Interview: Mario van Os en Mariusz Duda
Datum: 24 januari 2013
Anderhalf jaar geleden sprak ik met Mariusz Duda – bassist en zanger van de Poolse band Riverside – naar aanleiding van hun tienjarige jubileum en hun ep “Memories In My Head”. In dat interview gaf Duda reeds aan dat hun nieuwe album geheel anders zou zijn. Ondertussen is het album “Shrine Of New Generation Slaves” uitgekomen en maakt de band zich op voor een tour, waarbij ze ook driemaal Nederland zullen aandoen. Voor Progwereld dus weer tijd om deze nieuwe ontwikkelingen door te nemen met Mariusz Duda.
Jullie zetten met jullie nieuwe album een compleet nieuwe koers in. Hoe is het album tot stand gekomen?
Ik denk dat we met dit album meer klinken als Riverside dan ooit tevoren. Het album is zeer natuurlijk ontstaan. Toen we met dit album begonnen, hebben we nagedacht over de muziek de we zelf wilden maken. En om eerlijk te zijn was ik in het begin niet tevreden met het geluid van het album. Ik wilde geen metalriffs meer doen, maar meer in de richting van de oudere hardrock of baserock. We wilde ons meer focussen op de melodieën en op de nummers. Terug naar de basis van onze band, het authentieke en kenmerkende van onze band. De uitdaging voor ons lag er in om trouw te blijven aan ons eigen geluid en tegelijkertijd meer volwassen over te komen.
Leuk dat je dat zegt. In mijn recensie schrijf ik “De puber met adhd is volwassener geworden”. Klopt dat een beetje?
Ik wil zeker niet zeggen dat onze vorige albums kinderachtig zijn. Maar het was tijd voor de volgende stap in onze carrière. Een frisse start waarbij we de echte Riverside-elementen combineren met nieuwe ideeën, nieuwe experimentele elementen die onze muziek versterken.
Ik hoor op het album SONG (“Shrine Of New Generation Slaves”) ook invloeden uit de jaren 70/80 hardrockformaties.
Inderdaad. Dank je voor het vermelden hiervan. Ik merk dat steeds meer bands, ook de mainstream poppy band, teruggrijpen op deze oudere muziekstijlen. Dat klonk veel authentieker en krachtiger. Ze zijn de gecomputeriseerde deuntjes zat en willen echte muziek maken, die veel natuurlijker overkomt. Maar wij wilden geen tribuut zijn aan deze zeventiger jaren hardrockmuziek. We wilden een modern geluid creëren, die het oude met het nieuwe combineert en daarbij onze focus op de melodie richten. Waarschijnlijk heeft het gehele studioproces daarom zolang geduurd. We wilden de juiste balans vinden voor onze muziek. Misschien moeten we het wel new retro of progressieve retro gaan noemen (haha).
Gesproken over muziekstijlen. Op dit album ontdek ik een hele variëteit aan muziekstijlen. Is dat bewust zo gedaan?
Ja, we zijn aan het experimenteren geweest met meerdere muziekstijlen. We wilden niet blijven hangen in het oude stramien, maar ik wilde ook nieuwe dingen proberen. We hebben veel stijlen beluisterd, maar we wilden zeker onze eigen identiteit aanhouden.
In 2011 speelden we op het Przystanek Woodstock Festival in Polen voor zo’n 700.000 bezoekers. We stonden direct geprogrammeerd na Helloween. Dus iedereen stond nog na te schreeuwen “Keeper, Keeper” en toen moesten wij spelen. Dan kun je beslissen om je hardste nummers te gaan spelen of je kunt aan je eigen muziek trouw blijven. Wij hebben gekozen voor het laatste en begonnen onze set met After. Ik dacht dat de menigte ons zou vermoorden, maar het tegendeel was waar. Ze vonden onze muziek geweldig en zouden het niet anders gewild hebben. We vinden ook dat je altijd trouw moet blijven aan je eigen muziek. En zo is het ook met dit album. We hebben gekeken naar onze eigen kracht, mellow en stevig. En daar zijn we vernieuwend mee bezig geweest.
Laten we het ook eens over jou eigen persoon hebben. Naast de basspeler ben je ook de zanger. En naar mijn mening ben je de laatste jaren daarin sterk vooruit gegaan.
Dank je, ik leer het nog wel eens. Ik was eerst alleen een bassist en bij Riverside ben ik ook begonnen met zingen. Dat was in het begin heel geforceerd. Ik schrijf nu veel meer de teksten die ik wil zingen, zodat ik de nummers beter kan interpreteren met mijn stem. Het gaat veel natuurlijker. Ik wil ook meer de emotie in mijn stem naar voren laten komen. Bij mijn soloproject Lunatic Soul ben ik ook anders gaan zingen. Bijvoorbeeld bij het nummer The Final Truth hou ik veel meer de melodielijnen aan. Dat past beter bij mijn stem en dan gaat het eigenlijk vanzelf.
En ik hoor ook invloeden van Lunatic Soul in het nieuwe album van Riverside
Inderdaad. Alles wat je doet heeft zijn invloed op wat je gaat doen. Ik heb met Lunatic Soul zeker dingen geleerd die ik kan toepassen bij Riverside. Het een heeft zeker invloed op het ander.
Kunnen we binnenkort ook iets nieuws van Lunatic Soul verwachten?
