Interview en redactie: Peter Van Haerenborgh
Vertaling: Jeroen Dossche
Band: miRthkon
Info: miRtkon
Myspace: miRthkon
Discografie:
Vehicle (2009)
The Illusion Of Joy (2006)
ruth.bikula.phaze.ivy (2001)
miRthkon (1999)
Om te beginnen, kun je de lezers iets vertellen over de groep?
miRthkon bestaat uit zes personen en een videoartiest (Jarred McAdams) en brengt composities geschreven door Wally Scharold, Rob Pumpelly en, sinds kort, de nieuwe bassist Matt Lebofsky. We zijn een hedendaags, klassiek kamerensemble dat zich voordoet als een rockband. We spelen op alledaagse instrumenten: twee gitaren, een basgitaar, een drumstel en een duo multi-instrumentalisten die piccolo, fluit, basklarinet, alt-, tenor- en baritonsaxofoon spelen. Ook zingen ik of de blazers af en toe een beetje. Ongeveer 80% van onze muziek is vooraf geschreven en gecomponeerd, waaronder alle drumpartijen. De overige 20% bestaat uit improvisatorische stukken die in verschillende nummers voorkomen. Er zijn enkele nummers die volledig gecomponeerd zijn en waarin niets geïmproviseerd werd.
“Vehicle” is miRthkon’s debuut bij een major label. Kan je ons iets meer vertellen over hoe het album tot stand kwam? Is er een overlappend thema en hoe lang werken jullie al aan de nummers?
“Vehicle” is het resultaat van bijna vier jaar werk met de huidige bezetting, en van bijna twaalf jaar werken aan mijn eigen muziek. Vier van de nummers die op “Vehicle” staan zijn opgenomen in oktober 2005 en uitgebracht op onze eerst ep “The Illusion of Joy”. Het nummer Camelopardalis (het laatste nummer op het album) werd ook opgenomen voor de ep, maar werd uiteindelijk niet gebruikt. We hebben het uiteindelijk twéé keer heropgenomen totdat we de juiste take gevonden hadden.
In april 2007 hebben we zeven nieuwe nummers opgenomen, waarvan er vijf op “Vehicle” beland zijn. De andere twee zijn later opnieuw opgenomen (het eerdergenoemde Camelopardis en Coven of Coyotes). In januari 2008 kregen we een nieuwe drummer, Matt Huggemos, die we in juni van datzelfde jaar meteen mee de studio innamen. In die sessie namen we die twee nummers op en ook enkele drumpartijen voor Automaton, waarin we zonder stijlbreuk het werk van de onze oude én nieuwe drummer kunnen combineren. Ook de nieuwe nummers The Black Fruit en Honey Key Jamboree namen we toen op.
In mei 2008 begonnen Dan Rathburn en ik het nieuwe materiaal te mixen. In 2006 werkten we al samen aan de vier nummers van onze ep, en dat beviel zo goed dat we weer met hem wilden samenwerken.
Wegens verschillende redenen verliep het mixproces heel traag. Dan en ik zijn namelijk allebei perfectionisten met een oog voor details. Al heel vroeg werd duidelijk dat het mixen van mijn nummers veel tijd en vooral alle middelen van Polymorph Studios in beslag nam. Dit betekende dat voor een enkel nummer we rekening moesten houden met mijn agenda, maar ook met die van Dan en die van de studio zodat we lang genoeg konden doorwerken aan de mix. Omdat Dan vaak op tournee was met z’n band Sleepytime Gorilla Museum konden we slechts één nummer gelijk mixen, met weken, soms zelfs maanden, ertussen.
“Vehicle” is een conceptalbum. Er zijn enkele thema’s die door het album lopen en op verschillende niveaus tegelijk werken. Het overheersende thema is ontstaan uit de naam van de band, miRthkon, met de kleine m en hoofdletter R, waardoor naam er ongeveer uitziet als een auto. Hopelijk komt dit ook goed naar voor in de cover van het album. Daarop is te zien hoe het logo van de band gebruikt wordt als het logo van een fictief automerk, met Tom Automaton, de mascotte van het bedrijf, als versiering op de motorkap.
De titel van het album heeft ook meerdere betekenissen, want een album is ook een vehikel om een verzameling liedjes over te brengen op een publiek. Ironisch genoeg zijn beide ‘vehikels’ de laatste tijd in het nieuws gekomen, in de Verenigde Staten toch. Want in deze tijd van iTunes en filesharingsites is het album als fysiek medium om muziek over te brengen stilaan iets van het verleden aan het worden. Tegelijkertijd kwam de Amerikaanse auto-industrie in de problemen en moest ze gered worden door de regering.
