Door: Wouter Brunner

De jaren ’70 gelden als de hoogtijdagen van de symfonische rock en het commerciële zwaartepunt lag uiteraard in het Verenigd Koninkrijk. De Italiaanse grootmachten uit die periode worden tegenwoordig ook nog wel gekend en collega Wouter Bessels plaatste liefst acht albums uit de jaren ’70 in zijn lijst van essentiële Nederlandse progalbums. De eveneens bloeiende Duitse symfo komt er echter vaak bekaaid af, volkomen ten onrechte uiteraard! Daarom ditmaal een Wereldse Tien met Duitse symfonische rock uit de jaren zeventig (met een beetje smokkelen uiteraard).

10. Karthago – Live At The Roxy (1976)

Ik zou hier heel interessant kunnen doen en roepen dat Karthago de meest onderschatte band uit de Duitse muziekgeschiedenis is, of iets van dien aard. Dat wil ik niet op voorhand uitsluiten, maar helaas ken ik de band daarvoor ook niet goed genoeg. Tijdens een cd-strooptocht in Bonn trok dit live-album mijn aandacht en ik luister hier altijd met veel plezier naar, maar of ze in de studio tot vergelijkbare prestaties in staat waren, ik heb echt geen idee. Sowieso bevat dit album veel gejam en  ook behoorlijke bluesinvloeden dus pure prog is het zeker niet. Lekker is het zeker wel.

9. Birth Control – Hoodoo Man (1972)

Birth Control maakte muziek in de stijl van Deep Purple, dus met veel Hammondorgel en bevat zeker op de eerste twee albums eerder hardrock dan symfonische rock. Gamma Ray geldt terecht als een klassieker en is zelfs meerdere malen op single uitgebracht. Verder zal de hoes ook wel een rol hebben gespeeld in de bekendheid van deze band.

8. Wallenstein – Blitzkrieg (1971)

Een vroege klassieker binnen de Duitse symfo, misschien zelfs wel de eerste waarop het ‘krautrock’-label niet meer van toepassing is. Voorman Jürgen Dollase domineert met een flinke hoeveelheid toetsengeweld, wat opener Lunetic tot een auditieve achtbaan maakt. De overige drie tracks zijn wat rustiger van opzet en om eerlijk te zijn ook wel wat minder.

7. Lucifer’s Friend – Banquet (1974)

Lucifer’s Friend heeft de hardrock van zijn eerste albums hier achter zich gelaten en een echte progkoers gekozen. Veel orgelspel op dit album en het swingt, mede door het gebruik van blazers, ook nog eens de pan uit. Daarnaast heeft de band in vergelijking met de meeste andere bands een zanger die het Engels goed beheerst. Opener Spanish Galleon hoort wat mij betreft bij de betere nummers van het decennium.

6. Hölderlin – Hölderlin’s Traum (1972)

Hölderlin, dan nog met de umlaut, debuteerde met een merkwaardige mengeling van folky Duitstalige protestsongs, met daarop een niet onverdienstelijke rol voor de Nederlandse zangeres/kunstenares Nanny de Ruig, en symfonische rock. Afsluiter Traum wordt op latere albums niet meer overtroffen, al zijn de opvolgende platen – ondanks het steenkolenengels – wel interessanter voor de progliefhebber.

5. Eloy – Silent Cries & Mighty Echoes (1979)

Bij geen van de hier genoemde artiesten was het zo lastig een album te kiezen als bij Eloy: de kwaliteit van alle albums tussen 1973 en 1982 ligt erg hoog en uitschieters zitten eerder in de afzonderlijke nummers, zoals in dit geval The Apocalypse. Ook weer aanwezig op dit album: de spacerock-invloed en het afgrijselijke accent van zanger Frank Bornemann. Ik heb Eloy tot nog toe eenmaal live mogen zien en groot was de vreugde dat The Apocalypse en bonustrack Child Migration toen gespeeld werden.

4. Neuschwanstein – Battlement (1979)

Ja, dit album is toch wel een anachronisme. Terwijl Genesis zijn sound al meerdere malen had bijgesteld meende Neuschwanstein de sound van rond “Nursey Cryme” nog eens opnieuw te moeten doen, inclusief een Peter Gabriel-ripoff als zanger. En toch, voor mij werkt het fantastisch. Veelvuldig wordt er gebruik gemaakt van een dwarsfluit, wat in Duitse symfo om mij onbekende redenen weinig voorkomt (op het eerder genoemde “Hölderlin’s Traum” bijvoorbeeld wel), en het album ademt een pastorale en vooral ook optimistische sfeer.

3. Anyone’s Daughter – In Blau (1982)

Na twee albums in een middelmatig Engels ging het roer bij Anyone’s Daughter om, eerst met een muzikale bewerking van een sprookje van Hermann Hesse: “Piktor’s Verwandlungen” en daarna met dit muzikaal wat beter behapbare “In Blau”. Afkomstig uit 1982 en daarmee samen met Eloy’s “Time to Turn” de laatste parel uit de roemruchte Duitse symfo. De popinvloeden beginnen wel voorzichtig hun intrede te doen en na “Neue Sterne” is deze band voor de progliefhbber niet zo interessant meer.

2. Novalis – Sommerabend (1976)

Ook Novalis ontdekte al snel dat goed gezongen Duits beter is dan steenkolenengels en leverde vanaf dat moment een drietal zeer luisterwaardige albums af, waarvan dit de tweede is. “Sommerabend” klinkt als de soundtrack van een zoele zomeravond, een übersymfonische weergave van het met een witbiertje op een terras de zon te zien ondergaan na een veel te warme dag.

1. Grobschnitt – Rockpommel’s Land (1977)

Binnenkort verschijnt de hele discografie van Grobschnitt in volledig geremasterde uitgaven en ondergetekende gaat daar zeker aandacht aan besteden. Voor nu kan dan ook worden volstaan met de mededeling dat dit muzikale sprookje niet alleen het meest symfonische uit het gevarieerde oeuvre van de band uit Hagen is, maar ook het beste. Ook Grobschnitt heb ik live mogen aanschouwen, met een integrale uitvoering (met orkest!) van “Rockpommel’s Land” nota bene, en dat optreden behoort tot de beste die tot nog toe gezien heb.