog wat andere zangers uitgenodigd. Vrienden en mensen met wie ik al langer wilde werken. Zodoende is het een gelijkwaardige cd geworden, met andere zangers. Het verschil is dat op cd 1 misschien de namen wat groter en bekender zijn en op cd 2 wat minder bekende namen meezingen.

Maar goed, iemand als Tony Martin van Black Sabbath staat ook gewoon op cd 2, om maar even aan te geven dat het echt wel een gelijkwaardige plaat is.”

Prescient
Langzaam ben ik door mijn vragen heen aan het raken. Toch wilde ik Arjen nog één laatste ding vragen. Zo las ik in een interview met collega’s van iO Pages dat Arjen voor “Revel In Time” op één nummer de verantwoordelijkheid voor de liedteksten uit handen heeft gegeven. Daar wil ik het fijne wel eens van weten.

“Ik had het nummer Prescient en dat werd zo ingewikkeld met zoveel zanglijnen en alles over elkaar heen. Het werd te ingewikkeld voor mij en er is maar één iemand die dat voor mij kon doen, mijn held Michael Mills uit Australië die ik tien jaar geleden ontdekt heb met Theory Of Everything.

Ik vroeg hem of hij hier tekst voor kon schrijven omdat het mij te ingewikkeld werd en hij zei ‘ja hoor, wat is het concept?’ Nou ja, het manipuleren van tijd… Michael noemde gelijk de film Primer, een film die voor 5000 dollar is gemaakt en enorm succes is geworden. Hij zei ‘Ik heb die film wel tien keer gezien en ik snap hem nog niet, maar het is voor mij een uitdaging om daar een tekst over te schrijven’, dus heeft hij een tekst geschreven die ik nooit zelf had kunnen schrijven op dat niveau. Echt ongelofelijk.

De film gaat over twee mensen, dus hij wilde eerst alle twee rollen zingen, maar het leek mij leuk om daar ook een tweede zanger bij te hebben. Toen kwam ik automatisch bij Ross Jennings uit, omdat Haken dat ook heel erg heeft, zanglijnen die over elkaar heen gaan met allerlei lagen en zo. Ik ben blij dat ik dat gedaan heb, want Ross is een wereldzanger en een superaardige gozer. Het werkte ook heel goed met Mike zijn stem”.

Nadat ik dat gegeven nog even uit Arjen heb weten te trekken moet ik concluderen dat ik alweer door mijn vragen heen ben geraakt. Ik grap nog dat ik nog een hele reeks aan standaardvragen op hem af kan vuren als “en wat zijn je verdere plannen” of “wil je nog iets kwijt aan onze lezers”, maar die heeft hij vast al vaak genoeg beantwoord de afgelopen dagen. Lachend kan Arjen dat beamen. Kort kletsen we nog even na, waarna het gesprek toch echt ten einde komt.

Of Arjen Lucassen toch een tijdreiziger is, blijft nog in het midden. Wel zijn we te weten gekomen dat hij graag vlucht naar bijzondere werelden en wanneer ons dat muziek oplevert als Star One’s “Revel In Time” kan ik dat alleen maar toejuichen!

Bart Schwertmann – Een kind van de rekening

Bart Schwertmann – Een kind van de rekening

Een paar weken geleden bespraken wij het solodebuut van Kayak frontman Bart Schwertmann, “Theater Of Grief”. Daarmee is hij de derde Kayakker op rij die in 2021 een soloplaat uit wist te brengen, en wat voor één! Tel daarbij op dat de iconische formatie definitief tot een einde lijkt te komen en je hebt meer dan genoeg stof voor een goed gesprek. Rik van den Heuvel ging dat gesprek aan met niemand minder dan meneer Schwertmann zelf.

Het is vrijdagmiddag. De zon schijnt en het weekend staat voor de deur. Het belooft een heerlijk wandelweekend te worden, maar eerst staat me nog een interview te wachten. Onwennig schuif ik achter mijn laptop, sinds kort betrek ik een leuk appartement samen met mijn vriendin en het is nog even wennen op die nieuwe thuiswerkplek. Het is ook alweer even geleden is dat ik me aan een interview waagde, hetgeen het onwennige gevoel alleen maar versterkt. Soms verlies je net even de zin en de motivatie voor wat normaal juist de krenten uit de pap zijn. Maar na een komisch ongemakkelijke kennismaking van mijn kant en een sympathiek maar licht gehaast welkom van Bart weet ik precies weer waarvoor ik het weer doe.

