“Pink Floyd in Nederland” – hoe een wereldact Nederland decennia in de ban hield

Tekst en foto’s: Wouter Bessels

Begin jaren negentig startte Charles Beterams de Nederlandse fanclub Echoes, een voor de fans nuttige bron van informatie in het pre-internet tijdperk. Toen al was de verzamelaar druk bezig met diepgravend onderzoek naar de activiteiten van Pink Floyd in Nederland. Het resultaat leidde tien jaar geleden in samenwerking met Robert Haagsma tot de bundel “Pink Floyd in de Polder”. Nu is er “Pink Floyd in Nederland”, een onder zijn eigen naam volledig herziene en geactualiseerde versie.

PINK-FLOYD-IN-NEDERLAND-1

De timing kan niet beter zijn. Vorige maand was het vijftig jaar geleden dat de band voor het eerst een concert in Nederland gaf, op 13 november in de Rotterdamse Heliport, het ‘oude Ahoy’, toen nog midden in het centrum gelegen naast station Hofplein. Het bleek uiteindelijk het enige concert te zijn dat de groep in Nederland gaf met medeoprichter Syd Barrett.

Charles Beterams (45) duikt in zijn boek chronologisch in de geschiedenis van Pink Floyd en diens bandleden, waarbij de concerten in Nederland en België van 1967 tot nu de rode draad vormen. Foto’s en anekdotes wisselen elkaar af en met name de eerste jaren zijn uitstekend gedocumenteerd. Zo wist hij vrij recentelijk nog hand te leggen op kleurenfoto’s van het concert dat Pink Floyd op 17 september 1969 in een uitverkocht Concertgebouw in Amsterdam gaf. Een beroemd concert, omdat de groep die avond het conceptstuk “The Man And The Journey” speelde en de VPRO het uitzond. De opnames maken deel uit van de vorig jaar verschenen kloeke box “The Early Years 1967-1972”, waarin ook de destijds afgekeurde registratie van het concert in Paradiso in augustus 1969 zit. De VPRO werd verboden die opnames uit te zenden, omdat de band noodgedwongen een instrumentale set moest spelen. Eén en ander leidde tot een mooi compromis, zodat de omroep een maand later in het Concertgebouw nogmaals – en met succes – opnames maakte.

Volle agenda’s
Het is een prachtig voorbeeld van hoe detailrijk Beterams dergelijke situaties op smakelijke wijze beschrijft. Tegelijk houdt hij ook goed in de gaten hoe de status van de band in de loop der jaren veranderde. Hij brengt orde in de chaos van volle agenda’s (zoals in het pinksterweekend van 1968 waarin Pink Floyd negen keer optreedt in vier dagen!) en beschrijft soms minutieus hoe de bewuste avonturen verliepen. Tientallen pagina’s verderop staat vermeld hoe het bezoek van het koninklijk paar aan een concert van Roger Waters in het GelreDome verliep. Twee uitersten qua situaties, maar beide zijn veelzeggend over de status van respectievelijk de groep in zijn begintijd én het bandlid dat 43 jaar later nog immer het werk van zijn oude groep voor volle stadions uitvoert.

Rode draad
Als je dan toch van een rode draad mag spreken: “Pink Floyd in Nederland” beschrijft hoe een hippe groep het underground-circuit ontgroeide en een langzamerhand een grote wereldact werd. Beterams vermijdt het slechts opsommen van data en locaties en zet in heldere en klare taal – en ingekleurd met ooggetuigenverslagen – de rijk beschreven en uitputtende verhalen van en rondom de concerten in historisch perspectief. Tevens weet hij nergens de objectiviteit uit het oog te verliezen en durft hij regelmatig afstand te nemen tot het oeuvre van de groep en diens bandleden. Dat leest prettig en geeft de lezer stof tot nadenken; het is allesbehalve een lichtgewicht doorsnee vertelling en in vergelijking met “Pink Floyd in de Polder” leest de tekst veel vloeiender.

In zijn voorwoord maakt Beterams de terechte opmerking: ‘Of het hiermee dan allemaal gezegd en geschreven is? Ik vrees van niet.’ Feit is dat je niet dichter bij de relatie van Pink Floyd en Nederland komt dan in dit boek. Subliem werk.

Use of Ashes Beterams 1

MUZIEKTHEATERDOCUMENTAIRE

Gelijktijdig met het uitbrengen van “Pink Floyd in Nederland” pakt Beterams de gelegenheid aan om ’50 jaar Pink Floyd in Nederland’ flink luister bij te zetten. Samen met de uit Nijmegen afkomstige (post-) psychedelische band The Use of Ashes gaat hij terug naar de locaties die Pink Floyd in zijn beginjaren opzocht. Verhalen en foto’s uit zijn boek gaan gepaard met liedjes van de band uit de jaren 1967-1971. Na de Jaarbeurs (11 november, tijdens de Mega Platen & Cd Beurs) was afgelopen zondag Paradiso aan de beurt. Pink Floyd speelde er in 1968 en 1969 in totaal drie keer in de grote zaal. Het programma van het vierkoppige The Use of Ashes en Charles Beterams vindt plaats in een uitverkochte kleine zaal, waar het overigens niet te druk is.

Use of Ashes Beterams 2

Een muziektheaterdocumentaire, zogezegd. Beginnend bij Arnold Layne (wat de groep al in april 1967 voor de VARA tv speelde) wordt een flinke greep gedaan in het fraaie en veelal dromerige oude werk. Nummers als Cymbaline, Careful With That Axe Eugene en If staan niet bij elke Pink Floyd-tributeband op het programma en worden zelden nog gespeeld. The Use of Ashes blijft vooral zichzelf en dat is de grote kracht. Zo wordt in Set The Controls For The Heart Of The Sun en Interstellar Overdrive behoorlijk afgeweken van de originele versies. Qua opvatting precies zoals Pink Floyd het in zijn beginjaren ook zou doen.

Use of Ashes Beterams 3

De krachtige muziek illustreert de verhalen en vice versa. Met behulp van een laptop, een scherm, een iPad en natuurlijk zijn boek geeft Charles Beterams een goed beeld van de eerste jaren van Pink Floyd in Nederland. De kleine achterafzaaltjes, de problemen met werkvergunningen en waarom Syd Barrett toch uiteindelijk niet in 1970 naar Nederland komt. Daarbij krijgt hij dankzij de soms hilarische anekdotes ook de lachers op zijn hand. Kwam Pink Floyd op een gegeven moment écht naar Nederland, omdat Bonnie St. Claire een Engelse tournee ging maken. Die wijze van uitwisseling was eind jaren zestig vrij gangbaar. Beterams vraagt zich daarbij tegelijkertijd af of het wellicht in deze tijd ook geen gek idee kan zijn. Zit wat in!

Use of Ashes Beterams 4

Het geluid van The Use of Ashes wordt gemaakt door zanger/gitarist Peter van Vliet en zijn broer Simon van Vliet op toetsen, terwijl gitarist/zanger/percussionist Maarten Scherrenburg inmiddels twintig jaar deel uitmaakt van de groep. Scherrenburg zat ooit in Anderson Council, een heuse Pink Floyd-coverband die in de jaren negentig menige fanclubdag met een optreden afsloot. Daarin speelde Scherrenburg samen met bassist Pascal van der Pol. Voor deze tournee voegt Van der Pol zich bij The Use of Ashes en is de cirkel rond. De basis van het optreden is akoestisch, maar de elektrische toevoegingen zijn nooit ver weg. Scherrenburg speelt Opel van Syd Barrett. Dat luidt na anderhalf uur het einde van de voorstelling in. Wie nog op verhalen en muziek van na 1971 zit te wachten, kan het boek ter plekke aanschaffen en thuis de muziek opzetten. Een verrassend einde van een leuke en vooral informatieve voorstelling.

Use of Ashes Beterams 5

De komende maanden brengen The Use of Ashes en Charles Beterams hun muziektheaterdocumentaire “Vijftig jaar Pink Floyd in Nederland” nog het Kolpingshuis in Nijmegen (16 december), De Pas in Heesch (20 januari) en het Arsenaaltheater in Vlissingen (17 februari). Die voorstellingen zullen volgens Beterams geen kopie van het Paradiso-optreden worden. Per locatie gaat hij specifiek in op het bezoek van Pink Floyd destijds aldaar. Voor Nijmegen leidt dat ongetwijfeld tot een verhaal van uitersten: van een handjevol mensen in het Kolpingshuis tot 60.000 aanwezigen in het Goffertpark.

Use of Ashes Beterams 6

‘Pink Floyd in Nederland’ wordt uitgegeven door Permafrost Publishers en is via reguliere boekwinkels en platenzaken te koop en te bestellen. ISBN: 978-90-826893-1-0, 256 pagina’s. Wie bij de uitgever rechtstreeks bestelt, krijgt een Pink Floyd in Nederland concertkalender er gratis bij.

Website: www.permafrostpublishers.com

WIN EEN EXEMPLAAR VAN “PINK FLOYD IN NEDERLAND” + KAARTEN VOOR CONCERT NIJMEGEN

Met dank aan auteur Charles Beterams verloot Progwereld een exemplaar van het boek “Pink Floyd in Nederland”, evenals 2x twee kaarten van het concert in Het Kolpingshuis in Nijmegen van The Use of Ashes en Charles Beterams op zondag 17 december.

