eerste druk: 27-04-2008
interview: Wouter Bessels
eindredactie: Wouter Bessels
Splinter realiseert zich het maar al te goed. De aanloopperiode naar het verschijnen van de cd “Dreamers” heeft ruim twee jaar geduurd. Nu maakt de groep uit Zutphen snode plannen voor het volgende project. Een heuse ep met nieuwe stukken en een speciale versie van Goodbye. Ook gaat de groep weer optreden, zo vertellen de leden op een zondagmiddag aan de ronde tafel in één van de gezellige kroegjes die Zutphen rijk is. En om maar gelijk met de deur in huis te vallen: Ewout Ongering, Didier Kerckhoff, Menno Broer van Dijk en Marcel Everts (drummer Berry Vink schittert door afwezigheid) hebben aan een halve zin genoeg om hun nieuwe plannen te onthullen.
Didier: 2008 gaat voor Splinter veel optredens brengen. Daarnaast verschijnt er een tweede ep, waarop een andere kant van de groep is te horen. We willen in dezelfde stijl zoals op “Dreamers” doorgaan, maar kiezen we daarbij toch voor commerciëler werk (op de achtergrond klinkt ‘Please forgive me’ van Bryan Adams) Haha, dat is niet de kant die we opgaan!
Ewout: Het is al jaren een goeie vriend van ons!
Didier: Die ep wordt een extraatje voor mensen die “Dreamers” al hebben, maar ook voor een iets breder publiek. We willen graag wat meer op de radio worden gedraaid.
Ewout: Nummers van drie, drieëneenhalve minuut. We mixen een paar stukken van “Dreamers” opnieuw, of maken een nieuwe edit en voegen daarbij ook een aantal nieuwe nummers. Dat wordt de opmaat voor het nieuwe album. De ep is gericht op een groter publiek en samen met meer aandacht van radiostations willen wij daarmee naar het volgende album toewerken.
Didier Kerckhoff |
Ewout Ongering |
Marcel Everts |
Menno Broer van Dijk |
Laten we eerst nog even terugkijken op “Dreamers”. De plaat is nu een paar maanden uit. Hoe is die naar jullie beleving ontvangen door pers en publiek?
Didier: Het gaat heel goed met de cd. Enthousiaste reacties, de verkoop loopt goed en dat tot onze verbazing uit alle hoeken van de wereld. Japan, Duitsland, Rusland, Italië, Amerika, daar gaan hele pakketten naar toe. Dat is een blijde verrassing. Aan de andere kant realiseren wij ons dat het een progrock album is. Wil je de plaat ook op de radio laten horen, dan moet je kortere nummers kunnen aanbieden. Er is geen radiostation dat nummers van twaalf minuten gaat uitzenden. Wij gaan ons nu niet voordoen als een andere band, maar kijken waar we met enkele stukken van “Dreamers” in een kortere versie mee uit de voeten kunnen.
Dus geen kwestie van een albumband die ineens singleband wordt?
Marcel: Nee, absoluut niet. We willen een andere kant van ons laten zien, maar wel ons eigen ding blijven doen. Zoals Within Temptation of The Gathering, die met hun eigen muziek toch landelijk bekend worden en op de radio te horen zijn. Als je maar één of twee korte nummers hebt en de rest is echt lange prog, dan werkt dat remmend. Het is niet zo dat het volgende album alleen maar korte liedjes bevat en heel commercieel wordt. De mix van toegankelijke muziek en prog blijft toch in je zitten, dat is niet stelselmatig te veranderen.
Ewout: De reacties op het album vanuit de meer mainstream-hoek zijn zeer positief, maar men kan er weinig mee. Om maar wat te noemen: via via heeft Eddy Zoey het album in handen gekregen. Die vond het fantastisch, maar zei wel dat hij de muziek niet op de radio kon plaatsen of aan zijn vrienden geven, omdat de stukken te lang duren of te ingewikkeld zijn. Je kunt een paar stukken, zoals Goodbye, Bioengine en Korsakov opnieuw editen, wat maatsoorten weghalen, waardoor ze minder ingewikkeld worden en nog steeds overeind staan. Van Goodbye staat inmiddels een single-versie op onze website.
