Barclay James Harvest

Everyone Is Everybody Else

Info
Uitgekomen in: 1974 (heruitgave 2003)
Label: Polygram
Website: www.bjharvest.co.uk
MySpace: www.myspace.com/bjhflh
Tracklist
Child Of The Universe (5:02)
Negative Earth (5:28)
Paper Wings (4:14)
The Great 1974 Mining Disaster (4:35)
Crazy City (4:05)
See Me See You (4:32)
Poor Boy Blues (3:05)
Mill Boys (2:47)
For No One (5:08)

Bonustracks:
Child Of The Universe [single versie] (2:51)
The Great 1974 Mining Disaster [originele mix] (4:46)
Maestoso [A Hymn In The Roof Of The World] (5:30)
Negative Earth [originele mix] (5:33)
Child Of The Universe [single versie] (3:36)
Les Holroyd: zang, bas
John Lees: zang, gitaar
Mel Pritchard: drums
Wooly Wolstenholme: toetsen, zang
All Is Safely Gathered In (2005)
Revolution Days (2003)
Revival (1999)
Nexus (1999)
River Of Dreams (1997)
Caught In The Light (1993)
Welcome To The Show (1990)
Glasnost (1988)
Face To Face (1987)
Victims Of Circumstance (1984)
Ring Of Changes (1983)
A Concert For The People [Berlin] (1982)
Turn Of The Tide (1981)
Eyes Of The Universe (1979)
Live Tapes (1978)
XII (1978)
Gone To Earth (1977)
Octoberon (1976)
Time Honoured Ghosts (1975)
Live (1974)
Everyone Is Everybody Else (1974)
Early Morning Onwards (1972)
Baby James Harvest (1972)
Barclay James Harvest And Other Short Stories (1971)
Once Again (1971)
Barclay James Harvest (1970)

Gestoken in één van de lelijkste hoezen aller tijden, is “Everyone Is Everybody Else” van Barclay James Harvest een klassieker van ongekende hoogte. Het is niet alleen één van de beste platen uit het uitgebreide en in de jaren zeventig behoorlijk constante oeuvre van de Britse groep, het is ook één van mooiste symfonische popplaten van de vroege jaren zeventig.Zoals normaal bij BJH worden de songs keurig verdeeld tussen de songschrijvers en zangers Les Holroyd en John Lees. Normaal gesproken leverde ook toetsenist Wooly Wolstenholme een bijdrage in, maar producer Rodger Bain vond de track in kwestie niet passen binnen de plaat. De geplaagde track in kwestie, het overigens schitterende Maestoso (Hymn In The Roof Of The World) is terecht nu wel als bonustrack toegevoegd. Ondanks zijn oorspronkelijke afwezigheid op songschrijversgebied, is Wooly qua toetsenpalet wel zeer aanwezig. De plaat is gedompeld in Mellotron, dus liefhebbers van dit instrument kunnen aan “Everyone Is Everbody Else” hun hart ophalen.

De plaat, hun eerste voor het Polydor-label, kent in elk geval een Lees en Holroyd in topvorm met gemakkelijk hun beste composities op één plaat vertegenwoordigd. De plaat kent minstens drie torenhoge klassiekers, die in latere toeren zouden uitgroeien tot live-favorieten. Barclay James Harvest staat als studio-groep bekend om hun wat zoetgevooisde, laid-back stijl, die nog het meest doet denken aan The Moody Blues, een groep waar ze vaak zeer tegen hun zin, maar niet geheel onterecht, mee werden vergeleken. Om BJH nou als een Moody Blues-kloon af te schilderen gaat wellicht wat te ver en zou een verwoede BJH-fan als een belediging kunnen opvatten, feit blijft dat binnen de symfonische rock BJH net als hun bekendere voorgangers, kiest voor een weg van de ‘normale’, zij het sterk klassiek beïnvloede, popsong.

Doch binnen deze stijl, niet door elke symfonische rockfan als ‘progressief’ gezien, is BJH wel meester. Zeker als de composities in orde zijn, zoals op deze plaat, is BJH een warm bad voor de jaren-zeventig-liefhebber en zéker voor de Mellotron-fan.

Child Of The Universe is gemakkelijk het bekendste nummer van de plaat en een uitstekende opener. Het is een John Lees-compositie en een anti-oorlogsnummer, dat nog niets van zijn actualiteit heeft verloren. Wat gelijk opvalt en de hele plaat voortduurt, is de in onze oren tamelijk gedateerde productie, die overigens wel van zeer hoog niveau is. Zeker de remaster die een paar jaar geleden ons verblijdde, klinkt als een Zwitserse klok.
Ook het slotnummer van de plaat, het eveneens door John Lees gecomponeerde For No One, betreft een anti-oorlogsnummer. Het is een heerlijk nummer, boordevol Mellotron, Mellotron en nog meer Mellotron.

Naast de tekstueel aandoenlijke, maar muzikaal vernuftige Beatles-homade (Lees is een grote fan van deze formatie en dat zullen we wéten ook) See Me See You, kent de plaat ook een onverwachte eerbetoon aan de Bee Gees, middels The Great 1974 Mining Disaster. Tevens kent de tekst geinige passages gericht aan ’the man who sold the world away’ en ‘a major out of space’, hetgeen me in een popquiz geen lastige vraag lijkt.

Van de nummers gezongen en gecomponeerd door Les Holroyd is Negative Earth waarschijnlijk één van zijn allermooiste ooit. Verhalend over het bijna-ongeluk met de Apollo 13 in 1970, heeft het niet alleen een prachtige melodie en fijne Mellotrontapijten, het kent ook nog twee zeer passende gitaarsolo’s van Lees. Ook Paper Wings is klassiek BJH, vol Mellotron, snerpende gitaar, een zestiger-jaren-gevoel en een listig instrumentale epiloog. Hetzelfde gevoel, maar dan middels een veel meer uptempo nummer, zit in zijn compositie Crazy City, een heerlijk nummer met hoog meezing-gehalte.

Poor Boy Blues (van Holroyd) en Mill Boys (van Lees) zijn twee grappige, in elkaar overlopende korte nummers. Ze stellen niet veel voor en kennen zelfs wat countryachtige passages die slechts kort irriteren. Evenwel blijven ze niet lang hangen en op zijn best kent met name Poor Boy Blues een aardig Stephen Stills-achtig karakter (expres dié, want Graham Nash of David Crosby noemen is teveel eer). Ze vormen echter middels één perfect getimede drumslag van Mel Pritchard wel de opmars naar het hoogtepunt For No One.

“Everyone Is Everybody Else” is in zijn totaliteit één van de warmst klinkende platen uit het begin van de jaren zeventig en kan moeiteloos als klassieker bestempeld worden. Het klinkt heerlijk wollig, lekker oubollig en doet het goed bij een knisperend haardvuurtje tijdens koude, barre dagen. Alleen die hoes hè?

Markwin Meeuws

Send this to a friend