De release van het derde For All We Know-album “By Design Or By Disaster” was aanleiding voor een gesprek met Ruud Jolie, componist, gitarist en drijvende kracht achter het muzikale project. We stuurden elkaar in 2024-stijl mediabestandjes met ingesproken vragen en antwoorden. Het bleek een interviewvorm die uitnodigde tot diepgang. Een verslag van een indrukwekkend digitaal gesprek met een aardig en nuchter artiest.
De muziek
Ruud, allereerst complimenten voor een bijzonder gevarieerd album. Het persbericht verwijst zelfs naar “extreme uithoeken” van het muzikale spectrum. De contrasten tussen (en soms zelfs binnen) nummers zijn groot. Is dat een bewuste keuze of ontstaat zoiets organisch tijdens het schrijfproces?
Het is niet iets wat ik bewust doe. De labels ‘prog’ en ‘progressief’ gaan van oorsprong over buiten de hokjes denken, terwijl progmuziek tegenwoordig juist heel ingekaderd lijkt te zijn. Zo denken mensen, ze willen duidelijke kaders zien. Dat is helemaal niet verkeerd, maar als je jezelf progmuzikant of -band noemt, dan heb je de vrijheid om te kunnen doen wat je wilt. Anders slaat dat label ‘prog’ nergens op, vind ik. En omdat ik niet per se hoef te verdienen aan For All We Know, heb ik de vrijheid om te kunnen doen wat ik wil. Construction Records brengt het album uit, maar ik heb dezelfde vrijheid gehad als bij de eerste twee albums, die ik zelf uitbracht.
Daarom denk ik dat de muziek ook in sommige gevallen wat extremer is geworden. Als ik in een Sigur Rós-vibe zit, komen er meer van dat soort zalvende dingetjes uit. Een ander moment zit ik in een Pantera- of Lamb of God-periode, dan komt zo’n metalachtig middenstuk uit This Hell We Know om de hoek kijken. Dus het wordt nooit bewust gedaan.
Werkt dat hetzelfde voor de contrasten tussen teksten en muziek? Je haalt zelf al This Hell We Know aan, waarbij een refrein met een behoorlijk zware tekst wordt vergezeld door een bijna poppy melodie.
Ja, dat gaat een beetje hetzelfde. Natuurlijk vind ik het belangrijk dat de tekst ook wel een beetje in connectie staat met wat de muziek uitdraagt. En ja, zo’n poppy refrein… Ik probeer altijd te zoeken naar melodieën. Ik houd van pakkende melodieën, ik houd ook echt van popmuziek, dus ik denk dat dat op die manier tot uiting komt.
Bij de eerste twee albums kon ik de muzikale connecties tussen de platen vrij makkelijk identificeren, waarschijnlijk omdat ze nogal prominent in de vocale melodieën zaten. Ik heb begrepen dat er ook nu weer van dat soort ‘Easter eggs’ zijn die terugverwijzen naar eerdere albums, maar ik heb ze nog niet kunnen vinden.
Ze zitten er nog wel in, maar ik ben het met je eens: ze zijn een stukje subtieler. En ik moet bekennen dat er twee zijn die in de mix een beetje zijn verdwenen. Dus daar is het misschien meer een kwestie van: als je weet dat ze er zitten, dan hoor je ze. Maar ik kan me voorstellen dat ze nu een beetje moeilijk te achterhalen zijn.
Het is natuurlijk ook wel een ‘progdingetje’ om muzikale thema’s te laten terugkomen in meerdere nummers of zelfs op meerdere albums. Hoe ontstaan die muzikale connecties bij jou?
Dit is waarom ik filmmuziek ook zo tof vind. Ik ben een groot Star Wars-fan en elk personage in Star Wars heeft zijn eigen thema. Maar elke keer als het thema voorbij komt, wordt het op een iets andere manier gearrangeerd. Je kunt een melodie op heel veel verschillende manieren interpreteren.