Menno: Misschien werkt dat ook zelfs met Reflections…
Marcel: Je kunt kijken naar wat Marillion bijvoorbeeld doet. Het blijft een progressieve band, maar wel heel toegankelijk. Ze hebben een goede balans in de muziek gevonden, waardoor het mainstream-publiek het ook te gek vindt. Toch spreken wij ook mensen uit de proghoek die nummers als “Goodbye” te gek vinden; die zijn niet vies van toegankelijke liedjes.
Maar achter Marillion en Within Temptation zit toch een uitgebreide en zeer uitgedachte marketingmachine, die belangrijk voor beider succes is?
Marcel: Ja, daarover hebben wij met ons management gepraat over hoe wij dat gaan aanpakken. Met die ep willen wij dat aanwakkeren.
Menno: Om die pluggers wakker te schudden. Als dat lukt, dan heb je al heel wat gewonnen. Voorlopig hoeft daar ook geen platenmaatschappij tussen te zitten.
Didier: Dat is altijd welkom, maar het is voor ons geen must. Een platenmaatschappij moet echt iets kunnen bieden, zodat het voor ons de moeite waard is om een behoorlijk percentage van de albumopbrengsten af te staan. Wij hebben in de laatste anderhalf jaar wel aanbiedingen gehad, maar die konden ons niet de exposure bieden die wij graag willen. Dan hebben wij er dus niets aan. Het is geen meerwaarde voor ons. Wij verkopen nu via internet, waar ook veel winkels exemplaren van onze cd afnemen. Interessanter wordt het pas, als een maatschappij zegt dat zij graag voor ons een marketingplan wil schrijven.
Ewout: Wat jij al zegt, die marketingmachine, dat is het succes. Heel vaak gaat het van: jullie tekenen bij ons en wij zorgen voor de distributie. Maar dat kunnen wij zelf ook, dus dan houdt het op.
Marcel: Dat is ook één van de redenen waarom wij “Dreamers” zelf hebben uitgebracht. Wij zaten te azen op grote maatschappijen, maar waren ons er ook van bewust dat het ondertussen al heel lang duurde voordat wij met het album kwamen. Toen overlegden wij over de aanpak en besloten om het zelf te doen. Als het goed loopt en er heeft een maatschappij toch interesse, dan is dat toch mooi meegenomen. Die maakt zich er niet druk om dat een band er al 500 heeft verkocht, omdat ze er vanuit gaan dat ze er 1000 willen gaan verkopen. Maar ja, welke progband breekt tegenwoordig gelijk na de eerste of tweede cd door? Het echte succes komt vaak pas na vier of vijf albums.”
Ewout: We hebben heel veel geld in het maken van de cd gestopt. Leningen moesten worden afbetaald en daarom was er weinig geld meer over om zelf de marketing te doen. Zodra we weer een beetje wat geld hebben, dan denk ik dat we daar hard aan gaan werken. Zeker in Amerika, ik zie dat als een grote afzetmarkt. Rock blijft daar een grote scene onder een heel groot publiek. Hier in Nederland zijn 3FM of Kink-FM stations waar we ons op gaan richten. Maar ook al wil een dj het draaien zoals Zoey, het kan niet, omdat nummers te lang duren.
Hoe zit dat met optredens? Waarom stonden jullie bijvoorbeeld niet op Noorderslag of Eurosonic?
Menno: Omdat de boekingen al werden gedaan voordat de cd uit was en er geen bands zonder cd worden gecontracteerd.
Ewout: Het staat bij ons hoog op de agenda om ooit ook op Pinkpop en Parkpop te staan. Lekker voor veel mensen spelen. Overal waar we komen, zijn de reacties enthousiast. Dus ik denk dat we daar heel veel fans kunnen winnen. Ze kennen ons gewoon nog niet. Ook uit de niet-progressieve hoek. Als ze onze show zien, dan roept dat reacties op als: “ik wist helemaal niet dat dit soort dingen bestond”. Misschien maken we wel teveel muzikantenmuziek, wie zal het zeggen.
