Rush

Counterparts

Info
Uitgekomen in: 1993
Land van herkomst: 1993
Label: Atlantic Records
Website: http://www.rush.com
MySpace: -
Tracklist
Animate (6:05)
Stick It Out (4:30)
Cut To The Chase (4:49)
Nobody's Hero (4:54)
Between Sun & Moon (4:37)
Alien Shore (5:45)
The Speed Of Love (5:03)
Double Agent (4:51)
Leave That Thing Alone (4:06)
Cold Fire (4:27)
Everyday Glory (5:10)
Geddy Lee: basgitaar, toetsen, zang
Alex Lifeson: elektrische gitaar, akoestische gitaar
Neil Peart: drums, percussie
Met medewerking van:
Michael Kamen: orkestratie op Nobody's Hero
John Webster: toetsen
Snakes & Arrows (2007)
Feedback (2004)
Rush In Rio DVD / CD (2003)
Vapor Trails (2002)
Different Stages [live] (1998)
Test For Echo (1996)
Counterparts (1993)
Roll The Bones (1991)
Presto (1989)
A Show Of Hands [live] (1989)
Hold Your Fire (1987)
Power Windows (1985)
Grace Under Pressure (1984)
Signals (1982)
Exit... Stage Left [live] (1981)
Moving Pictures (1981)
Permanent Waves (1980)
Hemispheres (1978)
A Farewell To Kings (1977)
All The World's A Stage [live] (1976)
2112 (1976)
Caress Of Steel (1975)
Fly By Night (1975)
Rush (1974)

Na twee ietwat middelmatige albums, “Presto” en “Roll The Bones”, belandt Rush halverwege de vierde fase (1989-1996) op een dood spoor. De combinatie tussen het Canadese drietal en producer Rupert Hine resulteert in ronduit zwakke, vaak risicoloze composities. Deze zijn bovendien van enig levensvatbaarheid ontnomen door Hine’s dodelijk saaie, buitengewoon emotieloze productiewerk. De welhaast noodlottige samenwerking met de producer brengt Rush aan het begin van de jaren negentig zelfs op de rand van de artistieke afgrond. Hoog tijd dus om eens stevig in te grijpen!

Maar hoe doe je dat als gerenommeerd muzikaal gezelschap met een rijke historie? Vind je jezelf opnieuw uit? Geef je jezelf een schop onder de kont? Zoek je naar nieuwe grenzen? Rush zoekt het antwoord op deze vragen in een simpele, doch voor de hand liggende oplossing. Samen met Peter Collins kiest het trio immers voor een terugkeer naar het bandgeluid van begin jaren tachtig, naar de indrukwekkende muziek op platen als “Permanent Waves” of “Moving Pictures”.

Wellicht deels geïnspireerd door de indertijd grote populariteit van de vooral uit Seattle afkomstige grungeklanken in combinatie met een toenemende drang om krachtige, luide en energieke nummers te spelen, brengt Rush in oktober 1993 één van zijn meest enerverende albums in zijn bestaan op de markt. Met een bonte verzameling van elf fonkelnieuwe composities kijken Geddy Lee, Alex Lifeson en Neil Peart op “Counterparts” derhalve zowel terug in de geschiedenis als vooruit in de toekomst.

Vrijwel elk nummer kenmerkt zich door fel en bondig gitaarwerk, krachtig en pompend basspel, inventief en beukend drumwerk. Samen met de buitengewoon vette en volle productie van Peter Collins (“Power Windows” en “Hold You Fire”) en het indrukwekkende samenspel tussen de drie instrumentalisten, klinkt “Counterparts” gewoonweg overtuigender en krachtiger dan we in tijden van het gezelschap gehoord hebben. Het album is zonder enige twijfel een terugkeer naar de vorm van weleer, zodat de band wat mij betreft zeker in zijn oorspronkelijke opzet geslaagd is.

Rupert Hine en zijn futloze productie zijn echter niet de enige slachtoffers van deze onbeteugelde geldingsdrang van de band, want met ingang van “Counterparts” brengt Rush het aandeel van synthesizers in het totaalgeluid sterk terug. De vaak multilaagse, door diverse elektronica overheersende, klanken op eerdere albums zijn vanaf heden ingeruild ten gunste van een significant meer rockige aanpak. Met deze plaat keert het drietal in feite terug naar de beproefde basisopstelling van gitaar, basgitaar en drums.

De nieuwe benadering resulteert evenwel in het teleurstellende gegeven dat met name veel liefhebbers van ons aller favoriete muziekgenre zich helaas genoodzaakt zien om de band vanaf nu de rug toe te keren. De radicale, nagenoeg volledige verbanning van synthesizers, keyboards en soortgelijke toetsinstrumenten, schiet bij deze groep in het verkeerde keelgat. Zij vrezen immers dat de muziek door het sterk verminderde aandeel van deze instrumenten minder raakvlakken vertoont met hun favoriete genre. Nu wil ik niemand terecht wijzen, maar deze daad is wat mij betreft ietwat prematuur en daarom geheel ten onrechte.

Rush weet de luisteraar immers een weloverwogen, doch briljante mix uit zijn eigen, rijke verleden voor te schotelen. “Counterparts” combineert op ingenieuze manier de dynamische, brutale aanpak van de jaren zeventig met de meer gestructureerde, compacte benadering van de jaren tachtig. Deze geniale samensmelting is bovendien voorzien van enkele karakteristieke elementen van de jaren negentig, zodat het drietal daadwerkelijk een onvervalst tijdloos album gemaakt heeft.

Toch zijn niet alle kenmerken van de wat meer recentere albums overboord gegooid. Evenals “Roll The Bones” kent ook de vijftiende studioplaat van Rush een universeel thema. Het album handelt op rationele en filosofische wijze over menselijke verhoudingen in het algemeen en die tussen twee geliefden in het bijzonder. Voor diegenen die dit motief eventueel over het hoofd gezien hebben, zal de illustratie van Hugh Syme van een bout en een moer op de albumhoes nu zeker boekdelen spreken. Aan het onderwerp van het instrumentale Leave That Thing Alone zal ik dan ook verder geen woorden meer vuil maken en het aan de verbeeldingskracht van de luisteraar overlaten…

Ik vrees dat ik onder de progliefhebbers in de minderheid ben, maak ik ben stapelgek op dit album! “Counterparts” is een buitengewoon temperamentvolle plaat met krachtige composities en dito productie. Het samenspel is werkelijk ongeëvenaard, waarbij duidelijk te horen is dat het gevierde triumviraat de spelvreugde weer heeft teruggevonden.

Wanneer je jezelf als volwaardig liefhebber van de muziek van het Canadese drietal ziet, mag dit album dan ook juist om die reden onder geen beding in jouw verzameling ontbreken. Op het enigszins matte The Speed Of Love na, dat als een overblijfsel van de sessies van “Presto” of “Roll The Bones” klinkt, kent dit album eenvoudigweg geen enkel moment van verzwakking.

Zelfs nu ik “Counterparts”, na al die tijd, opnieuw minutieus beluister, raak ik wederom onder de indruk. Het is bijna niet te bevatten dat Geddy Lee, Alex Lifeson en Neil Peart na zoveel jaar nog immer van deze overtuigende en intelligente muziek kunnen maken. Daar neem ik mijn pet diep voor af… en dat zouden er meer moeten doen!

Frans Schmidt

Koop bij bol.com

Send this to a friend