Goed beschouwd is alles in het leven een kwestie van smaak. Een Nederlands spreekwoord luidt dan ook: “over smaak valt niet te twisten”. Ja, duh…..
Het begint al direct na je geboorte. Je krijgt een al dan niet kunstmatige tepel in de mond geduwd. Wat er bij mij gebeurd is weet ik niet, maar melk lust ik nu, na 63 jaar, nog steeds niet. De eerste jaren van je leven bepalen veel, zo niet alles, voor de rest van je leven. Daaronder valt ook smaak. Zo is groen mijn lievelingskleur. Terwijl mijn zusje die kleur juist verafschuwt. Geen idee hoe dat komt, want de foto’s waar wij vroeger op stonden waren zwart-wit.
Wanneer we de tijd verder naar het heden doorspoelen belanden we op de lagere en middelbare school. Daar werd kleding een issue. Een groot issue. Ik moest en zou in een spijkerbroek naar school. Van Levi’s. Maar nee, het werd een corduroy broek van C&A. Meestal een korte. Of eentje met van de genaaide lappen op de knie. Nu loop ik het liefst in een spijkerbroek. Lekker puh!
En wat denk je van deze uit hetzelfde tijdperk: haardracht. Mede ingegeven door wat ik zag bij Top Pop moest en zou ik lang haar. Liefst zoals dat van Brian Connoly. Of beter nog, dat van Cees Bergman van de band Catapult uit Leiden, waar ik woonde. Die had bovenop zulke gave stekels. Maar nee, het werd gedekt, van achter opgeschoren en een scheiding strak links. Daar liep je destijds overigens mee voor paal. En nu? Te weinig haar om er iets mee te doen. Dus dan maar
genanometerd. Kwestie van smaak.
Over bepalend zijn in je verdere leven gesproken: je favoriete voetbalclub. In 1971 won die club uit Amsterdam voor het eerst ‘de cup met de grote oren’. De rest is geschiedenis, evenals mijn smaak. Maar wat als ik een jaar eerder verstand van voetbal had gekregen? Want ik was thuis de enige die interesse had in voetbal. Kwestie van smaak. Al werk ik meer dan veertig jaar in Rotterdam.
We schrijven midden jaren zeventig van de vorige eeuw en we zijn aanbeland waar het hier om draait: de smaak voor muziek. Bij mij thuis werd voornamelijk klassieke muziek gedraaid. Maar mijn smaak werd, ik weet het nog feilloos, bepaald door mijn leraar muziek van wat destijds de MAVO was. Tot op de dag van vandaag dank ik deze man dat hij mij in de les (!) Yes, Genesis en vooral Emerson Lake & Palmer liet horen. De rest is geschiedenis, evenals de inhoud van mijn platenkast, waarvan je een klein deel kunt teruglezen op deze website.
Waarmee ik de brug sla naar Progwereld en het team van zogenaamde deskundigen. Recensenten die het altijd beter weten en er een eigen(wijze) mening op na houden, mijzelf incluis natuurlijk. Zonder uitzondering haalt ieder teamlid zijn neus op voor een of andere groep, of album, of nummer. Tegelijk vinden anderen die band, dat album of nummer juist weer goed, soms zelfs zeer goed. Zo goed dat daar een tag voor bedacht is: ‘jaarlijstmateriaal’. Deze tag mag iedere recensent aan zijn recensie plakken. Sommigen durven dat woord zelfs in hun recensie op te nemen. Ik zou een boek kunnen schrijven over de discussies die regelmatig binnen ons team plaatsvinden over deze tag en dat woord. Dat doe ik niet. Ik hou het bij deze column. Uit piëteit voor mijzelf en mijn schrijvende vrienden.
Over smaak valt wel degelijk te twisten.