Recent las ik een artikel in een landelijke krant waarin stond dat voormalig Songfestival-winnares Lenny Kuhr na meer dan vijftig jaar herenigd was met haar winnende songfestivalgitaar. De inmiddels 71-jarige zangeres had indertijd een relatie met een zekere Jaap. Jaap was op enig moment gevlogen met medeneming van haar bijzondere akoestische gitaar, een Lewin van Zweedse makelij. Ruim vijf decennia later wordt Kuhr verrast door een berichtje van de weduwe van de inmiddels overleden Jaap: zij had de originele gitaar gevonden. Een dolgelukkige Lenny Kuhr krijgt in eerste instantie een Yamaha in haar handen, helaas niet de juiste. Maar de weduwe heeft nog even doorgezocht en ja hoor, het originele muziekinstrument komt na ruim een halve eeuw weer boven water. Eigenaar en instrument maken het goed.

Dat deed me denken aan een soortgelijk verhaal wat ik niet al te lang geleden gelezen had.

Een buitengewoon interessant verhaal ook, het relaas van stergitarist Peter Frampton. Als een rode draad in zijn recent gepubliceerde autobiografie “Do You Feel Like I Do” loopt het verhaal  van het enorme vliegtuigongeluk in 1980, in Caracas, Venezuela, waarbij doden te betreuren waren. Ook zijn geliefde zwarte 1954 Gibson Les Paul, Black Beauty genaamd, leek de crash niet overleefd te hebben. ‘Leek’, want na ruim 30 jaar en vele omzwervingen via tussenpersonen en de zoon van de vliegveldbeambte die het pronkstuk achterover had gedrukt, komt het apparaat weer in het bezit van de rechtmatige eigenaar. Die voelde het meteen; dit was ZIJN originele gitaar. Na het betalen van een forse fee, of eigenlijk een ruil met een ander felbegeerd zes snaren item, werd Frampton weer herenigd met de iconische gitaar. Deze is inmiddels toepasselijk hernoemd ‘Phenix’, het instrument waarmee hij zo treffend op de hoes van zijn miljoenen verkopende “Frampton Comes Alive!” staat afgebeeld.

Het is alom bekend dat Yes gitarist Steve Howe een meer dan bijzondere relatie heeft met zijn Gibson ES 175D uit 1964. In zijn autobiografie “All my Yesteryears” windt hij er geen doekjes om: niemand komt aan zijn geliefde gitaar en af en toe ligt het op leeftijd zijnde model nog wel eens onder het dekbed van de inmiddels lichtbejaarde gitarist. En dan heeft hij er nog een paar honderd in een speciale ruimte hangen/staan.

Het verhaal van Analogues gitarist Jac Biko, op zijn zoektocht naar een super zeldzame Fender Rosewood Telecaster, zoals het instrument waar Beatle George Harrison ooit op speelde, is ook bekend. Toen hij het felbegeerde kleinood eindelijk had gevonden bij een Italiaanse muziekhandelaar in Bari, kocht hij een apart vliegtuig ticket voor een aangrenzende stoel, speciaal voor het instrument: hij wilde het geen moment meer uit het oog verliezen.

In het interview dat ik met de legendarische Genesis gitarist Steve Hackett mocht hebben in 2019 komt het wederom ter sprake, de bijzondere band van de gitarist met zijn instrument(en). In dit geval wederom een Gibson Les Paul en een paar bijzondere Fernandes gitaren.  Op mijn vraag/stelling dat zijn liefdesrelatie met de gitaar alles overtreft antwoordde de sympathieke Engelsman: “Nou, we zijn al heel lang getrouwd, ik en de gitaar. En mijn vrouw is een buitengewone vrouw, geloof me.” Dat laatste moest hij eraan toevoegen anders mocht hij niet meer thuis komen van mevrouw Hackett.

De hoes van zijn autobiografie, ”A Genesis in my bed” beeldt het nog het beste uit: de gitarist zittend op de rand van een hemelbed, met een hemelse blik de Gibson teder beroerend.

Ik hoef hier niet veel meer toe te voegen denk ik. Daar waar voor de meeste mannen blijkbaar opgaat dat de liefde door de maag gaat ligt het bij gitaristen (m/v) toch wel even anders: daar gaat de liefde door het klankgat.