eerste druk: 16-09-2008
eindredactie: Wouter Bessels

richard-wright-5-by-polly-samson.jpg

Zaterdagmiddag 13 september, Winterswijk. Na 10 jaar een weerzien van vrienden. Hobby: muziek. Favorieten: Golden Earring, Tangerine Dream en Klaus Schulze, maar vooral Pink Floyd. We praten over de groepsleden. Als de dood van Syd Barrett ter sprake komt, maakt de één plots de onschuldige opmerking: ‘wie zal er van de groep nu ons als eerste gaan ontvallen?’ ‘Ach’, zegt de ander, ‘ook leden van Pink Floyd zijn aan de beurt. Dat gaat een keer gebeuren.’ Niet wetende dat Richard Wright op dat moment in Londen de strijd tegen kanker bijna op moet geven.


Twee dagen later brengt de BBC het ‘breaking news’, ’s middags rond een uur of vier. Richard Wright leed korte tijd aan de beruchte ziekte en blies maandagochtend zijn laatste adem uit. De man die ruim veertig jaar zo ongelofelijk bepalend was voor het geluid van Pink Floyd. Absoluut een ‘one of a kind’, die in de hoogtijdagen van de groep nooit de waardering van pers en publiek (en zelfs eigen bandleden) kreeg die hij eigenlijk verdiende. Want het was Wright’s donkere stem en effectieve toetsenspel dat tot eind jaren zeventig een sleutelrol speelde op platen als “The Dark Side Of The Moon“, “Meddle“, “Wish You Were Here” en “Obscured By Clouds“? En wat te denken van zijn solo’s op “Animals“? Wellicht de laatste keer dat Richard zijn bijdrage bijna tegen wil en dank van Roger Waters op de plaat wilde krijgen op de manier zoals hij dat wilde. Uit de bocht vliegende geluiden uit de Mini-moog in Dogs, jazzy akkoorden op de Fender Rhodes in Sheep. En dan die ronkende Hammond in Pigs – Three Different Ones. Wapenfeiten die een legio toetsenisten zouden beïnvloeden. Het zou tot 1994 duren voordat hij op “The Division Bell” weer zijn positie in de groep volledig innam. Zowel muzikaal als persoonlijk. Toch bleef hij de ‘George Harrison’ van de groep: de talentvolle, derde man die constant hunkert naar eigen bijdragen en meer invloed in het groepswerk. Richard Wright was ongelofelijk muzikaal, maar ook erg onzeker. In de jaren zestig is ‘Rick’ Wright gek van jazz. Een echte ‘jazzo’, noemt hij zichzelf eens in een BBC-interview in 1994. De in 1943 geboren en uit London afkomstige student architectuur luistert in die jaren naar bebop, Miles Davis, John Coltrane. Vooral ‘Kind of blue’ is zijn favoriet, zo vertelt hij tegen een verslaggever van het Engelse blad Q in 1996. Typische ‘Miles’-akkoorden introduceert Wright later op “The Dark Side Of The Moon”, in Time, Breathe en Us And Them. De vrije improvisatie viert hoogtij in de jaren zestig en met zijn jazz-achtergrond begint hij ook psychedelische invloeden in zijn spel te brengen, met behulp van het karakteristieke Farfisa-orgel. Dat koppelt hij aan een Bimson echo-unit, waardoor zijn bijdrage tezamen met de andere instrumenten door de hele zaal zweeft. Op “Ummagumma” brengt hij in Sysyphus (Wright was toen ‘de man met de grote baard’) zware Mellotron-klanken samen met serene, sprookjesachtige orgelpartijen, maar ook met een fraaie piano-improvisatie die ontaardt in een totaal freejazz, bijna Ives-achtige atonale climax.In de beginjaren van Floyd is hij, naast co-producer van Syd Barrett’s tweede soloplaat, ook actief als schrijver, maar daar liggen zijn talenten niet echt. Wright moet het vooral hebben van samenwerking en kiest daarbij zelf vaak de rol van ‘underdog’. Een stukje muziek dat hij voor de film Zabriskie Point schrijft -een melodieuze, stemmige piano-solo- komt op de plank terecht en wordt een paar jaar later, met behulp van Roger Waters afgemaakt tot Us And Them. Het is één van de hoogtepunten van Floyd’s beste en meest verkochte album, “The Dark Side Of The Moon”. Eigen stukken als See-Saw, Remember A Day, Stay of Summer ’68 zijn wel leuk, maar hebben niet echt dat bijna mystieke karakter dat de groepscomposities in die jaren wel hebben. Anno 2008 klinken ze gedateerd. Toch is er één uitzondering: The Great Gig In The Sky. Uitgerekend een nummer over de dood, waarin de mineurakkoorden prachtig samengaan met de stem van Clare Torry. Alles draait in het stuk om sfeer en daar is Wright meester in. Wie is er niet bang om dood te gaan? En wie geeft het eerlijk toe?

