Door: Alex Driesen

Foto’s: Wikipedia

 

Ik heb iets met gitaristen, na eerdere eervolle beurten om respectievelijk Steve Howe (Yes) en Steve Hackett (Genesis) te mogen spreken, is het nu de beurt aan een derde legendarische gitarist met de initialen SH: Steve Hillage. Directe aanleiding is het optreden van de gitarist en zijn bands System 7 en Mirror System op zaterdag 16 maart 2019 in Cultuurpodium de Boerderij in Zoetermeer. De man treedt niet zo vaak op, zeker niet in ons land, reden te meer om deze veteraan eens te spreken. Ik krijg ruimschoots de tijd, maar een half uur is in de regel voldoende voor een schat aan kopij. De legende belt zelf in.

Allereerst gefeliciteerd met het nieuwe album van System 7/Mirror System, “Cafe Seven”. Ik moet toegeven dat ik niet zo bekend ben met dit soort muziek. Het klinkt heel erg als ambient muziek met dansinvloeden.

Steve: Sinds het einde van de jaren ‘80 zijn we behoorlijk in die muzikale sfeer geraakt. We hebben ook nogal wat samengewerkt met The Orb, waarvan je misschien wel hebt gehoord. Dit is wat we voor het grootste deel doen tegenwoordig. Het is een beweging, een geleidelijk en logische progressie vanuit onze voorkeur voor synthesizers en hypnotiserende muziek in de jaren ’70. We zijn geleidelijk die richting uitgegaan, maar daar staan we niet alleen in, dat is het mooie.

Oké, omdat je net hebt gezegd dat het een logische progressie is, dit kan als een verrassing voor je komen, maar sommigen van ons ‘proggies’ denken dat het nogal een verandering is van de muziek waar je in het verleden bekend om stond. Wat veroorzaakte deze verandering in je muzieksmaak?

Steve: Het is een lang verhaal. We hebben een grote veelomvattende box set uitgebracht onder de titel “Searching For The Spark”, die kwam een ​​paar jaar geleden uit (2016). Die vertelt het verhaal hoe ik begon als gitarist en naar de universiteit van Canterbury ging, en eindigt met Mirror 7 om ambient housemuziek en technomuziek te produceren. De box set vertelt het hele verhaal.

Het is nogal moeilijk om het in slechts een paar zinnen te vertellen. Ik kan alleen maar zeggen dat het voor ons een logische ontwikkeling was. Er zijn heel veel momenten geweest, ik zal er een bepaald moment uithalen. We waren aan het toeren in 1978, rond de tijd van het uitbrengen van “Green”. We besloten toen dat we in kleinere locaties wilden spelen in plaats van grote zalen.

We waren in een zaal, het was in mei juni ’78. We waren op een locatie in West-Engeland en voordat we speelden, hadden ze een disco. Met een videoscherm waarop video’s werden vertoond, het was een vrij moderne zaak. De zaal had een behoorlijk goed geluidssysteem. De DJ had zojuist een pre-release-exemplaar van “The Man-Machine”, het album van Kraftwerk, en hij speelde dit ook. Hij speelde verschillende nummers en het publiek danste, ze vonden het geweldig. Ze waren er echt gek van en het was echte ‘eye-opener’ voor mij omdat ik nooit had gedacht dat mensen op zulke muziek zouden dansen.

In de jaren ’70 hadden we de neiging om Duitse psychedelische muziek, waarvan ik een grote fan was, te beluisteren in kleermakerszit met een grote joint, misschien wel met een koptelefoon. Grote aantallen jonge mensen zien dansen op deze nummers was een absolute openbaring. Ik rende naar de kleedkamer, naar mijn partner Miquette (Giraudy). Ik zei: “Miquette, ze dansen op Kraftwerk, het is geweldig!” We gingen allebei terug en we moesten onszelf in de arm knijpen, we konden het niet geloven. Ik had een visioen. Ik dacht: “Fuck, dit wordt absoluut ongelooflijk groot, dit is een muzikale revolutie.” Ik had een visioen van elektronische dansmuziek. Het heeft me echt geïnspireerd.