Wil jij kansmaken op één van deze drie prijzen?

Stuur dan vòòr uiterlijk 11 december het juiste antwoord op de volgende vraag naar info@progwereld.orgonder vermelding van “Prijsvraag Pink Floyd”:

‘In welke stad gaf Pink Floyd het enige concert met Syd Barrett in Nederland?’

De prijsvraag is afgesloten. Onder de juiste antwoorden zijn drie winnaars geloot. De prijswinnaars hebben een persoonlijk bericht ontvangen. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.

Use of Ashes Beterams 7

WIN EEN EXEMPLAAR VAN “PINK FLOYD IN NEDERLAND” + KAARTEN VOOR CONCERT NIJMEGEN
Met dank aan auteur Charles Beterams verloot Progwereld een exemplaar van het boek “Pink Floyd in Nederland”, evenals 2x twee kaarten van het concert in Het Kolpingshuis in Nijmegen van The Use of Ashes en Charles Beterams op zondag 17 december.
Wil jij kansmaken op één van deze drie prijzen?
Stuur dan vòòr uiterlijk 11 december het juiste antwoord op de volgende vraag naar info@progwereld.org, onder vermelding van “Prijsvraag Pink Floyd”:
‘In welke stad gaf Pink Floyd het enige concert met Syd Barrett in Nederland?’
Onder de juiste antwoorden worden drie winnaars geloot. Zij krijgen enkele dagen na afloop van de prijsvraag persoonlijk bericht. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.

Walkmans, mixtapes & nostalgie

MVK

Hij was blauw, van plastic en had grote knoppen…

Mijn eerste walkman. Ik was een jaar of acht toen mijn broer met mijn spaarcenten op de fiets sprong om de oh-zo-gewilde walkman op te halen in de stad. De magical box ging overal met me mee naar toe. Naar oma op de achterbank van de Opel Kadett, op vakantie naar Spanje in een volgepakte auto.

Jaren later kocht ik een modernere versie met zilverkleurige tiptoetsen, autoreverse en andere functies en deze werd mijn maatje in de periode dat ik naar de Havo ging. Ik had altijd een extra set oplaadbare batterijen bij me en uiteraard gooide ik ook altijd extra cassettebandjes in de tas. Loodzware tijden waren dat.

En wie heeft ze niet in elkaar geflanst? De welbefaamde mixtapes! De allereerste mixtape die ik in mijn bezit had was zorgvuldig opgenomen door mijn andere broer. Hij had dozen vol vinyl: van Jean Michel Jarre tot Madonna en alles wat daar tussenin zat. Zijn selectie voor mij waren nummers waar ik nu nog steeds graag naar luister.  “Blue Monday” van New Order, “Fade To Grey” van Visage en “Hey Little Girl” van Icehouse stonden  er  zoal op.  Daar heb ik waarschijnlijk mijn voorliefde voor jaren-tachtig-muziek aan overgehouden.

In de periode dat ik naar de middelbare school ging, fietste ik zelf ook vaak naar het centrum van Groningen om naar de Openbare Bibliotheek te gaan. Geld om cd’s te kopen had ik niet, dus moest ik het doen met de geleende cd’s waarmee ik zelf mijn mixtapes kon maken. Ik zie het nog zo voor me: zittend op de grond voor de Akai installatie van mijn broer, stapel cd’s erbij en een kladblok waarop ik schreef welke nummers mijn voorkeur hadden en hoe lang ze waren om rekensommetjes te maken, want tja: de nummers mochten vooral niet afgebroken worden aan het eind van kant A noch kant B!

Het staat me nog goed bij dat “Kayleigh” van Marillion op een van mijn bandjes stond. En soms sla ik mezelf nóg voor de kop dat het alsnog jaren later was dat ik deze band pas écht ontdekte, maar goed, dat even terzijde. Ook maakte ik kennis met AOR. Toto’s “Africa” en “I Want To Know What Love Is” van Foreigner maakten deel uit van mijn compilaties.

Gelukkig was het naar school gaan niet altijd vreselijk, zo was er namelijk een ruimte waar in de pauzes en tussenuren muziek werd gedraaid en koffie en thee werd geschonken. “De Kelder” heette dit donkere hol. Voor klassenavonden kon men er ook terecht en zo werd ik in de brugklas zwaar getroffen door “Dreamer” van Supertramp en Kate Bush’ oh zo mooie “Running Up That Hill”, dus ik had weer heerlijk nieuw materiaal om me in te verdiepen voor mijn cassettebandjes.

Mooie muziektijden waren dat en creatief werd je er ook nog van! Toen de in-ear-koptelefoontjes in de winkels kwamen, was dat geweldig! Zo kon ik muziek beluisteren terwijl mijn scheikundeleraar voor de klas stond te brallen. Want een oortje ging via mijn mouw direct in mijn handpalm waarop ik mijn oor rustte, en zo kon ik lekker wegdromen… “dreamer, you know you are a dreamer…”

Ook het besparen van batterijen was een kunst! Ja, als je een liedje terug wilde horen dan waren je batterijen snel leeg met het terugspoelen. Dus, Bic ballpoint erbij, en zo werd het terugspoelen handmatig gedaan.

Cd’s en discman kwamen daarna en nog iets later kwam mp3 met de bijbehorende spelers. Een mix cd was toch niet zó leuk om te maken en een mp3 mapje aanmaken is wel makkelijk, maar verder is er niet veel aan…

Inmiddels lijkt de cirkel rond te zijn en is vinyl weer helemaal in. Wie weet, wie weet, komt de cassette ook weer terug en dan kan ik de walkman uit de oude doos vissen en die momenten van nostalgie herleven.

Monique van der Kolk

Progdieven bestaan niet

Monique van der Kolk is leadzangeres van de progband Harvest. Bijna twintig jaar geleden verruilde zij Groningen voor de stad Barcelona. Ze zal ons elke maand iets vertellen over haar liefde voor muziek en wat ze zoal meemaakt.

Monique van der Kolk

Progdieven bestaan niet

Het is alweer wat jaren geleden en ik zal de gebeurtenis nooit vergeten. Ik was op een vrijdagavond op “La Fira del Disc” in de Palau Sant Jordi in Barcelona. Op deze platenbeurs zou Steve Hogarth komen spelen op de vleugel, dus ik was van de partij!

Na het evenement zou ik meteen doorrijden naar mijn ouders, iets ten noorden van Barcelona, om daar het weekend door te brengen. Mijn auto parkeerde ik op de Olympische Ring op de berg Montjuic. In de kofferbak had ik al mijn spullen voor het weekend en ook nog wat cd’s die ik van een vriend had geleend.

Die vriend van mij introduceerde destijds mij aan vele progbands en ik kan me herinneren dat dit stapeltje albums bevatte van bands als Arena, Abraxas, Quidam en Lazuli. Later die avond zou ik hem deze teruggeven en had ze netjes op de grond achter mijn stoel gelegd.

Het was een leuke avond, veel vrienden en medeprogliefhebbers waren van de partij. Ook Hogarth’s solo-optreden was geweldig. Na afloop, terug bij mijn auto, ontdekte ik dat deze was opengebroken en dat alles was gejat. De ‘stomste’ artikelen waarvan je denkt “wie wil dat nou stelen?” waren weg. Mijn afgetrapte paardrijdlaarzen, een Nederlands boek, kleding voor het weekend een etuitje met make-up… foetsie!

Maar… de cd’s… die lagen te blinken in het maanlicht. “Gelukkig!” dacht ik nog, “dan kan ik die in elk geval teruggeven aan mijn vriend.” (Ik baalde natuurlijk wel ontzettend dat al mijn spullen wegwaren, maar goed, dat terzijde).

Nu sprak ik onlangs met een andere, zeer goede vriend van me en hij vertelde me een Anekdote(n). Deze andere vriend van me die ook heel erg into the prog is, had een tijdje terug wat exemplaren van zijn cd-collectie uitgeleend aan een collega van hem. Die collega maakte gebruik van de ritjes in haar auto om ernaar te luisteren en liet de cd’s dan ook in haar auto tussen de albums van wat meer mainstream bands.

Wat gebeurde er nu? (Je voelt hem vast al wel aankomen!) Haar auto werd opengebroken en er werd van alles uit gejat!! Nou nee, alles behalve die geleende cd’s van Marillion, Camel, Focus en Van der Graaf Generator. Daarentegen waren haar eigen cd’s van Nirvana, U2 en Pearl Jam wél meegenomen door de dief. Het was wel duidelijk, er was geen belang bij ‘muziek van bands die ik niet ken’. Mijn vriend natuurlijk wel blij dat zijn cdtjes gespaard bleven.

Natuurlijk moest ik aan mijn eigen verhaal denken en ik dacht… wat als ze die cd’s tóch hadden zien liggen in mijn auto en er expres voor gekozen hadden om ze niet mee te nemen?

Wat zijn wij proggers toch ook een stelletje mazzelaars hè? Niemand zal ooit onze cd’s uit de auto jatten! Nee, eerder zullen ze een ananas stelen.