Didier: Festivals en voorprogramma’s, daar gaan we ons dit jaar op richten. Niet op spelen in kroegen; noem eens een band die in een kroeg speelt met eigen materiaal?
Marcel: Dit jaar moeten we echt aan onze bekendheid gaan werken. We moeten het denk ik echt van de grotere podia hebben, maar het zal tijd kosten om daar echt lekker in mee te draaien. En dan bereik je ook mensen die niet-progressieve muziek luisteren. Die worden dan geconfronteerd met lange stukken als Reflections en dat vinden ze toch lekker klinken.
Ewout: Aan de andere kant hebben we zeker niet de ambitie om ons hele leven een support act te zijn, dat is niet de bedoeling. Toch zijn we er dankbaar voor en het levert enthousiaste reacties op van mensen die bij optredens eigenlijk naar hun ‘eigen’ band komen kijken en erg enthousiast reageren op Splinter. Daarmee win je mensen, die je in de gaten houdt en het album ook kopen. Gek genoeg bestaat onze grootste afzetmarkt uit mensen die onze muziek niet kennen. Ik dacht eerst dat we de meeste exemplaren aan vrienden en zo zouden verkopen, maar het blijken dus de mensen – zeg maar – van buiten te zijn. We hebben nu zo’n 400 exemplaren van “Dreamers” verkocht. De volgende persing zal met of zonder dvd worden uitgebracht. Maar goed, de eerste persing is nu binnen een paar maanden tijd bijna uitverkocht en dat geeft goeie hoop. Aan de andere kant, niets is zo moeilijk om jezelf te gaan verkopen richting festivalorganisatoren. Elke band vindt zichzelf het beste aanbod voor een festival. Een manager kan daar wel een cruciale rol in spelen.
Marcel: We hadden dit jaar ook op ROSfest in Amerika kunnen spelen, maar dat is ook niet gelukt, ook om dezelfde reden dat het album er nog niet was toen de boekingen werden gedaan.
Hoe kijken jullie terug op het ProgFarm optreden, nu anderhalf geleden?
Ewout: Dat was ons eerste optreden in de nieuwe samenstelling, nadat we terugkwamen uit Zweden. Heel leuk, maar ik was doodsbang en had geen flauw idee wat mij te wachten stond. Het was een geheel nieuwe ervaring: mensen stonden te headbangen, dat had ik nog nooit meegemaakt. En te luisteren: stil, met de armen over elkaar. Ik wist zelf ook niet wat ik moest gaan doen op het podium. In de maanden daarna is dat gevoel wel gegroeid; nu ben ik minder zenuwachtig.
Marcel: Het was ook het eerste optreden waarbij wij de nummers van de plaat speelden. Dus in de nieuwe arrangementen.
Ewout: De nummers waren nog niet eens gemixt en dat optreden op ProgFarm gaf ons zoveel vertrouwen.
Menno: Die reacties na afloop herinner ik mij ook nog heel goed. Zo kwam Francis Géron van de Spirit of 66 uit Verviers helemaal wild naar ons toe: “You gotta play in our club!
Ewout: En die mensen van Flamborough Head, die waren ook heel sympathiek. Wat ik mij ook goed kan herinneren is dat zij opmerkten dat zulke jonge jongens zulke volwassen muziek op het podium stonden te spelen. Niet dat we ons jong of oud vinden of zo, maar toch is dat leuk om te horen omdat je er niet over nadenkt.
Nog even terug naar jullie nieuwe ep. Gaat Jonas Reingold wederom de productie verzorgen en leg eens uit wat nou precies dat ‘Reingold’ sausje is?
Menno: Dat Jonas sausje staat voor mij voor net even dat tingelingetje op de goede plek zetten of Jonas die zegt: hier doen we geen zang, maar een bassolo. En ons als groep ook enorm inspireert.