Een creatief en succesvol jaar

Des te groter is het contrast dat Bart schetst wanneer ik hem de vraag stel hoe het afgelopen jaar voor hem is bevallen. Hij geeft aan een succesvol en met name creatief jaar achter de rug te hebben, met daarin twee lovend ontvangen albums als mijlpalen en nog een reeks gastbijdrages als vocalist voor andere projecten. Toch is het zijn soloalbum, “Theater Of Grief”, waar hij het meest trots op lijkt te zijn, een album dat hem al een tijdje bezighoudt. Gepassioneerd vertelt hij hoe hij zelf verantwoordelijk is geweest voor het volledige album, van composities en teksten tot de artwork en clips. De redenen daarvoor zijn grotendeels financieel van aard, gezien het opnemen en uitbrengen van een plaat flink geld kost, maar buiten dat geeft hij aan hier toch veel plezier aan te beleven. Tevreden stelt hij dat hoewel optreden er niet in heeft gezeten, hij toch veel heeft kunnen bewerkstelligen.

Zoals gezegd levert Bart ook vocale bijdragen op werk van collega-musici. Wanneer ik hem hier naar vraag constateert hij dat hij daar steeds meer voor gevraagd wordt. Ik meen me te herinneren dat ik zijn naam voorbij heb zien komen op de nieuwe Samurai Of Prog. Dit wordt bevestigd terwijl hij aangeeft inmiddels een ‘frequent flyer’ bij The Samurai te zijn en toevallig net bezig is met het inzingen van een aantal stukken voor een nieuw project van de heren Bernard en Pörsti. Zo te horen hoeft Bart zich met het naderende einde van Kayak geen zorgen te maken over zijn toekomst in de muziekindustrie. Hij blijkt een graag gewilde vocalist te zijn en hij vindt het leuk zijn stem te lenen voor interessante projecten. Hij vertelt daar wel bij dat hij wel 100% achter de muziek moet staan, en daardoor niet alles aan durft te nemen.

Een baan in de zorg

Afgaande op het afgelopen jaar in zijn muzikale carrière klinkt het bijna alsof de pandemie weinig impact heeft op Bart. Toch begreep ik via via dat hij naast zijn muziek ook een baan heeft in de zorg. Een wereldwijde pandemie en de zorg… Dat klinkt als water en vuur! Daar wil ik meer van weten. Wanneer ik hem vraag naar zijn baan geeft Bart aan dat het gaat om ondersteuning binnen de gezinnen waar dit nodig is. Daarbij vertelt Bart dat het op dat vlak flink aanpoten en improviseren is geweest de afgelopen tijd, gezien alles digitaal plaats moet vinden en dat toch zorgt voor meer afstand en minder warmte. Je bent volledig aangewezen op beeldbellen, iets wat een andere focus vraagt dan elkaar in het echt kunnen spreken. “Als je dat een hele dag moet doen, dan kan dat best vermoeiend zijn!”.

De toekomst van livemuziek

Vroeg of laat zal het vast wel weer mogelijk zijn, live-muziek. Naast muzikant lijkt Bart mij ook vooral een liefhebber van goede muziek. Daarom vraag ik hem om in beide hoedanigheden zijn visie op de toekomst van livemuziek toe te lichten. “Ik denk dat er heus wel wat gaat veranderen hoor, ik zie het niet gebeuren dat zalen zomaar weer vol mogen.”, niet de meest blijde boodschap.

“Jij kent de Boerderij, ik ken de Boerderij. Ik kom daar graag en ik speel daar graag. Maar hoeveel man gaat daarin? 750. Als ik kijk op tv wat er allemaal gaande is denk ik oei… Hoe gaan we dat doen? Dat vind ik een hele lastige vraag”. Er worden termen bijgehaald als de vaccinaties en de QR-codes om aan te duiden hoeveel tweestrijd er niet gaande is en de weerslag die dat kan hebben op concerten als die weer plaats mogen vinden, “en dat gaat sowieso weer mogen! Maar hoe het zal gaan, dat weet ik ook niet… We zijn er voorlopig nog niet van af”.

De laatste vaart van Kayak

Die onzekerheid lijkt me best griezelig, gezien Ton Scherpenzeel onlangs bekend heeft gemaakt dat Kayak als band zal stoppen na een laatste tour. Bart, sinds enkele jaren de frontman van de iconische formatie, geeft al aan er rekening mee te houden dat het misschien niet door kan gaan of zal moeten worden verschoven, hoe jammer dit ook zou zijn. Toch is hij hier wel al volop voor aan het trainen zodat hij er klaar voor is als het eenmaal kan.

