Barock Project

31 maart 2018, De Boerderij, Zoetermeer

Locatie
De Boerderij, Zoetermeer
Luca Zabbini: piano, toetsen, akoestische gitaar, zang
Alex Mari: zang, akoestische gitaar
Eric Ombelli: drums
Giacomo Anselmi: elektrische gitaar
Francesco Caliendo: basgitaar
Set 1:
Gold
Happy to See You
Roadkill
My Silent Sea
Waiting
Broken
Set 2:
Overture
Tired
Spinning Away
Rescue Me
Fool's Epilogue
Toegift:
The Longest Sigh

Tijdens de zesde editie van het onvolprezen Progdreams Festival in 2017, in de Boerderij in Zoetermeer, waren er naar mijn bescheiden mening twee bands die met kop en schouders boven de rest uitstaken: Tiger Moth Tales met de fantastische Pete Jones als leider en het Italiaanse Barock Project met Luca Zabbini in de rol van voorman. Het zal geen verbazing wekken als ik vertel dat het absolute hoogtepunt van het Festival het duet tussen beide heren, tijdens de show van de eerste, betrof, de schitterende ballade Alone, door Jones gezongen. Duimendik kippenvel destijds.
Daarnaast bracht de band één van de beste albums van het jaar 2017 uit, “Detachment” is een waar meesterwerk binnen het genre. Reden genoeg om met spanning uit te zien naar het ‘solo-optreden’ van de jonge Italianen, wederom in de Boerderij en wel op zaterdag 31 maart. Helaas hadden slechts een honderdvijftigtal die-hards de weg naar de Zoetermeerse poptempel gevonden, grotendeels kenners. Niemand zou teleurgesteld worden door de show van het kwintet, de thuisblijvers hebben, voor de zoveelste maal, ongelijk.

Er moest even gewacht worden voordat de deuren van de Creative Colours zaal open konden, een zeldzaam technisch probleem met de software van de lichtshow was hier debet aan. Voor de heren en dames van de technische crew geen belemmering, via een by-pass konden we toch nog genieten van de wederom uitstekende belichting terwijl ook het geluid weer van hoog niveau was. Hulde!

Barock Project komt direct sterk uit de startblokken met het rockende Gold waarbij onmiddellijk een ding opvalt: zanger Alex Mari heeft zich in de afgelopen periode sterk verbeterd. Daar waar ik me een jaar geleden nog afvroeg of hij wel genoeg in huis had om de belangrijke vocale positie van voorganger Luca Pancaldi over te kunnen nemen, is die twijfel inmiddels bij mij volledig weggenomen. Op enthousiaste en gedegen wijze werkte hij zich door het toch redelijk complexe materiaal heen. Daarnaast blijkt hij ook aan podiumpresentatie gewonnen te hebben, maar daarover later meer. Happy To See You is afkomstig van het nieuwe album met akoestische intro en drummachine, de zangpartijen worden afwisselend door Zabbini en Mari verzorgd, waarna gitarist Giacomo Anselmi ons trakteert op een geweldige solo, lekker heavy.

Barock Project

Roadkill wordt door Mari met enig gevoel voor drama en pathos gezongen, terwijl Zabbini zelf op energieke wijze de solozang voor zijn rekening neemt op My Silent Sea, wat me sterk doet denken aan Jethro Tull’s Pussy Willow. Waiting krijgt een geweldige jazzy pianosolo en duo vocalen mee. De prachtige ballade Broken, op het album gezongen door Pete Jones, wordt ditmaal door Luca Zabbini van zang voorzien, de vocale harmonieën en de heavy shredder gitaar maken het nummer tot een echte prog song. Na ongeveer vijftig minuten is het tijd voor een twintig minuten durende pauze, de jonkies raken blijkbaar snel vermoeid.

Wat een geweldige toetsenist is die Luca Zabbini toch. Vooral zijn pianospel heeft wel wat weg van een klaterende waterval, de noten vloeien in elkaar over en vormen als het ware een cascade, een lust voor het oor. Daarnaast mag ook zijn Hammond orgel spel niet vergeten worden, hij is bovendien prima thuis op de (akoestische) gitaar. Om maar niet te spreken van zijn (lead) vocalen.

Barock Project

Ook de terugkeer op het oude nest van Eric Ombelli is een goede zaak voor de band. Hij was vanaf 2014 al de vaste drummer en keerde na zijn uitstekende bijdragen op de laatste cd ook weer terug in de band voor live-optredens. Een erg goede en vooral snaar-strakke drummer, belangrijk in een band waar toetsen, gitaar en vocalen constant strijden om een plek op de voorgrond. Zijn kompaan in de ritmesectie is bassist Francesco Caliendo, de stille kracht in de band, nooit op de voorgrond tredend maar solide zijn partijen spelend op vijfsnarige basgitaar.

