Ik beschouw mezelf als een regelmatige concertbezoeker; ik kom toch wel aan minimaal vijftien bezoeken per jaar, schat ik zo in. In 2017 bereikte ik zelfs een klein persoonlijk record: ik kwam tot het in mijn ogen respectabele aantal van dertig optredens, 2,5 per maand. Niet slecht voor iemand die er ook nog een normaal (…) sociaal leven op na houdt. Daar moet ik wel bij zeggen dat ik alleen de shows tel, niet de artiesten. Dus een festival met vijf bands geldt als één concert, niet als vijf.
Binnen het team van Progwereld mag ik dan misschien een ‘veulvraat’ zijn, ik stel niets voor in vergelijking met onze fotograaf Ron Kraaijkamp. Dat is de echte liefhebber van liveoptredens. Als fotograaf, maar vooral als fan van levende muziek. Ron telt wel het aantal bands dat hij ziet in plaats van de locaties/theaters die hij bezoekt. En dan stokt de teller toch pas bij zestig. Ofwel, Ron ziet kans om gemiddeld meer dan één artiest/band per week te zien. Petje af voor zoveel passie en drive. En dan nog vaak binnen het door hem en ons allen zo geliefde progrock genre. Daarbij ziet hij ook nog eens kans om de artiesten op het podium op professionele wijze op de gevoelige plaat vast te leggen, hulde!
Maar bij wat ik kortgeleden in de krant zag staan verbleekt zelfs de prachtige prestatie van ons aller Ron. Want onder de kop in het AD ‘Niek gaat idioot graag naar bands en zag er vorig jaar 716’, staat het verhaal van een regelrechte muziekfanaat. Met een verantwoordelijke baan, als hoofd van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling bij een gemeente. En ja, zelfs met een echtgenote. Die overigens nooit met hem meegaat op zijn trektocht. Ook hij telt de bands, niet de shows, maar dat maakt het allemaal niet minder indrukwekkend. Zijn record staat zelfs op 892 optredens, in 2016. Hij geeft zichzelf twee dagen om op adem te komen, de rest van de week staat grotendeels in het teken van de popconcerten. OK, hij is een veelvreter, het genre maakt hem niet zoveel uit. Of het nou een singer/songwriter is of een meerkoppige band, Niek staat vooraan bij het podium. Dat levert hem zelfs enige populariteit op; andere bezoekers valt het op enig moment op, steeds weer diezelfde kerel in het publiek.
Gevraagd naar zijn favoriete band komt Pink Floyd als winnaar uit de bus, maar ook Deep Purple, Led Zeppelin en Focus worden genoemd. Jullie kunnen de leeftijd van onze vriend wel een beetje raden. Maar nu komt het: als hem gevraagd wordt naar zijn eerste grote concert dan noemt hij Yes in Ahoy. “In 1978, geloof ik”. Kijk, dat vind ik nou vreemd. Dan ben je al naar duizenden bandjes en artiesten wezen kijken en dan weet je niet meer wanneer je eerste grote show plaatsvond?! Dat vind ik bijna ongelofelijk. Ik weet het nog heel goed: het was Yes in Ahoy, maar niet in 1978, Yes heeft dat jaar helemaal niet in Nederland opgetreden, maar op 25 november 1977, een jaar eerder dus. Met de oude hippie-zanger Donovan in het voorprogramma. Die overigens onder luid boegeroep het podium moest verlaten, de fans hadden geen boodschap aan zijn jaren 60-muziek. En dan denk ik dus: ben je nou een grote muziekfan of gewoon een veelvraat? Gaat het om de kwaliteit of de kwantiteit?
Ik ga dit jaar drie keer naar mijn favoriete bandje van alle tijden, nog steeds datzelfde Yes. Ik ga er zelfs twee keer de grens voor over. Idioot dat ik ben.