Tekst: Wouter Bessels
Hij dacht nog lang niet aan zijn pensioen en al helemaal niet aan het stoppen van maken van muziek. Toch wist Edgar Froese dat ooit het moment zou komen dat hij noodgedwongen de laatste spreekwoordelijke noot op papier zou zetten. Die dag kwam dinsdag 20 januari 2015, toen de oprichter van de elektronische rockband Tangerine Dream op 70-jarige leeftijd vrij plotseling overleed aan longembolie.
Froese kwakkelde de laatste vijf jaren van zijn leven met zijn gezondheid. Zo gleed hij op een ijzige dag begin 2013 in zijn woonplaats Wenen bij het uitlaten van de hond uit en brak zijn kaak. Hij zat op dat moment midden in de productie van de muziek voor de succesgame Grand Theft Auto V, waardoor een nieuwe generatie kennismaakte met de muziek van Tangerine Dream. Froese revalideerde, maar bleef een broze verschijning. Wie hem vorig jaar bij het concert van de band in Nijmegen aan het werk zag, wist dat elk optreden voor hem een krachtsinspanning van de eerste orde was. Toch nam hij na afloop uitgebreid de tijd om zijn fans de hand te schudden. Het kenmerkte Froese als de vaderlijke, joviale muzikant. Buiten dat was hij ook een kunstenaar met een duidelijke visie. Zijn leven en zijn werk kenmerkte zich door het vasthouden aan het geloof in de evolutie van muziek als kunstvorm. Net als de wijze les van zijn leermeester Salvador Dali: ‘nearly everything is possible in art as long as you have a strong belief in what you’re doing’.
Experimenteren
In het naoorlogse West-Duitsland moet volgens de babyboomers alles nieuw zijn. Het bruisende West-Berlijn is de plek waar Edgar Froese zich op dat vlak profileert. Als kunststudent speelt hij in het midden van de jaren zestig gitaar in diverse bands, onder meer in The Ones, waarmee hij een single maakt. De ontmoeting met Dali in 1967, tijdens de Summer of Love, markeert het keerpunt in zijn leven. Hij gaat in de psychedelische sferen het grote avontuur aan dat Tangerine Dream heet. Tot 1970 een band die klinkt als een Duitse variant op The Grateful Dead en de Velvet Underground, maar die vervolgens uitgebreid de electronica verkent. Aanvankelijk staat Froese zeer sceptisch tegenover synthesizers. Zo wil drummer Klaus Schulze binnen Tangerine Dream daarmee aan het experimenteren slaan, maar dat ziet Edgar niet zitten. Schulze pakt zijn biezen en bouwt op eigen kracht aan een zeer succesvolle carrière. Net als Froese groeit Schulze uit tot een pionier binnen de electronische muziek, met navolging tot ver buiten dat genre.
Froese laat zich als een ware bandleider altijd omringen door jong talent. Van 1971 tot 1987 is Chris Franke (de voormalige drummer van Agitation Free) naast hem de constante factor in de groep, terwijl Peter Baumann in de jaren zeventig het muzikale elan van de groep versterkt dankzij zijn gebruik van de Projekt Elektronik-sequencer. Johannes Schmoelling en Paul Haslinger zijn in de jaren tachtig Froese’s belangrijkste partners en zorgen in dat tijdperk met hun klassieke achtergrond voor de muzikale diepgang; zij kunnen na hun TD-periode ook prima op eigen benen staan. De laatste tien jaar is Thorsten Quaeschning naast Froese het belangrijkste TD-lid, ooit begonnen als studiotechnicus voor de band. Inmiddels timmert hij met zijn eigen Picture Palace Music ook behoorlijk aan de weg.
