Vanwege het nieuwe album “Rise Radiant” had ik de mogelijkheid om iemand van het Australische Caligula’s Horse te interviewen. Het is een uitstekend album geworden. Omdat de band van down under is, was het wel lastig om via Skype tot een afspraak te komen. Uiteindelijk bleken onze agenda’s dan ook niet in elkaar te passen. Ik had al wel wat vragen bedacht en vond het toch zonde om deze ongebruikt in de prullenbak te mikken. Uiteindelijk bleek het met hulp van de platenmaatschappij toch mogelijk om via mail de vragen te versturen. Gelukkig vond gitarist Sam Vallen de tijd om de vragen te beantwoorden.
Om te beginnen gefeliciteerd met het nieuwe album. Ik vind het een geweldige plaat. Kun je iets vertellen over het creatieve proces en de opnames?
Uiteraard! Waarschijnlijk was de grootste verandering in het creatieve proces dat de hele band dit keer heeft meegewerkt aan het schrijven van de nummers. Zoals altijd waren Jim (Grey, zanger, RU) en ik de drijvende kracht achter het creëren van de muziek, maar de diversiteit en de levendigheid op het album komen van de contributies van Dale (Prinsse, basgitaar, RU), Josh (Griffin, drummer, RU) en Adrian (Goleby, gitarist, RU). Zij kwamen allemaal met geweldige muzikale ideeën die onze creativiteit naar nog niet ontdekte plekken brachten.
Jullie werkten dit keer met Jens Bogren bij het mixen van het album. Hij werkte eerder met bands als Opeth en Leprous. Dat zijn twee namen die ik ook op jullie nieuwe album terug hoor. Hoe was het om met Jens te werken en wat was zijn invloed?
Jens is een held van me; ik kijk al jaren op naar hem als producer. Ik wilde dat het album rauw en echt zou klinken, maar toch ook modern, pakkend, pittig en helder. Jens nam deze visie over en klaarde de klus. Hij is een van de meest menslievende en attente mensen met wie ik heb gewerkt. Hij heeft echt met de grootste zorg aan alles op deze plaat gewerkt.
Kun je iets vertellen over het onderwerp of het concept van het nieuwe album?
In zekere zin is er niet echt sprake van een concept, maar er zijn zeker wat overeenkomstige thema’s op het album. Het voornaamste thema is het idee van ‘opnieuw opkrabbelen’ waarbij we ons meer richten op het confronteren van tegenslag dan om deze daadwerkelijk te overwinnen. Het album gaat over de menselijke ervaring en alle dingen waarmee we de strijd moeten aangaan: geloof, frustratie, angst, nalatenschap enzovoorts.
Er waren plannen voor een tour. Dat gaat nu uiteraard niet door. Zijn er al nieuwe plannen in die richting?
We hadden inderdaad grootste plannen voor de uitbraak. We zijn inmiddels begonnen met het opnieuw organiseren hiervan. Het voldoet te zeggen dat we weer gaan toeren op de plaatsen waar we dat meestal doen om “Rise Radiant” te promoten.
Heeft dit nog financiële consequenties voor jullie? Moeten jullie leven van de muziek of hebben jullie er nog banen naast?
Er zijn zeker wat financiële verliezen die hoofdzakelijk te maken hebben met het toeren in de Verenigde Staten, gezien de erg dure visa procedures daar. Maar alles in aanmerking genomen had het voor ons veel erger kunnen uitpakken. We hebben allemaal ook een gewone baan en inkomstenverlies door de band kan erg vervelend zijn.
De albumhoes is prachtig. Wie heeft deze ontworpen?
Chris Stevenson-Mangos. Hij is een oude vriend van ons die ook de albumhoes van ons derde album “Bloom” heeft gemaakt. Hij is geweldig! Hij nam de thema’s en ideeën die we hadden bedacht en transformeerde dit in iets dat we allemaal prachtig vinden.
Wat zijn jullie belangrijkste muzikale invloeden?
Steely Dan, Opeth, King Crimson, Jeff Buckley, Radiohead, Steve Vai, Crowded House, Genesis en vele andere. Dit zijn de artiesten waar ik altijd weer bij uitkom.
Dit is het eerste album met jullie nieuwe bassist, Dale Prinsse. Hoe was het voor hem om met jullie te werken?
Dale is een oude vriend die al een tijdje met ons samenwerkt. Hij is betrokken geweest bij eerdere Caligula’s Horse albums als geluidstechnicus en hij en ik hebben in het verleden zelfs wat nummers samen geschreven. Op onze laatste Europese tour ging hij mee als onze lichtman en toen onze vorige bassist Dave Couper vertelde van zijn plannen om te stoppen was Dale de meest voor de hand liggende keuze. Hij gedijt goed in de band, het voelt alsof hij er altijd al een deel van is geweest.
Ik houd van de afwisseling op het album. Er zijn veel tempowisselingen, er zijn twee strategisch geplaatste ballads (Resonate en Autumn) en een geweldige afsluiter. Is die volgorde bewust zo gekozen?
Uiteraard! We vinden het belangrijk hoe het album als geheel klinkt. Resonate was bedoeld al een soort rustpuntje na de intensiteit van Salt en Autumn en vormt een aardige introductie tot wat thema’s die op The Ascent verder zijn uitgewerkt. We houden ervan als onze albums een bepaalde dynamiek bevatten om op die manier verrassend en interessant te blijven.
Sommige versies van het album bevatten een tweetal bonusnummers. Twee covers, Don’t Give Up van Peter Gabriel en Kate Bush en Message To My Girl van Split Enz. Wat is het verhaal achter de keuze voor deze nummers?
In alle eerlijkheid zijn dit gewoon liedjes waar we van houden en die we een zinvol nieuw arrangement konden geven. Ik zie covers als een leerervaring. Daarvan krijg je grip op de manier waarop je helden hun muziek creëerden.
Wil je verder nog iets kwijt?
Ik hoop dat jullie net zo van “Rise Radiant” genieten als dat wij doen. Dit album voelt als het hoogtepunt van alles waar we de afgelopen jaren zo hard voor hebben gewerkt. We zijn er ontzettend trots op en kunnen niet wachten totdat jullie het hebben gehoord.