Interview en tekst: Maarten Goossensen

Algemeen

Kan je vertellen wanneer je begon met muziek maken en wat het eerste instrument was dat je leerde spelen?

Ik ben in 1968 geboren en begon in 1981 op mijn 13e met gitaar spelen. Mijn vader en oudere broer (hij is 17 jaar ouder dan ik) speelde al gitaar, dus dat was een logisch gevolg. Mijn broer speelde ook basgitaar en in de jaren ’70 speelde hij in een band genaamd Testimoni del Tempo (getuigen van de tijd, red) die helaas nooit een album heeft opgenomen. In ons huis stond dus een akoestische gitaar en een basgitaar. Eerst leerde ik op de akoestische te spelen en later ook de basgitaar. Mijn vader en broer hebben me de basisakkoorden geleerd, de rest heb ik mezelf aangeleerd.

Met welke muziek ben je opgegroeid en wat waren je favoriete bands in je jeugd?

Zonder twijfel heeft mijn broer voor de grootste invloeden gezorgd omdat hij vreselijk veel muziek beluisterde. Hij had een geweldige hi-fi set en heel veel platen en boeken. Zijn kamer was voor mij vroeger echt een droomkamer. De muziek die hij beluisterde en de hoezen van de lp’s (Ik herinner me nog goed de hoezen van “In The Wake Of Poseidon”, “Nursery Cryme” en “The End Of An Ear”) hadden voor mij iets magisch wat ik niet echt kon begrijpen omdat ik nog te jong was. Maar ik vond dat magisch en fascinerend! Veel van mijn muziek en inspiratie komt uit die tijd. De magie uit die tijd zit nog steeds in me, in mijn muziek en in mijn leven.

Ik luisterde dus voornamelijk progressieve rock uit de jaren ’70 (vooral Genesis, King Crimson, Traffic, Gentle Giant etc.) omdat mijn broer daar naar luisterde.

Toen ik zelf muziek ging beluisteren en maken (zo rond 1980-1982) waren er veel new-wave groepen waar ik volgde. Ik ontdekte bands als Simpel Minds, Ultravox, The Cure en U2 en vond hun muziek geweldig. Mijn absolute favoriete artiest in die tijd was echter de Italiaanse muzikant Franco Battiato. Ik was (en ben) een groot fan van hem. Hij is een muzikaal genie die progressieve rock heeft gemaakt, maar ook experimentele muziek, hele vreemde muziek, intelligente pop, klassiek en opera. Battiato is één van mijn grootste inspiratiebronnen en muzikale liefdes.

Rond die tijd herontdekte ik ook de progressieve rock, dit keer zonder hulp van mijn broer. Ik herinner me nog heel goed de nacht in 1981 toen ik voor het eerst een album van Banco Del Mutuo Soccorso (‘Banco’, 1975) hoorde. Dat was een belangrijk moment voor mij. Eindelijk had ik dat magische geluid gevonden uit mijn kindertijd! Vanaf dat moment werd progressieve rock een heel belangrijk deel van mijn leven, maar ik vergat ook de andere muziek niet: new-wave, experimenteel, Italiaanse singer songwriter, elektronische muziek en folk. Al deze stijlen tezamen hebben mijn muzikale smaak gevormd.

Hoe is je muzikale carrière begonnen?

Mijn eerste experimenten waren het zelf opnemen van mijn gitaar- of basspel op mijn kleine recorder en daarmee te experimenteren met overdubs en andere zaken om er zo experimentele muziek mee te creëren. Net zoals Franco Battiato dat in de jaren ’70 deed. Het klonk vreselijk maar ik vond het geweldig om te doen omdat ik mijn droom om muziek te maken er mee najaagde. In 1985, op mijn zeventiende, formeerde ik met een aantal vrienden van school een soort U2 cover band met de naam Special Side. Ik speelde basgitaar. We waren vreselijk, maar wel vermakelijk. Later speelden we ook covers van Pink Floyd, Marillion, The Cure en een aantal door ons zelf geschreven nummers. In 1988 veranderden we onze naam in Jade en maakten we zelf, vreselijk slecht, gecomponeerde muziek die sterk beïnvloed was door U2. We namen een demo op en hadden een aantal optredens met weinig succes. In 1990 gingen we uit elkaar.