Hoe dan ook, het is vooral Wright’s hese stem die in die jaren het Floyd-geluid zo uitdiept. Met Syd Barrett in bijvoorbeeld Arnold Layne en Astronomy Domine, later met Gilmour in Echoes en zelfs met Waters in het refrein van Brain Damage of in Shine On You Crazy Diamond. Ja… zelfs met die Roger Waters. De twee krijgen in 1979 bij de opnames van “The Wall” ruzie over de bijdrage van de toetsenist: of Wright neemt z’n partijen op voor de plaat, of Waters blaast het hele project af wat de groep een faillissement brengt. Wright ‘doet’ “The Wall”. Ook live, als betaalde kracht. Inmiddels zit hij diep in de privéproblemen. Zijn huwelijk met Juliette Gale, met wie hij sinds 1965 getrouwd was, staat op springen. Die emoties komen muzikaal en tekstueel terecht op zijn eerste soloplaat “Wet Dream”. Uitgebracht in 1978 en onopgemerkt door het grote publiek, maar dertig jaar later nog steeds gewaardeerd door Floyd-fans over de hele wereld. De plaat schildert het leven van een relaxt en rustig persoon met een zorgeloos karakter, maar heeft ook een soort onderaardse spanning in zich, met name in de drie nummers met tekst: Against The Odds, Holiday en Pink’s Song. Met zijn huwelijk komt het niet meer goed, met Pink Floyd in die jaren idem dito. Gale en Wright scheiden in 1982 en de toetsenist vertrekt depressief, lusteloos en met een cocaïne-verslaving naar Griekenland, waar hij een paar jaar later zijn tweede vrouw Franka trouwt. Af en toe bezoekt hij zijn huis in Bayswater, Londen.

In 1984 maakt hij een, voor die tijd, zeer hippe electropop plaat met Dave Harris, ex New Wave-groep Fashion. “Identity” staat bol van de Fairlight, dwaze ritmes, donkere klanken en bijna claustrofobisch klinkende stukken. De sticker ‘Richard Wright – ex Pink Floyd’ op de hoes is veelzeggend. Wright is een andere muzikale weg ingeslagen. Twaalf jaar later noemt hij de plaat ‘een mislukt experiment, dat nooit uitgebracht had mogen worden’. Het is nu nog steeds de enige soloplaat van een Pink Floyd-lid die niet op cd is uitgebracht.

In de daaropvolgende twee jaar verandert er veel binnen Pink Floyd. Gilmour en drummer Nick Mason besluiten zonder Roger Waters verder te gaan. Wright wordt in Griekenland op zijn zeiljacht gebeld en zegt geen nee. Is hij op “A Momentary Lapse Of Reason” (1987) bijna niet te horen en moet hij tijdens de daaropvolgende tournee de meeste partijen aan Jon Carin overlaten, in de jaren die volgen wint hij het aan zelfvertrouwen en kruipt hij uit zijn schulp. Dat resulteert onder andere in Wearing The Inside Out, het sleutelnummer van “The Division Bell” (1994). Wright bekent dat hij wel meer ideeën had aangedragen voor de plaat, maar die zijn niet gebruikt. Twee jaar later brengt hij redelijk onverwacht “Broken China” uit, een intrigerende soloplaat met onder meer vocalen van Sinéad O’Connor. Gebaseerd op de depressie van een goede vriendin, maar eigenlijk vertelt “Broken China” Wright’s eigen verhaal. Zijn ‘coming out’. Om de plaat te promoten bezoekt hij verschillende Europese steden, zoals Amsterdam (waar hij zijn cd signeert bij platenzaak Concerto), maar solo-optredens blijven uit. Daarna werkt Wright aan meer solowerk, maar dat blijft tot op heden onuitgebracht. “Broken China” is geen millionseller, maar geniet al snel van een cultstatus.

 

richard-wright-by-polly-samson.jpg

 

De laatste vijftien jaar leeft Richard Wright enorm op. Naast het artistieke succes van zijn tweede soloplaat gaat hij een derde huwelijk aan, krijgt een zoon en de reünie van Pink Floyd in 2005 tijdens Live 8 zorgt ervoor dat hij met oude rivaal Roger Waters oud zeer kan bijleggen. Het doet hem veel goeds. Dochter Gala is inmiddels getrouwd met bassist Guy Pratt, die ook in 2006 met David Gilmour op tournee gaat. Gilmour geeft toe dat Wright (die tijdens de tour zelfs Arnold Layne met Gilmour zong) in geen jaren zo ontspannen en grappig is geweest. De documentaire ‘Breaking bread, drinking wine’ op de dvd “Remember That Night” spreekt boekdelen. Toch komt er geen langdurige Pink Floyd reünie, waar iedereen zo op heeft gehoopt. Die is nu met Wright’s overlijden onmogelijk gemaakt. Wel verschijnt van Gilmour op 19 september 2008 “Live In Gdansk”: de eerste postume uitgave met bijdrage van Wright. Enkele dagen na zijn overlijden. Hoe treffend.

Maandag 15 september. ANP-nieuwsdienst.

“The family of Richard Wright, founder member of Pink Floyd, announce with great sadness that Richard died today after a short struggle with cancer. The family have asked that their privacy is respected at this difficult time.”

Wat kan nieuws je toch ontzettend in verroering brengen.

En een schok door je heen laten gaan, zodat alles even wordt stilgelegd.
Niettemin wordt ‘het daarboven’ een geweldige ‘great gig in the sky’.
Geen twijfel mogelijk.
En daarvoor hoef je niet religieus te zijn.

“Won’t hear a sound
From my mouth
I’ve spent too long
On the inside out
My skin is cold
To the human touch
This bleeding heart’s
Not beating much

I murmured a vow of silence and now
I don’t even hear when I think aloud
Extinguished by light I turn on the night
Wear its darkness with an empty smile”

(Pink Floyd: Wearing The Inside Out / muziek: Richard Wright, tekst: Anthony Moore)