cassette

De vakantielectuur van deze zomer heeft me herinnerd aan een fenomeen uit mijn jeugd (waar ik nog middenin zit overigens!), dat als zoveel andere zaken door de moderne tijd in onbruik geraakt is. Het heeft heel wat dierbare herinneringen bij me bovengebracht.

Ik las “Love Is A Mixtape”  van de Amerikaanse schrijver Rob Sheffield, een ontroerend verhaal over het leven en de dood van zijn vrouw. Sheffield beschrijft hoe de liefde voor muziek hen samenbracht en hoe ze die liefde deelden door het maken van wat in Angelsaksische gebiedsdelen een ‘mixtape’ wordt genoemd. Aan de hand van steeds een andere mixtape beschrijft hij kennismaking, verliefd worden, trouwen en vervolgens overlijden van zijn vrouw.

Prachtig boek en geweldig fenomeen, die mixtape. Je neemt allemaal verschillende liedjes op en geeft die aan een vriend, geliefde of potentiële geliefde. Wij hebben daar geen betere benaming voor dan ‘Bandje’. Dat verklaart ook die nostalgie: we hebben het hier over muziekcassettes, plastic doosjes met magnetisch tape erin, geluidsdragers van merken als Agfa, Basf, Philips en Memorex, maar liever TDK en Maxell.

Ik heb in mijn leven (tot nu toe dan, he, want ik ben nog niet zo oud) wel honderden Bandjes gemaakt. Járen heb ik zo voor mijn stereokast gestaan: met de ene hand de pick-up naald in de gewenste groef  laten zakken terwijl mijn andere hand de pauzeknop van de cassetterecorder zocht. De volumeknop van de versterker moest op 8 zodat de opname zou starten in de relatieve stilte tussen twee liedjes. Daarbij was het soort liedje dat er aan voorafging bepalend voor de lengte van de pauze; een treurig liedje heeft een langere pauze nodig dan een vrolijk liedje, dat weet iedereen.

Op een gegeven moment was ik zó bedreven in het opnemen van stukken muziek dat ik zelfs aan de ‘voorgalm’ (als je oude platen heel hard zet, hoor je voordat de muziek start in de verte het geluid al aankomen) kon horen wanneer ik de pauzeknop een lel moest geven opdat het betreffende stuk scherp op de band kwam. Dat dit vaak misging en het dus overnieuw moest, inclusief het terugspoelen van de band en zoeken naar waar het misging, spreekt vanzelf.

Het was sowieso nog een heel gepuzzel, want behalve de kwaliteit van de nummers, waarover later meer, speelden ook opnamevolume en de lengte een belangrijke rol. Alle liedjes moesten ongeveer even hard zijn, om de luisteraar geen rolberoerte te bezorgen. Geen Bandje mocht eindigen met een afgebroken liedje, al had mijn cassetterecorder wel een Hoogst Technische Ingebouwde Fade-out functie. Maar een Bandje met een paar minuten stilte aan het einde diende ook als mislukt te worden beschouwd.

Vervolgens moesten de titels van de liedjes en de uitvoerende artiesten nog op het etiketje geschreven worden, een etiketje dat overigens zo goed als nooit groot genoeg was voor het aantal liedjes dat ik op de band had weten te persen. Dientengevolge had ik op mijn Atari 1040 ST (oké, oké, ik ben bijna 50, nou je zin?) een eigen etiketje ontworpen, dat een extra tekstvak had, inclusief extra vouwrand. Daar kon dan desnoods ook nog een plaatje bij.

Waarom ik dat allemaal deed?  Het makkelijke antwoord is natuurlijk: voor de seks. Of liever de vage belofte van enige mate van toegenegenheid bij de ontvangster van het betreffende Bandje. En dat het dan ‘aan’ zou gaan, met alle onbegrensde heerlijkheden van dien. Dat – maar dat bedenk ik nu – dat niet één keer gelukt is, doet aan het streven natuurlijk niets af.

Het minder voor de hand liggende, maar óók ware antwoord is, dat ik mijn enthousiasme voor muziek wilde uitdragen, aan iedereen wilde laten horen, wilde opdringen, desnoods kwaadschiks. ‘Hier, dit is mooie muziek, luisteren!’  Soms deed ik het ook alleen maar om een ander te laten delen in mijn ontdekkingen, zelfs zonder amoureuze bedoelingen, want ik maakte ook Bandjes voor vrienden en zo smeer ik mijn boterham niet!