Triangle, alert en alive naar een onzekere toekomst

Bandfoto

Na 13 jaar is het Nederlandse Triangle weer terug met hun sterkste album tot nu toe “Alert & Alive”. Na zoveel jaar afwezigheid maak ik direct van de gelegenheid gebruik om deze vriendengroep mijn vragen voor te leggen.

Jullie laatste album is alweer 13 jaar geleden. Ik kan mij voorstellen dat niet iedereen jullie kent. Misschien kunnen jullie je nog even opnieuw voorstellen?

(Martijn) Triangle is in 1993 ontstaan vanuit jeugdvrienden met een gezamenlijke interesse in progmuziek. De oorspronkelijke naam was Square The Circle. Deze naam is uiteindelijk de titel van het eerste album geworden. Dat Triangle muziek uitbrengt  is eigenlijk bij toeval ontstaan. Van nature zijn we een ‘bescheiden band’ die zijn bestaan vooral ontleent aan het samen muziek schrijven en maken in de oefenruimte. Na enige jaren wilden we onze muziek vastleggen voor ons zelf en onze familie zonder hier mee naar buiten te treden. Het was echter onze toenmalige opnametechneut Hans Pieters die hier wat verbaasd op reageerde en ons stimuleerde meer te doen met onze muziek. Wat naïef zijn we toen onze opnames gaan rondsturen naar platenmaatschappijen met een officiële cd’s tot gevolg.
(Paul) Ons wat naar binnen gekeerde visie op Triangle is ook de reden waarom je ons niet uitgebreid op social media aantreft of weinig op de live podia terug ziet.
(Jan-Willem) Het grappige is wel dat we erg kunnen genieten van de reacties en positieve aandacht die de cd’s hebben opgeleverd.

Ik heb wel eens gedacht dat Triangle niet meer bestond. 13 jaar is dan ook een lange tijd. Hoe komt het dat er zoveel tijd zit tussen jullie tweede album “Retreat” en dit nieuwe album?

(Roland) Eigenlijk gaat het om negen jaar omdat we in 2012 de draad weer opgepakt hebben. Na “Retreat” in 2003 was het idee om een sabbatical year in te lassen in verband met privédrukte (vandaar de titel van het album: “Retreat”). Voor Jan-Willem en voor mij ging dat om carrières en onze gezinnen met jonge kinderen. De sabbatical werd wat langer dan de bedoeling was.
(Paul) dit had ook wel te maken met onze visie op Triangle en de druk en invloeden van buitenaf die het uitbrengen van muziek met zich mee bracht.

Martijn Paasschens

Hoe was het voor jullie om na zo’n lange tijd weer samen te komen? Was de chemie er nog steeds?

(Jan-Willem ) Het was te gek te ervaren dat die negen jaar geen enkele invloed had op onze saamhorigheid, werkwijze en vooral onderlinge humor en het elkaar veel ruimte gunnen muzikaal gezien.
(Roland) De nog steeds aanwezige chemie was het verrassende. We wilden gewoon voor ons plezier één keer per maand een avond lekker muziek maken. Maar met het eerste idee “Reunion” hadden we meteen weer zo’n kick te pakken dat de ideeën bleven opborrelen, waarna we al snel weer elke week een avond fanatiek bezig waren.

Zijn jullie met dit album qua schrijven en opnemen anders te werk gegaan dan in het verleden?

(Roland) Qua werkwijze niet. Meestal komen Jan-Willem of ik met een eerste basisidee en dan werkt iedereen zijn eigen partij uit terwijl we gaan uitproberen. We nemen ook altijd alles op tijdens het oefenen en daar gaan we thuis dan weer verder aan sleutelen. De zang is in een later stadium uitgewerkt waarbij we dit keer alle vier teksten hebben aangeleverd voor Martijn. Dit geeft ons nog meer het gevoel van een gezamenlijk eindresultaat. Tijdens het opnemen spelen we ‘live’ in waarbij het uitgangspunt is dat de drums er goed op moeten staan. Alles wat er goed bij staat is mooi meegenomen en de rest kun je extra of opnieuw inspelen.
(Martijn) Ik denk dat er qua schrijven toch wel iets veranderd is; we verwerkten vroeger meerdere muzikale ideeën in een nummer. Dit album is bewust geschreven vanuit een a twee muzikale thema’s per nummer. Hiermee wilden we wat meer compactere nummers creëren met een duidelijkere kop en staart.

Ik begrijp dat de titel “Alert & Alive” ook een verwijzing is naar de kwetsbaarheid van het leven. Kunnen jullie dit toelichten?

(Jan-Willem) Het hele traject van schrijven, opnemen en mixen heeft vier jaar geduurd, omdat we allerlei tegenslagen hebben gehad waaronder gezondheidsproblemen van Roland, Bob, de partner van Martijn, Frans onze opnametechnicus en van mijzelf. Omdat we inmiddels veertigers zijn zien we het ook steeds meer om ons heen. We willen echter niet toegeven aan teveel zorgen en daarom hebben we verschillende positieve boodschappen in onze teksten verwerkt. Vandaar ook de titel van de cd.

Paul vd Zwaal

Jullie eerste album “Square The Circle” kwam uit in het jaar dat Progwereld begon, hoe kijken jullie terug op die periode en vinden jullie de progscene veranderd in de afgelopen 13 jaar?

(Roland) Eerlijk gezegd bezoek ik pas sinds een paar jaar weer wat concerten en ik vind het mooi om te zien dat het publiek gevarieerder wordt. Meer vrouwen en meer jongeren, dus dat is een goede ontwikkeling. Ik heb mijn zoon en dochter (puberleeftijden) ook allebei een keer meegenomen naar een concert en je ziet dat als zij de moeite nemen om deze muziek wat vaker te beluisteren ze het ook zeker kunnen waarderen.
(Paul) wat mij opvalt is dat de muziekstijl zich blijft ontwikkelen en dat dit blijft leiden tot het ontstaan van nieuwe bands en stijlen binnen het progwereldje.

Roland, jouw gitaargeluid is redelijk uniek. Het doet mij denken aan het gitaargeluid van Marek Gil (Collage) ten tijde van het album “Moonshine”. Was hij een inspiratiebron of is dit toeval? En hoe krijg je dit geluid?

(Roland) Collage is één van mijn favoriete bands, maar dan is het toch toeval want ik had mijn gitaargeluid al voordat ik Collage ontdekte. De overeenkomst is wel dat we beiden veel melodieën spelen zonder dat dit meteen solo’s zijn. Naast de manier van spelen geloof ik erin dat je een gitaar met microfoons voor de versterker moet opnemen in de studio. En niet digitaal in geplugged. Voor de feedback is het ook lekker om als gitarist dan in dezelfde ruimte te staan en de Marshall lekker hard te zetten. Wel ook lastig omdat je daarna een bak ruis moet zien weg te mixen, maar het komt de gitaarsound wel ten goede.

Ik vind vooral de cohesie sterk op dit album. Het past allemaal erg goed in elkaar. Het album is op zijn sterkst als je het in zijn geheel beluistert. Is dit bewust zo gedaan?

(Roland) Bedankt voor het compliment. Dat is wel de verandering geweest waar we het eerder over hadden ten opzichte van onze eerdere albums. We wilden meer samenhang binnen de nummers en kortere songs. Dat eerste is inderdaad goed gelukt; de kortere nummers niet in alle gevallen, maar door de samenhang komt alles toch tot zijn recht. Doordat de teksten voor een groot deel autobiografisch zijn, vormt het ook wat betreft de onderwerpen en teksten één geheel.

Op welk nummer zijn jullie het meest trots en waarom?

(Martijn) Het zijn uiteraard allemaal  ‘onze kindjes’, maar “Reunion” is heerlijk kort maar krachtig. Precies zoals we het tijdens het uitspreken van onze wensen en verwachtingen hebben afgesproken voor de allereerste oefensessie. Als songs met zang zijn Aligned en het rustige Dourbie prachtig geslaagd.

Martijn heeft de band inmiddels verlaten. Kunnen jullie iets meer vertellen over zijn vertrek en wat zegt dit over de toekomst van Triangle?

(Paul) Ja, Martijn is helaas naar Amerika geëmigreerd omdat zijn partner daar vandaan komt en terug wilde. Een groot gemis voor de band en we moeten nu, na alle drukte van de afronding van het mixen en uitbrengen van de cd, op zoek naar een nieuwe toetsenist en/of zanger. Alle opties staan dus nog open wat dat betreft.
(Jan-Willem) Toen Martijn meedeelde dat hij naar Amerika ging verhuizen was de algehele insteek met een nieuwe toetsenist en zanger een doorstart te maken. Tijdens het afronden van de cd merkten we steeds meer dat Triangle toch wel echt iets van ons vieren is. Het idee nu is om voor Triangle een rustpauze in te lassen. Mocht Martijn ooit weer in Nederland komen wonen denk ik dat we zeker weer muziek gaan maken. Onze band met elkaar en muzikale klik is toch wel heel erg sterk gebleken.

Jullie zijn 13 jaar van de radar af geweest. Wat zijn volgens jullie de drie beste progalbums die in die periode uitgekomen zijn?

