Aan de vooravond van een Europese tournee tref ik Charlotte Wessels en Martijn Westerholt, zangeres en toetsenist van de Nederlandse band Delain, in de lobby van het College Hotel in Amsterdam. Om de op 1 juni 2012 te verschijnen derde cd “We Are The Others” te promoten is een persdag georganiseerd. Het is een komen en gaan van media en ik heb precies een half uur voor dit interview.
Kennen jullie Progwereld eigenlijk en kijken jullie er wel eens op?
Martijn: ik hou het wel in de gaten, vind Progwereld altijd wel leuk. Een van onze vorige cd’s had in elk geval een goede recensie.
Jullie staan aan de vooravond van een tournee door Europa. Zijn jullie al zenuwachtig?
Martijn: ik ben niet nerveus, voor mij zit het meeste werk in de voorbereiding. Als de productie eenmaal staat, voel ik me prima. Charlotte: ik ben er wel altijd doodnerveus voor, ik wil het toch altijd goed doen.
De zoveelste tournee al, de derde cd staat op het punt van uitkomen, moeten we jullie bijna serieus gaan nemen?
Martijn: we zijn verwend, we mogen zeker niet klagen, want we hebben hele leuke shows kunnen doen, zijn in Noord- en Zuid-Amerika en overal in Europa geweest. Japan zou nog wel een keer leuk zijn. We willen toch ook nog meer mensen bereiken en in grotere zalen spelen.
Kun je iets vertellen over hoe de nieuwe cd “We Are The Others” is ontstaan?
Martijn: we zijn begonnen in 2010. Van de platenmaatschappij hebben we meer budget gekregen door het succes van “April Rain” en het leek ons wel gaaf om een keer met een producer te werken. We zijn op Jacob Hellner uitgekomen, omdat ik zijn producties te gek vind klinken en zijn stijl zou goed bij Delain kunnen passen. Hij gaf ons het advies om eerst te gaan schrijven en experimenteren en daarna verder te kijken. We hebben een boerderijtje gehuurd in Dalfsen en zijn vanaf nul gaan schrijven, al wisten we wel al welke richting we op wilden.
Charlotte: het ging anders dan de vorige keren, dan begonnen we op eilanden en voegden we het materiaal later bij elkaar. Nu zijn wij tweeën, met Guus Eikens, bij elkaar gaan zitten. Guus zit niet in de band, hij is een lid dat alleen bij het schrijfproces betrokken is. Hij is te druk met andere zaken, daarom is hij er live ook nooit bij.
Martijn: Oliver Philips onze co-producer, die arrangeerwerk met mij en Charlotte deed, was er trouwens ook bij.
Charlotte: het was een vruchtbaar proces en toen we naar Stockholm gingen hadden we niet minder dan 22 nummers. Dat moest teruggebracht worden naar 14 en later naar 12. In Zweden kwamen Hellner, Fredrik Thomander en Anders Wikström (die samen ‘het producerteam Tripod’ vormen) erbij zodat we met z’n zessen gingen werken. Het was leerzaam en zwaar.
Martijn: bij de eerste twee cd’s deed ik alles altijd alleen, dat was dus zeker wennen. We zijn tevreden met het resultaat.
Charlotte: de pieken zijn hoger en de dalen dieper. Met zes creatievelingen in een ruimte heeft voordelen: zes weten meer dan vijf. Als je niet eens bent is het echter ook weer lastiger om op één lijn te komen. Maar ja, zonder wrijving krijg je nu eenmaal geen glans.
Ik las dat de muziek toegankelijker is gemaakt voor een groter publiek. Dat hoor ik ook terug. Hier liggen ongetwijfeld commerciële motieven aan ten grondslag?
Martijn: het is heel logisch dat je dat zegt. Ik ben het niet eens met wat hierover in de biografie is geschreven. Zelf heb ik dit commerciële gevoel niet zo ervaren. Dan was die dikke muur van gitaren die je nu hoort er niet in gekomen. Voor op de radio is dat stevige gitaarwerk niet in de mode. We hebben bewust de focus meer willen leggen op het gitaargedeelte, voor de toetsen is een dunnere laag overgebleven. De liedjes zijn meer to the point, dat is nog belangrijker, we laten meer dingen weg en dan wordt de muziek kennelijk ervaren als toegankelijker.