Later in ons gesprek vraag ik Bart nog of hij denkt dat na de aangekondigde tour het doek definitief valt voor Kayak. Hij vertelt me dat dit inderdaad het geval gaat zijn. “Het initiatief komt van Ton Scherpenzeel. Hij heeft een hartaanval gehad een tijdje geleden en eerlijk gezegd had ik toen al een hard hoofd erin. Het is maar afwachten hoe de beste man hieruit komt. Gelukkig heeft Ton zich heel goed hersteld, maar alles viel toen stil. We zouden een tour doen met The Flower Kings, dat is ook niet doorgegaan. Ton is wel op een respectabele leeftijd, dus het kan best wel eens betekenen dat het een keer stopt.

Dat was inmiddels twee jaar geleden. Gelukkig heeft Ton zich goed hersteld, maar ik begrijp ook wel dat je op een gegeven moment op een leeftijd komt dat het mooi geweest is. Als ik dan kijk naar de prachtige Kayak-geschiedenis, waar ik zelf maar kort deel van uit heb mogen maken, dan bestaat de band in 2022 ruim vijftig jaar. Dan is dit denk ik een mooi moment om daar een punt achter te zetten. Het houdt simpelweg gewoon een keer op. Ik vind het echt jammer hoor, Rik. Het is dat ik er nu in zing, maar het staat als een paal boven water dat het een iconische band is en van grote betekenis voor het Nederlandse muzieklandschap”.

Hij geeft daarbij aan dat hij er ook niks voor voelt om de band zonder Ton voort te moeten zetten. Ik herinner me een moment in het gesprek dat ik enkele maanden geleden met Ton Scherpenzeel had naar aanleiding van Kayak’s “Out Of This World”, waarbij we het hadden over het schip van Theseus. Ik vraag Bart wat hij denkt dat Ton van het idee zou vinden, Kayak zonder zijn kapitein van het eerste uur. Bart is stellig dat hij niet de man is die de kar wil trekken. “Dan blijf je over met een band met muzikanten die maar heel kort in de band hebben gespeeld, met alle respect en echt op geweldig hoog niveau. Ton is en blijft wel DE man. Ik zie geen Kayak voor me zonder Ton Scherpenzeel.

In elk geval gaan we stoppen met een big bang. We hebben een hele mooie set en we gaan nog één keer goed knallen!”.

Theater Of Grief live?

Terugkomend op de toekomst van live-muziek geeft Bart ook aan dolgraag de muziek van zijn soloalbum, “Theater Of Grief”, live te willen spelen. “Dat lijkt me echt te gek!”. Toch geeft hij aan dat deze wens ook misschien nog even vooruitgeschoven moet worden. “Buiten dat het hebben van een band als heel lastig kan zijn, is de garantie ook 100% dat alles niet door kan gaan.” Ach, wat in het vat zit verzuurt niet Bart en een mens mag dromen. Ik sta in elk geval als eerste in de rij wanneer het weer kan en mag en ik denk niet dat ik de enige zal zijn. Dat blijkt maar uit de stroom aan lovende recensies die het album heeft mogen ontvangen na de release.

Ik vraag Bart wat al die positieve media-aandacht voor hem betekent, waarop hij aangeeft dat hij daar echt blij van wordt. “Het is een album dat best toegankelijk is, maar zeker niet ‘middle of the road’. Het is een album met behoorlijke uitersten en ik ben heel blij dat mensen dat begrijpen en mooi vinden. Dat je zowel heel rauw en venijnig uit de hoek kan komen muzikaal gezien, maar ook heel emotioneel en melodieus. Dat vind ik mooi, weet je wel. Daar hou ik echt van en dat hebben we op dit album toch maar mooi gefikst! Daarom ben ik ook blij dat het door een breed publiek goed ontvangen is”.




Al jaren in de maak

Ik heb ooit vernomen dat “Theater Of Grief” al een tijdje op de planning stond, wanneer ik Bart hiernaar vraag kan hij dit bevestigen. Volgens Bart is het album altijd een kind van de rekening geweest, het kwam altijd op de laatste plek. Daarom kwam de pandemie stiekem wel goed uit, gezien dit hem vol de tijd gaf om het album eindelijk eens af te ronden. Daarbij beweert Bart dat het album er waarschijnlijk niet was gekomen als niet alles tot een stilstand is gekomen, omdat het toeren met Kayak dan gewoon door was gegaan en hij zijn prioriteiten anders had moeten leggen.