En dus vind ik zelf een melodie soms gewoon te mooi om maar één keer te gebruiken. Daar ga ik dan ook echt voor zitten: “Hé, hier komt een instrumentaal ding. Laten we eens even kijken of ik terug kan grijpen op een melodie die we eerder hebben gebruikt.” Want ja, waarom zou ik dat niet mogen? Is dat dan gebrek aan inspiratie? Nee, ik denk juist het tegenovergestelde. Ik voel me dan juist supergeïnspireerd om op die manier de puzzelstukjes anders te leggen.
Het concept
Kan je iets meer vertellen over de teksten op “By Design Or By Disaster”? Zou je het zelf omschrijven als een conceptalbum?
Nee, dat zou voor mij iets te pretentieus zijn. Maar gaandeweg het schrijfproces kwam ik er achter dat er wel iets als een rode lijn in de teksten zat. En toen ik dat herkende, had ik een overkoepelend thema: de reis van een persoon door alle levensfasen, en met name ook de relaties die die persoon opbouwt en verliest. Denk aan de relatie met je ouders, met geliefden, met je kinderen.
Dat zie je ook terug in het artwork. Je ziet drie karakters: een baby, een jongvolwassene, en een bejaarde. Dat is in wezen dezelfde persoon. Een vriendin van mij had overigens een andere interpretatie. Die zei: “Wat leuk dat je ook dat woke-aspect omarmt! Ik zie twee mannen die een baby opvoeden.” Nou ja, dat zou je er ook in kunnen zien, haha. Zo zie je maar dat zowel teksten als artwork multi-interpretabel zijn.
Wat betekent de titel van de plaat voor jou? Ik interpreteer hem als de vraag in hoeverre het leven ‘maakbaar’ is (‘by design’) of juist helemaal niet. En als dat niet zo is, word je dan met name gevormd door de dingen die fout gaan in het leven (de ‘disasters’)?
Ha, ik kan me er nu heel makkelijk vanaf maken door te zeggen dat alles klopt wat je zegt, want zo zie ik het zelf ook. De plaat gaat over opgroeien, levensfasen doorlopen, en wat daar allemaal in gebeurt. In hoeverre heb je daar invloed op, en in hoeverre gebeuren dingen bij toeval? En dan kun je je ook nog afvragen of toeval bestaat, maar dan wordt het een heel ander gesprek, haha.
Ik ben bijna 48 nu. Is mijn leven perfect verlopen? Nee, maar bij wie wel op deze leeftijd? Ik ben waar ik nu ben door keuzes van mezelf, absoluut. Maar ook door een samenloop van omstandigheden. In zekere zin kun je heel veel invloed uitoefenen op je eigen leven, maar het is een illusie dat je alles onder controle hebt. En moet je dat ook willen? Ik vond “By Design Or By Disaster” daarom een heel mooie overkoepelende titel.
Je teksten zijn stevig, soms zwaar. Dan dringt de vraag zich natuurlijk op of ze autobiografisch zijn.
Ik denk dat er bij iedereen die schrijft allerlei autobiografische elementen in zitten. Maar om het liedje Lifeline aan te halen: dat gaat over een kind of een puber die hoort dat zijn vader thuis komt. Eigenlijk wil hij verdwijnen, onder het bed kruipen. En vervolgens zit zijn vader met een lege blik alleen maar sigaretten te roken en naar de TV te staren, zonder hem een blik waardig te gunnen. Tot het punt dat het kind in opstand komt en dingen zegt als: “Don’t point the finger, point the way”, oftewel: “Je kunt me nou wel van alles verwijten, maar je hebt ook nooit verteld hoe dingen dan wel moeten.”
Nou, zo zwaar was het bij ons thuis echt niet hoor. Ik heb een heel goede band met mijn ouders en een heel fijne jeugd gehad. Maar natuurlijk zijn er altijd momenten, zeker in je puberteit, dat je denkt: “Ja, fuck man!” Botsingen met ouders komen altijd voor, zeker tussen vader en zoon en moeder en dochter. En ik heb dat gewoon veel groter gemaakt dan het in werkelijkheid was. Maar ik vind het vergroten van dingen in teksten altijd tof. Dat gebeurt in films ook vaak. En daar speel ik dan mee.
Het schrijfproces
For All We Know is natuurlijk geen band in traditionele zin. Kan je wat meer vertellen over hoe je muziek schrijft en hoe de nummers tot stand komen?