(Roland) De drie beste kan ik niet perse benoemen. Ik ben zelf nog steeds erg weg van Dream Theater en daarnaast vind ik de groep Riverside fantastisch. Over de kwetsbaarheid van gezondheid gesproken. Wat een tragisch verlies dat hun gitarist zo jong uit het leven weggerukt is.
(Jan-Willem) ik denk dat ik van ons vieren toch wel het meest buiten de grenzen van de prog luister naar muziek, maar binnen de prog is Riverside mijn favoriet. (Paul) ik hou erg van muziek met veel melodie. Ik vind het altijd verbazingwekend dat ik dat juist in solo muziek van drummers zoals Simon Phillips, Gavin Harrison of Virgil Donati aantref. Ik heb sinds kort Votum ontdekt. Deze Poolse band blijkt al meerdere cd’s te hebben uitgebracht. Maar na een recente verandering in hun line up heeft hun laatste album mij erg blij verrast. Poolse symfo heeft sowieso mijn interesse vanwege de melodieuze aanpak en power in hun muziek.

Wat zijn jullie toekomstplannen?

(Roland) Begin mei staat er een eerste kennismaking gepland met nieuwe muzikanten. Dat kan dus nog alle kanten op gaan. Met een andere zanger is het misschien wel een goed idee om een frisse start te maken onder een andere bandnaam. De toekomst zal het leren.
(Jan-Willem) De insteek was dat Roland, Paul en ikzelf een nieuwe band zouden opstarten. Helaas laat mijn gezondheid nu niet toe dat ik wekelijks intensief muziek maak. Gelukkig is mijn gezondheidverwachting op de lange termijn positief, dat mocht Triangle weer muziek gaan maken ik zeker weer zal aansluiten.
(Paul) ik vind dit wel pijnlijk dat Jan-Willem door omstandigheden nu even niet kan mee starten in een nieuwe uitdaging. Maar zoals Roland al aangaf staat er een kennismakingsperiode gepland. Mochten toetsenisten, zangers en bassisten interesse hebben, zijn ze zeker welkom om contact met ons op te nemen via ons huidige email adres triangletheband@gmail.com. Maar let wel, nieuwe naam, nieuwe invloeden en een nieuwe uitdaging!

Interview en tekst: Maarten Goossensen

Interview The Enid

Interview met Max Read van The Enid

Door: Dick van der Heijden en Wouter Brunner
Met dank aan The Enid voor het ter beschikking stellen van de foto’s.

The-Enid-Max-Read-2016-kleiner

1 april 2016 verscheen het nieuwste album van The Enid, “Dust”, het derde deel van de Journey’s End-trilogie. Het is het veertiende studioalbum van de band die inmiddels alweer veertig jaar geleden debuteerde met “In The Region Of The Summer Stars”, sindsdien een geschiedenis van hoge pieken en diepe dalen kent, maar sinds 2009 weer erg actief is. Max Read, sinds 1997 bij de band betrokken als zanger, gitarist, toetsenist en componist, was bereid een aantal van onze vragen te beantwoorden.

Jullie nieuwste cd “Dust” is een conceptalbum met een zevenpuntige ster als uitgangspunt. Wil je het concept nader toelichten en vertellen waar het idee vandaan komt? Komt het uit de filosofie of iets dergelijks.
Ja, het is een filosofisch concept, maar ook iets metaforisch. “Dust” bevat zeven nummers en gebruikt de zevenpuntige ster om asymmetriciteit te symboliseren. Zes van de zeven punten staan voor tegenovergestelde krachten, ‘aards en hemels’, ‘rijkdom en armoede’, ‘milieu en consumentisme’, die elkaar proberen te weg te vagen. Als al deze ideeën elkaar hebben opgeheven, blijft Liefde over: de zevende punt.

The Enid - Dust

“Dust” is het afsluitende deel van de Journey’s End trilogie. Hoe verhoudt het album zich conceptueel tot de trilogie en hebben de onderlinge albums een muzikale rode draad?
Robert [John Godfrey, red.] verwoordde dit het best: “”Dust” is het laatste deel van de Journey’s End-trilogie, die verhaalt van de tocht van de band over verschillende generaties heen, van het verleden naar de toekomst. Als je luistert naar The Art Of Melody – het laatste nummer van “Journey’s End” – dan kun je daar meerdere motieven van “Invicta” en “Dust” horen.

Als je de muziek van het album hoort en de euforische klanken combineert met de albumtitel “Dust” zou je kunnen denken dat het album het einde markeert van The Enid. Klopt dit?
Absoluut niet, in tegendeel zelfs. We hebben nog heel veel te bereiken voordat we klaar zijn.

Hebben jullie al een idee welke kant jullie met een volgend album op willen?
Jason [Ducker] en Robert zullen later dit jaar in Duitsland beginnen aan “The Bridge 2”, dat zich waarschijnlijk meer zal richten op Jasons talent als gitarist en componist. Tegelijkertijd zullen Joe [Payne], Zach [Bullock] en ik in Groot Brittannië werken aan nieuw materiaal.

The Enid legt zijn focus steeds meer op het vocale. Hoe komen jullie nummers tot stand? Zou je dat kunnen uitleggen aan de hand van het vierde nummer, dat het meest weelderig klinkt?
We gebruiken verschillende benaderingen bij het componeren. Meestal heeft een van ons een uitgewerkt idee en maken we als groep een ruw arrangement, waarna we de individuele partijen, melodieën, teksten en dergelijke uitwerken. Als dat allemaal gedaan is, gaat het door het figuurlijke Enid-filter heen, en worden orkestratie en koortjes toegevoegd.

In Trophy heerst een musical-vibe, net zoals bij Execution Mob van “Invicta”. Wat valt er te melden over deze fascinatie?
Dat onze nummers als musicals klinken is puur toeval, ik houd helemaal niet van musicals! Het musicalachtige karakter van sommige nummers kan wellicht verklaard worden omdat ik ervan houd om stukken te schrijven die dialogen tussen verschillende stemmen bevatten.

Enid_Limo_Pic_with_Fire_Large-kleiner

The Enid kende de afgelopen jaren nogal wat bezettingswisselingen. Maakt dat het musiceren lastiger?
Je hebt gelijk, er zijn talrijke veranderingen in de line-up geweest. Het vinden van een groep vrienden die allemaal samen kunnen leven en musiceren is een klein wonder. We hebben een wederzijds respect voor elkaars sterke punten en vaardigheden en hebben een gezamenlijk doel om nieuwe terreinen te verkennen en meeslepende muziek te maken. De line-up kan veranderen, maar de sfeer blijft hetzelfde.

Jullie wonen een deel van het jaar in Duitsland. Heeft dat jullie manier van werken beïnvloed?
Absoluut. We houden ervan om in Duitsland te verblijven, het helpt om in een compleet andere omgeving te zijn om nieuw werk te creëren, zonder de gebruikelijke afleidingen in ons Britse hoofdkwartier. Momenteel gaan we in groepjes die kant op om nieuwe nummers te schrijven, omdat er zoveel in ons hoofdkwartier gebeurt dat we het ons niet kunnen veroorloven om maanden aaneen weg te blijven.

Jullie stonden de afgelopen jaren meerdere keren in Nederland en België op het podium. Komen de Dust-shows ook naar ons toe?
We zouden heel graag enkele shows voor jullie spelen, hopelijk dit jaar nog of uiterlijk in 2017. Maar het blijft een logistieke uitdaging om de juiste personen te vinden die ons kunnen helpen de juiste zalen te vinden en om promotors te vinden die onze shows kunnen promoten. Als je nog suggesties hebt… [deze vraag staat wat ons betreft ook open voor onze lezers, red.]

Ook stonden jullie vrij vaak op festivals (o.a. Prog 66 Meeting in Verviers en tweemaal Prog Dreams in Zoetermeer). Hoe wordt daar gereageerd op jullie muziek, die vaak toch wel afwijkt van die van de andere acts?
We hebben geweldige reacties over die shows gekregen en het zijn geweldige zalen om in te spelen. Het is prachtig om op te treden voor een publiek dat nog geen verwachtingen heeft en hun gezichten te zien als we bijvoorbeeld The One And The Many inzetten.

Het optreden met het City of Birmingham Symphony Orchestra was voor mij [Wouter] een geweldige belevenis. Kunnen we zoiets in de toekomst nog eens verwachten?
We zouden graag weer iets van die omvang willen doen, misschien dat we, als de trilogie volgend jaar als een box wordt uitgebracht, met wat plannen komen. De kosten voor het huren van een orkest met de kwaliteit van het CBSO zijn echter gigantisch!

Veel van jullie oudere muziek is niet of nauwelijks verkrijgbaar. Zijn er plannen om deze albums opnieuw uit te brengen?
Een deel van onze oude albums is verbonden aan ons voormalige label, dat ons de afgelopen vijf jaar geen royalty’s heeft betaald. Ons hele oeuvre is echter wel vanaf onze website te streamen als je lid bent van The Enidi, onze fanclub!

En ten slotte nog een hele algemene vraag: naar welke muziek luisteren jullie zelf graag?
We hebben heel verschillende smaken, ze allemaal noemen zou meerdere pagina’s kosten, dus ik zal niet voor de anderen spreken. Ik ben zelf opgegroeid met XTC , Magazine, Wire, Talking Heads, The B52s en Frank Zappa, en dat zijn moeilijke groepen om te volgen! Het meest recente album waar ik van houd is “Aerial” van Kate Bush, geniaal!