Marcel: Sommige dingen vindt Jonas erg goed, andere dingen weer minder, zo merkten we tijdens de opnames in Zweden. Samen wordt er dan gewerkt aan perfectie. Hij geeft wel suggesties aan, die jezelf wel speelt. Het einde van Devils’ Advocate is bijvoorbeeld samen met z’n zessen in de studio op die manier tot stand gekomen.
Didier: Als arrangeur heeft Jonas zijn grootste stempel op “Dreamers” gedrukt. Daar zit het verschil in en dat onderscheidt hem van andere producers. Dat is de meerwaarde. Compositorisch is hij zo professioneel. Hij is niet iemand die zegt: ik heb nu geen inspiratie. Als je tegen hem zegt: binnen een uur moet je een nummer afhebben voor de Backstreet Boys, dan doet ‘ie dat. Hij is niet zomaar artiest die af en toe inspiratie heeft.
Marcel: Hij hoorde de toegankelijke kant in onze muziek. Daarom heeft hij ‘Dreamers” heel fris gemixt, in plaats van heel traditioneel proggy of symfonisch. Dat is overigens een reactie die we veel hebben gehoord: de plaat duurt vijftig minuten, maar klinkt heel snel weg. Jonas vindt het niet erg om muzikaal toegankelijk te zijn en dat heeft hij een beetje uitgebuit bij ons.
Didier: Ik zie hem nu meer als vriend dan onze producer, ook nadat ik een keer met hem in Zweden met Karmakanic heb meegespeeld. We zijn in totaal vijf keer naar Zweden geweest. Je bouwt dan een band op. Ik zie hem als één van mijn grootste voorbeelden, waar ik al ontzettend veel van heb geleerd. Als we hadden opgenomen, kwamen rond middernacht de dvd’s en cd’s tevoorschijn en gingen we luisteren. Of naar andere projecten waar hij aan werkte. Van simpele popliedjes tot zware fusionstukken.
Ewout: Toen ik samen met Didier bij hem thuis de laatste hand aan de mixen legde, kwam hij af en toe even luisteren. Gaf hij zijn commentaar en de juiste opmerkingen. Terwijl hij met heel veel andere dingen bezig was, bleef hij tot op het laatste moment erg betrokken bij onze plaat.
Didier: We gaan bij de opnames van de nieuwe ep wel een producer aanstellen, maar dat zal niet Jonas zijn. Dit is een project dat wij op korte termijn willen realiseren – in de zomer willen wij de ep laten uitkomen – en Jonas heeft het simpelweg te druk. De afstand Zweden Nederland helpt daarbij natuurlijk ook niet. Maar we gaan er iemand bijhalen die goed is. Gordon Groothedde is zo iemand, een van de topproducers op dit moment. Hij heeft met bands als Intwine en Krezip gewerkt. Alhoewel hij ook uit Zutphen komt, woont hij min of meer in de Wisseloord Studio’s! Of Attie Bauw, bij wie wij vorig jaar een cursus in zijn studio hebben gevolgd.
Marcel: We gaan voor de ep wellicht ook nog The Hymn, een nummer dat ook al op “Devils’ Jigsaw” stond, opnieuw opnemen met behulp van een orkest en nieuwe zang van Ewout.
Ewout: Menno heeft een briljant orkestarrangement geschreven. Iets waar je U tegen zegt en regelrecht uit de filmmuziek is komen vallen. Heel symfonisch. Of het erop komt, is nog de vraag, maar het is een kanshebber. Maar er zijn zoveel goeie nieuwe songs die we hebben, we zijn er allemaal even enthousiast over. Soms heb je van die ideeën: al is het maar een simpele riff of melodie. Je weet meteen dat het iets goeds is, terwijl er bijvoorbeeld nog geen zanglijn voor is.
Didier: Toch blijven we kritisch. We nemen alleen die stukken op waar we als band in geloven en waarvan we denken dat ze zullen aanslaan. Dat is en blijft ons uitgangspunt.