Ik vond dat geweldig. Waar ik echt dol op was, en dit is wat mensen in de progressieve rockwereld heel moeilijk te begrijpen vinden, was dat er geen muzikanten aan het spelen waren. Het was een muzikaal beeldhouwwerk in de lucht en er kwamen kick drums uit de luidsprekers als prachtige eieren van geluid en ze raakten me recht in de maagstreek. Ik vond dat absoluut geweldig. Ik dacht dit is zo ruimtelijk, zo kosmisch. Het was absoluut de meest psychedelische ervaring om je dit onstoffelijke geluidsbeeld voor te stellen dat een muzikale omgeving creëert. Hier was iedereen aan het dansen en men raakte in een soort van extase. Het heeft me echt geïnspireerd.

Ik zie altijd een aspect, niet alles in de dansmuziek en elektronische muziek, er is veel onzin. Ik heb een aspect van elektronische dansmuziek gezien als heel kosmisch, alleen omdat het ingaat op deze abstracte, onstoffelijke wereld van geluidssculpturen.

1

Dit brengt me bij een andere vraag die ik heb over hedendaagse muziek. Wat vind je van de muziek die wordt geproduceerd door DJ’s zoals die Nederlanders: Armin Van Buuren, Tiësto, Afrojack.

Steve: Nee, ik ben eigenlijk niet zo’n fan van dat soort dingen. Dat grote, commerciële, waarnaar we verwijzen als EDM (redactie: Electronic Dance Music). Dat is helemaal niet mijn ding. Ik vind dat veel van die melodieën erg infantiel zijn. Het hele gebeuren, iedereen gekleed in het wit en zwaaiend met hun handen in de lucht, daar ben ik niet echt van gediend. Ik ben veel meer in voor experimentele dingen. Vanzelfsprekend, voor ons met System 7 en ons neven-project Mirror System, waarmee we een gecombineerd album hebben gemaakt, het eerder genoemde “Cafe Seven”, is het altijd een beetje een experiment geweest. Het is hoe we geloofwaardige, eerlijke dansmuziek en ambient-muziek kunnen mixen met onze bekende gitaar- en synthesizer geluiden, waarvan een groot deel hetzelfde is als wat we in de jaren ’70 speelden. Dat is een behoorlijke uitdaging, want het produceren van dansmuziek en het spelen van veel lange gitaarsolo’s gaat niet erg goed samen, tenminste niet vanuit het perspectief van dansmuziek.

Misschien dat ik sommige van mijn oude fans een plezier zou doen, maar het snijdt helaas geen hout vanuit het oogpunt van de dansmuziek.

Dat betekent echt dat je nu een heel nieuw publiek hebt aangeboord, toch? Ze hebben niets te maken met progressieve muziek, kennen dat ook niet.

Steve: Nee, dat klopt niet helemaal, we hebben een hele hoop mensen ontmoet die dezelfde reis hebben gemaakt als wij. Geen enorm aantal, maar we hebben een behoorlijk aantal mensen gesproken die dezelfde reis hebben gemaakt, mensen die nog nooit hebben gehoord van wat we in de jaren ’70 met Gong en de Steve Hillage Band deden.

Voor hen is het een geheel nieuwe ervaring wat je doet. Ze hebben nog nooit van je gehoord.

Steve: Ze zien ons alleen in de algemene context van de dansmuziek en ze zien ons als een interessante act vanwege de manier waarop we dance combineren met live-instrumenten. Het feit dat we vroeger de Steve Hillage Band en daarvoor Gong deden, betekent niet echt veel voor hen omdat ze op dat moment waarschijnlijk nog niet eens leefden.

Ze zijn waarschijnlijk tweede en soms derde generatie.

Steve: Ja, maar met Systeem 7 hebben we hetzelfde aantal mensen die dezelfde reis hebben gemaakt. Het is moeilijk uit te leggen, maar nogmaals, ik zie het als een volledig logische progressie.

Aan de andere kant, als ik kijk naar je leven en je muzikale carrière, dan leest het als een avontuur, met vooral veel experimenten. Het is niet de vanzelfsprekende carrière van een muzikant met jouw achtergrond.

Steve: Ik weet het niet. We doen gewoon wat we doen. We volgen gewoon onze inspiratie, zo hebben we het altijd gedaan en dat is de enige manier waarop we het ook echt kunnen doen.