The-Enid-Band-2016-kleiner

Meer over The Enid: www.theenid.co.uk

Interview Fredy Schnyder – Nucleus Torn

Interview Fredy Schnyder – Nucleus Torn
Door: Ruard Veltmaat
Datum:
8 december 2015

Na ruim 18 jaar werken aan zijn levenswerk Nucleus Torn stopt multi instrumentalist Fredy Schnyder definitief met de band. Hij neemt afscheid met een prachtig artbook “Blowing Up The Entire World (Explosions 1997-2015)´ met daarin de complete discografie op 5.1 Surround mix. Voor de Zwitser Schnyder is het tijd om over te stappen op andere muzikale projecten en om afscheid te nemen van de band waar hij veel tijd in heeft gestoken. Helaas heeft de band nooit echt de erkenning gekregen die het op basis van creatieve prestaties eigenlijk wel verdient. Progwereld vraagt Schyder exclusief hoe hij terugkijkt op die jaren hard werken en de belangstelling voor de band vanuit de media. Dat hij daar zijn eigen mening heeft blijkt wel uit de uitspraak; “Onze potentiële ‘bewonderaars’ hebben de prijs betaald. Zij zijn bedrogen in de voorlichting over wat nu echt progressieve rock is”.

Nucleus Torn Blowing Up The Entire World Explosiens (1997-2015)

Fredy, na meer dan 18 jaar stop je doelbewust met Nucleus Torn, jouw levenswerk. Vertel eens waarom?
Wat betreft Nucleus Torn is het een voorrecht om te weten wanneer je kan, en misschien wel moet stoppen. Iedere artiest zou eigenlijk een rustpauze moeten nemen om terug te kijken op het verleden en vooruit te kijken naar de toekomst;  voor persoonlijke ambities en als je geen duidelijke doelstellingen hebt voor die toekomst. Voor mij persoonlijk betekent het dat ik nieuwe ideeën kan opdoen, nieuwe manieren van werken en op andere manieren mijn expressie kan uiten. Jezelf herhalen is natuurlijk vervelend en zinloos en daar was zeker in de wereld van Nucleus Torn geen plaats voor. Ik kan van mijzelf nooit accepteren dat ik in dezelfde muziekstijl een nieuwe cd kan opnemen met een andere titel en een andere cover… Dan zou ik mijzelf herhalen en dat vind ik verschrikkelijk. De meeste bands, die zichzelf ook nog eens progressief noemen, hebben in hun complete discografie minder verandering van stijl dan dat Nucleus Torn dat in één van zijn sleuteltracks heeft. Als je als band je boterham moet verdienen, moet je ontzettend veel oefenen en een levende interactie met je fans en mensen onderhouden die om de band een zogenaamde  grote rol spelen. Ik ervaar dat als een noodzakelijk kwaad. Ik wil niet meedoen aan dit soort toneelstukjes. Trouwens, volgens mij heeft de vernieuwing in de (prog)rock muziek zijn beste tijd gehad, er zal vanaf nu steeds meer teruggepakt worden op oudere rockvormen… En wat betreft het einde van Nucleus Torn: ik heb momenteel andere dingen aan mijn hoofd die ik voorrang geef.

Ik luisterde naar de nieuwe  surround mix en ik moet zeggen, ik was behoorlijk onder de indruk. Was het veel werk om de oude opnames op te poetsen?
Ik hou enorm van deze surround mixes en ik hoop dat veel liefhebbers van deze 5.1 sound de muziek van Nucleus Torn gaan waarderen. Vooral de nummers Street Lights Fail en Neon Light Eternal komen het beste tot hun recht in de surround mix.

De oudere albums waren inderdaad wat lastiger om op te poetsen qua geluid, hoewel ik enige jaren geleden reeds het leeuwendeel deed toen ik het verzamelalbum “Travellers” samenstelde, dat uitkwam in 2010. Het upgraden van de muziek was op zich niet al te lastig; het kostte me alleen heel veel tijd om in totaal zeven uur aan muziek te bewerken: nieuwe stereomixen maken en dan alles een voor een omzetten in de surround sound. En weet je, ik had er nog plezier in ook. En gelukkig had ik veel steun aan anderen die me hierbij hielpen, vooral de mensen van Prophecy Productions.

In je carrière tot aan nu heb je altijd muziek gemaakt voor een select groepje liefhebbers, is dat uiteindelijk niet frustrerend?
Persoonlijk vind ik het helemaal niet erg om ‘die vreemde vogel’  te zijn. Ik heb Nucleus Torn nooit gezien als een band waaraan ik moest verdienen. Ik heb echt volstrekt niets met commercieel succes.

Eigenlijk denk ik dat niemand Nucleus Torn gaat missen en dat doet me ook helemaal niets. We stoppen nu creatief gezien op ons hoogtepunt. Voor diegenen die ons pas kort kennen, ligt nu het verzamelde werk “Blowing Up The Entire World” klaar. Ik kan nog steeds niet geloven dat we met deze uitgave afscheid mogen nemen en ik ben Prophecy Productions daar erg dankbaar voor. Overigens zorgt het label er voor dat alle cd’s voor verkoop beschikbaar blijven en ook nog eens in de luxe verpakkingen waarin wij al onze albums hebben uitgebracht.

Maar uiteindelijk stoor mij ik mij mateloos aan het gegeven dat een grote groep binnen de progressieve rock pers zich niet interesseert voor onze muziek. Dit interview bijvoorbeeld is het eerste dat ik aan een prog-gerelateerd magazine geef. Dat is toch curieus? De meeste prog-journalisten  negeren ons en weigeren ons te verbinden met onze achterban. Wij zijn blijkbaar veel te progressief en niet genoeg ‘old school’ progrock. Blijkbaar zijn we veel te ver verdreven van de mainstream progrock die tegenwoordig wordt gemaakt. Nucleus Torn bleef altijd buiten de gebaande paden. We hebben geprobeerd weg te blijven van die zogenaamde muziekmessiassen. In dit opzicht hebben we zeker een prijs betaald voor onze artistieke integriteit. Of liever gezegd: onze potentiële ‘bewonderaars’ hebben die prijs betaald. Zij zijn bedrogen in de voorlichting over wat nu echt progressieve rock is.

Wat dat betreft: ik kan bijna niet geloven dat je nooit “A Promise Of Sunlight” hebt uitgebracht. Ik denk dat het zo’n beetje het meest toegankelijke werk is dat je ooit hebt geschreven?
Kijk, een ep uitbrengen voor een kleine band als Nucleus Torn heeft niet heel veel zin voor een label en zeker niet omdat dit toch één van onze laatste uitgaven zou worden. Ik ben het met je eens dat het een toegankelijk geluid heeft, maar dat wil niet zeggen dat het veel verkocht zou worden. Om die redenen die ik hierboven genoemd heb, bijvoorbeeld. En onder andere omstandigheden had het wellicht ook onder een andere naam uitgebracht kunnen worden, maar omdat we toch al met “Blowing Up..” bezig waren, besloten we het in die uitgave uit te brengen. En omdat de echte fans het boek wel kopen, besloten we het exclusief te houden voor die groep.

Trouwens, “A Promise Of Sunlight” was het laatste wat we hebben gemaakt als groep. Het meeste instrumentarium is in dezelfde tijd 2012-2013 opgenomen als het tweeluik “Street Lights Fail” en “Neon Light Eternal”, uitgezonderd dan de zang van Anne Murphy. Die is later opgenomen in de winter van 2015 en toen is ook de uiteindelijke mix gedaan. Er was ook geen tijd om het eerder uit te brengen, zeker ook omdat de nummers van “A Promise Of Sunlight” geschreven zijn vlak voor ik de nummers van “SLF” en “NLE” heb opgenomen. Die opnames raakten met elkaar verweven en toen leken de nummers van “APOS” teveel op die van “Golden Age”, waar ik in die tijd niet zo heel tevreden mee was. Ingewikkeld allemaal, maar die periode was wel essentieel voor de ontwikkeling van een muziekstijl, waardoor ik veel ideeën kreeg om het tweeluik van “SLF” en “NLE” te volmaken. Het bleken uiteindelijk de beste ideeën te zijn die ik ooit heb gehad…

Nucleus Torn, Fredy Schnyder, Anne Murphy en Alain Ackermann

Wat is het verhaal dan achter “Waywaters”?
Ook dat hoort bij de laatste hoofdstukken van “Nucleus Torn”. “Waywaters” bevat materiaal dat ik tussen de zomers van 2011 en 2012 heb geschreven en de tracklist van “SLF” en “NLE” niet heeft gehaald. Het is een verzameling van instrumentale composities die ik zelf niet sterk genoeg vond om te uit te brengen. De geplande opnames voor de zang zijn er nooit gekomen, maar ik wilde er absoluut zeker van zijn dat er geen verleiding zou blijven bestaan om een aantal van deze ideeën op een later tijdstip af te maken of te veranderen. Ik hou namelijk genoeg van de nummers om ze instrumentaal te houden en heb de instrumentaties zelfs iets terug gebracht in de uiteindelijke mix. Voor de fans tonen deze nummers een aantal interessante stilistische kanten van Nucleus Torn, die niet eerder op onze andere albums voorkomen.