Je bespeelt heel veel instrumenten, heb je die jezelf allemaal aangeleerd?

Ja, zoals ik al vertelde begon ik met akoestische gitaar en basgitaar, waarvan ik de basgitaar als mijn hoofdinstrument beschouw. Later heb ik ook piano leren spelen, ik leerde het mezelf aan en heb nooit les gehad. Ook raakte ik gepassioneerd door de drums. Helaas heb ik nog nooit zelf gedrumd op mijn albums, maar ik vind het erg leuk om te spelen.
Dus ja, ik ben een selfmade muzikant en ik ben helemaal niet zo bekend met muziek theorie en zo. Het komt allemaal door mijn passie voor muziek en de sterke drang om dingen zelf te kunnen doen.

Kan je rond komen van je muziek?

Muziek is mijn leven, mijn werk, mijn verleden, mijn heden en hopelijk ook mijn toekomst. Ik ben niet rijk geworden met mijn muziek, maar ik ben trots dat ik muziek kan creëren en daar elke dag mee bezig kan zijn. Ik houd me bezig met mijn bands, mijn projecten, met het schrijven van muziek voor anderen, soundtracks, jingles enz. enz.

FINISTERRE

Hoe ben je bij Finisterre terecht gekomen?

Eind 1990 ging mijn bandje Jade uit elkaar. Een paar weken later kwam ik mijn oude vriend Stefano Marelli tegen, hij speelde een tijdje in mijn eerste bandje Special Side. Hij vertelde dat ie op zoek was naar een bassist voor zijn blues/psychedelische band Calce & Compasso. Ik sloot me aan en we speelden eigen muziek. We waren best succesvol in de stad waar we woonden. We hadden er veel optredens en we namen ook een paar demo’s op. Ik moet zeggen dat ik de muziek van Calce & Compasso niet heel erg interessant vond, dus probeerde ik wat aanpassingen in hun stijl aan te brengen door meer proginvloeden toe te voegen. In die tijd componeerde ik mijn eerste nummer genaamd “La Maschera di Cera”. We speelden het met Calce & Compasso enkele malen live, maar we hebben het nummer nooit opgenomen. Ik heb het nummer in 2002 opnieuw gearrangeerd en opgenomen met de band die dezelfde naam heeft gekregen.

In 1992 werd de band versterkt met een erg goede toetsenist genaamd Boris Valle. Hij bracht erg originele ideeën met betrekking tot de muziek in de band. Progressieve muziek. In 1993 veranderden we de bandnaam in Finisterre. Stefano, Boris en ik werden de drijvende krachten achter de band. De rest is geschiedenis :-)

Finisterre band

Beschouw je Finisterre als je ‘hoofdband’?

Uiteraard is Finisterre, samen met La Maschera di Cera, de meest bekende band waar ik in speel en de naam is over de hele wereld bekend. Een paar jaar geleden beschouwde ik Finisterre echt als mijn belangrijkste band, maar momenteel zijn al mijn bands en projecten me even lief. Ik besteed mijn tijd volledig aan een project en dan weer een ander project enz. Op dit moment zijn Hostsonaten en La Maschera di Cera mijn belangrijkste projecten omdat ik hiervoor aan nieuwe albums werk. Een paar maanden geleden was ikzelf mijn belangrijkste project omdat toen mijn solo-album uitkwam.

Welk Finisterre album vind je het mooist en waarom?

