Kansas

Power

Info
Uitgekomen in: 1986
Land van herkomst: Verenigde Staten
Label: MCA
Website: http://www.kansasband.com
MySpace: -
Tracklist
Silhouettes In Disguise (4:26)
Power (4:25)
All I Wanted (3:20)
Secret Service (4:42)
We're Not Alone Anymore (4:16)
Musicatto (3:30)
Taking In The View (3:06)
Three Pretenders (3:50)
Tomb 19 (3:46)
Can't Cry Anymore (4:01)
Phil Ehart: drums
Billy Greer: basgitaar, zang
Steve Morse: gitaar
Steve Walsh: zang, keyboards
Richard Williams: gitaar
Sail On: The 30th Anniversary Collection (2004)
Device Voice Drum - live (2002)
Somewhere To Elsewhere (2000)
Always Never The Same (1998)
Freaks Of Nature (1995)
In The Spirit Of Things (1988)
Power (1986)
Drastic Measures (1983)
Vinyl Confessions (1982)
Audio-Visions (1980)
Monolith (1979)
Two For The Show - live (1978)
Point Of Know Return (1977)
Leftoverture (1976)
Masque (1975)
Song For America (1975)
Kansas (1974)

De hoes van dit werkstuk wekt de indruk dat er gloeiend metaal bewerkt wordt en daarmee lijkt een link naar de muziek gelegd. Of die bewering hout snijdt zal je aan het einde van dit epistel weten. Eerst de feiten. Zanger John Elefante, bassist Dave Hope en zeer gewaardeerde kracht Kerry Livgren (gitaar en keyboards) zijn er niet meer bij. Alleen medeoprichter Phil Ehart en trouwe dienaar Rich Williams hebben alle stormen overleefd.

De verloren zoon Walsh is weer opgenomen in de gelederen en zijn doorleefde stem klinkt rauwer dan ooit tevoren. Je zou zelfs in de meest hevige momenten enige raakvlakken met de oude Ian Gillan (Deep Purple) kunnen horen. Ik verwelkom de zanger met open armen, want voor mij is Kansas geen Kansas zonder deze man (wat overigens niets zegt over de kwaliteiten van Elefante). Hij neemt bassist Billy Greer mee. Criticasters mogen dan beweren dat de band als een stuurloos schip ronddobberde in de jaren tachtig, maar wat doe je deze Amerikanen dan schromelijk tekort. Het blijkt namelijk appels met peren vergelijken als je het geluid uit de jaren zeventig met dat van de jaren tachtig naast elkaar legt.

Het einde van ‘Walshgate’ is niet eens het meest opzienbarende van deze plaat, want vooral de toevoeging van die andere Steve (Morse) zal de meest krachtige verandering in de band blijken te zijn. Niet alleen voorziet hij met zijn gitaarspel Kansas van een heel ander verfrissend geluid, maar ook op compositorisch vlak heeft hij flink wat in de melk te brokkelen gehad. Morse die uit het kamp van Dixie Dregs komt, zet dat voor hem typische gitaargeluid neer. Emotioneel, stijlvol en krachtig. Het bevalt mij wel. Anderen zullen overigens de bijdragen van Kerry Livgren vreselijk missen op “Power”.

Silhouettes In Disguise is gesmeed in de traditie van de melodieuze rock. Het door Survivor geïnspireerde titelstuk met interessant drumwerk, ijzersterk opgebouwd met gitaar en voorzien van een uiterst toegankelijk refrein, is wat mij betreft één van de beste composities op de plaat. Secret Service laat Walsh schreeuwen. Het nummer doet me nu en dan denken aan Asia ten tijde van “Astra” (het gitaarwerk klinkt als dat van Mandy Meyer). Het bombastische duel tussen de keyboards en gitaar is zoals alleen Kansas het kan. Dan een AOR song van het zuiverste water All I Wanted, een top 20 hit voor de band in Amerika. Fel wordt er van leer getrokken met de rocker We’re Not Alone Anymore. Toegegeven, met die compositie leggen de smeden wederom melodieuze rock op het aambeeld, maar het steekt zo waanzinnig lekker in elkaar. De band schept daarna weer een heel ander beeld met Musicatto. Dat is een (instrumentale) progressieve song overlopend in Taking In The View. De banden met het verleden worden hier strak aangehaald. Het opgetrommelde kinderkoor is belangrijk voor de sfeer. Mooi man!

Geleidelijk wordt er naar het hoogtepunt toegewerkt via de melodieuze rock van Three Pretenders en de AOR song Tomb 19. Dat de mannen specialisten zijn in het schrijven en uitvoeren van gevoelige nummers laat hekkensluiter Can’t Cry Anymore horen, dat doet snakken naar nog meer Walsh bevattend materiaal. Die honger kan in de jaren tachtig maar met moeite gestild worden, want we kunnen de man absoluut niet betichten van ‘overexposure’. De zanger weet wederom te imponeren op deze orkestrale ballad (met medewerking van het door Andrew Powell gedirigeerde Philharmonia Orchestra uit Londen). Geen twijfel mogelijk: Walsh geeft menig zanger het nakijken. Wat me zo charmeert is dat de stem naast gevoeligheid ook ruwe kanten kent en de tegenhanger vormt van de muziek, die mathematisch gezien helemaal klopt.

“Power” is een dijk van een plaat, wel typisch jaren tachtig, maar met veel afwisseling en vol passie. Nergens te vergelijken met de eerste platen, maar op zichzelf staand en een brug naar het volgende album “In The Spirit Of Things”. Opium voor uw recensent, maar dit is niet voor iedereen de plaat waarop was gehoopt. Voor de liefhebber die niet zijn neus optrekt voor melodieuze rock met progressieve elementen.

Ton Veldhuis
Koop bij bol.com

Send this to a friend