Wie kwam trouwens op het idee om dit artbook met 5.1 Surround discografie uit te brengen?
Dit is een uitgave waar iedere artiest (en zeker een vastberaden en ambitieus persoon als ikzelf) alleen maar van kan dromen. Man, daar durf je niet eens van te dromen. Het is een voorrecht voor ons en een bron van vreugde en dankbaarheid. Hoe het gebeurd is? Ik maakte van alle vroege versies van de muziek van Nucleus Torn puur voor mijn eigen plezier surround mixen met nieuwe apparatuur. Echter, Prophecy Productions was ook geïnteresseerd in die mixen en voldoende onder de indruk van wat ze hoorden. Daar zijn we een tijdje mee aan het stoeien geweest over hoe we die het beste vorm konden geven. Op een gegeven moment kwam dit idee voorbij en ik was natuurlijk diep gelukkig. Wat betreft ervaring op dit gebied heeft Prophecy Productions al veel luxe releases uitgebracht, dus ze wisten hoe er gehandeld moest worden. 96 lp-formaat pagina’s te vullen – wat kan je meer wensen om 18 jaar van de band te presenteren? We hadden het concept, we hadden alle beelden, we hadden de teksten en natuurlijk de muziek, het heeft ervoor gezorgd dat er nu een prachtig vormgegeven boek ligt.

Terugkijkend op je discografie met Nucleus Torn, wat is in jouw eigen ogen het beste album dat jullie hebben uitgebracht?
Zonder twijfel het tweeluik “SLF” en “NLE”. Het is de optelsom van wat ik in die achttien jaar met Nucleus Torn heb geprobeerd te bereiken. Alle andere cd’s waren bouwstenen voor die twee albums. Sommige waren misschien wel beter en sommige minder, maar zonder die albums kon ik “SLF” en “NLE” niet produceren.

Weetje, in het jaar 2011 had ik een heel vreemde, maar wel mooie spirituele ervaring. Na het afronden van “Golden Age”was het laatste waar ik aan dacht, het opnieuw schrijven en opnemen van muziek. Maar wat gebeurde er, ik kon niet meer stoppen met creëren, ik ging maar door en had weinig slaap nodig. Het was een dwangmatig iets, ik moest componeren en kon niet stoppen. Na een jaar was ik er zo moe van dat ik bijna ineen stortte, maar het kon me niets schelen, dit was een prachtige ervaring die mijn leven extra glans gaf.

Nucleus Torn Neon Light Eternal

Wat zijn je toekomstplannen Fredy, maak jij nog steeds muziek over een jaar of vijf?
Plannen genoeg. Ik zal altijd muziek blijven maken, maar voor nu stop ik voorlopig met schrijven / componeren. In het dagelijks leven verdien ik echter mijn boterham met muziek; ik ben kerkorganist en bespeel de klavecimbel, de piano, klassieke gitaar en blokfluit en geef hier tevens les in. Bovendien begeleid ik zangers en zangeressen op orgel en / of piano. Nee, stoppen met muziek zou ik niet kunnen, het is een deel van mijn bestaan. Momenteel richt ik me op barokmuziek, zoals de Bach’s Goldberg-Variations en  D’Anglebert’s werken voor klavecimbel. Tevens zou ik graag mijn kennis van de nog oudere muziek willen ontwikkelen; er is nog een hoop te ontdekken.

Mini-interview: Built For The Future

Datum: 13 oktober 2015
Interview:
Maarten Goossensen
Groep:
Built For The Future
Land van herkomst:
Verenigde Staten
Website: https://builtforthefuture1.bandcamp.com/releases
Bandleden: Patric Farrell (gitaar, basgitaar, toetsen, achtergrond zang, drums) en Kenny Bissett (zang)
Klik op de albumhoes voor de recensie van het debuut album van Built For The Future te lezen!

built for the future  - chasing light

Niet iedereen zal jullie kennen. Kun je iets vertellen over het ontstaan van de band?

Patric en ik (Kenny) zijn al 25 jaar bevriend. We ontmoeten elkaar toen we beiden in het bandcircuit rond San Antonio, Texas zaten in de jaren ’80. We speelden in verschillende bands, maar hielden elkaar wel op de hoogte van de muziek die we speelden. Een tijdje geleden gaf Patric aan dat hij een nieuwe song had geschreven en hij vroeg of ik hem wilde inzingen. Dat was onze eerste samenwerking en daaruit volgde “Chasing Light”. Op het album staan nummers die we beiden al eerder hadden geschreven. We hebben als het ware elkaars muziek herschreven.

Wat kun je nog meer over het album vertellen?

Het thema van het album is gebaseerd op gebeurtenissen uit het leven van Patric en elk nummer staat voor het gevoel dat hij hierbij had en over hoe hij met die gebeurtenis afrekende. Wanneer we voor ingrijpende gebeurtenissen staan, gaan we allemaal op zoek naar waarheid, een betere plek en op zoek naar licht. Daar gaat dit album over.

Wat zijn jullie invloeden en waar luisteren jullie zelf graag naar?

Dan moet je denken aan reuzen als Genesis, Rush en Peter Gabriel. Maar ook Tears For Fears, U2 en The Fixx. Veel mensen vinden dat onze muziek doet denken aan die uit de jaren ’80 en dat is niet zo vreemd als je kijkt naar bands die ons beïnvloed hebben.

Built For The Future

Wat zijn de toekomstplannen?

Meer albums maken! We hebben al zo’n drie albums aan ruw materiaal liggen. Eén daarvan is helemaal klaar en moet alleen nog gemixt en gemastered worden. We hopen dat album snel uit te brengen, maar een concrete datum kunnen we nog niet geven. We bekijken ook of we een live band kunnen formeren. Als we dat voor elkaar krijgen en het bevalt, dan willen we ook een aantal liveshow spelen. We werken ook aan wat videomateriaal dat we gaan uitbrengen.

Wil je nog iets delen met de Progwereld lezers?

We voelen ons nederig, maar ook overweldigd op de reacties op ons debuutalbum. Toen we jong waren hadden we maar weinig mogelijkheden om mensen met onze muziek kennis te laten maken. Met de komst van social media is dat een stuk eenvoudiger geworden. We horen nu van mensen over de hele wereld dat ze onze progressieve rock zo waarderen. Met dit album wilden we vooral maken wat we zelf gaaf vinden, we hadden nooit durven verwachten dat zoveel mensen het zouden waarderen. We kunnen de mensen die naar onze muziek luisteren niet genoeg bedanken. We kijken uit naar meer muziek in de toekomst. Wij zijn immers built for the future ;-)

Progoctopus – Mini-interview

Datum: 6 oktober 2015
Interview: Math Lemmen
Groep: Progoctopus
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
Website: progoctopus.com

11390213_1630847467131354_6323233880188449793_n

Jullie bracht(en) pas een nieuwe cd uit. Vertel er eens kort wat over. Wat is het thema, en hoe kwam de plaat tot stand?

De ep  “Transcendence” is uitgebracht in mei 2015. Toen onze huidige line-up compleet was, wilden we zo snel mogelijk beginnen met het schrijven van materiaal voor een ep. We waren zelf erg benieuwd wat daar uit zou komen. Dus elke noot die je op de plaat hoort is het resultaat van een paar maanden hard werken. Het was een geweldige periode om van elkaar te leren hoe we het beste konden samenwerken. Daarnaast heeft het geleid tot veel spontane muzikale ideeën waar iedereen enthousiast over was. We gingen er alle vier voor.

De teksten voor de ep zijn hoofdzakelijk Jane’s afdeling. Jane is vooral geïnteresseerd in universele thema’s waar mensen zich mee kunnen identificeren en het concept voor deze schijf gaat over leven en dood. Transcendence Part I en II gaan over leven, jong zijn en het uitgangspunt dat mensen altijd naar je op zoek zijn, dood of levend. Like Stone is een reflectie op de dood. Het is een zeer persoonlijk nummer voor Jane over het verlies van een naaste. Het nummer heeft een hoopvolle boodschap waarin de dood meer wordt gezien als een bevrijding dan een einde. Carousel gaat over het leven na de dood en de geest van een overleden persoon die doorleeft, bevrijd van de lichamelijke beperkingen. De zinsnede “free now from the arms that held you” is een aangrijpende en positieve kijk op het leven na de dood.

Misschien kennen sommige lezers u/jullie nog niet. Vertel eens kort over het ontstaan van de band.

Progoctopus is ontstaan uit een project waar Jane en ik deel van uit maakten, maar wat niet van de grond kwam. Er was een goeie muzikale klik tussen ons beiden en we zochten een gitarist met dezelfde muzikale skills en ambities. We zijn dan ook ontzettend blij dat we die in Alistair hebben gevonden. Met zijn drieën hebben we het kale raamwerk voor “Transcendence Part I en II” uitgewerkt en op demo gezet om daarmee op zoek te gaan naar een bassist. Die hebben we gevonden in de persoon van Sam. Hij is echt de meest getalenteerde bassist waar ik ooit mee heb samengewerkt. Deze line-up is bij elkaar sinds november 2014. We kunnen ontzettend goed met elkaar opschieten en zijn alle vier gefocust en vastbesloten. Daarnaast vinden we het plezier in muziek maken zeker zo belangrijk.