Charlotte: dat vind ik wel bijzonder, want als ik naar de plaat luister heeft het meer ballen, misschien ook wel omdat er dingen zijn weggelaten, het klinkt een beetje flauw misschien, de ingrediënten zijn in your face en hard, daardoor wel beter behapbaar. Alles wat je hoort doet ertoe.
Met name op Lucidity voelde ik me aangetrokken door de melodie, die soms behoorlijk werd uitgesponnen, zoals op The Forest (van de demo) en Sever. Zijn dat soort symfonische elementen bewust weggelaten?
Martijn: dat zit ‘m vaak in de toetsenpartijen, die hier minder op de voorgrond treden. Op “Lucidity” stonden overigens ook al vrij korte nummers met de refreinstructuur die je nu ook nog steeds hoort. Ik begrijp dat jij dit zo ervaart, het is nu meer gitaargeoriënteerd. Het nummer I Want You is wel weer wat langer.
Charlotte: het is geen principekwestie, de volgende keer kan het weer anders uitpakken. Je maakt een soort van curve door en je wilt niet steeds hetzelfde doen.
Martijn: in gedachten zijn we alweer met de nieuwe cd bezig. Hier wil ik orkestrale stukken in verwerken. Ik heb hier net nieuwe software voor gekocht, met prachtige brassgeluiden.
Charlotte: verder zoeken we ook welke stukken muziek bij elkaar passen zodat de cd één geheel vormt. Het materiaal is toch flink divers. En als de cd of de single een hit wordt, tja… dan staan we daar ook voor open! (beiden lachen breeduit).
Het geluid zou breder, experimenteler en meer gelaagd zijn en de muziek zou veel details bevatten, las ik. Ik hoor wel iets terug van details, maar kunnen jullie dit toch even uitleggen?
Martijn: ik heb dit niet precies zo gezegd. De manier van werken en hoe de cd tot stand kwam is voor ons wel experimenteel, dat geldt niet voor het geluid. We gebruiken wel nieuwe sounds (industriële en wat afwijkende toetsenklanken). De gelaagdheid zit er qua productie wel in, die is veel vetter en breder. “April Rain” is erg in your face, maar na vijf liedjes word je wel heel erg moe van het luisteren. Met deze nieuwe productie zullen vooral de audiofielen blij zijn met het white noise effect, waardoor het heel aantrekkelijk blijft de hele plaat af te luisteren.
De meeste nummers zullen het op het podium erg goed doen: herkenbaar, toegankelijk, goed mee te zingen. Herkennen jullie dit?
Martijn: we hebben erg geprobeerd om de groove in het ritme te krijgen. Onze drummer heeft twee weken voor de opname in een oefenruimte gestudeerd, echt hele werkdagen gemaakt. Het resultaat mag er zijn en dat werkt live ook goed.
Charlotte: tijdens onze tour april vorig jaar hebben we drie nieuwe nummers al geprobeerd. Dat werkte toen inderdaad al lekker.
Wat houdt jullie in het (dagelijks) leven bezig, buiten de muziek dan, en heeft dat ook invloed op jullie teksten? Achter We Are The Others zit bijvoorbeeld een verhaal.
Charlotte: tja, lastige vraag. Ik studeer kunstgeschiedenis en wat ik daar oppik vindt ook zijn weg terug in de muziek en vooral in de teksten. Het titelnummer We Are The Others was er al en er zat al een outsiders-anthem gevoel in. Maar het was eigenlijk nog niet compleet. Toen hoorden we het verhaal van Sophie Lancaster, een meisjes dat vanwege haar gothic uiterlijk is vermoord. Uiteindelijk gaat dit nummer hierover, het is bemoedigend bedoeld voor mensen die afwijken, of het nu gaat om een subcultuur, huidskleur of wat dan ook.
Charlotte, jij bent duidelijk de blikvanger van de band. Kun jij inschatten in hoeverre jouw verschijning heeft bijgedragen tot jullie populariteit?
Charlotte: we hebben ook hele knappe mannelijke bandleden, hoor!
Martijn neemt het antwoord over: als er nou een draak van een meid had gestaan… maar jij hebt een hartstikke mooi figuur! Het plaatje moet kloppen op het podium. Kijk naar Adele, die vind ik niet sexy, maar het klopt wel, ze heeft veel charisma, uitstraling.