Maar er zijn nog enkele thema’s die door “Vehicle” lopen: mysterieuze feiten rond de letter R, buitenaardse wezens die genetisch gemodificeerde supermensen naar de aarde sturen, geheimen rond gratis energie van Adolphe Sax (de uitvinder van de saxofoon) en de oorsprong van de beruchte, uiterst geheime automaatschappij miRthkon. Maar ik heb al teveel gezegd.
Naar welke muziek luisteren jullie zoal, en wat zijn jullie grootste invloeden?
Mijn favoriete artiesten zijn Frank Zappa, Albert MarcÅ“ur, Meshuggah, Anton Webern, Henri Dutilleux, Morton Feldman, Elliot Carter, Mr. Bungle, Hermeto Pascoal, Sleepytime Gorilla Museum, Itibere Orquestra Familia, Herbie Hancock, John Coltrane, Eric Dolphy, Anthony Braxton, Henry Threadgill, Muhal Richard Abrams, Derek Bailey, Fred Frith, Samuel Barber, Roberto Gerhard en Igor Stravinsky. Ik heb ook een voorliefde voor old school thrash metal uit de late jaren 80 en vroege jaren 90, de muziek uit m’n jeugd. Ik heb een lijst van artiesten waar ik keer op keer naar luister en nieuwe artiesten worden zelden aan die lijst toegevoegd, alhoewel ik voordurend nieuwe muziek ontdek. Gaby Karpel maakt momenteel veel kans.
Rob is obsessief bezig met het verzamelen van obscure muziek en luistert voortdurend naar nieuwe muziek. Ik weet dat je Messiaen, Milford Graves, Ennio Morricone, Tatsuya Yoshida, Iannis Xenakis en Albert Ayler onder zijn favorieten mag rekenen.
Om hier even op voort te gaan, toen ik naar het album luisterde, viel me op dat jullie metal met chamber prog mengen. Hoe kom je erbij om zulke uiteenlopende stijlen te combineren?
Verschillende factoren hebben hieraan bijgedragen. Het belangrijkste doel van miRthkon is om verschillende klankkleuren uit zeer uiteenlopende genres naadloos te mengen. Metal was de eerste stijl waarmee ik in contact kwam. Mijn eerste composities waren metal. Later begon ik ook in andere stijlen te schrijven, maar ik heb geleerd dat metal de basis vormt van mijn composities.
Toen ik nog aan het conservatorium studeerde, schreef ik vaak kamermuziek voor klassieke muzikanten. Veel van die stukken komen op een of andere manier terug in het repertoire van miRthkon. Ik vond het heel moeilijk om deze muzikanten uit te leggen wat ik exact van hen verlangde. Toen wist ik dat ik die sound enkel kon krijgen door metal erin te verwerken.
Maar in de band is metal slechts een aspect van het arrangement. We spelen wel metal, maar ik zie miRthkon niet als een metalband, maar ook niet als een jazzband, een progressieve rockband, een moderne klassieke band of iets anders. We proberen nooit om een puur metalnummer te spelen. Het is onderdeel van onze sound, en we grijpen er enkel naar terug als het past in het concept van een nummer.
Wat zijn jullie plannen voor de toekomst?
We blijven spelen in het lokale circuit in de Bay Area. Onlangs hebben we een nieuw stuk gespeeld dat voor ons gecomponeerd werd samen met een orkest. We wachten geduldig op een uitnodiging van een festival, maar we beseffen dat we nog relatief onbekend zijn in het prog-rock genre en niet veel mensen kunnen lokken, iets wat festivals natuurlijk wel verlangen. Maar ik denk dat we het goed zouden doen in het festivalcircuit omdat daar aan onze technische eisen voldaan zou worden en we onder optimale omstandigheden kunnen optreden. We repeteren tot we erbij neervallen zodat je live datgene zou horen wat je ook op de plaat hoort. Ik denk dat een publiek waar voor z’n geld zou krijgen. De enige nadelen zijn onze kinderen en jobs, zodat we niet voor lange tijd de baan op kunnen.
We hebben al minstens een half album aan nieuw materiaal geschreven, waaronder onze tweede, onverwachte, cover (de eerste was een nummer van Albert MarcÅ“ur dat we maar één keer live gespeeld hebben). We hebben weer eens een bandlid moeten vervangen (Matt Lebofsky vervangt Nat Hawkes op bas) dus we moeten Matt ook inwerken in onze muziek.
Een ander groot doel is om op meer plaatsen op te treden. De meeste van onze optredens vonden plaats in kleine rock clubs in de Bay Area, wat geweldig is, maar we denken dat we ook zouden aanslaan in jazzclubs, concertzalen en wie weet waar nog. Alhoewel spelen in kleine tenten wel z’n charme heeft, zou het ook aangenaam zijn om voor een publiek te spelen dat komt om écht te luisteren, en ergens anders gaat om een biertje te drinken.
Heb je nog een boodschap voor onze lezers?
Ga heen in vrede.