Ervan uitgaande dat het zaadje voor dit album al een paar jaar geleden is geplant, vraag ik Bart of het daadwerkelijke album nog een evolutie heeft doorgemaakt. Is het eindresultaat nog hetzelfde gebleven als het oorspronkelijke concept? Daarop lacht hij en vertelt hij me dat hij altijd heel veel schrijft en dat hij na zijn laatste tour met Kayak zo’n zin had om weer iets te maken dat hij direct de studio indook om nieuwe muziek op te nemen. Dat werd het nummer Supernatural Forces, trots vertelt hij dat dit een van de eerste nummers is dat hij ooit op toetsen heeft geschreven. Daarnaast geeft hij aan ook nog meer singer song-writer achtige stukken te hebben geschreven. Als gevolg van het vele schrijven zijn er wat latere nummers bijgekomen die beter aansloten bij de rest van het album en hebben andere nummers het veld weer moeten ruimen, om de balans zo goed mogelijk af te stemmen.

“Wat ik met die andere stukken doe? Ik weet niet wat ik daar mee doe. Misschien ooit nog eens uitbrengen op een ander project of via een uitgeverij. Het is in elk geval altijd een heel proces en along the way ga je gewoon schrappen. Dat zie je altijd. En daar ben ik heel rigoureus in, Rik. Als ik merk dat een ander nummer beter klinkt dan hak ik met gemak de knoop door. Het belang van het grote plaatje staat voorop.”

Burnout

De meeste lezers zullen het album inmiddels vast al een kans hebben gegeven of de recensie hebben gelezen, toch geef ik Bart de kans om het album in eigen woorden uit te leggen. Enthousiast geeft hij aan dat het een album vol muzikale uitersten is, zoals hij eerder ook aan heeft gegeven, waarbij zijn stem de overkoepelende factor is. Hij grapt dat hij zelf ook een man van uitersten is en refereert naar zijn baan in de zorg die haaks staat op zijn muzikale carrière.

Thematisch gezien is het een zeer persoonlijk album. Bart geeft aan jaren geleden gekampt te hebben met een burn-out, waarbij hij de spreekwoordelijke ‘rock bottom’ heeft en daar ook weer bovenop is gekomen. Het album dient grotendeels als rouwverwerking voor deze zware periode in zijn leven en met dat idee speelt hij al jaren. “Je komt er uiteindelijk wel weer uit, maar dat gaat niet vanzelf. Dat is ook waar de teksten over gaan. Dat idee had ik al heel lang en ik ben blij dat hij uit is. Het heeft een tijdje geduurd, maar ik ben er berentrots op!”.

Ik geef aan dat ik vermoed dat velen zich waarschijnlijk zullen herkennen in het onderwerp en vraag of Bart denkt dat dat misschien meespeelt bij de positieve aandacht die het album ontvangt. Daarop geeft hij aan dat het geen doel op zich is geweest om het herkenbaar te maken, maar dat het wel open en eerlijk is, bij vlagen best een beetje donker “maar dat is ook zo, je maakt echt een periode mee dat je best somber bent en niet echt weet waar je heen wil. Daarover gaan de teksten.”

Bart geeft ook aan dat de term ‘burn-out’ misschien wel wat snel wordt geroepen, maar dat als je erin zit dat echt naar is en je er echt niet zo makkelijk uit komt zonder hulp en dat je je daarvoor niet hoeft te schamen. Daarbij vertelt hij ook dat hij op zijn werk als hulpverlener en zijn werk als zangdocent bij het Noorder Muziek Instituut, wat hij daarnaast doet, ook merkt dat sommige mensen zich echt ongelukkig voelen tijdens de pandemie, omdat die zijn tol eist voor mensen. Stiekem lijkt het Bart wel mooi als het album daarom het taboe op je slecht voelen of opgebrand zijn een beetje kan doorbreken. “Het is niet erg om je kwetsbaar op te stellen. Het is niet erg als dingen niet gaan zoals je het graag had gezien. Zo is het leven.”

Maar zoals hij al aan heeft gegeven is dat niet zijn doel. “Mensen willen altijd weten waar het over gaat, de muziek”. Of je het concept nu in je achterhoofd hebt of niet, de muziek moet gewoon overeind blijven staan, is de conclusie. De boodschap in de teksten kun je meenemen of je laat hem achter. Alles is prima, denk ik.

Nieuwe muziek op komst?

Wanneer ik Bart eerder in ons gesprek vraag naar albums van collega-musici waar hij zelf naar uitkijkt, kan hij het niet laten om ook een tipje van de sluier over zijn nieuwste wapenfeit op te lichten. Met zijn allereerste band, Galaxy, brengt hij binnenkort nieuwe oude muziek uit. Het gaat om opnames die al 25 jaar op de plank liggen en waarvan hij dacht dat niemand erop zat te wachten, tot David Van Hartingsveldt interesse toonde in de opnames.