Daar heb ik nu nog geen tijd voor gehad. Lunatic Soul is een project dat ik tussendoor doe, als ik de tijd ervoor kan vinden. En ik ben momenteel erg druk met Riverside. Lunatic Soul is voor mij ook een uitlaatklep waar ik wat anders kan doen. De mellow dingen deed ik met Lunatic Soul. Maar nu we met Riverside ook mellow dingen zijn gaan doen, moet ik me daar maar eens gaan uitleven met het heavy werk. Misschien ga ik dan ook elektrische gitaar spelen. Dat moet ik dan nog wel leren…
Dan over de teksten van het nieuwe album. Wat wil je uitdrukken met de teksten?
Het album is zeker geen conceptalbum geworden, maar een album met een algemeen thema. Het betreft onze nieuwe samenleving, waarin mensen verstikken. In plaats dat we gelukkig zijn met ons gezin en naaste vrienden, willen we meer. Het begon met een taxichauffeur, waar ik op een zekere dag bij in zijn taxi stapte. Hij bleef de gehele rit klagen over van alles. Thuis en bij vrienden hoorde ik al precies hetzelfde, iedereen blijft de hele dag maar klagen. En niemand schijnt er iets aan te kunnen veranderen. Mensen zijn slaven geworden van hun eigen gecreëerde wereld.
De enige plek waar we nog enige tijd hebben voor reflectie is de roltrap geworden. Escalator Shrine is een nummer geworden dat hierover gaat. Je staat tussen twee vloeren en denkt na over wat je hierna gaat doen. “Incarcerated between floors of hope and disappointment” (vertaald: Opgesloten tussen vloeren van hoop en teleurstelling). Tegelijkertijd staan we op zo’n roltrap met z’n allen alleen. Maar iedereen wil een beetje beroemd zijn. En dankzij de social media kan iedereen nu een beroemdheid worden, door dingen te schrijven, foto’s te plaatsen en dat soort dingen. Of door bijvoorbeeld recensies te schrijven over een album (haha). Maar het gaat ook om de oppervlakkigheid van deze virtuele vrienden. We voelen ons omringd door allerlei zogenaamde vrienden, maar staan nog steeds alleen. Elk nummer behandelt een ander aspect van deze nieuwe slavernij.
Inderdaad een algemeen thema met aan elkaar gekoppelde liedjes. De acroniem van het album is ook SONGS. Dat kan geen toeval zijn.
Het derde album had drie letters die een acroniem vormden. Het vierde album ADHD had weer vier woorden. Dit vijfde album bevat vijf woorden. Het volgende album heeft dan weer iets met zes etc. Op een gegeven moment zullen we het aantal woorden wel worden gewijzigd in letters, bij het tiende album wordt anders de titel zo lang. En daarnaast is bewust voor het acroniem SONGS (liedjes) gekozen. Maar het is niet oppervlakkig bedoeld. Het zijn liedjes met een diepere betekenis, die samen het thema vormen.
Jullie gaan binnenkort ook toeren. Wat kunnen we daar verwachten?
Ik denk van alles. Zeker veel van het nieuwe album, maar ook oudere nummers. We weten het eigenlijk nog niet. We zijn nog bezig om de setlist samen te stellen.
Ik kijk er in elk geval naar uit om het album live te horen.
Ik ook! Ik heb het album ook nog nooit live gehoord…
Gaan jullie deze optredens ook opnemen voor een live dvd?
Waarschijnlijk niet. We hebben nog opnames liggen van het Woodstock Festival van vorig jaar. Dat willen we nog uitbrengen. En we willen in het najaar van 2013 terugkomen voor een aantal optredens. Wellicht dat we die dan opnemen. Maar nu is nog niets zeker.
Jullie toeren met twee bands, een dubbel voorprogramma, met jullie landgenoten Dianoya en de New Yorkse band Jolly. Waarom deze twee bands?
We willen Jolly ondersteunen in Europa. We hebben samen met hen in Amerika getoerd en hebben daar een goed gevoel aan over gehouden. Daarnaast zitten zo ook op het Insideout label, dus de connectie is dan snel gemaakt. Ze hebben net een nieuw album dat ze dan hier kunnen presenteren.
En Dianoya kennen we erg goed en zij zijn ook ondergebracht bij Progteam management. En met deze drie bands krijgen onze bezoekers waar voor hun geld.
En wat zijn jullie toekomstplannen? Ik hoor geruchten dat SONGS weer het begin is van een nieuwe trilogie.
Oh, dat weet ik nog niet. We zijn druk geweest met dit album en dat had prioriteit. Ik heb wel wat ideeën in mijn hoofd over een volgend thema. Maar eigenlijk staat alles nog open. Een volgende keer wil ik het daar graag met je over hebben.
Hebben jullie nog wat toe te voegen voor ons lezers?
Nederland heeft altijd een speciaal plekje in ons hart. Nederland was het eerste land waar we live speelden buiten Polen en we zijn daar altijd welkom en worden goed ontvangen. Het voelt altijd als een beetje thuiskomen voor ons.
Oké, bedankt voor dit interview en ik hoop je tijdens jullie concert in Weert (in De Bosuil op 24 maart) weer te ontmoeten.
Ja, graag. Tot dan.
Meer info: http://riversideband.pl/en/
Facebook: http://www.facebook.com/Riversidepl
Bezetting:
Mariusz Duda: zang, basgitaar, akoestische gitaar
Piotr GrudziÄski: gitaar
Piotr Kozieradzki: drums
Micha Åapaj: toetsen
Optredens voorjaar 2013:
19 maart 2013: Biebob, Vosselaar (België)
22 maart 2013: Patronaat, Haarlem
23 maart 2013: Metropool, Hengelo
24 maart 2013: De Bosuil, Weert