eerste druk: 03-06-2008
interview en tekst: Maarten Goossensen
Nice Beaver speelt op 14 juni op het Progwereld 2008 dubbelconcert. Wij zijn van mening dat deze band het verdient om gehoord én gezien te worden. Het was echter een tijdje stil rondom deze formatie. Tijd voor een interview met zanger / toetsenist Erik Groeneweg en bijna ex-drummer Ferry Zonneveld.
In 2004 verscheen jullie tweede album “Oregon” op de markt. Daarna werd het heel erg stil rondom Nice Beaver, wat is daar de reden van?
Erik: Geen echte reden hoor. We hebben wat opgetreden toen Oregon uitkwam en daarna bleef het eigenlijk heel stil. Het regende fantastische recensies maar daarna… niets. Dus hebben we ons herpakt en zijn we weer gewoon aan het werk gegaan om nieuw materiaal te schrijven. Dat gaat zoals je weet nogal langzaam bij ons, het moet in de oefenruimte ontstaan en de toets der kritiek kunnen doorstaan. Daardoor hebben we denk ik twee keer zoveel materiaal weggegooid als we uiteindelijk bewaard hebben. Vorig jaar hebben we vier nummers opgenomen en de planning was om deze zomer nog vier nummers op te nemen en dan een nieuwe cd uit te brengen. Het vertrek van Ferry heeft dat proces uiteraard nogal vertraagd.
Als ik mij goed herinner, hebben jullie na het uitbrengen van “Oregon” ook vrijwel niet meer opgetreden, is het zo moeilijk om aan optredens te komen?
Erik: Het is vreselijk moeilijk, eigenlijk niet te doen. We hebben daar in 2005 keihard aan gewerkt, hebben ons lot zelfs in de handen van een soort management gelegd, maar het levert allemaal niets op. Misschien is het tij inmiddels iets gekeerd, maar een paar jaar geleden kwam je met ons soort muziek totaal niet aan de bak. Hoewel we ook wel wat toezeggingen kregen, resulteerde al dat geleur, gebedel en gesmeek dat uiteindelijk niet in optredens. Da’s reuze balen, want je zit in een band om allerlei redenen, maar optreden is daar natuurlijk één van de belangrijkste van.
Hoe heeft “Oregon” het gedaan ten opzichte van “On Dry Land” inzake kritieken en verkoop?
Erik: De kritieken waren vergelijkbaar, erg positief. Men vond “Oregon” een mooie stap voorwaarts. De albums zijn allebei zo’n beetje uitverkocht. Dat betekent dat er van “On Dry Land” waarschijnlijk zo’n 1.500 verkocht zijn en van “Oregon” een kleine 1.000. Wij hadden van “On Dry” Land immers ook al zo’n 500 exemplaren verkocht voordat Cylcops hem opnieuw uitbracht.
Ferry, jij hebt besloten te stoppen met Nice Beaver, kan je daar iets meer over vertellen?
Ferry: Na ruim 10 jaar Nice Beaver vond ik het tijd voor een nieuwe uitdaging. Ik heb met heel veel plezier in de band gespeeld en altijd goed met de jongens kunnen opschieten, maar uiteindelijk ben ik toch, waarschijnlijk mede door het gebrek aan optredens, een beetje uitgekeken geraakt op deze stijl van muziek. Inmiddels heb ik met drie andere muzikanten een nieuwe band opgericht (The Marxist Drinking Club) en hiermee richten we ons op weliswaar stevige, maar veel meer toegankelijke muziek. Op die manier hopen we een breed publiek aan te spreken en daardoor regelmatig te kunnen optreden.
Erik: het is vreselijk jammer, Ferry is een fantastische drummer en we zullen hem missen. Aan de andere kant: als je je nummers in de oefenruimte schrijft en iemand zit er met tegenzin, dan werkt het ook niet. We begrijpen zijn standpunt.
Ik heb begrepen dat jullie met nieuw werk bezig zijn, wat zijn de plannen?
Erik: Zodra we een nieuwe drummer gevonden hebben willen we zo snel mogelijk weer stukken opnemen, zodat we uiteindelijk genoeg materiaal hebben voor een derde cd, of USB-stick, of download, of wasrol, daar zijn we nog niet helemaal uit.
Ik heb al een paar nummers mogen beluisteren en het viel me op dat jullie stijl iets veranderd is. Het is allemaal wat rustiger en wat minder ‘brutaal’, is dat een bewuste keuze?
Erik: Nou, ‘bewust’ is het bijna nooit. De muziek ontstaat tijdens jams, dus hangt het erg van het moment af hoe een nummer ontwikkelt. Er zitten nog net zoveel uitdagingen in als in het begin, maar voor ons liggen die denk ik inmiddels op een ander vlak. De gekkigheid van het eerste album heeft plaats gemaakt voor betere en andere composities. In die zin zijn we ons aan het ontwikkelen in een iets afwijkende richting. Ik denk ook dat de oorverdovende stilte na het uitbrengen van “Oregon” – wat toch ons échte ‘prog’ album is – ons onbewust heeft gestimuleerd om onze stijl iets te verbreden. Maar we blijven met twee benen in de prog staan, hoor.
Ik vind wat ik hoorde overigens geweldig en nog steeds herkenbaar als Nice Beaver. Hoe zouden jullie je stijl omschrijven?
Erik: Uiteindelijk is het nog steeds een versmelting van onze persoonlijke voorkeuren, waarbij we een soort grote gemene deler vonden in dat derde album van Spock’s Beard. Maar omdat er ook new wave, metal en jazz-liefhebbers in de band zitten – en natuurlijk Hans met zijn Camel obsessie – kleurt dat onze muziek. Ik denk dat ‘progressieve rock’ de lading nog steeds het beste dekt.
Zijn jullie van plan om nieuwe nummers te spelen op het Progwereld dubbelconcert?
Erik: We spelen drie stukken van de nieuwe lichting, maar ook wat ouder en stokouder spul. Het wordt een erg fijne set. Om te spelen in elk geval.