Charlotte: had je dezelfde vraag ook aan een onwijs lekkere frontman gesteld?
Fred: ik denk het niet, maar het publiek bij progconcerten bestaat toch voornamelijk uit mannen.
Charlotte: bij ons is dat anders. We hebben een heel gemengd publiek. Zeker de helft is vrouw!
Hoe willen jullie de muziek van Delain omschrijven: gothic, metal of boeit jullie dat helemaal niet?
Martijn: ik vind het geen gothic of metal, het interesseert me ook niet. Bij gothic denk ik aan het cliché van vleermuisjes en zwarte kleding. Daar heb ik niets mee.
Charlotte: ik hou er wel van hoor, de hele middelbare schooltijd liep ik met zwarte lippenstift en in zwarte kleren en luisterde ik naar The Cure. Dat soort muziek en die scene heeft ons niet meer beïnvloed dan bijvoorbeeld Sting of Marillion.
Martijn: als iemand nu een pistool tegen mijn hoofd zou zetten en ik moest een richting aangeven, dan zou ik zeggen: onze muziek is hele zware rock met melodische elementen of popliedjes in een heel zwaar jasje.
Over invloeden gesproken: Martijn geeft aan ook het werk van Queen, Pink Floyd en Spocks Beard erg te hebben gewaardeerd.
Charlotte: daar heb ik veel minder mee, Pink Floyd vind ik wel gaaf. Van mijn vader kreeg ik Deep Purple en The Beatles mee. Zelf ben ik erg gecharmeerd van Kate Bush en Joni Mitchell, niet zozeer vanwege de stemmen, maar puur voor de muziek, ik luister weinig naar vrouwenstemmen. Nu is Radiohead mijn favoriet. Muziek waar ik dagelijks naar luister, is om van te genieten en die is niet zo zeer van invloed op onze muziek. Ik luister ook nauwelijks naar andere bands in ons genre.
Nog even over de bezetting. Op de eerste cd deden bekende namen mee. Nu werken jullie alleen nog met Burton C. Bell. Duidt dit erop dat jullie op eigen benen staan? En bij de line-up staat geen gitarist vermeld, maar Timo Somers doet toch mee!?
Martijn: we vinden het altijd leuk om met gastspelers te werken, dat zal altijd wel een onderdeel van Delain zijn. Het heeft niet zozeer te maken met ‘die gasten nodig hebben’ of niet, meer omdat we het leuk en verrassend vinden, om te kijken wat er uit komt. Gastspelers dragen zeker bij aan de diversiteit, maar we hebben het niet nodig.
Charlotte: dat is gaaf, kijken of het leuk zou zijn of iemand ergens nog iets kan toevoegen, We zien het nu als een bonus. Bij April Rain waren we nog geen band, nu hoeven we geen bassist of drummer meer te zoeken.
Martijn, over de gitarist: na “April Rain” hebben we gezocht naar een goede gitarist, maar hebben toch geen vaste kunnen vinden. Met Timo werkt het wel. Hij heeft zoveel andere muzikale dingen en Delain is zo veeleisend, dat een fulltime verbintenis niet ging werken. Hij deelt de spot met een andere gitarist, de rest van de band vast. En wel hebben altijd Guus, lid van het schrijfteam, achter de hand, hij is ook een prima gitarist.
De plannen voor het komende half jaar zijn duidelijk: toeren, cd uitbrengen, meer concerten, kijken jullie alweer verder?
Charlotte en Martijn in koor: we zijn nog niet aan het schrijven!
Charlotte: wel zijn we stiekem aan het denken, dat gaat gewoon door, kun je niet aan- en uitzetten.
Martijn: de toetsen gaan weer iets meer prominenter worden dan nu en we gaan de muziek wat meer uitbalanceren.
Laatste vraag: is er nog iets dat jullie de lezers van Progwereld willen meegeven?
Martijn: ik kan we voorstellen dat onze muziek qua richting iets minder prog is en dat de meeste nieuwe nummers de symfofreaks waarschijnlijk wat minder aanspreken, maar we hopen toch dat onze muziek nog steeds in de smaak valt.