Wat zouden jullie zeggen dat jullie invloeden zijn, of waar luisteren jullie zelf graag naar?

Ondanks dat we Progoctopus heten houden we niet alleen maar van prog. Al moet ik zeggen dat ik bijna alles wat er in de prog gebeurt in me opneem. Verder brengen we allemaal diverse invloeden mee, van ABBA tot Zappa. We houden van trash, death metal, jazz, fusion en muziek uit de eighties. We hebben echter veel gemeenschappelijke referentiepunten en die hoor je in onze muziek. We willen in onze muziek graag een ode brengen aan de bands waar we het meeste van houden en dat proberen we met zoveel mogelijk lol te doen. We geloven dat dat wel overkomt.

Wat zijn jullie plannen voor de komende tijd?

De wereld veroveren natuurlijk, ha ha. Nee, we willen gewoon kijken hoe ver we hier mee kunnen komen, fantastische nieuwe muziek opnemen en samen spelen met geweldige bands en organisatoren. We hebben het gevoel dat onze reis nog maar net begonnen is, alhoewel de eerste tekenen veelbelovend zijn. We staan het komende half jaar geprogrammeerd op een aantal beroemde progfestivals zoals Octoberprog (London), DanFest (Leicester) en HRH Prog (Wales). Om samen met bands als The Room, Lifesigns, A Far Meadow en Karnataka in de line-up te staan is iets waar we ontzettend naar uitkijken. We hopen in het begin van 2016 nieuw materiaal op te nemen.

Hebben jullie nog een boodschap voor de Progwereld-lezer, of iets leuks wat jullie willen delen?

We zijn ontzettend dankbaar dat we op deze manier in the picture kunnen komen en we hopen dat jullie lezers de “Transcendence” ep mooi vinden. Er komt meer muziek in 2016 en diegenen die naar onze optredens komen, kunnen hier al het een en ander van horen. Uit Nederland komt een aantal van onze favoriete progbands zoals Ayreon en The Gathering en we zouden daarom graag binnenkort in Nederland voor jullie willen optreden. We horen graag jullie reacties, dus bezoek ons op twitter @progoctopusuk of op facebook.

10392415_1643399282542839_5346771743641299365_n

Lees de recensie van de EP hier.

In Memoriam – Chris Squire (1948 – 2015)

Tekst: Math Lemmen

Amper zes weken na het verontrustende bericht dat bij Chris Squire acute leukemie was vastgesteld, is deze bas-icoon in de nacht van 27 juni overleden op 67-jarige leeftijd. Christoffer Russel Edward Squire werd op 4 maart 1948 geboren in Londen (Kingsbury) en begon zijn muzikale loopbaan in een kerkkoor. Op 16-jarige leeftijd begon hij de basgitaar te bespelen in bandjes als The Selfs en The Syn. De rest is geschiedenis.

De Engelse Yes-bassist Chris Squire.1

Het bericht van zijn overlijden sloeg in als een bom. Kan iemand zich dat voorstellen: Yes zonder Chris Squire? Hij was degene die samen met Jon Anderson aan de wieg van Yes stond. Hij was ook de enige muzikant die in alle samenstellingen van deze legendarische band deel uitmaakte van de bezetting. Maar bovenal was hij een begenadigd componist, en vooral bassist die bij iedereen bewondering afdwong met zijn eigenzinnige baspartijen. Hij wist de toch al niet eenvoudige muziek van Yes een extra laag mee te geven door zelfstandige melodieën, vaak ritmisch tegendraads, op zijn Rickenbacker-basgitaar toe te voegen. Dat was voor die tijd ongekend. Hij promoveerde de basgitaar van een ietwat monotoon begeleidingsinstrument naar  een volwaardig  instrument binnen de bezetting van een rockband. Verder had Squire een sterk gevoel voor harmonie wat uitstekend van pas kwam in de meerstemmige zang van Yes, waarin zijn stem mooi kleurde bij de hoge stem van Anderson.

De Engelse Yes-bassist Chris Squire.2

Bekend was ook zijn spel op de ’triple-neck gitaar tijdens het nummer Turn Of The Century van het “Going For The One”-album. Live was dat een imponerende vertoning. Zelf was hij het meest tevreden over zijn bijdrage aan het nummer The Remembering (High The Memory) van het legendarische “Tales From Topographic Oceans”-album uit 1973. Dat album markeerde ook de komst van Alan White als vervanger van Bill Bruford. De speelstijl van White bracht Squire ertoe om zijn eigen spel geleidelijk aan te passen. Zijn baspartijen werden in de loop der jaren dan ook minder frivool. Squire speelde ook een grote rol in het aanhaken van Trevor Rabin bij het Cinema-project wat uiteindelijk leidde tot de “90125”-line-up en de commerciële comeback van Yes.

De Engelse Yes-bassist Chris Squire.3

Eind jaren tachtig braken roerige tijden aan voor Yes. Anderson, die ontevreden was met de poppy stijl van het Rabin-Yes (ook wel Yes-West genoemd), zocht weer toenadering tot Wakeman en Howe om terug te keren naar de muziek waar Yes groot mee was geworden. Bill Bruford werd bereid gevonden om plaats te nemen achter de drumkit. Deze samenstelling kon echter niet onder de naam Yes naar buiten treden, omdat de rechten op die naam waren ondergebracht bij de 90125-bezetting. Aldus nam het viertal, aangevuld met Tony Levin op basgitaar, onder de naam Anderson, Bruford, Wakeman & Howe een gelijknamig album op. Tijdens een groot deel van de daarop volgende tour werd Levin in verband met ziekte vervangen door Jeff Berlin. De opnames voor een volgend album werden door Arista Records afgekeurd en er werd onder druk van het label samenwerking gezocht met het “Yes-west” kamp om uiteindelijk uit te monden in het overwegend als dramatisch omschreven album “Union”. De daarop volgende tour in de ‘dubbele bezetting’ werd overigens wel weer een groot succes. Tijdens deze tour vervulde Squire in zijn eentje de bas-verplichtingen.

De Engelse Yes-bassist Chris Squire.4

Naast Yes was Squire actief in Conspiracy (met Billy Sherwood), een reünie van The SynSquackett (met Steve Hackett) en bracht hij twee soloalbums uit: “Fish Out Of Water” (1975) en “Chris Squire’s Swiss Choir” (2007). In 2008 wilde Yes weer gaan toeren toen Jon Anderson ernstig ziek werd als gevolg van een astma-aanval. Squire, Howe en White wilden niet meer wachten op het herstel van Anderson en vonden een vervanger in de persoon van Benoit David. Deze beslissing zette kwaad bloed bij Anderson en veel fans, want “Yes zonder Anderson is geen Yes”. Inmiddels heeft de band bewezen zijn muziek nog steeds geloofwaardig ten uitvoer te kunnen brengen met Jon Davison als uiteindelijke vervanger van Anderson. Deze lijn was al ingezet door Billy Sherwood in te zetten als vervanger van de zieke Chris Squire voor de komende tour met Toto. Of de band het definitieve verlies van Squire zal overleven, zal de toekomst uitwijzen. Zeker is dat de rockmuziek, en progrock in het bijzonder, met het overlijden van Chris Squire een groot bassist en componist is kwijtgeraakt.
Squire laat zijn vrouw Scotland en vijf kinderen uit drie verschillende huwelijken (Carmen, Chandrika, Camille, Cameron en Xilan) achter.

Italiaanse prog springlevend in Genua – Interview met La Coscienza Di Zeno

Italiaanse prog springlevend in Genua
Interview met La Coscienza Di Zeno

door Fred Nieuwesteeg en Markwin Meeuws

Fred Nieuwesteeg en Markwin Meeuws vlogen op kosten van Progwereld met de PW-privéjet naar Genua voor een exclusief interview met de Italiaanse formatie La Cosicenza di Zeno, die eerder dit jaar zijn derde cd “La Notte Anche Di Giorno” heeft afgeleverd. In ‘La Superba’ troffen zij gitarist Davide Serpico en toetsenist Stefano Agnini en die hebben zij onder het genot van een bordje Trofie al Pesto behoorlijk aan de tand gevoeld.

10369224_10203721333291877_5711027585229222549_n

‘La Notte Anche Di Giorno’ is alweer jullie derde album, en het gaat over twee vrouwen, met ieder een apart verhaal. Kunnen jullie iets vertellen over het thema en het concept van de plaat?
Stefano:  Het album is opgedragen aan twee specifieke vrouwen die ik in de loop van mijn leven ben tegengekomen. De eerste was een vriendin van het gezelschap waarin ik verkeerde (wij waren ‘darks’ of ‘goths’) die vorig jaar zelfmoord pleegde. De andere is een oude beeldhouwster en partizaan gedurende WOII die ik leerde kennen tijdens een interview voor een radiozender. In dit muziekstuk zijn de twee vrouwen te zien als twee zijden van dezelfde munt door hun tegengestelde reacties op het ‘mal de vivre’. We probeerden in de teksten een zoveel mogelijk realistisch blik op de fictieve gebeurtenissen te hebben.