Het eerste nummer na de pauze is Overture, Zabbini’s instrumentale ode aan idool en leermeester Keith Emerson, de strakke drums van Ombelli doen de rest. Een klassieke intro op piano en prima zang van Alex Mari kenmerken het Toto-achtige Tired. Bij het spelen van Spinning Away doemt onwillekeurig de vraag op: barock of jazzrock project? Het unisono duet tussen gitaar en toetsen zorgt in elk geval voor zichtbaar plezier op het podium, daar krijgen wij als publiek een behoorlijke dosis van mee.

Rescue Me kent wederom een hoofdrol voor Luca Zabbini, zowel als zanger als (akoestisch) gitarist. De showman in hem kan de gitaarheld pose niet weerstaan. Gelukkig relativeert hij meteen: ‘we are a boyband’. Fool’s Epiloque wordt door hem aangekondigd met ‘now a little bit of baroque’ waarna Alex Mari mag aantonen wat hij vocaal allemaal in huis heeft. De Queen invloeden zijn legio en het is duidelijk dat hij bij zijn podiumpresentatie leentjebuur heeft gespeeld bij ene Freddy M. De energie spat van zijn performance af en werkt aanstekelijk op zowel publiek als bandgenoten. Mari heeft zich niet alleen tot een prima zanger ontwikkeld, maar blijkt ook over andere gaven te beschikken: hij is een aanjager en een teamspeler die voor het noodzakelijke plezier op de planken zorgt. Het ruim elf minuten durende magnum opus is een uitstekende afsluiter van het reguliere deel van het optreden.

Barock Project

Longest Sigh is de eerste en naar later blijkt enige toegift tijdens de show. ‘Keith junior’ doet zijn best om senior naar de kroon te steken, armen gespreid tussen zijn batterij toetseninstrumenten, leren jack losjes om de schouders, gezicht zelfverzekerd naar het publiek gekeerd. Alsof hij wil zeggen ‘kom maar op, wat vinden jullie hiervan?’

Klein puntje van kritiek: er wordt een uur en drie kwartier gespeeld, wel wat aan de korte kant voor deze relatief jonge band. De senioren van Yes persten er een paar dagen eerder toch ruim twee en een half uur uit. Het kon het uiterst enthousiaste publiek niet echt deren, er werd luid geapplaudisseerd en meegezongen en –geklapt waardoor de zaal een stuk minder leeg aanvoelde dan het bezoekersaantal aangaf. Een van de beste jonge prog bands van het moment heeft wederom bewezen hun plek aan het prog firmament meer dan waard te zijn. Live is de band bovendien net iets heavier, brutaler bijna. Bravissimo ragazzi.

Verslag: Alex Driessen
Foto’s: Richard Winkel & De Boerderij waarvoor dank!

Tijdens de zesde editie van het onvolprezen Progdreams Festival in 2017, in de Boerderij in Zoetermeer, waren er naar mijn bescheiden mening twee bands die met kop en schouders boven de rest uitstaken: Tiger Moth Tales met de fantastische Pete Jones als leider en het Italiaanse Barock Project met Luca Zabbini in de rol van voorman. Het zal geen verbazing wekken als ik vertel dat het absolute hoogtepunt van het Festival het duet tussen beide heren, tijdens de show van de eerste, betrof, de schitterende ballade Alone, door Jones gezongen. Duimendik kippenvel destijds.
Daarnaast bracht de band één van de beste albums van het jaar 2017 uit, “Detachment” is een waar meesterwerk binnen het genre. Reden genoeg om met spanning uit te zien naar het ‘solo-optreden’ van de jonge Italianen, wederom in de Boerderij en wel op zaterdag 31 maart. Helaas hadden slechts een honderdvijftigtal die-hards de weg naar de Zoetermeerse poptempel gevonden, grotendeels kenners. Niemand zou teleurgesteld worden door de show van het kwintet, de thuisblijvers hebben, voor de zoveelste maal, ongelijk.

Er moest even gewacht worden voordat de deuren van de Creative Colours zaal open konden, een zeldzaam technisch probleem met de software van de lichtshow was hier debet aan. Voor de heren en dames van de technische crew geen belemmering, via een by-pass konden we toch nog genieten van de wederom uitstekende belichting terwijl ook het geluid weer van hoog niveau was. Hulde!

Barock Project komt direct sterk uit de startblokken met het rockende Gold waarbij onmiddellijk een ding opvalt: zanger Alex Mari heeft zich in de afgelopen periode sterk verbeterd. Daar waar ik me een jaar geleden nog afvroeg of hij wel genoeg in huis had om de belangrijke vocale positie van voorganger Luca Pancaldi over te kunnen nemen, is die twijfel inmiddels bij mij volledig weggenomen. Op enthousiaste en gedegen wijze werkte hij zich door het toch redelijk complexe materiaal heen. Daarnaast blijkt hij ook aan podiumpresentatie gewonnen te hebben, maar daarover later meer. Happy To See You is afkomstig van het nieuwe album met akoestische intro en drummachine, de zangpartijen worden afwisselend door Zabbini en Mari verzorgd, waarna gitarist Giacomo Anselmi ons trakteert op een geweldige solo, lekker heavy.