Dat is geen gemakkelijke vraag, omdat de vier Finisterre albums allemaal heel verschillend zijn en ze allemaal belangrijk voor me zijn. Aan het eerste album heb ik warme herinneringen omdat het gewoonweg mijn eerste albums was. Dit was mijn eerste ervaring met een professionele studio en belangrijker nog; een droom die voor mij uitkwam. Het tweede album “In Limine” was meer complex en experimenteel. Het kostte ons zes maanden om het op te nemen. Misschien is “In Limine” wel het meest complete Finisterre album omdat alle elementen van onze muziek er perfect in verweven zijn. Prog, pop, folk, jazz en andere elementen, alles in de juiste harmonie.

De albums “In Ogni Luogo” en “La Meccanica Naturale” vind ik ook twee uitstekende producten. Modern en volwassen. Ik weet dus niet waar ik voor moet kiezen. Waarschijnlijk is het beste album van Finisterre… het volgende album van Finsterre.

Is het moeilijk om als band muziek te schrijven als je gewend bent dat alleen te doen?

Bij Finisterre en ook bij La Maschera di Cera schrijft ieder bandlid thuis zijn eigen nummers. Daarna brengt iedereen zijn ideeën in als we in de oefenruimte zijn. Samen werken we het dan uit tot een nummer. Het verschil tussen deze manier van werken en mijn eigen manier van werken is dat ik dat ik bij mijn eigen projecten niet met anderen hoef te overleggen. Dan componeer ik echt voor mezelf. Beide manieren van muziek schrijven vind ik overigens prettig.

HOSTSONATEN

Hoe en wanneer kwam je op het idee om een vierluik over de seizoenen te maken?

In 1998 was ik in Frankrijk in Bretagne. Je hebt daar prachtige landschappen, de zee, prachtige natuur en geweldige mensen en muziek. Ik was erg onder de indruk en geïnspireerd door de atmosfeer die daar hing. Het bracht me op het idee van een soort eeuwige lente, waar de elementen in harmonie zijn en waar mensen samen met de natuur in de juiste balans leven. Eenmaal thuis schreef ik een korte akoestische suite met de naam “Suite Bretonne” (Dit nummer staat nu als bonustrack op de remaster van “Springsong” red.). Later veranderde deze suite door het toevoegen van meer elementen en meer complexere instrumenten in de “Springsong Suite”. Toen ik Springsongs in mijn hoofd al helemaal gemaakt had, dacht ik meer aan het einde van een levensweg waar alle elementen in balans waren. Ik besloot een heel lang muziekstuk te maken waarin het komen en gaan van de verschillende seizoenen aan bod zouden komen. Dit werd een soort spiegelbeeld van het leven – de geboorte (zomer), de achteruitgang (herfst), de dood (winter) en wederopstanding (lente) – naar een omgeving waar alles in balans is en de hele cyclus opnieuw begint. Dit is dus het verhaal achter de “Seasoncycle Suite” en ik hoop hem volgend jaar af te ronden.

Ik heb begrepen dat je de vier seizoenen tussen 2000 en 2005 hebt geschreven. Hoe ging dat in zijn werk?

Nee, dat klopt niet helemaal. Het project is nog steeds in ontwikkeling. Ik begon in 1998 met het schrijven voor “Springsong”. Deze is in 2000 opgenomen en uitgekomen en is het vierde en laatste deel van de cyclus. Vervolgens ben ik van 2000 tot 2005 bezig geweest met het componeren van “Winterthrough” het derde deel van de cyclus. Deze is in 2008 opgenomen en uitgekomen. In 2008 schreef ik het tweede deel “Autumnsymphony”, deze zal op 21 september 2009 uitkomen. Ik hoop binnenkort te gaan schrijven voor het eerste deel genaamd “Summereve” en deze moet in de zomer van 2010 uit gaan komen. Uiteindelijk zal er een limited edition “Seasonsycle Suite” box uit gaan komen met daarin de vier albums en een dvd bomvol met nog niet eerder uitgebrachte nummers, demo’s, alternatieve versies en video’s.

