No-Man

Flowermouth

Info
Uitgekomen in: 1994 (heruitgave: 2005)
Land van herkomst: Groot Britannië
Label: One Little Indian (heruitgave: Snapper Music)
Website: www.no-man.co.uk
MySpace: www.myspace.com/nomanuk
Tracklist
Angel Gets Caught in a Beauty Trap (10:33)
You Grow More Beautiful (5:26)
Animal Ghost (6:09)
Soft Shoulders (3:59)
Shell of a Fighter (7:50) 
Teardrop Fall (4:39)
Watching Over Me (4:43)
Simple (7:31)
Bonustracks:
Angeldust (9:11)
Born Simple (12:09)
Tim Bowness: zang
Steven Wilson: instrumenten

Met medewerking van:

Richard Barbieri: elektronica (5)
Ben Coleman: viool (1,3,4,5,6,7,9)
Mel Collins: sopraansaxofoon (1,10), fluit (3,6)
Ian Carr: tromper (1)
Robert Fripp: gitaar, soundscapes (1,3,5,6,8,9,10,11)
Lisa Gerard: stemsample (8)
Steve Jansen: percussie (8)
Chris Maitland: drums (1,9), percussie (3)
Silas Maitland: fretloze basgitaar (1,10)
Schoolyard Ghost (2008)
Together We're Stranger (2003)
All That You Are EP (2003)
Lost Songs [Volume One] (2001)
Returning Jesus (2001)
Speak (1999)
Radio Sessions [1992-1996] (1998)
Carolina Skeletons EP (1998)
Dry Cleaning Ray (1997)
Wild Opera (1996)
Housewives Hooked On Heroin EP (1996)
Flowermix (1995)
Heaven Taste (1995)
Flowermouth (1994)
Painting Paradise EP (1993)
Loveblows & Lovecries [A Confession] (1993)
Sweetheart Raw EP (1992)
Lovesighs [An Entertainment] (1992)
Days In The Trees EP (1991)

Het Engelse duo No-Man maakt bijzonder atmosferische en melancholische muziek, waarbij experiment en sfeer de voornaamste uitgangspunten zijn bij het musiceren. Hoewel bandlid Steven Wilson uiteraard veel beter bekend is van Porcupine Tree en Blackfield, is de muziek van No-Man geenszins minder interessant dan het andere werk van deze chronische workaholic. Zo is bijvoorbeeld het in 1994 uitgebrachte “Flowermouth” een beluisterenswaardig album waarop Steven Wilson en Tim Bowness met een buslading gastmuzikanten muziek maken die het midden houdt tussen pop, dance, progressieve rock, minimalistische muziek en postrock. Hoewel de muziek behoorlijk experimenteel is, is ze geenszins ontoegankelijk, en “Flowermouth” zou dan ook veel muziekliefhebbers moeten kunnen aanspreken.

Doordat de nummers op “Flowermouth” gebaseerd zijn op dance- en triphopritmes ligt, ten opzichte van andere albums van het duo, de vergelijking met triphopacts als Massive Attack voor de hand. Naast deze ritmische grondtoon zijn er ook nog andere flirts met de triphop: zo zit er in Shell OfA Fighter een eindstuk dat doet denken aan “Mezzannine” van de reeds aangehaalde Engelse triphoppers. Echter, een band waarmee No-Man beter vergeleken kan worden is het eveneens Britse Talk Talk: hoewel voornamelijk bekend als synthpop-gezelschap, zijn met name de laatste twee albums van de heren, “Spirit of Eden” en “Laughing Stock”, interessant voor de liefhebber van avontuurlijke muziek. “Flowermouth” lijkt qua benadering enigszins op deze Talk Talk-albums: hoewel het duo Bowness en Wilson de regie sterk in handen houdt, wordt de muzikale invulling veelal gedaan door de vele gastmuzikanten. Hierbij staat het creëren van sfeervolle texturen centraal; net als Talk Talk proberen Bowness en Wilson bepaalde emoties te laten kristalliseren in hun muziek. Het resultaat is een album dat ondanks een veelheid aan geluiden nergens te vol klinkt, hoewel “Flowermouth” nog niet het niveau van weglaten heeft bereikt dat “Together We’re Stranger” zo bloedstollend mooi maakt.

Op “Flowermouth” worden feitelijk twee verschillende soorten elektronische beats gebruikt, namelijk de zogeheten breakbeat die gebruikt werd in drum and bass en afgeleiden als triphop en een meer reguliere dance-beat. Hoewel dit ten tijde van de oorspronkelijke release van het album behoorlijk nieuw was, maakt juist de tweede soort beat, de dance-beat, dat de muziek soms wat gedateerd klinkt; dergelijke beats worden tegenwoordig toch vooral met een bepaalde periode in het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw geassocieerd. Hoewel dit uiteraard nog niet duidelijk kon zijn toen het album opgenomen werd, kan het wel zijn dat de luisteraar het album bij tijd en wijle behoorlijk gedateerd vindt klinken. Bovendien heeft de onophoudelijke beat soms het effect dat de sfeer van een nummer beschadigd raakt; de emotie wordt teniet gedaan door een koud en klinisch elektronisch ritme. Als zodanig is “Flowermouth” niet volledig overtuigend, omdat op sommige punten de muziek zichzelf lijkt tegen te werken.

Het is dan ook niet zeer verrassend dat de sterkste sferen voorkomen in de nummers waar de elektronische ritmes spaarzamer toegepast worden dan elders. Zo is met het lange Angel Gets Caught in a Beauty Trap de maatstaf meteen behoorlijk hoog gelegd, en is ook de eigenlijke afsluiter van album, Simple, ondanks de nadrukkelijke Porcupine Tree-gitaarsolo, mooi vanwege de openheid van het geluid. Dit wil echter niet zeggen dat alle experimenten met de drumcomputer overbodig zijn: Shell of a Fighter is bijvoorbeeld een nummer dat zowel erg elektronisch als erg sfeervol is. Toch lijken de beide heren musici op “Flowermouth” nog wat te schipperen tussen het toegeven aan de interesse in bepaalde muziekstromingen en het uitwerken van de beoogde sferen zonder daarbij per se bepaalde stijlen te willen verwerken.

Op de remaster van het album zijn twee bonusnummers toegevoegd aan het origineel. Angeldust en Born Simple zijn ambient-nummers die vooral sterk doen denken aan “Voyage 34” van Porcupine Tree. Beide nummers steken ondanks hun dance-invloeden af tegen de rest van het album, en ze zijn dan ook redelijk overbodig; zonder bonusnummers zou de heruitgave niet minder geweest zijn. Bovendien zijn de nummers ook niet van dusdanige kwaliteit dat het een schande zou zijn om ze aan het publiek te onthouden.

Met “Flowermouth” bracht No-Man een album uit dat weliswaar veel sterke kanten kent, maar dat soms vastloopt op de eigenschap die het album onderscheidt van later materiaal van het duo, namelijk de elektronische beats, hoewel deze soms juist wel effectief blijken binnen het sfeerbeeld dat gecreëerd wordt. Het album geeft wel al aan welke richting het duo later zou gaan volgen: het oproepen van een bepaalde sfeer is belangrijker dan het uitwerken van melodieën of het spelen van flitsende solo’s. Regelmatig slagen de heren Bowness en Wilson erin om de muziek volledig in dienst te stellen van de atmosfeer, soms echter ook niet…  en dan gaat een compositie ten onder aan de elektronische ritmes. Over het geheel gezien echter is “Flowermouth” een fraai album van een formatie die later nog veel prachtiger dingen zou maken.

Christopher Cusack

Koop bij bol.com

Send this to a friend