Voormalig percussionist van King Crimson Jamie Muir is op 17 februari overleden. Hij speelde alleen mee op het album “Larks’ Tongues In Aspic”, maar liet daarbij een onuitwisbare indruk achter. Later verschenen nog diverse compilaties en boxsets met liveopnamen waarop Muir te horen is. Iconisch is de video van een uitvoering van het titelnummer waarop Muir zich in de vreemdste bochten wringt bij het het spelen van de percussie.
Bekijk de video hier (deze kan niet worden embedded in andere websites).
De invloed van Muir op King Crimson kan nauwelijks worden onderschat. Zo kwam hij op de vraag van Robert Fripp hoe de muziek klonk, zonder aarzelen met “Why, larks’ tongues in aspic, what else?”
Bill Bruford heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij veel bewondering had voor de percussionist, die ook veel invloed had op het latere spel van deze drummer.
Een week na het verschijnen van het album verliet Muir plotseling de band. De reden was dat hij volgens de strikte regels van het boeddhisme wilde leven en hij vertrok daarom naar het Schotse klooster Samye Ling. Als reden voor zijn vertrek gaf het management van King Crimson op dat Muir zich op het podium had geblesseerd, waarover Muir altijd verbolgen is gebleven.
De naam van Muir is ook voor altijd verbonden aan het album “Tales From Topographic Oceans” van Yes. Tijdens de bruiloft van Bill Bruford in maart 1973, raakte Jon Anderson met hem in gesprek. Anderson vertelde later dat hij Muir had gevraagd hoe hij zo’n geweldige podiumartiest was geworden. Muir antwoordde dat Anderson er goed aan deed om het boek “Autobiography Of A Yogi” van Paramahansa Yogananda te lezen. Een lange voetnoot op een van de pagina’s vormde uiteindelijk de inspiratie voor het “Tales”-album.
Rond 1980 keerde Muir terug naar Londen en ging weer muziek maken, onder meer met Michael Giles, maar vanaf 1990 wijdde hij zich helemaal aan zijn schilderkunst.