Wanneer ik naar “Winterthrough” luister en ik doe mijn ogen dicht, dan bevind ik me in het landschap dat op de hoes staat. Hoe krijg je het voor elkaar om typische wintergevoelens in je muziek te krijgen?

Ik heb altijd al een fascinatie voor de winter gehad. De kou, de sneeuw en het typische winter landschap. Helaas, of gelukkig, zijn de winters in Genua, de stad waar ik geboren ben en leef, vaak warm en zonder sneeuw. Dus mijn werk is veelal gebaseerd op foto’s, schilderijen en films waarin de winter in al zijn schoonheid volop aanwezig is. De films van Andrei Tarkowski zijn een enorme bron van inspiratie voor Hostsonaten voor mij geweest en ook voor mijn solo-album. Zijn films, vooral ‘Mirror’, ‘Solaris’ en ‘Stalker’ zitten vol prachtige beelden van de winter, sneeuw en regen. Zijn films zijn denk ik de grootste inspiratie voor mijn muziek en mijn leven.

hostsonaten_springsongII

Ik heb zelf “Winterthrough” op vinyl gekocht. Die ziet er echt spectaculair uit! Ben je een liefhebber van vinyl en kunnen we de overige albums ook op vinyl verwachten?

Ik vind vinyl helemaal geweldig en was ook erg blij toen AMS Records/BTF besloot om “Winterthrough” op vinyl uit te brengen. Helaas verkocht de vinyl versie, in tegenstelling tot de cd versie, niet al te best. Ik heb geen idee of AMS het ziet zitten om dit experiment in de toekomst te herhalen. Misschien komt er een limited edition vinyl versie van de Boxset, maar dat kan ik echt nog niet bevestigen.

Kan je al iets zeggen over het laatste album van de cyclus “Summereve”?

Ik heb nog niets voor dat album geschreven, maar ik denk dat het muziek vol leven zal worden. Het gaat over geboorte, een leven dat begint. Zoals ik er nu over denk wordt het echte symfonische prog met veel percussie en exotische instrumenten. Ik kijk er naar uit om er aan te gaan werken!

Accepteer je suggesties van de gastmuzikanten die aan je albums meewerken, of houd je je echt strak aan je eigen ideeën?

Nee, de suggesties van de andere muzikanten vind ik erg belangrijk, vooral als het om de arrangementen gaat. Vaak ben ik het zelf die naar hun mening en ideeën vraagt. Zij kunnen vaak met andere ogen naar mijn muziek kijken. Natuurlijk zijn er ook momenten waarop ik erg overtuigd ben van iets en dan laat ik suggesties naast me liggen. Ik vind het niet prettig als muzikanten zich echt als gastmuzikant gedragen, ik wil graag dat ze betrokken raken bij de muziek die ze spelen. Alleen dan kan warmte en passie de muziek binnendringen.

Je hebt “Springsong” onlangs opnieuw opgenomen en uitgebracht. Was je niet tevreden met de eerste versie?

Ik vond de eerste versie erg goed, maar met een aantal details was ik niet zo blij. Ik heb sommige delen van de mix aangepast, ik heb de Mellotronsamples vervangen voor een echte Mellotron, ik heb wat moog- en baspartijen aangepast net als het drumgeluid en wat andere details. Toen de eerste “Springsong” uitverkocht raakte bij het toenmalige label Sublime en dat label failliet ging, besloot AMS om de rechten te kopen. Na overleg besloten we om het album opnieuw uit te brengen. Ik heb die gelegenheid aangegrepen om mijn gewenste aanpassingen door te voeren. Het album is dus niet opnieuw opgenomen, maar opnieuw gemixt in high definition sound en de wijzigingen die ik noemde zijn doorgevoerd. Nu klinkt hij zoals ik vind dat hij had moeten klinken en ik ben er erg blij mee. “Spingsong” is één van mijn favoriete en belangrijkste albums.

Je hebt de nieuwe versie ook meteen van nieuw artwork voorzien?