Waar komt de inspiratie vandaan?

Steve: Het is een mysterie, nietwaar? Als je de tekst van de liedjes kent die we in de jaren ’70 hebben gemaakt, hoor je dat muziek een kanaal voor hogere energie is. We houden nog steeds vast aan die visie, we verbazen ons daar niet echt meer over. We spelen inmiddels bijna volledig instrumentale muziek, maar qua ‘vibe’ zitten we nog steeds in dezelfde richting.

Zoals je al eerder zei, het is min of meer een logische progressie.

Steve: Voor ons is dat zo. Voor sommige mensen is het dat niet, maar voor ons is het dat wel. Wat ik ook nog wou zeggen, is toen we System 7 in ’89 en in de jaren ’90 voor het eerst opstartten, we ons daar ook echt op wilden concentreren. Ik deed ook nog steeds veel werk als platenproducer, ook voor andere artiesten. In 2006 was er een groot evenement in Nederland. We deden dit evenement, de Gong Family Unconvention, in de Melkweg in 2006, waar alle toen nog overgebleven Gong-leden bij elkaar kwamen. We speelden een twee uur durende reeks van al het trinity-materiaal, wat we klassiek Gong-materiaal noemen. Dat was de hoofdmoot, het was een driedaags evenement.

Op een andere dag deden we een System 7-set plus jam sessie met een andere groep, we zijn dik bevriend, genaamd Eat Static. Ook was ik uitgenodigd om een ​​korte set Steve Hillage Band-nummers te spelen, we speelden zo’n 45 minuten. Dat was belangrijk voor mij en vanaf dat moment besefte ik dat ik dingen parallel kan uitvoeren. Ik kan nog steeds Systeem 7 blijven doen, maar ik kan ook rock-gigs doen en dingen uit de jaren ‘70 spelen. Het is allemaal mogelijk.

4

Ik zag dat je in juni 2019 een kleine serie optredens in het Verenigd Koninkrijk doet, waar je materiaal uit dat specifieke tijdperk uitvoert.

Steve: Ja, dit is op een heel andere schaal. Dit zijn eigenlijk behoorlijk grote optredens. Het is iets waar al een tijdje over gesproken werd. Ik denk dat het uiteindelijk werd gestimuleerd door het succes van de box “Searching For The Spark”. Ja, het gaat nu eindelijk gebeuren en het is heel belangrijk voor mij. Ik wil me er lang en goed op voorbereiden.

Je verschijnt ook als een hoofdact op het Night of the Prog Festival in Loreley.

Steve: Winfried Völklein (CEO van Night Of The Prog) was al een flink aantal jaren heel enthousiast om ons te boeken, en toen hij hoorde van de Britse optredens die we aan het plannen waren, was hij er als de kippen bij.

Ik zal je vertellen wat er zo geweldig is aan de Night of the Prog: de dag ervoor speelt een band die ik echt heel graag wil zien:  Saucerful Of Secrets van Nick Mason. Ik kijk er echt naar uit, dus we vertrekken een dag eerder, zodat we die show ook kunnen zien, met name omdat twee van mijn vrienden in de band spelen: bassist Guy Pratt en toetsenist Dom Beken. Ze stuurden allebei een e-mail en zeiden: “Hé, Steve, je moet onze set komen bekijken, en wij willen jouw set zien.” Natuurlijk, Nick Mason, hij coproduceerde het “Green” album. Ik ben echt gek op die man, dus ik ben echt heel enthousiast om hun show bij te wonen. Ik ben erg blij dat we op het zelfde festival staan als zij.

Het is ook een beetje een reünie voor doorgewinterde muzikanten daar in Duitsland.

Steve: Ja, interessant is ook een andere zeer goede vriend uit Duitsland die ook vrij bekend is, een nogal legendarische figuur in de dansmuziek. Hij zat in het duo Jam & Spoon.

Nog nooit van gehoord.

Steve: zijn naam is Jam El Mar. Zijn partner, Mark Spoon, is helaas een paar jaar geleden overleden. Jam is een heel goede vriend van ons en hij was in de jaren ’70 fan van de Steve Hillage Band. Hij is iemand die net als wij de reis heeft gemaakt, hij komt als onze gast naar Night of the Prog omdat hij in Frankfurt woont, wat niet ver weg is.

