Morse, Neal

Cover To Cover

Info
Uitgekomen in: 2006
Land van herkomst: Verenigde Staten
Label: Insideout
Website: www.nealmorse.com
MySpace: www.myspace.com/nealmorse33
Tracklist
Pleasant Valley Sunday [The Monkees] (4:45)
Badge [Cream] (2:52)
Maybe I'm Amazed [Paul McCartney] (4:03)
Where Do The Children Play [Cat Stevens] (4:40)
I'm The Man [Joe Jackson] (4:06)
Feeling Stronger Everyday [Chicago] (5:39)
Rock And Roll Suicide [David Bowie] (5:48)
Where The Streets Have No Name [U2] (5:48)
Day After Day [Badfinger] (3:26)
What Is Life [George Harrison] (4:28)
I'm Free / Sparks [The Who] (6:36)
Tuesday Afternoon [The Moody Blues] (6:33)
Find My Way Back Home [Blind Faith] (6:49)
Neal Morse: toetsen, zang, gitaar

Met medewerking van:

Chris Carmichael: viool, viola, cello
Randy George: bas
Jim Hoke: saxofoon
Bill Huber: trombone
Phil Keaggy: zang
Mike Portnoy: drums
Neil Rosengarden: trompet
? (Question Mark) Live (2008)
Sola Scriptura (2007)
Cover To Cover (2006)
? (Question Mark) (2005)
One (2004)
Testimony Live dvd (2004)
Testimony (2003)
It's Not Too Late (2001)
Neal Morse (1999)

In de borst van Neal Morse huizen twee zielen: het muzikaal genie en de geldwolf. De eerste is verantwoordelijk voor meesterwerken als Spock’s Beard’s “V” en “The Kindness Of Strangers”, Transatlantic’s “SMPTe” en zijn soloplaten “Testimony”, “One” en “?”. De tweede is schuldig aan wanproducten als “Two Separate Gorilla’s” , ” Merry Christmas From The Morse Family ” en die eindeloze reeks platen met alle demootjes die Neal thuis in elkaar knutselde. Sommige geldwolf-projecten zijn niet helemaal zonder aardige momenten, maar ze zijn allemaal voornamelijk bedoeld om de echte fans, waaronder ondergetekende, de laatste stuiver uit de zak te kloppen.

“Cover To Cover” is wat dat betreft de overtreffende trap. Dit is namelijk de verzameling van al die tracks die de limited editions van Neal’s laatste soloplaten vulden, aangevuld met nog zeven extra stukken. Echte fans, of moet ik “sukkels” zeggen, tasten dieper in de buidel om die speciale uitgaven te bemachtigen, worden daarbij meestal teleurgesteld omdat het niet zelden eigenlijk toch vooral rommel is, en mogen nu weer dokken voor deze verzameling liedjes van anderen die Neal en zijn kornuiten gebruikten om de mixer in te regelen. Een uurtje muziek waarvan we (in minuten zuivere speeltijd) ten minste de helft al hebben! Ja, we noemen het een speciaal coverproject, maar het is natuurlijk een verzameling gebbetjes voor die mensen die zenuwachtig worden bij de gedachte aan een jaar zonder nieuwe plaat van ome Neal. Foeter de foeter!

De plaat is verdeeld in drie “hoofdstukken”: de “?” sessies, de “One” sessies en de “Testimony” sessies. Alleen die eerste zeven stukken van de “?” sessies zijn nog niet eerder op de plaat verschenen. Een echte lijn kun je niet in de nummerkeuze ontdekken, anders dan dat de mannen dit leuke liedjes vinden. Het plezier waarmee de nummers worden uitgevoerd is dan ook aanstekelijk. Het voordeel van zulke talentvolle muzikanten is dat, zelfs als ze er soms met hun pet naar gooien, het resultaat er mag zijn. Tegelijk worden de stukken zodanig met de losse pols gespeeld, dat het af en toe behoorlijk rammelt. Neal doet hoorbaar zijn best op de zang, knap dat hij zijn stem weet te voegen naar de oorspronkelijke uitvoeringen. Bij een soundmix-show zou hij het niet gek doen als Bono, David Bowie of Cat Stevens. Jammer dat bijna elk nummer eindigt met studiogebabbel. Kennelijk denkt Neal dat het iets toevoegt om hem te horen giechelen, maar dan heb ik nieuws voor hem.

De waarde van deze plaat zit hem in de introductie van stukken (en bandjes?) die veel reguliere Morse-fans vast niet zullen kennen. (Cat Stevens? Chicago?) De gelikte versie van Cream’s Badge is een stuk toegankelijker dan de ruwe bluesrock van het origineel. Voor andere stukken, zoals Maybe I’m Amazed, blijven de drie angstig dicht bij het origineel, tot aan de overstuurde zang toe.

Echt verrassende arrangementen zitten er niet tussen, het is óf heel netjes óf bijna één op één gekopieerd van de oorspronkelijke versie. Geen enkel nummer is net zo goed of beter dan het origineel en dat is voor een briljant componist en arrangeur als Neal Morse eigenlijk een aanfluiting. En die cover van I’m Free van The Who is een zootje dat ik wel had willen missen.

De hoogtepunten van deze plaat zijn de twee nummers die we ook al van de uitgebreide “Testimony” versie kennen: prachtige uitgesponnen uitvoeringen van Tuesday Afternoon en Find My Way Back Home. Jammer dat Neal hier iets minder sterk zingt en dat de vioolsolo’s me op mijn zenuwen gaan werken.

Blijft de vraag waarom je dit zou willen hebben. Die-hard fans hebben de helft al. Die andere helft is wel leuk, maar niet bijzonder. Laten we eerlijk zijn: als dit niet de drummer van Dream Theater en de voormalige zanger van Spock’s Beard waren geweest, had ik deze recensie niet eens hoeven schrijven. Dan was niemand er in geïnteresseerd geweest. Dus waarom? En het sneue is: de echte fans van Neal Morse lezen dit en onthouden alleen maar: wauw! Zeven nieuwe nummers! Gauw kopen!

Erik Groeneweg

Send this to a friend