Roadkill wordt door Mari met enig gevoel voor drama en pathos gezongen, terwijl Zabbini zelf op energieke wijze de solozang voor zijn rekening neemt op My Silent Sea, wat me sterk doet denken aan Jethro Tull’s Pussy Willow. Waiting krijgt een geweldige jazzy pianosolo en duo vocalen mee. De prachtige ballade Broken, op het album gezongen door Pete Jones, wordt ditmaal door Luca Zabbini van zang voorzien, de vocale harmonieën en de heavy shredder gitaar maken het nummer tot een echte prog song. Na ongeveer vijftig minuten is het tijd voor een twintig minuten durende pauze, de jonkies raken blijkbaar snel vermoeid.

Wat een geweldige toetsenist is die Luca Zabbini toch. Vooral zijn pianospel heeft wel wat weg van een klaterende waterval, de noten vloeien in elkaar over en vormen als het ware een cascade, een lust voor het oor. Daarnaast mag ook zijn Hammond orgel spel niet vergeten worden, hij is bovendien prima thuis op de (akoestische) gitaar. Om maar niet te spreken van zijn (lead) vocalen.

Ook de terugkeer op het oude nest van Eric Ombelli is een goede zaak voor de band. Hij was vanaf 2014 al de vaste drummer en keerde na zijn uitstekende bijdragen op de laatste cd ook weer terug in de band voor live-optredens. Een erg goede en vooral snaar-strakke drummer, belangrijk in een band waar toetsen, gitaar en vocalen constant strijden om een plek op de voorgrond. Zijn kompaan in de ritmesectie is bassist Francesco Caliendo, de stille kracht in de band, nooit op de voorgrond tredend maar solide zijn partijen spelend op vijfsnarige basgitaar.

Het eerste nummer na de pauze is Overture, Zabbini’s instrumentale ode aan idool en leermeester Keith Emerson, de strakke drums van Ombelli doen de rest. Een klassieke intro op piano en prima zang van Alex Mari kenmerken het Toto-achtige Tired. Bij het spelen van Spinning Away doemt onwillekeurig de vraag op: barock of jazzrock project? Het unisono duet tussen gitaar en toetsen zorgt in elk geval voor zichtbaar plezier op het podium, daar krijgen wij als publiek een behoorlijke dosis van mee.

Rescue Me kent wederom een hoofdrol voor Luca Zabbini, zowel als zanger als (akoestisch) gitarist. De showman in hem kan de gitaarheld pose niet weerstaan. Gelukkig relativeert hij meteen: ‘we are a boyband’. Fool’s Epiloque wordt door hem aangekondigd met ‘now a little bit of baroque’ waarna Alex Mari mag aantonen wat hij vocaal allemaal in huis heeft. De Queen invloeden zijn legio en het is duidelijk dat hij bij zijn podiumpresentatie leentjebuur heeft gespeeld bij ene Freddy M. De energie spat van zijn performance af en werkt aanstekelijk op zowel publiek als bandgenoten. Mari heeft zich niet alleen tot een prima zanger ontwikkeld, maar blijkt ook over andere gaven te beschikken: hij is een aanjager en een teamspeler die voor het noodzakelijke plezier op de planken zorgt. Het ruim elf minuten durende magnum opus is een uitstekende afsluiter van het reguliere deel van het optreden.

Longest Sigh is de eerste en naar later blijkt enige toegift tijdens de show. ‘Keith junior’ doet zijn best om senior naar de kroon te steken, armen gespreid tussen zijn batterij toetseninstrumenten, leren jack losjes om de schouders, gezicht zelfverzekerd naar het publiek gekeerd. Alsof hij wil zeggen ‘kom maar op, wat vinden jullie hiervan?’

Klein puntje van kritiek: er wordt een uur en drie kwartier gespeeld, wel wat aan de korte kant voor deze relatief jonge band. De senioren van Yes persten er een paar dagen eerder toch ruim twee en een half uur uit. Het kon het uiterst enthousiaste publiek niet echt deren, er werd luid geapplaudisseerd en meegezongen en –geklapt waardoor de zaal een stuk minder leeg aanvoelde dan het bezoekersaantal aangaf. Een van de beste jonge prog bands van het moment heeft wederom bewezen hun plek aan het prog firmament meer dan waard te zijn. Live is de band bovendien net iets heavier, brutaler bijna. Bravissimo ragazzi.

Send this to a friend