Een Bandje met zelfgekozen en zelf opgenomen muziek was vooral ook een Geheime Boodschap, die zich uit de liedteksten zou openbaren. Een heel Bandje vol liedjes waarvan de letterlijke strekking “I love you!!!” was, sprak vanzelfsprekend te veel voor zich, dat moest subtieler. En bovendien was het van het grootste belang dat uit de muziekkeuze toch vooral ook de Goede Smaak van de samensteller zou spreken, anders was de hele exercitie zinloos. ABBA en Kiss waren allebei uitgesloten, om van The George Baker Selection nog maar te zwijgen.  (Tenzij het betreffende meisje duiven hield, natuurlijk, of een klein groen tasje had.) En Bandjes voor vrienden hadden vooral de subtekst: “moet je dit eens luisteren, en dit, en dit!” en misschien een beetje: “Ik ken lekker meer goeie platen dan jij!”.

Een heel Bandje met maar één artiest was ook uit den boze, je wilde niet bekend staan als een Fan (lees Bezetene) van een bepaalde zanger of groep. Wie altijd Bandjes vol met Neil Diamond aandroeg, kreeg dat vroeg of laat op zijn boterham. Daar moet ik bij vermelden dat ik ook wel eens iemand het hele oeuvre van The Beatles op cassette heb gegeven, maar dat was voor haar verjaardag en weer zo megalomaan dat het alleen al daarom indrukwekkend was. (Mochten er zich copyright-puristen onder de lezers bevinden: ik heb onlangs dat hele oeuvre voor de derde keer aangeschaft, dus Paul & Ringo hebben niks te klagen, hoor!)

Nee, onbekende meesterwerken van dito bandjes, of – nog cooler – bijna hits van binnenkorte Hele Groten, lang voor de grote massa door de samensteller ontdekt, dát leverde punten op. En dat die liedjes dan samen de Geheime Boodschap zouden vormen, die de ontvangster intuïtief zou ‘voelen’ en zou doen beseffen dat de samensteller van zo’n mooi Bandje wel een bijzonder gevoelige jongen moest zijn, waar Verkering Mee Hebben een nastrevenswaardig doel was. Dat!

Dat maakte prog ook zo volstrekt onbruikbaar voor een Bandje. In de eerste plaats passen er hooguit zes van die epossen op een teepje en in de tweede plaats: Wat wil iemand in hemelsnaam zeggen met In Held (Twas) In I of The Return Of The Giant Hogweed? Heel romantisch kan het niet zijn. En over Goede Smaak valt te twisten.

Phil Collins was één van de eerste prog-muzikanten die dat gebrek feilloos doorhad. De hele ommezwaai van Genesis naar kortere, meer hitgevoelige muziek is niets minder dan een gebaar in de richting van al die duizenden Bandjesmakers! Follow You, Follow Me? Misunderstanding? Gemáákt voor een Bandje en door mij dan ook meermalen ingezet! (Abacab is een moeilijker geval, maar ik twijfel niet aan de goede bedoelingen…)

En dat is natuurlijk een ander punt: ik was bij lange na niet de enige die bandjes maakte. Sterker nog: ik denk dat ik evenveel Bandjes kreeg als ik uitgaf! Iedereen die ik kende probeerde zijn (het waren bijna allemaal jongens) Goede Smaak op te dringen aan anderen, in de hoop zich daarmee te onderscheiden. Meneer Maxwell is er heel rijk mee geworden. Dat die andere Bandjes inferieure muziek bevatten sprak trouwens voor zich, al heb ik er heel stiekem toch ook wel ontdekkingen door gedaan.

Zoals het gaat met veel dingen, is de muziekcassette nagenoeg verdwenen en daarmee ook het Bandje. Eigenlijk is dat gek, want een Compact Disc leent zich ook bij uitstek voor het ronddelen van je eigen Goede Smaak, inclusief een zelfgeprint boekje. Voor mij is de romantiek is echter af. De moeite die nodig was voor het maken van een Bandje is vele malen indrukwekkender dan het bij elkaar scharrelen en branden van een dotje mp3-tjes, dus als cadeautje stelt de CD minder voor. (Hoewel: ik heb eens een meisje dat vanwege een gebroken knie aan huis gekluisterd zat elke week een CD vol muziek gestuurd en die was na een week of 7 zo murw dat ze maar met me getrouwd is… Maar dat zijn uitzonderingen.)

Bovendien, maar dat kan aan mij liggen, heb ik het gevoel dat mensen (vooral meisjes, trouwens) muziek minder belangrijk zijn gaan vinden. Alle muziek is zó gemakkelijk verkrijgbaar, voor niks als je wilt, dat een verzameling liedjes, al is die met veel zorg door iemand samengesteld, geen grote waarde meer heeft.

De enige communicatievorm die nog in de buurt komt is de Tweet. Ik zie tenminste de hele dag berichtjes voorbij komen van het type “Luister nu naar (zus of zo). Briljant!” of links naar Spotify-lijstjes. Wie enthousiast is over een nieuwe plaat, krijgt dat heus nog wel over het voetlicht. Maar via de Tweet, dat vind ik toch niks voor mij. Ja kom zeg, ik ben al bijna vijftig!

Erik Groeneweg