Ja, mijn goede vriend en schilder Davide Guidoni heeft het nieuwe artwork gemaakt, dat nu meer in harmonie is met het artwork van “Winterthrough” en de andere hoezen die zullen volgen. Als alles klaar is zijn er vier verschillende hoezen met heel veel overeenkomende details. Dat vind ik geweldig. Ik beschouw deze vier albums als één unieke opera, een lange suite van bijna drie uur verdeeld in vier delen. Het artwork draagt bij aan de eenheid tussen de delen.

ANDERE PROJECTEN

Een van mijn persoonlijke favorieten is Merlin – The Rock Opera. Hoe kwam dat project tot stand?

Ik ontmoette Victoria Heward in 1997. Ze is Engelse en woont in mijn woonplaats Genua. Ze was musical regisseur van o.a. Jesus Christ Superstar en ze was gek van rock opera’s. Net als ik. Het was altijd al een droom van me om een rockopera te maken en ik was op de achtergrond al lange tijd op zoek naar een goede tekstschrijver. Toen ik hier met Victoria over sprak was ze meteen enthousiast. In die tijd was zij erg onder de indruk van het boek ‘Merlin, priest of nature’ van de Franse schrijver Jean Markale. Hierin werd de persoon van Merlijn meer van de psychologische kant dan van de gewoonlijke fantasy kant bekeken. Victoria was erg geïnteresseerd in het verhaal van de man Merlijn en niet de tovenaar Merlijn. Ze begon een theaterstuk te schrijven over de legende van Merlijn aangevuld met het verhaal van Jean Markale. Daarna schreef ze alle songteksten op de muziek die ik inmiddels had geschreven. Dit hele schrijfproces liep als een trein, binnen twee maanden was alles geschreven en gecomponeerd.

Je hebt de musical in Italië meerdere malen live opgevoerd met heel veel mensen voor en achter de schermen. Was dat moeilijk te managen? En hoe verliepen de cd opnames?

Het was echt heel hard werken in de voorbereiding. Vooral in het oefenen met alle muzikanten, acteurs, dansers en zangers ging veel tijd zitten. We hadden het werk heel duidelijk verdeeld; Victoria deed de theaterregie en werkte samen met de choreograaf. Ik deed de muziekregie en coördineerde de zangers en muzikanten. Ik kreeg hierbij hulp van een aantal Finisterre bandleden.

De live uitvoering van Merlin in Genua

Victoria had haar eigen theaterbureau, maar we hadden nog meer mensen nodig. Uiteindelijk hadden we bijna 30 acteurs, 6 muzikanten en 15 dansers. De eerste versie van de opera speelden we in de zomer van 1999. Over de zanger/acteur die de Merlijn speelde waren we eigenlijk niet tevreden. In die dagen zag ik een concert van de Genesis cover band ‘Real Dream’ en ik was direct onder de indruk van de zanger Alessandro Corvaglia. Ik wist meteen dat dit onze man moest zijn! In de winter van 2000 namen we het dubbelalbum op. De opnames verliepen vlekkeloos omdat we de opera al meerdere malen op de planken hadden gespeeld en iedereen goed op elkaar was ingespeeld. Het album kwam in de zomer van 2000 uit en die zomer voerden we de opera twee maal uit in een prachtig kasteel even buiten Genua.

Victoria en ik zochten daarna naar een grotere theaterproductiebedrijf die de Merlin opera op grotere schaal wilde uitvoeren omdat de productiekosten te hoog opliepen. Helaas konden we geen geïnteresseerd bedrijf vinden en verloren we langzaamaan ons enthousiasme tot de productie uit elkaar viel.

Victoria ging verder met het regisseren van theaterstukken en schreef een aantal Engelse stukken. Alessandro Corvaglia werd in 2001 de zanger van La Maschera di Cera.

Enige kans dat jij en Victoria opnieuw zullen samenwerken aan zo’n soort project?

