In deze maandelijkse column laat Dick van der Heijde z’n gedachten gaan over symfo en de rol die muziek speelt in z’n leven. Dick is geheel verlamd, kan niet praten, communiceert letter voor letter met z’n ogen maar bovenal is hij, zoals hij zelf zegt, al een kwart eeuw helemaal kierewiet van het genre.

Onlangs had ik een cd ter recensie met daarop een didgeridoo. Ik neem aan dat een ieder wel weet over welk instrument ik het hier heb. De holle pijp met z’n bezwerende geluid lijkt het ideale instrument voor mij. Dat m’n armen verlamd zijn doet bij de didgeridoo namelijk niet ter zake. Jip. Diana heeft voor de lol zo’n ding wel eens voor m’n snufferd gehouden, maar geloof me, ik kan nog geen kaarsje uitblazen. Mijn ademhaling is reflexmatig en zo men zegt oppervlakkig. Ik ben dan ook vaak verkouden en ik reutel eigenlijk constant. Vaak heb ik gedroomd dat ik moest optreden met de band, maar dat ik na twee riedels op mijn sax al naar adem snakte zoals een guppy dat naast z’n kom ligt. De realiteit is echter nog wranger. De didgeridoo is bij uitstek het slechtst denkbare instrument voor mij om te bespelen.

Ik zag de didgeridoo voor het eerst op tv tijdens Pinkpop in de jaren ’90. Onder het optreden van, ik meen, de Braziliaanse band Sepultura verscheen er een flink beschilderde aboriginal op het podium met, wat later zou blijken, een didgeridoo. De intrigerende klanken van het instrument trokken mijn aandacht evenals het commentaar dat Bram van Splunteren na afloop van het optreden gaf. Sindsdien steekt de didgeridoo in mijn muziekwereldje overal de kop op. Vorig jaar nog is Diana naar een concert  geweest met maar liefst zeven didgeridooblazers.

Ik vraag me af of Murk, een vriend van me in de jaren ’80, de uitzending van Pinkpop ook heeft gezien. Met welk gevoel zal hij dan hebben toegekeken toen de aboriginal de didgeridoo aan zijn mond zette? Ik zou het niet weten, want we hebben al jaren geen contact meer met elkaar. Het angstzweet zal hem niet zijn uitgebroken, maar hij moet dan toch met een enorm rotgevoel hebben teruggedacht aan die traumatische gebeurtenis in de zomer van 1983.

Murk was net zo’n mafkees als ik. Hij was, net als veel van m’n vrienden indertijd, ook muzikant en we hadden zelfs hetzelfde vakantiebaantje op het proefstation, hij als tuinhulp en ik als bessenplukker. Op een dag moest hij samen met Wela een verwilderde oever van een slootje bij een bos ordentelijk maken. Gewapend met het nodige materieel gingen de mannen het overal woekerende onkruid te lijf. Murk was wat afgedwaald en in het bos terecht gekomen. Daar zag hij zich geconfronteerd met een stel gigantisch grote planten en hij voelde de noodzaak om deze met de grond gelijk te maken. Met zijn kaphouw deelde hij rake klappen uit. “Daar!”,”Daar!”,”Daar!”. Uiteindelijk lagen ze allemaal om en hij sleurde er eentje het bos uit om Wela z’n trofee te kunnen tonen.”‘Hé Wela!”, riep hij naar zijn collega, “kijk eens wat ik gevonden heb!”. Hij plaatste de holle stengel tegen z’n mond en begon te tetteren.

Wist Murk veel dat de plant in kwestie de uiterst giftige reuzenberenklauw was. Bij Genesiskenners is de Latijnse naam van deze “giant hogweed” trouwens behoorlijk bekend. Juist: heracleum mantegazziani. Direct al begon het vreselijk te jeuken en ’s avonds kwamen er blaren op de pijnlijke rode kring rond z’n mond. De huid ging helemaal kapot, de vellen hingen eraan. Een fris gezicht was anders. Dat weekend kwam net zijn vriendin terug van vakantie. Zij moet zich ongetwijfeld rot zijn geschrokken bij het zien van die mega-herpes bij haar vriend.

Murk hield er gelukkig niks aan over, maar hij had wel blind kunnen worden of zelfs kunnen overlijden. Toch, al klinkt het vrij ongeloofwaardig,,wordt de reuzenberenklauw in Nederland vaak gebruikt om een didgeridoo van te maken in plaats van de gebruikelijke door termieten uitgeholde tak. Wel moet de giftige plant dan een poos te drogen worden gelegd.

O ja, binnen de prog is er zo nu en dan ook ruimte voor de van oudsher Australische blaaspijp, al blijft het vaak beperkt tot intro’s en intermezzo’s. Ik heb voor de aardigheid eens tien titels bij elkaar gescharreld van prog-cd’s met daarop een didgeridoo.

1)  Peter Gabriel met ” OVO The Millenniumshow” in het nummer The Man Who Loved The Earth
2)  Kate Bush met “The Dreaming” het gelijknamige nummer.
3)  Mohodisco met “Kaloomith” het nummer Soft & Sharp.
4)  Gnidrolog met “Gnosis” in het nummer Wonder, Wonder.
5)  E Motive met de gelijknamige cd in het nummer Big Daddy In The Big House.
6)  StereoKimono met “Prismosfera” in het nummer Rosso Di Luna.
7)  The Gathering met “How To Measure A Planet” in het nummer South American Ghost Ride.
8)  Calliope met “Il Madrigale Del Vento” in het nummer Terra Di Maggio.
9)  Wolverine met “Fervent Dream” in het nummer Whispers Of the Wind.
10) Djam Karet met ” Collaborator” in de nummers The Day After en Food Chain

Tot slot wil ik toch nog graag een magnifiek album noemen, alhoewel ik haast zeker weet dat de didgeridoo daar gesampled is, maar het album is zooo gaaf. Luister maar eens naar Solaris met de cd ”Nostradamus” en dan het eerste deel.

Dick
dickmail@zeelandnet.nl