Dat is geweldig. Nog andere plannen om met je muziek uit de jaren ‘70 in Europa op te treden, ik bedoel buiten het Verenigd Koninkrijk?

Steve: We nemen het zoals het komt. Laten we eerst maar eens kijken hoe de optredens in juni en juli gaan. De kaartverkoop in Groot-Brittannië gaat heel erg goed. Het lijkt erop dat we uitverkocht zullen raken, dus vanuit dat oogpunt is het waarschijnlijk dat we nog meer shows zullen doen, maar ik weet niet precies of het later dit jaar of volgend jaar zal zijn. Het is duidelijk dat als we een andere tour doen, we graag in Europa willen komen spelen.

Namens alle fans van Steve Hillage: doe dat alsjeblieft, vergeet ons hier op het vasteland niet.

Steve: Dat doen we niet. Het enige ding dat het kan verknoeien is als er een grote chaos ontstaat door de Brexit. Iedereen in de muziekindustrie in het Verenigd Koninkrijk is echt geschokt door dit verhaal. Het is gewoon belachelijk. Ik heb het gevoel dat we het gewoon uit moeten zitten, dan komt het wel goed. Ik ben redelijk optimistisch. Ik ben erg tegen de Brexit. Ik denk dat Brexit er helemaal naast zit. Ik ben optimistisch, met name voor de muziekindustrie, als we slim zijn, kunnen we het uitzitten en komt het goed. Sommige van mijn vrienden zijn er erg moedeloos over, ik probeer er optimistisch over te blijven.

Ik hoop dat het lukt. Ik ben het volledig met je eens wat betreft de Brexit-kwestie. Het gaat er niet makkelijker op worden, nietwaar?

Steve: Het is belachelijk. Het zijn een soort vreemde spasmen van xenofobie of nationalisme en de Brexit-mensen zijn zo paranoïde over immigratie. Ze zijn zo paranoïde over mensen die het Verenigd Koninkrijk binnenkomen, dat ze zich niet realiseren dat veel Britten graag door Europa reizen vanuit het Verenigd Koninkrijk. Voor ons is bewegingsvrijheid een fantastisch iets, een groot goed.

Ja, absoluut. Hoe dan ook, ik hoop dat het gaat lukken, voor ons allemaal en voor jou in het bijzonder. Nog een paar andere vragen, je noemde je partner sinds jaren, Miquette Giraudy, zij is erg belangrijk voor je. Je hebt haar ontmoet, als ik het goed heb, tijdens je tijd in Gong.

Steve: Precies aan het begin van mijn tijd in Gong. Ja, we hebben elkaar in december ’72 ontmoet.

Ik ben altijd enorm geïntrigeerd. Hoe is het om zoveel jaar met je partner op tournee en in de studio samen te werken? Zijn jullie de Chris Frantz en Tina Weymouth (drummer en bassiste Talking Heads) van de danswereld?

Steve: We hebben een goede modus operandi, eentje die werkt voor ons. We hebben geen kinderen, dat maakt het op sommige gebieden een stuk eenvoudiger, en we geven elkaar veel ruimte. We hebben allebei onze eigen woonruimte, dus we dringen elkaar niets op en we respecteren elkaar. We zijn ook als personen heel, heel anders. Dat is behoorlijk belangrijk, we zijn heel verschillende mensen. We hebben verschillende opvattingen, verschillende houdingen en dat houdt onze gesprekken en onze relatie interessant.

5

Andere vraag: ik ben altijd geïnteresseerd als ik met een gitarist praat, ik had net een paar weken geleden de eer gehad om met Steve Hackett over gitaren te praten.

Steve: Steve Hackett, een heel aardige vent. Ik hou echt van Steve.

Ja, absoluut. Pratend over gitaren, speel je eigenlijk nog steeds op dezelfde Fender Stratocaster die je in de jaren ‘70 bespeelde?

Steve: Nee.

Op welk instrument speel je tegenwoordig?