Behalve de muzikale ontwikkeling laat Tangerine Dream sinds 1970 op ruim honderd albums horen hoe de elektronische muziek zich door de jaren heen technisch heeft ontwikkeld. Op haar platen is altijd het nieuwste van het nieuwste te horen. Zet “Hyperborea” (1983) op en je hoort de allereerste digitale synthesizers. Vijf jaar later wordt het geluid op “Optical Race” sterk bepaald door de Atari-computer en op “Mars Polaris” (1999) schitteren voornamelijk de virtuele synthesizers.
De eerste vier platen die de groep voor het Ohr-label maakt, worden beschouwd als de blauwdruk voor het latere werk. Na de space-rock van “Alpha Centauri” en de ambient van “Zeit” vormt “Atem” de opstap naar de jaren bij Virgin Records. De groep verkoopt vervolgens op haar creatieve hoogtepunt miljoenen abums. Voor het label van Richard Branson maakt Tangerine Dream een reeks platen die te boek staan als klassiekers in het genre. Enkele voorbeelden zijn “Rubycon”, “Ricochet”, “Force Majeure” en “Exit”. De hoezen worden ontworpen door Edgar’s vrouw Monica. Zij overlijdt in 2000 aan kanker. Froese, diep geraakt door haar dood, vindt steun bij kunstenares Bianca Acquaye, met wie hij later trouwt en ook op artistiek vlak zijn partner wordt.
Gitaar
In de loop van de jaren zeventig wordt TD’s muziek steeds melodieuzer en symfonischer en wint die aan muzikale diepgang. Op het album “Cyclone” uit 1978 zijn zelfs vocalen te horen. Na het vertrek van Baumann voegt Steve Joliffe zich korte tijd bij de groep. Froese erkent later dat dat een gevalletje ‘een kat in het nauw maakt rare sprongen’ is geweest; één van die momenten geweest dat hij op het creatieve vlak naar zijn gevoel heeft gefaald. Zonder Joliffe maken Froese en Franke in 1979 “Force Majeure”. Het is samen met “Underwater Sunlight” uit 1986 de meest symfonische plaat die Tangerine Dream ooit zal uitbrengen. Bovenal is op die platen het gitaarspel van Froese sterk aanwezig. Het instrument zal hij naast de batterij aan elektronica nooit links laten liggen. Zijn vrije vorm van musiceren uit zich ook op de gitaar; Froese’s melodieuze en vaak harde spel is uit duizenden herkenbaar. De passie voor de gitaar geeft hij ook door aan zijn zoon Jerome. Van 1990 tot 2007 is hij lid van TD. Hij merkt dat hij de muziek van de band van zijn vader is ontgroeid en begeeft zich daarna op het solopad met zijn ‘guitartronics’. Zelf maakt Froese ook soloplaten. Vijf daarvan verschijnen in de jaren zeventig en zijn gevuld met veel gitaar en mellotron.
Ook Amerika ontdekt Tangerine Dream en niet alleen de muziekindustrie aldaar. Regisseur William Friedkin hoort de groep in de loop van 1976 en denkt gelijk aan muziek voor zijn film “The Exorcist”. Dat lukt niet, maar wel maakt TD de soundtrack van “Sorcerer”. Filmmuziek maakt de weg vrij voor het succes van de band in Amerika. Daar toert de groep in 1977 voor het eerst, met de lasershow van Laserium achter zich. De vraag naar meer soundtracks groeit vervolgens. TD maakt onder meer muziek bij “Risky Business”, het rolprentdebuut van Tom Cruise en bij diverse films van Ridley Scott, zoals “Thief” en “The Keep”. Dankzij die opdrachten maakt een ander publiek kennis met de groep. Froese is er maar al te blij mee, maar realiseert zich ook dat de filmindustrie heel veel werk met zich meebrengt. Collega Klaus Schulze, die zich in tegenstelling tot Froese niet laat verleiden tot de Amerikaanse filmindustrie, grapt dikwijls: ‘I often talked with Edgar about world domination. I said: you take America, I take Europe!’