Nou, ik begin meestal gewoon lekker te fröbelen in mijn studiootje, dan maak ik een demo. En bij alles wat ik verzin, heb ik zanglijnen in mijn hoofd, omdat ik vind dat een couplet of een refrein bestaat bij de gratie van een goede zanglijn. Maar deze laat ik Wudstik (zanger bij For All We Know, RP) nooit horen. Omdat ik wil dat hij zijn eigen ei kwijt kan, en omdat door de vorige albums gebleken is dat als hij zelf met een zanglijn komt, het gewoon vaak beter is.
Dat zal er ook mee te maken hebben dat hij automatisch zijn stem op een heel natuurlijke wijze gebruikt. Als ik een zanglijn in mijn hoofd heb die Wudstik niet ligt, dan klinkt het toch altijd meer gekunsteld dan wanneer hij zelf vanuit zijn eigen bereik en stemkleur een zanglijn kan maken. En als ik een zanglijn hoor die ik zelf nooit had bedacht, klinkt het ook nieuw en fris voor mij. Maar het komt ook wel voor dat ik vasthoud aan een zanglijn, omdat ik een sterke melodie heel belangrijk vind.
Vervolgens krijg ik dan een demo terug van hem met ‘ghost lyrics’ of gewoon fonetisch gebrabbel. Daar hoor ik dan al bepaalde rijmwoorden en de flow van een zanglijn in. Vervolgens ga ik daar een tekst op schrijven. Daardoor komt eigenlijk zo’n negentig procent van de tekst van mij en tien procent van hem. Het is niet dat we samen aan de keukentafel teksten zitten te schrijven, maar mijn teksten zijn wel zodanig geïnspireerd op het gebrabbel of de ghost lyrics van Wudstik dat het een bepaalde sfeer krijgt. Ik vind het leuk om op die manier de samenwerking aan te gaan.
Is die samenwerking ook de reden dat Wudstik en jij op de promofoto’s staan?
Dat is eigenlijk vooral ook een logistiek ding. Léo (Margarit, drums, RP) zit gewoon in Zweden en ik was van mening: OF allemaal op de foto, OF alleen ik, OF alleen Jermain (van der Bogt/Wudstik, RP) en ik. Ik werk toch het meest met hem, dus Wudstik heeft echt een heel belangrijke rol. Dat neemt niks weg van de rest, maar dit is wel zo’n beetje de verhouding zoals die nu is.
Wat is in die zin de rol en de bijdrage van de andere artiesten? Is For All We Know honderd procent jouw kindje of stimuleer je de anderen om ook hun eigen interpretatie aan de muziek te geven?
Muzikanten krijgen bij mij alle vrijheid. Ik kan wel baspartijen verzinnen en ik programmeer heel veel drums. Ik heb van een aantal drummers gehoord dat ik dat goed kan, dat ik echt als drummer denk. Dus een hoop drumfills en drumpartijen die op de plaat staan heb ik ook zo bedoeld. Maar ik vind het altijd verfrissend als mensen met hun eigen ideeën komen. Voor mezelf, maar ook voor hen. Het is natuurlijk altijd leuk om zelf een beetje je stempel op de muziek te kunnen drukken. Daarom doen we het tenslotte.
Dat geldt ook voor de pianostukken. Het laatste liedje, Goodbye, is het enige liedje dat pianist Marco (Kuypers, RP) heeft gespeeld. De rest heb ik allemaal zelf gedaan, maar dit was meer een ‘pianistisch’ liedje. Ik zou er wel mee weg zijn gekomen hoor. Niemand zou hebben gedacht: “Nou, wat een suffe pianopartij.” Alleen: Marco is ook echt pianist, en ik vind het dan heel tof om zijn spel erin te horen.
Er zit tot nu toe steeds een fors aantal jaren tussen de albums van For All We Know. Komt dat vooral door drukte met andere projecten, of is dit gewoon ‘de manier waarop je werkt’, waarbij nummers lang moeten rijpen en bezinken? Zou je sneller albums kunnen schrijven als je meer tijd had?