Steve: Ik onderging een grote verandering in de jaren ’80. Ik besloot dat ik een volledig nieuw soort gitaar wilde bespelen, dus ik stortte me helemaal op de Steinberger. Sommige mensen vinden het niet leuk, ze denken dat het er niet uitziet, maar ik vind ze geweldig. Het is eigenlijk de mechanische manier waarop de Steinberger de snaren omsluit, zeer zuiver op een moleculair niveau. Heel puur zoals de tuning werkt. Het is heel lastig, ik kan het niet echt goed uitleggen aan de telefoon. Als je naar de show in Zoetermeer komt, zal ik het je laten zien. Ik zal het je uitleggen.

Eén van je collega’s, een zekere Mr. Steve Howe (Yes), met wie ik ook het genoegen had om mee te praten, speelde ook de Steinberger. Hij is er verrukt over.

Steve: Ja. Ik hou ook van andere gitaren, maar de Steinberger is echt praktisch voor mij. Hij is vrij klein en gemakkelijk om mee te reizen en ik sluit hem gewoon aan en hij klinkt geweldig. Ik ben er gek op. Je moet hem nog bijwerken, aanpassen, je moet hem verfijnen, maar eigenlijk kan ik naar Japan reizen, de gitaar uit de hoes halen en hij is min of meer in stemming, het is verbazingwekkend.

We keren terug, het is inmiddels vijf decennia Steve Hillage in de muziekindustrie.

Steve: Nog geen vijf decennia. Ik denk dat ik in ’71 een professionele muzikant werd. Dus het is vijf decennia Gong, maar ik was geen lid van de vroege Gong, ik sloot me aan bij versie drie van Gong, maar zelf ben ik al 48 jaar professioneel muzikant, om eerlijk te zijn, [lacht] om precies te zijn .

Hoe kijk je daar op terug, Steve, op bijna vijf decennia?

Steve: Ik weet niet wat ik anders zou moeten doen [gelach]. Je kunt beter doorgaan. Of ik blijf doorgaan of ik stop gewoon helemaal en ga wonen in de buurt van een strand of zoiets [gelach]. De laatste paar jaar ben ik ongelooflijk druk geweest, eigenlijk is het raar. Je denkt dat als je ouder bent, het werk misschien minder zal worden en geleidelijk aan de zaken zullen afnemen. Maar nee, niet met mij [lacht]. Daar ben ik blij mee, maar ik hoop vooral dat mijn gezondheid goed blijft.

Dat hoop ik ook, want veel van je collega’s moesten helaas het aardse verlaten. Ik heb het dan onder anderen over Daevid Allen (Gong), een paar jaar geleden.

Steve: Ja, we zijn heel wat goede vrienden kwijtgeraakt inmiddels en daarnaast hebben we andere goede vrienden die op dit moment erg ziek zijn. Het is heel triest allemaal. Ik hou van ze.

Je werkte in die bijna vijf decennia met een enorme groep getalenteerde muzikanten en producers. Zoals ik al eerder zei, je bio leest als een soort avonturenboek. Kun je mij een korte reactie geven op de volgende namen? Ik noem als eerste de toetsenist Dave Stewart (redactie: niet de man van Eurythmics), een van je vroegste wapenbroeders.

Steve: Hij is mijn muzikale broer. Ik hoop dat ik binnenkort een nieuw project met hem kan doen, dat zou ik heel graag willen. We waren samen op school, zaten in dezelfde klas. We zijn samen de reis begonnen.

Nog eentje, je bent ergens in de vroege jaren ‘70 bij zijn band terecht gekomen, Kevin Ayers.

Steve: Hij had een grote invloed op mij. Hij heeft me echt geholpen toen ik mijn eerste groep Khan had, die een beetje een indruk maakte. Maar toen we ons tweede album wilden doen kwamen er wat problemen met de platenmaatschappij. Ik was nog maar net 21 en ik raakte erg gestrest en wist niet zeker of ik dit op dat moment wel wilde doen. Ik voelde de noodzaak om echt een tijdje met andere mensen samen te spelen en mijn muzikale ervaring te verruimen. Toen ik met Khan stopte, vroeg Kevin me om bij zijn band te komen spelen, dat was echt nuttig. Via Kevin kwam ik in contact met Gong omdat we deze grote tournee in Frankrijk deden. Dat is toen ik Miquette ontmoette. Kevin had een enorme invloed. Onze Kevin, nog eentje die we zijn kwijtgeraakt, helaas. Hij leerde me ook hoe ik rode wijn, goede rode Franse wijn, kon waarderen.

