Op 1 augustus 1969 kwam “Stand Up”, de tweede plaat van Jethro Tull uit. Het was de eerste plaat waarop zanger, fluitist en akoestisch gitarist Ian Anderson de leiding overnam van Mick Abrahams, die na het debuut “This Was” wegens muzikale meningsverschillen de band had verlaten. Dientengevolge is de blues van “This Was” goeddeels verschoven naar een breder pop/rock-geluid. Voor vele Tull-fans, inclusief ondergetekende, is dit feitelijke de eerste plaat waarop het later klassiek geworden Tull-geluid gestalte krijgt. Het is niet voor niets een onvoorstelbare klassieker, met een welhaast legendarische status. Latere platen als “Acqualung” en “Thick As A Brick” mogen voor symfonische rockliefhebbers interessanter zijn, “Stand Up” zijn het niet.
Als je jezelf probeert los te maken van de historische context, probeert niet te denken aan “Under Wraps” of die vermaledijde kerstplaat, dan is “Stand Up” ook zonder de legende simpelweg een uitstekende plaat. Stel, Tull was na “Benefit” opgedoekt, dan hadden de eerste drie platen, en dus ook “Stand Up” alsnog als weliswaar obscuur, maar toch gerespecteerd meesterwerk te boek gestaan. Esoteric Recordings had de plaat graag opgepoetst en aan de man gebracht. Feitelijk is de conclusie van dit betoog dat Jethro Tull eigenlijk een protoprog-groep is die mocht blijven voortbestaan na 1970. Leuk, toch?
Het zal duidelijk zijn dat “Stand Up” met kop en schouders uitsteekt boven de releases rond deze tijd, en het materiaal heeft de tand des tijds prima doorstaan. De plaat kent geen zwakke liedjes, maar wel het instrumentele Bourree, dat volgens mij iedereen wel kent. Ook nummers als Fat Man, Nothing Is Easy en We Used To Know hebben een klassieke status binnen het immense Tull-oeuvre. Toch hoor ik zelden iemand over Back To The Family, maar wat een spannend en swingend nummer is dat eigenlijk.
Bij EMI zitten ongetwijfeld Tull-liefhebbers, want de 2010-editie van deze klassieker is om door een ringetje te halen. Op de oorspronkelijke cd zijn toegevoegd onder meer Living In The Past en Sweet Dream, en een John Peel-sessie. De tweede cd is de zogenaamde Carnegie Hall-bootleg en betreft een opname uit 1970, dus rond de tijd van “Benefit”. Wat dan straks op de bonus-cd van “Benefit” moet, zo die ooit komt, is mij een raadsel, maar goed. Op de dvd staat vreemd genoeg exact hetzelfde als op de tweede cd, maar met meer gepraat tussendoor. Let wel: de dvd kent geen video-opnamen, het betreft slechts audio, hoewel dan wel in 5.1 DTS.
De live-opnamen laten wel een belangrijk verschil met de platen uit die tijd zien, namelijk de uitgebreide jams en verleningen van nummers. Tull was in zijn vroege jaren een live-act van formaat en de live-cd toont dat. Anderson is een frontman pur sang en het materiaal swingt werkelijk de pan uit. Hoewel ik “Bursting Out” ook een voortreffelijke liveplaat vindt, en ik niets aan de latere Tull wil afdoen, is deze Carnegie-Hall-cd een werkelijk fantastische belevenis.
Dit alles maakt de prachtig vormgegeven feestelijke editie van “Stand Up” een lust voor het oog en oor. Inclusief uitklapgedeelte, zoals ook bij de oorspronkelijke plaat!