In deze maandelijkse column laat Dick van der Heijde z’n gedachten gaan over symfo en de rol die muziek speelt in z’n leven. Dick is geheel verlamd, kan niet praten, communiceert letter voor letter met z’n ogen maar bovenal is hij, zoals hij zelf zegt, al een kwart eeuw helemaal kierewiet van het genre.
Wij, lezers van deze site, hebben één ding gemeen: we haten pulp!!! Wat mij betreft kan de radio op de schroothoop. Over de tv wil ik nog wat milder zijn want sommige programma’s vind ik best aardig. Toch gaat er niks boven een magnifieke dvd. Onlangs nog ben ik helemaal uit mijn dak gegaan tijdens het bekijken van “Metropolis 2000: Scenes from New York” van Dream Theater. Wat een integriteit zeg.
Toen m’n boek net uitgegeven was, kon ik bijna dagelijks op de buis komen. De telefoon stond roodgloeiend. Allemaal wilden ze deze aap in hun show hebben. Nu denk je toch niet dat ik m’n hele ziel en zaligheid zou laten verkwanselen door één of andere Willibrord Frequin? We zijn dan ook nergens op in gegaan. Diana had een goed argument, want we zagen de bui al hangen.
Maanden daarvoor hadden we twee freelance filmmakers benaderd en jawel… zij kregen het voor elkaar dat er een vijftig minuten durende tv-documentaire over ons gemaakt kon worden. Dat was precies wat ik wilde. Ik zag het helemaal zitten. Een beetje Genesis hier, een beetje Galahad daar, een scène met Spocks Beard, The Flower Kings tijdens de autorit die we ongetwijfeld zouden gaan filmen en wat dacht je ervan om”Subterranea”van IQ of Pendragon‘s “The Jewel” te gebruiken. Ik zou heel Nederland eens even de meest geweldige muziek laten horen.
De eerste dag dat de filmploeg kwam bleek echter al dat ik m’n plannen maar beter kon vergeten. Natuurlijk, ik had het kunnen weten, want tijdens het filmen moest de muziek worden uitgezet om later bij het monteren in het beeldmateriaal te kunnen snijden. Stom, stom, stom. Gedurende een jaar zijn Koert, Bert en Ab ongeveer achttien keer bij ons langs geweest. Ik vond het fantastisch en kwam tot de conclusie dat ik m’n roeping had mislopen. De parallel met het muzikant zijn was dan ook overduidelijk. Hun werk was creatief en hoewel het om hun beroep ging, merkte ik ook de nodige kameraadschappelijkheid. Ondanks dat de sfeer altijd erg gemoedelijk was, was het toch ook een drukte van jewelste. Het hele huis stond dan vol met flightcases, statieven, haspels, gigantische lichtbakken, monitoren, rij-railzen en een joekel van een camera.
De mannen toonden hun professionaliteit. Ze hadden over heel de wereld al documentaires gemaakt. In de sloppenwijken van Soweto, in Amerika, Kenia, Japan en India. Zij kenden het klappen van de zweep en zaten niet te wachten op de cd’s van dat symfomaantje uit Kapelle. Ik zag voor mezelf geen taak om me te bemoeien met de muziekkeuze voor de documentaire. Dat kon ik veel beter overlaten aan Koert, de regisseur. Ik zou de boel toch maar hebben volgepropt en of ik nu van symfo, soul of fanfaremuziek hou, ’t deed eigenlijk niet ter zake.
Koert heeft het onstuimige “Red” van King Crimson gebruikt om wat woede en contrast in de film te scheppen. Het effect is groots. Ook is er een moment dat ik naar Moongarden zit te luisteren. Je ziet het niet aan me af, maar ik zit me daar een potje te kicken. Daarnaast heeft Koert een homerecording gebruikt uit 1987 van mij in de studio tijdens demo-opnamen met Ligeia Lie.
Om tot een eindmontage van vijftig minuten te komen, kon hij beschikken over de vele uren beeldmateriaal die er dat jaar gemaakt waren. Ondanks dat het eindresultaat fantastisch is, is het toch jammer dat bepaalde scènes zijn komen te vervallen. Het had hartstikke leuk geweest als dat fragment erin had gezeten waar ik bij een vriend langs ga om naar de Progwereld-site te surfen.
Onlangs ontving ik een mailtje van Koert. Op woensdag 6 augustus wordt de documentaire ‘M’n ogen zeggen alles’ herhaald. Nederland 1, rond 22.40 uur. Ik kan iedereen aanraden om er naar te kijken al was het alleen maar vanwege die bijzondere acteerprestaties van de Kapelse Brad Pitt.