Nog eentje, in chronologische volgorde. Je was een van de eersten die met Mike Oldfield speelde ten tijde van een van de eerste live vertolkingen van zijn beroemde “Tubular Bells”. Hoe was dat?

Steve: [lacht] Ik heb heel snel dingen moeten leren, simpelweg omdat er geen tijd was. Ik nam een ​​kleine hoeveelheid LSD, ik werd er niet te high van en ik heb de muziek snel onder de knie gekregen. Mike Oldfield was behoorlijk onder de indruk hoe snel ik het had geleerd. Ik moest dat doen omdat er gewoon geen tijd was. Ik was op weg naar een optreden. Het was een geweldige ervaring om met hem samen te werken, met name het allereerste concert in de Queen Elizabeth Hall. Datgene wat op tv staat, op YouTube, was een latere versie, gedaan voor de BBC een paar maanden later. Grappig overigens, vorig jaar juni werd ik ingehuurd door de BBC om te spelen op een orkestrale versie van “Tubular Bells” tijdens een concert in Londen, en dat heb ik ook gedaan. Dat was leuk om te doen.

Je deed zoiets ook in de beginperiode toen Mike niet meer wilde optreden.

Steve: Ja, Mike vond succes moeilijk om mee om te gaan. Hij wilde de orkestrale dingen niet doen en ik werd door Richard Branson (baas Virgin Records) gevraagd om het te doen. Dat was er nog een waar ik net mee weg kwam, want de avond voor het Royal Albert Hall Orchestra-concert speelde ik een concert met Gong op een van de lokale podia in Nederland, de Melkweg  in Amsterdam.

Ik was totaal stoned. Op de een of andere manier stapte ik in een vliegtuig en vloog ik naar de Royal Albert Hall en dit optreden. Het was echt surrealistisch, maar ik weet het niet, ik had veel geluk, het ging allemaal goed. Toen deed ik later ook een aantal gelijksoortige concerten. Daarbij was ik veel meer nuchter en in orde, en professioneel [lacht].

LSD lijkt bij jou een terugkerend thema te zijn.

Steve: In de jaren 70 was dat zo, maar toen besloot ik dat het genoeg was en nu doe ik dat soort dingen helemaal niet meer.

Goede beslissing, Steve. Je bent nog steeds onder ons.

Steve: Ja. Ik denk dat de wijze man zegt dat, als je de leeftijd van 50 hebt bereikt, je echt voorzichtig moet zijn met dergelijke dingen, en ik ben nu ruim 50 jaar oud (Steve dateert van 1951… red.). Het belangrijkste voor mij is om redelijk gezond te blijven en te kunnen blijven doen wat ik doe, omdat ik er dol op ben.

Ik heb nog steeds veel vragen maar ik respecteer je tijd. Je hebt me al ruim een half uur gegund. Een laatste vraag nog. Terug naar het aanstaande optreden, je wordt aangekondigd als System 7 en Mirror System. Wat kunnen we tijdens deze show verwachten, kun je een beetje toelichten?

Steve: Mirror System, zoals ik heb uitgelegd, is een ambient spin-off van System 7. Het concentreert zich op een langzamer tempo, met nog steeds genoeg beats, maar niet zo intens als System 7. In Zoetermeer doen we een gedeelde set. We gaan een Mirror System-set doen van 45 minuten, dan is er een pauze met een DJ, en dan spelen we 75 minuten muziek van System 7.

Die DJ waar je het over hebt is Mike Holmes, vooral bekend van IQ, is het niet?

Steve: Ja. Ik geloof dat zij ook op de Night of Prog aanwezig zullen zijn, geloof ik. Kleine wereld, toch?

Steve, nogmaals, heel erg bedankt voor het nemen van de tijd om mijn vragen te beantwoorden. Ik heb erg genoten van ons gesprek. Ik wens je het allerbeste. Ik kijk uit naar je optreden in Zoetermeer in maart.

Steve: Ja, over drie weken geloof ik.

Ja, op zaterdag 16 maart. Ik zal er zijn om je aan te moedigen.

Steve: Bedankt, Alex. Oké, hartelijk bedankt.