Monique is 37 jaar en moeder van twee zoontjes en een dochter. Ze is al weer een hele tijd gegrepen door het symfovirus en heeft ze zich helemaal op de prog gestort. Maar ja, je komt nogal wat vragen tegen. Elke maand deelt ze met de Progwereld lezers wat ze meemaakt op haar zoektocht door de wereld van de progressieve muziek.

Ik weet niet zoveel van Progressieve muziek. Eigenlijk. Ja wat doe ik hier dan hè? Ik vind het leuk om een beetje tegendraads te zijn hier tussen de kerels. Om af en toe eens lekker te narren op onze proglijst. Het is best leuk hoor met die progheren hier, maar een hoop van dat geleuter van de techneuten hier daar snap ik geen hout van. Tenminste, ik vat het wel, maar ik gebruik andere woorden. Als ik zo technisch probeer te doen slaat mijn tong dubbel. Of ik maak zinnen waar zelfs een moertjesdraaier niks mee kan. Ooit heb ik de stoute schoenen aangetrokken en heb een recensie gebouwd. Ik dacht, ik kan zo alles aan mekaar praten… dat gaat me lukken. Ik dacht wel veel van mezelf geloof ik. Kort en goed – ook al zoiets wat niet bij me past – die illusie was ik snel kwijt. Mijn heren prog hebben me op een duidelijke manier te verstaan gegeven dat ik een fröbelwerkje gemaakt had. En nu kan ik best tegen kritiek hoor, maar ai, Die deuk lag een tijdje gevoelig.

Nou kon ik natuurlijk als een gek me gaan richten op de ‘hoe schrijf ik recensies’ afdeling, maar ik zal er eerlijk over zijn, de manier waarop die stukkies geschreven worden ligt me niet. Punt uit! Maar goed, ik krijg wel eens mail van lezers met daarbij de vraag wanneer ik nu eens recensies ga schrijven. Lieve schatten, vraag dat nou niet… Er komt weer zoveel pijnlijks naar boven dan. Moet ik alweer gaan zeggen dat ik dat niet kan! En ik kan het best hoor, ik kan het heel goed, maar op een manier die bij mij past. En dan blijven er zomaar heel veel lezers weg bij Progwereld. Ik kan mijn progheren toch hun kindje niet af gaan nemen?! Dan weten ze niet meer wat ze met hun leven aan moeten. Want ik leuter net zo als in mijn columns hoor, gewoon op gevoel. Ben je daar even klaar mee zeg!

En natuurlijk weet ik best een hoop van Progressieve muziek. Het is een geweldig aspect van mijn leven. En uiteindelijk zullen we allemaal het zelfde voelen en bedoelen. Maar als ik iets waardeloos vind, dan heb ik het er al uit geflapt op een manier die wel eens niet kan. Als muziek bombastisch is of spacey, joh, al sla je me dood, ik kan er geen brood van bakken. En ze zijn gerust mijn trots hoor, Hansie en Markwin en Joost  en de rest, ik wou dat ik net zo kon schrijven als zij, maar het is mijn ‘eigen ik’ niet. Daar moet je je bij neerleggen.

Steve Augeri heb ik net ontdekt. Op een namiddag zonder kinderen, schemerig, kaarsjes aan, boek op schoot, en Steve door mijn woonkamer. Voor het eerst. Al snel kon ik de draad niet vinden in het boek. Mijn genre, erg spannend, maar die noten die links en rechts door de kamer vlogen leken telkens mijn aandacht te willen. Ik las verder tot er een nummer voorbij kwam, wat riep ‘pak me!’  En, echt waar, de rest van de cd heb ik zonder boek beluisterd. Huiverend van top tot teen heb ik echt zo ongelooflijk zitten genieten, dat haast de tranen in mijn ogen stonden. Muziek die je in één keer neemt tot in je botten. Dat maak je niet vaak mee. Journey 1. ik weet niet hoe de liedjes heten, ook niet of ze ijle synthesizers hebben, maar ik werd er rustig van, er kwamen herinneringen bij me op, en ik liet me meedrijven op het gevoel van dat moment. Je kunt er melancholisch van worden, verlangend, zelfs verliefd. De gevoelens die muziek bij mij oproepen is iets waar ik op leef. Kan niet zonder. Het laat de puurheid in jezelf zonder enige twijfel naar boven komen. En je kunt het niet verbergen. Laat gaan en geef je over.

Dat gevoel is voor mij belangrijker te weten dat Steve niet meer bij Journey zit. Dat een Amerikaanse progliefhebber niet wil horen dat het prog genoemd wordt. Dat er in de eerste twee cd’s de sound van Santana doorsijpelt. Dat hun muziek eigenlijk nooit wat in Europa heeft gedaan, tenminste, niet op de manier zoals men in de VS reageerde. Dat klopt ook allemaal wel, maar het zal me echt worst wezen. En zo heb je ook van die nummers waar je de kriebels van krijgt. Helemaal hyper en een getverderrie gevoel. Veel te snel, van die gasten die alle snelheidsrecords willen verbreken en daar hun instrument voor gebruiken, of nummers zo volstouwen met allerlei achterlijke dubbele basdrum partijen in de categorie van: ‘kijk eens mama, zonder handjes!’ Valt onder de noemer misbaksel.

En zo zal iedereen gerust wel begrijpen wat ik bedoel, maar weer anders als dat je mijn progheren leest. Zij maken er een ander verhaal van als ik, terwijl we elkaar helemaal aanvoelen. Ik noem het een spuugnummer vol voedselvergiftiging en zij noemen het  vervelendeanalogebestanddelen.

Leuk woord voor galgje. Geen recensies dus. Doe mij maar een column.

Monique