Als we Bart mogen geloven kunnen we een plaat vol hele toffe neo-prog verwachten van vier talentvolle en productieve jongens. Tegen het einde van de band hebben ze het album “Runaway Men” weten op te nemen, maar rond diezelfde tijd bleek ook de rek een beetje uit de band te zijn. Des te meer bijzonder dat er een kwart eeuw later toch nog een vervolg lijkt te komen!

“Heel bijzonder ook om je eigen stem zo terug te horen. Indertijd zong ik en speelde ik basgitaar tegelijk en om sommige dingen terug te horen was echt verbazingwekkend! Echt een openbaring om dit terug te horen. Het waren oude opnames en toch klonk het behoorlijk fris.”

“Het klinkt gewoon echt te gek. Ik vind dat zo bijzonder, weet je wel, 25 jaar later komt er toch nog een album uit!”.

Met de belofte om ons op de hoogte te houden zodra er meer nieuws over dit project naar buiten mag worden gebracht, besluiten we ons gesprek af te ronden. Ik bedank Bart nogmaals voor zijn tijd en spreek de hoop uit dat we elkaar de volgende keer zonder digitaal tussenschot kunnen zien. Met een wederzijds “Geniet van je weekend” sluit ik de call en klap ik mijn laptop dicht. Er is nog genoeg te doen in mijn nieuwe huisje…

Fotografie door Albert-Jan de Boer Photography

Even voorstellen: The Boxx Orchestra

Binnen Progwereld dragen wij de Nederlandse progscene een warm hart toe. Het ontstaan van een nieuwe Nederlandse band binnen de op onze site besproken genres verdient dan ook een passende introductie. Vandaar dat Rik van den Heuvel contact zocht met Jan Boekestein van de Nederlandse formatie The Boxx Orchestra naar aanleiding van hun debuut, “Out Of The Boxx”.

Misschien kennen sommige lezers jullie band nog niet. Vertel eens kort over het ontstaan van de band.

The Boxx Orchestra is in 2016 opgericht door mij (Jan Boekestein), ik speelde in de jaren ’70 en ’80 keyboards in de symfonische rockband Argyll en de powerrock band The Boxx en schreef destijds een grote hoeveelheid nummers. Deze nummers vormen de basis voor de huidige band, alleen dan wel opnieuw gearrangeerd voor de 21e eeuw. Overigens worden er ook nieuwe nummers geschreven.

Kun je de band voorstellen?

Naast Jan Boekestein op keyboards en backing vocals bestaat de band uit leadzangeres Ria Mulder, gitarist en backing zanger Jos van der Zanden, bassist Walter Hüsstege (bekend van Cause 17) en drummer Kees Schollen.

Wat zou je zeggen dat jullie invloeden zijn, of waar luister je zelf graag naar?

De invloeden van de bandleden zijn zeer divers van Barok tot Powerrock. We vinden elkaar echter in de gemeenschappelijke voorliefde voor de symfonische rock, zowel de ‘klassieke’ symfo rock uit de seventies en eighties als de hedendaagse progrock.

Omschrijf in eigen woorden de muziekstijl van jullie band

De muziekstijl van The Boxx Orchestra is een mix van puur symfonische rock en meer ‘straight between the eyes’ rock waarbij het wel zo is dat er altijd sprake is van fraaie melodielijnen, verrassende harmonieën en soms onverwachte ritmische wendingen. We proberen met onze stijl steeds een beetje ‘out of the boxx’ te opereren.

Wat zijn jullie plannen voor de komende tijd?

Het afgelopen jaar stond in het teken van het uitbrengen van ons debuutalbum ‘Out of the Boxx’. Eerder in 2021 zijn al twee single tracks van dat album uitgebracht op de streaming platform. Voor de komende tijd willen we, zodra het weer corona-technisch kan gaan optreden. Daarnaast zijn we gestart met de opnamen voor ons tweede album. Wanneer dat album uit zal komen is op dit moment nog niet bekend. Aan de hoeveelheid materiaal zal het niet liggen. Er liggen nog zo’n 40 nummers op de plank en er komen nog steeds nieuwe nummers bij.

Hebben jullie nog een boodschap voor de Progwereld-lezer, of iets leuks wat je wilt delen?

In deze moeilijke tijden biedt muziek voor heel veel mensen een houvast en troost. Zet dus zo vaak mogelijk een CD (of LP) op, of stream je favoriete muziek. Zodra het weer kan; ga naar concerten. Als muziekliefhebber zorg je er op die manier voor dat muzikanten door kunnen gaan met hun activiteiten!




Send this to a friend