The Quantum Years
Na 1995 concentreert de band zich voornamelijk op studio- en livewerk en maakt af en toe nog een filmuitstapje of verrast op andere wijze, zoals in 2011 tijdens een optreden in Spanje met Brian May. De muziek van Tangerine Dream is bij lange na niet meer zo avontuurlijk en creatief als twintig jaar eerder. De angel is er uit en de technische perfectie is verheven boven de creatieve impulsen van Froese cs.. Tangerine Dream teert vooral op oud werk, ook bij live-optredens en weet sporadisch nog met een indrukwekkend album te verrassen. Zoals met “Five Atomic Seasons”, een stemmige vijfdelige albumserie die handelt over het leven voor en na de kernaanvallen in Japan in 1945, het met Johannes Schmoelling gemaakte “Kyoto”, “Blue Dawn” of “GTA V”, het aandeel van TD voor de gamehit Grand Theft Auto V.
Als er dan toch sprake moet zijn van een soort vicieuze cirkel in het werk van Edgar Froese: vorig jaar bracht hij de muziek van “Sorcerer”, 37 jaar na dato, opnieuw uit. De live-uitvoering in Kopenhagen wordt bijgewoond en op eervolle wijze geïntroduceerd door William Friedkin. Een paar weken later gaat TD aan boord van de Cruise To The Edge; het blijkt hun laatste bezoek aan Amerika te zijn. Na de Phaedra Farewell Tour kondigt de band aan dat het tijd is voor een nieuw tijdperk: The Quantum Years. Naast Froese en Quaeschning bestaat de groep uit toetsenist Ulrich Schnauss en violiste/toetseniste Hoshiko Yamane. De ‘nieuwe’ groep geeft in november drie concerten in Melbourne.
Daar blijft het bij.
Met het overlijden van Froese stopt de evolutie van Tangerine Dream.
Er zal ongetwijfeld nog veel werk van de groep uitkomen, want net als Frank Zappa laat Froese een uitgebreid archief aan nog niet uitgebracht materiaal na. Tevens heeft Froese recent zijn langverwachte autobiografie afgerond. Op dat boek zitten sommige fans al jarenlang met meer smart te wachten dan op nieuw TD-materiaal.
Filosoferen
Bij de gesprekken die ik door de jaren met hem voerde, viel mij altijd zijn volledige toewijding en gedrevenheid op. Praten over muziek met Froese liep vaak uit op filosoferen, waarbij hij altijd de hoofd- en bijzaken van elkaar gescheiden hield. ‘Tangerine Dream is als een lange reis van chaos naar perfectie’, zo vertelde hij mij in 2006. ‘Ik heb mijn hele leven nooit iets gecomponeerd waarin ik mij conformeerde aan de muzieksmaak of verwachtigen van fans of critici, of zelfs vrienden. Het is zuiver de muziek van mijn leven of van die van mijn collega’s en mij samen. Daar ben ik heel strikt in. Er zit iets in onze muziek dat niet overdraagbaar is. Zelf houd ik erg van muziek met een duidelijk eigen geluid. Nee, ik luister nooit naar mijn eigen composities als die voltooid zijn. Waarom zou ik? Ik ken het toch al.’
In de ruim 25 jaar (bedankt nog voor de tip, Peter Harmsen) dat ik de platen van Tangerine Dream beluister, word ik altijd gefascineerd door de combinatie van melodie en ritme. De muziek straalt een bijna perfecte eenheid uit. Edgar Froese ging als een ware architect te werk, hij begreep het vak van ‘muziek ontwerpen’ als geen ander.
Tangerine Dream’s muziek heeft voor mij altijd een gevoel van overwinning, optimisme en opgewektheid gegeven. Hoe melancholiek of donker die soms ook mocht zijn.
In die gedachte herinner ik Edgar Froese als een zeer toegewijd en aimabel mens.
“A thousand true loves will live and die
But a dream goes on forever
The days and the years all go streaking by
But the time is stopped within my dream”
(Todd Rundgren)