Misschien wel, maar For All We Know is voor mij echt een hobbyproject. Dat klinkt misschien een beetje denigrerend, maar ik bedoel daarmee te zeggen dat ik er niet van hoef te leven, waardoor de urgentie iets minder groot is. Ik kan mezelf dus ook alle vrijheid permitteren om er gewoon lekker lang over te doen en om heel kritisch te zijn. “Schrijven is schrappen”, zeggen ze weleens. Nou, bij mij is dat ook echt het geval. Van elke twintig dingen die ik verzin, blijft er misschien maar één over. Maar dat is helemaal niet erg.
Volgens mij hebben we voor deze plaat in mei 2023 de laatste opnames gehad, en de songs waren alweer een half jaar ervoor geschreven. Dus het is anderhalf jaar geleden dat ik een liedje heb gemaakt, en ik merk dat ik nog steeds vol zit van deze plaat. Dus als er ooit nog een vierde plaat komt, denk ik dat het nog even zal duren voor ik daar mijn tanden in ga zetten. Vandaar dat er steeds zo’n zes jaar tussen mijn albums zit.
De toekomst
Welke doelen heb je nog met For All We Know, en hoe balanceer je die met je andere activiteiten, zoals Within Temptation? Geven die je de (financiële) vrijheid om For All We Know puur als creatieve uitlaatklep te gebruiken?
Ik ben gezegend met het feit dat ik op dit moment van Within Temptation kan leven en er ook niks anders naast hoef te doen. Het geeft me ook vrijheid, want zo druk is Within Temptation helemaal niet. Dat denkt iedereen altijd, maar ik heb zeeën van tijd momenteel, wat mij dus de ruimte biedt om een project als For All We Know te kunnen doen.
Ik heb gek genoeg weinig andere doelen hiermee. Rond de tijd van de eerste plaat uit 2011 had ik natuurlijk al een aantal platen opgenomen, waarvan sommige erg succesvol. Ik heb een paar gouden en platina platen thuis hangen, waar ik supertrots op ben. Maar mijn doel was dat ik op mijn sterfbed (en hopelijk duurt dat nog even) in ieder geval één album in mijn handen zou hebben dat ik zelf had gemaakt.
Within Temptation is natuurlijk ook een groepsding, waarbinnen ik doe wat iedereen denkt dat het beste is. Ik heb daar geen 100% vrijheid, wat helemaal niet erg is. Maar de muziek die ik met For All We Know wilde maken, kon ik gewoon niet kwijt bij Within Temptation. Dat was destijds mijn primaire doel en dat is gelukt. Mijn secundaire doel was dat ik uit de kosten zou komen, want ik heb al die platen zelf gefinancierd. Dat gaat om echt veel geld. Dat is niet erg, maar het is wel fijn als het er op een gegeven moment weer uit komt. En dat is ook gelukt tot nu toe.
Wat betekent dat voor de mogelijkheden om met For All We Know live te spelen of zelfs een tour te organiseren?
Het is zo moeilijk om de agenda’s naast elkaar te leggen. Shows moeten al ruim van tevoren in de verkoop en ik weet bijvoorbeeld nu nog niet wat 2025 gaat brengen met Within Temptation. Dus ik kan nu nog heel moeilijk dingen inplannen.
En als ik heel eerlijk ben: zes jaar geleden heb ik drie shows gedaan met For All We Know en de kaartverkoop vond ik toen enigszins teleurstellend. Het waren heel fijne shows en ik heb er geen spijt van, maar ik had eigenlijk gehoopt dat er net iets meer volk op af zou komen. Ik heb altijd gezegd: ik hoef hier niet aan te verdienen. Het is oké als het me tijd en calorieën kost, maar het moet geen geld gaan kosten.
Dus in die zin heb ik niet echt doelen met For All We Know, behalve om de zes jaar een nieuwe plaat uitbrengen. Als ik dan positieve reacties ontvang, dan doet me dat deugd. En ik hoop dat ik dan uiteindelijk iets langer op dat sterfbed lig, zodat ik nog de tijd heb om drie platen te luisteren. En daar trots op mag zijn.
Foto’s door Slashley Photography.