Op dit moment denk ik van niet. We zijn allebei onze eigen weg gegaan, maar wie weet in de toekomst? Ik kan je wel vertellen dat ik werk aan een nieuwe opera/musical. Hij is gebaseerd op de roman ‘Wuthering Heights’ van Emily Bronte. Ik ben echter nog steeds op zoek naar een goede tekstschrijver. Ik wil deze opera in de Italiaanse taal hebben en Victoria is niet zo goed met deze taal. De opera gaat ‘Cime tempestose’ heten (Italiaans voor Wuthering heights, red) en je kan wat fragmenten van nummers op de myspace pagina beluisteren. Ik hoop het schrijven voor deze opera binnenkort af te ronden.

Aries. Moet ik dat als een band of als een project beschouwen?

Aries is hoofdzakelijk een samenwerking tussen mij en zangeres Simona Angioloni met een aantal gastmuzikanten.

Ik vind haar stem prachtig, hoe ben je aan haar gekomen?

Ik ontmoette haar in 2001 toen ze betrokken was bij een project genaamd ‘Spazio’ waar Boris Valle (toetsenist Finisterre, red) en ik aan werkten. Het was een popproject en we waren dicht bij een platendeal met EMI. Helaas ging de groep, om verschillende redenen, uit elkaar. Simona en ik bleven samenwerken. Eerst in een soort dark-ambient groep genaamd Aetheria en daarna in Aries. Ik werk graag met haar samen, ze heeft een prachtige stem. Ik schrijf graag nummers die zij met haar stem aankan.

Simona Angioloni en Fabio Zuffanti

Ik vind het Aries album erg mooi. Wat vindt je er zelf van en kunnen we in de toekomst nog een nieuw Aries album verwachten?

Ik ben erg tevreden met het Aries album. Ik heb altijd al een voorliefde gehad voor vrouwelijke stemmen zoals Annie Haslam, Sandy Denny, Sonya Kristina, Jaqui McShee en vele anderen. Net als bands als Trees, Mellow Candle en Renaissance. Met Aries wilde ik het magische geluid van de progressieve folk uit de jaren ’70 creëren en ik denk dat dat goed is gelukt. Het nummer When Night Is Almost Done van het Aries album vind ik één van de beste nummers die ik ooit geschreven heb. Op dit moment denken Simona en ik na over nummers voor een nieuw album dat we in 2010 willen opnemen. Het nieuwe album zal minder folky worden en de nummers zullen meer prog georiënteerd zijn.

Als je muziek schrijft, denk je dan “dit is iets voor La Maschera di Cera of Aries” of richt je je helemaal op een project en schrijf je dan gericht alleen daarvoor?

Ja, dat laatste. Ik denk eerst na over het soort project dat ik wil doen en daarna schrijf ik alleen daarvoor de muziek. Wanneer ik besluit om voor de nieuwe Hostsonaten te schrijven, dan stop ik daar ook al mijn energie in tot dat het klaar is. Ik ben dan helemaal niet met andere projecten of bands bezig.

Zijn er plannen voor een nieuw La Maschera di Cera album (MDC)?

Ja absoluut! We zijn druk bezig met de opnames van ons vierde album. Het is al weer drie jaar geleden dat we “Luxade” uitbrachten. We zijn erg tevreden met wat er tot nu toe uit de opnamesessies is gekomen. Het nieuwe MDC album wordt anders dan zijn voorganger. Het wordt wat meer songgeoriënteerd. Nummers vol power, met veel Italiaanse progpassie, hier en daar een beetje jazzy en op momenten erg symfonisch. Het album wordt wat minder donker dan “Luxade”.

De line-up is ook veranderd. Voor het eerst hebben we een gitarist in de band (Matteo Nahum, red), en dus ook op het album. We hebben nu een gevarieerder geluid. Ik kijk er naar uit het album af te ronden. Het album wordt geproduceerd door PFM drummer Franz Di Cioccio en het album zal eind 2009 begin 2010 op zijn eigen Immaginifica records uitkomen.

