In deze maandelijkse column laat Dick van der Heijde z’n gedachten gaan over symfo en de rol die muziek speelt in z’n leven. Dick is geheel verlamd, kan niet praten, communiceert letter voor letter met z’n ogen maar bovenal is hij, zoals hij zelf zegt, al een kwart eeuw helemaal kierewiet van het genre.

Soms vraagt men mij wat het verschil is tussen symfo en prog. Echt zin om diep op de materie in te gaan heb ik nooit. Het wordt er dan niet duidelijker op. Meestal volsta ik door te zeggen dat symfo een onderdeel is van prog. Ga maar eens knipperend met je ogen aan een leek uitleggen hoe het zit terwijl eigenlijk de betekenis van de begrippen al niet juist is.

Symfonisch: samenklinkend. Ik denk toch echt dat de meeste muziek samenklinkend is. Zo kan het gebeuren dat de nieuwste cd van Helmut Lottie aangekondigd wordt als zijnde symfonisch. Progressie: vooruitgang. Naar mijn idee wordt in ons genre na de jaren ’70 regelmatig in de achteruitkijkspiegel gekeken (iets waar ik persoonlijk geen moeite mee heb, anders kunnen bands als Clepsydra en RPWL het wel shaken bij mij). Zelf zie ik het zo dat het woord ‘progressie’ slaat op de opbouw terwijl het woord ‘symfonisch’ meer over de klank gaat. Een nummer ontwikkelt zich. Het hebben van een complexe structuur is het belangrijkste kenmerk van het genre.

Ik vind het vreemd dat een wat afwijkende opbouw niet veel vaker gewaardeerd wordt. Vooral omdat nummers als Bohemian Rhapsody, Stairway To Heaven en Child In Time elk jaar zo hoog genoteerd staan in de Top100 Aller Tijden. Het zou toch heel raar zijn als in een boek steeds bepaalde hoofdstukken terugkwamen of als in een film scènes tot in den treuren toe herhaald werden. Het gaat er bij mij echt niet in dat hier variatie de normaalste zaak van de wereld is, terwijl het bij progressieve of symfonische rock als iets laagdunkends wordt beschouwd. Het gemiddelde popliedje kent hooguit vijf verschillende stukken ( intro, couplet, refrein, brug en uitro). Het moet iets anders hebben wil het mij bekoren, zoals de mooie harmonieën van Crowded House of de gedrevenheid waar The Police mee speelde.

Ooit heb ik zelf eens een popsong proberen te schrijven maar het werd een fiasco. Dodelijk saai al die herhalingen. Later heb ik de stukjes in een progressief complex nummer verwerkt. Daar kwamen ze maar één keer voor en dat werkte prima.

De kans bestaat dat lange nummers een reeks van allerlei aan elkaar geplakte ideeën zijn. De lappendeken. Waren de nummers op “The Light” van Spock’s Beard nog wat onsamenhangend, met latere nummers als The Doorway, The Great Nothing en The Healing Colors Of Sound plaatsten ze zich op grote hoogte. Alhoewel de hoog gewaardeerde dubbelaar “Snow” met z’n 26 nummers behoorlijk songmatig is, prijkt er op ” Feel Uephoria”uit 2003 toch weer een heus epos: het twintig minuten durende A Guy Named Sid. Het geluid van Spock’s Beard is typisch jaren ’70. Dit is onovertrefbaar en nog steeds enorm in trek zowel in een retroband als The Watch als bij, enfin noem maar op, Opeth, Arena , La Maschera Di Cera, Spektrum, IQ, Landmarq of Ayreon, maar zelfs ook bij de orkestrale koor- en strijkersklanken van Within Temptation. In het verleden is er een soort symfo-standaardinstrumentarium ontstaan met o.a. mellotron, Hammond B3-orgel, Taurus baspedalen, strings, moog-synthesizer en Rickenbacker-bas. Nog steeds maken bands daar gebruik van en doen critici dat onterecht af met woorden als ‘stoffig en oubollig’.

Waarschijnlijk zal de vraag wat het verschil is tussen symfo en prog wel nooit beantwoord  kunnen worden. Dat is misschien maar beter ook. Ieder heeft z’n eigen mening  en dat moet vooral zo blijven. Vroeger ging ik dergelijke oeverloze discussies niet uit de weg. Tegenwoordig kan ik me verhullen in een passief soort onwetendheid.

Het niet kunnen praten heeft zo z’n voordelen.

Dick
dickmail@zeelandnet.nl