Het nieuwe album lijkt meer dan voorgaande albums de bekende jaren ’70- periode van de Italiaanse symfonische rock te omarmen. Zeker het gebruik van meer klassieke instrumenten als viool, cello en piano lijken dit te accentueren, en invloeden van Alusa Fallax en Quelle Vecchia Locanda zijn evident. Hoe is jullie kijk hierop?
Davide: Op het eerste album was Stefano Agnini de enige echte ‘expert’ op het gebied van ‘vintage’ keyboards. Onze vorige tweede toetsenist, Andrea Lotti, was meer geïnteresseerd in modernere geluiden, vandaar het lichte neoprog-geluidje van het debuut. Sinds Luca Scherani in de groep is gekomen, en zoals je weet is hij bekend van zijn werk met Fabio Zuffanti en ook solo, hebben we ineens nog iemand die gecharmeerd is van analoge synthesizers. Stefano is er iets meer in thuis, maar het scheelt niet veel. Luca heeft zelfs pas zijn ouderwetse string ensemble van Stefano overgenomen! Ze leren elkaar veel trucs, geven elkaar tips en houden elkaar qua ontwikkelingen scherp.
Het is ook een feit dat veel Italiaanse bands zich in de jaren ’70 een Mellotron niet konden veroorloven, dus gingen ze op zoek naar vergelijkbare merken en kwamen uit bij toetseninstrumenten van bijvoorbeeld Crumar en Solina. Die geven toch een tamelijk ander geluid, en zo komt het volgens mij dat Italiaanse prog altijd ietsje anders klinkt. En aangezien wij ons daar weer door laten inspireren, brengt dat herinneringen te boven aan Goblin, Alusa Fallax, Lucio Battisti en heel veel andere bands!

Stefano: Och, hemel, hoe kan ik deze vraag beantwoorden zonder niet gelijk een lofrede te houden op oude ‘vintage’ instrumenten. Ik zoek altijd naar obscure Europese bands, lang niet altijd Italiaans, en kom dan uit bij onbekende grootheden als Jacula, Lydia en Hellua Xenium, en noem ze maar op. Maar aangezien ik slechts één lid van de band ben, breng ik mijn invloeden naar de overige groepsleden, met hun smaak, technische mogelijkheden en culturele achtergronden, en zie wat er van komt. CDZ is naar mijn idee uniek in zijn realistische benadering van muziek waarbij de tekst leidend is, zodat je ook uitkomt bij bands als Jumbo, Showmen 2 en I Giganti. Uiteindelijk vind ik dat neoprog-invloeden opnemen in de muziek van CDZ ook niet zo raar, daar ook dit inmiddels al geschiedenis is, en wij daaruit rijkelijk putten en ons door laten inspireren.

10885473_10205717452324063_851388480886061290_n

CDZ is nu een band met zeven leden. Hoe houden jullie het bij elkaar en hoe blijft iedereen tevreden met het eindresultaat? Is er een ‘belangrijkste’ componist of is het een volkomen democratische aangelegenheid?
Stefano: er is geen hoofdcomponist net als op “Sensitività”. Maar we hebben verschillende benaderingen: ik ben de instinctieve en ik schrijf het zogenaamde in de 19e eeuwse ‘muziek en programma’. In het bijzonder ingegeven door mijn wens om gevoelens en verhalen uit te dragen geef ik er de voorkeur aan mijn nummers alleen ’s nachts te schrijven, zeker een delicaat en moeilijk stuk als Giovane Figlia. Maar de eerste ideeën voor de arrangementen kwamen van Luca. We proberen elkaar te helpen, ook al zijn er veel verschillen in muzikale voorkeuren. We hebben twee keyboardspelers om een meer symfonisch keyboard-georiënteerd geluid te krijgen, in de traditie van Banco (del Mutuo Soccorso) en vele andere bands. Luca is sterk bepalend voor de orkestrale opzet en hij is een zeer getalenteerde muzikant die met veel gevoel speelt, dus…waarom niet?

Wat is precies Davide’s rol in CDZ? Is zijn rol niet een beetje in gevaar, als we niet alleen met twee keyboardspelers, maar ook met de voorgenoemde toename van andere solo-instrumenten te maken hebben? Wanneer maakt Davide zijn “Voyage Of The Acolyte”?
Davide: Ik denk niet dat mijn rol als gitarist in CDZ in gevaar is. In het algemeen kunnen we zeggen dat de gitaar een instrument  is met een uitgesproken geluid en het is essentieel dat je dit voortdurend luid en duidelijk kunt horen. Echter, ik weet niet of alle gitaristen zich op hun gemak zouden voelen om met zoveel instrumenten samen te spelen… om precies te zijn, er gaan geruchten dat gitaristen nogal haantjes zijn die bang zijn om de tweede viool te moeten spelen. Dit is niet het geval! Ik denk dat in een symfonische band als CDZ alle muzikanten moeten begrijpen dat alle instrumenten in een goede balans moeten zijn, om het geheel, de dynamiek en de emotionele component van een nummer te verbeteren in plaats van als solo-instrument op de voorgrond te treden. Recent hebben we live “La Notte Anche Di Giorno” gespeeld met cello en fluit. Dus heb ik meer dan eens de geluidsman moeten uitleggen dat ik een beetje afwijk van het beeld van de typische gitarist en dat, indien nodig, het volume van de gitaar omlaag moest worden bijgesteld om andere instrumenten meer op de voorgrond te laten treden. Misschien om die reden heb ik geen plannen voor een soloalbum: ik zie het progressieve als een collectieve operatie, zo complex  dat de deelname van verschillende geesten nodig is. In de nabije toekomst zou ik meer tijd willen steken in het vierde (!) CDZ album… maar wie weet wat de toekomst brengt…?

Wat is de invloed en het belang van het label AltOck/Fading, dat als label bekender is om zijn avant-prog-uitgaven, en hoe ondersteunen en promoten ze jullie muziek?
Davide: we hebben in AltrOck een geweldig label gevonden, maar bovenal een geweldige producer. Marcello Marinone is een echte vakman: tijdens het vervaardigen van de cd gaf hij talloze suggesties en meestal had hij gelijk! Ik ken zijn promotieplannen echt niet, maar ik maak me geen zorgen: hij kent zijn vak!

Er komt heel veel progressieve rock uit Genua. Is hier een verklaring voor, denk je? We weten natuurlijk dat jullie zanger Alessio Calandriello in Not A Good Sign zingt, maar hoe zit het met de andere bandleden? Zijn die ook bij andere bands en projecten betrokken?

Davide: La Coscienza di Zeno is een tamelijk jonge band, maar zijn leden zijn zeer ervaren: zij werkten of werken nog met enkele van de meest belangrijke namen uit de regio! Onze drummer Andrea komt bijvoorbeeld van Finistere, Malombra en ontmoette Luca Scherani in de cast van Merlin The Rock Opera. Luca werkt nog steeds voor Hostsonaten en Il Segno del Comando. Gabrielle, onze bassist, werkte met Il Tempio Delle Clessidre en Not A Good Sign… muziek houdt nooit op, we leven in een prachtige stad vol met talent en vriendschap. Wat zouden we nog meer kunnen wensen?

Stefano: ja, in samenwerking met Fabio Zuffanti ben ik met een nieuw project bezig genaamd La Curva Di Lesmo met veel gasten als Jenny Sorrenti. Binnenkort, zeker dit jaar nog, komt er  een album uit. Genua werd in de jaren ’60 ‘het kleine Liverpool’ genoemd. Het was een belangrijke stad voor beat, prog en songwriters.

Wat zijn jullie plannen voor de toekomst, zowel op korte termijn (tour enz.) en op langere termijn (meer cd’s, projecten enz.)?

Davide: de toekomst zit vol hoop en mogelijkheden die we moeten pakken. We doen een optreden in Genua in mei en misschien iets in het zuiden van Italië ook dit jaar nog. In februari 2016 echter spelen we in Nederland op Prog Not Frog! Ik kan niets meer zeggen over optredens, maar die zullen er zeker komen. En, na onze nieuwe cd een tijdje live te hebben gespeeld, beginnen we aan onze vierde te werken, waarvoor we al ideeën hebben, ook om nieuwe formules toe te passen, dat is iets dat we heel belangrijk vinden, zeker na een ‘bijzonder’ werkstuk als “La Notte Anche Di Giorno”. Maar helaas kunnen we er nog niet meer over vertellen…

Fred, die de streek Liguria waarvan Genua de hoofdstad vrijwel jaarlijks bezoekt, heeft van de mannen van CDZ een uitnodiging gekregen om hen een keer te komen opzoeken als hij toch in de buurt is. Later dit jaar komt dat er misschien van. Dat zou wat wezen: een bezoek aan de oefenruimte en hoogstpersoonlijk vragen om verzoeknummers te spelen en tussen de glazen Barolo door nog enkele vragen in het Italiaans stellen aan de band. Hoe dicht kun je bij een progband komen? Wie weet…

304116_232087613518250_914261252_n

Send this to a friend