La Maschera di Cera in de oefenruimte, sept. 2009. Foto: Johan van Kempen

La Maschera di Cera in de oefenruimte, sept. 2009. Foto: Johan van Kempen

Je solo album klinkt erg ambient, is dat een stijl waar je erg van houdt?

Zoals ik al eerder vertelde hou ik van veel verschillende stijlen en elektronisch/ambient is daar één van. Toen ik besloot een solo-album te maken met de simpele titel “Fabio Zuffanti” dacht ik aan hele rustige muziek. Het moest introvert, meditatief, direct en persoonlijk worden. Ik vind het namelijk geweldig in mijn werk dat ik zoveel stijlen kan verkennen. Zowel met mijn projecten als met mijn bands. Feitelijk is Hostsonaten ook een soloproject omdat ik alle muziek zelf componeer, maar met hulp van gastmuzikanten. Op mijn solo-album speel ik alle instrumenten zelf. Ik heb de arrangementen zelf gemaakt en heb het album alleen opgenomen. Daarom heeft het album mijn naam gekregen. Dit ben ik. Ik werk graag met andere muzikanten, maar alleen verantwoordelijk zijn, vind ik ook heerlijk.

zuffanti solo

Wat vindt je van de huidige progscene? Heb je nog favorieten?

Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik deze laatste twee drie jaar de scene niet meer zo volg. Ik ben gek op progressieve rock maar ik kijk meer naar het verleden. Naar de obscure ’70 jaren platen, opnieuw uitgebracht werk en aparte uitgaven. Ik blijf wel de bladen en websites lezen om goed op de hoogte te blijven van bands in de progwereld. Om eerlijk te zijn hoor ik weinig progmuziek die ik echt goed vind. Ik houd van symfonische progrock met sterke melodieën. Bij veel bands hoor ik veel technische dingen, en doen ze de meest onmogelijk dingen met hun instrumenten, maar daardoor hoor ik niet een nummer. Ik hoor geen ideeën en geen melodie. Volgens mij is er een groot gebrek aan ideeën. Het gaat mij niet om originaliteit, ik besef heel goed dat het voor een band of muzikant moeilijk is om origineel te zijn zonder de invloeden van het grote Genesis, King Crimson, Yes en Camel. Het gaat om muziek die raakt! Misschien wat minder techniek en wat meer hart en gevoel.

In de jaren ’90 vond ik Anglagard geweldig, maar de afgelopen jaren heb ik nog niet zo’n band kunnen vinden. Ik geef je een voorbeeld. De laatste tijd heb ik veel naar “Frequency” van IQ geluisterd. Dit is een uitstekende band die voldoet aan wat ik net aangaf. Niet origineel, maar wel sterke nummers, sterke melodieën, geweldige Mellotronstukken en uitstekende muzikanten. Alles op de juiste plek. Dit is wat ik zoek in symfonische rock.

Foto: Johan van Kempen

Wat zijn je toekomst plannen?

Op dit moment is dat het afronden van de La Maschera di Cera opnames. Daarna ga ik het laatste Hostsonaten album schrijven en het nieuwe Aries album opnemen. Misschien komt er in 2010 ook een nieuw Finisterre album. Verder denk ik na over nieuw solowerk en het geven van concerten. Verder het werken aan soundtracks voor films en andere zaken. Gewoon lekker werken, werken met muziek. Mijn muziek.

Is er nog iets dat je kwijt wil?

Ik denk dat dit lange interview alle aspecten van mijn leven en muziek wel dekt. Ik ben erg blij met dit interview. Ik kan alleen nog zeggen dat ik hoop iedereen bij concerten tegen te komen. Misschien ooit wel in Nederland. Ik zou graag jullie land eens aandoen. Bedankt voor alles!

Foto LMdC oefenruimte & onderste Zuffanti foto door Johan van Kempen, waarvoor dank!