Interview en eindredactie: Ruard Veltmaat
Datum: 21 december 2010

De band Akelei is vrij uniek. Uitzonderlijk is het juiste woord, omdat een vorm van zware metal wordt vermengt met Nederlandstalige zang, die ook nog eens perfect gearticuleerd is. Daardoor alleen al viel deze band op. Maar als de muziek vervolgens ook nog eens verrassend goed is, besluit Ruard eens contact op te nemen met de zanger en gitarist van de band om hem eens goed aan de tand te voelen. Mischa Nuis heeft een mooie overtuiging die aansluit bij het gedachtegoed van Progwereld: “als ik mijn gedachten en gevoelens aan één taal ga toevertrouwen, dan moet dat mijn moedertaal zijn!”

Kunnen jullie jezelf eerst eens voorstellen aan de lezers van Progwereld?

Akelei is ontstaan in 2006 nadat Ward en ik elkaar ontmoetten. Hij had een advertentie van mij gezien in dB’s (oefenruimtecomplex) in Utrecht, waar ik woon. Ward komt uit Breda, dus we zijn daar eens in de Mezz gaan jammen en dat beviel goed. Er was meteen die ‘klik’ tussen ons. We houden allebei van sfeervolle en emotionele muziek en die wilden we zelf ook gaan maken. Het heeft een tijd geduurd voor we de juiste bandleden bij elkaar hadden gevonden, maar Pascal was er redelijk vroeg bij op gitaar. Zelf speel ik ook gitaar en ik zing. Dan hebben we nog een derde gitarist, Merlijn, die er in de zomer van 2008 bij is gekomen. Begin 2009 heb ik mijn broer Josha gevraagd bij ons te komen bassen. Daarvoor hebben we met twee andere bassisten gespeeld, maar die waren steeds na één optreden alweer weg. Ons oefenhonk ligt overigens in Tilburg, in de kelder van 013.

Bandfoto Akelei

Hoe komen jullie op het idee om de band naar een bloem te noemen?

De bandnaam komt weinig romantisch uit het woordenboek. Ik ben heel simpel begonnen bij de A. Toen kwam ik bij ‘akelei’ en de vorm, klank en betekenis van het woord spraken me meteen aan. Het is mooi meegenomen dat het zo’n mooi bloempje is, maar het ging mij dus vooral om de klank van de naamJ Ward vroeg ik per sms wat hij ervan vond. Die reageerde meteen positief en zo hadden we een bandnaam.

Een van de eerste vragen die bij mij opkwam is ongetwijfeld wat voorspelbaar, maar wat is de motivatie van de Nederlandse zang, aangezien dit vrij ongewoon is?

Toen ik in 2002 een jaar in Noorwegen woonde, las ik opnieuw Tolkiens meesterwerk ‘The Lord of the Rings’. Ik begon mij te interesseren in de Elventalen die hij had geconstrueerd en in de boeken tot leven komen in de vorm van zang en gedicht. Dat was genoeg inspiratie om het zelf ook eens te proberen. Daar ben ik toen mee begonnen en een jaar later, terug in Nederland, was mijn woordenlijst groot genoeg om er liedjes mee te schrijven. Ik heb toen zes demoversies van nummers gemaakt in die verzonnen taal. Alleen kwam toen de realisatie dat je je met zo’n beknopte woordenlijst maar beperkt kan uiten. Bovendien hadden de woorden geen echte geschiedenis en voelde ik geen emotie bij de taal. Vanuit dat besef heb ik toen gekozen voor het Nederlands, want dat beheers ik beter dan welke andere taal ook. Als ik mijn gedachten en gevoelens aan één taal ga toevertrouwen, dan moet dat mijn moedertaal zijn. Daarnaast had ik in Noorwegen kennis gemaakt met bands als Kaizers Orchestra, het Zweedse Kent en niet te vergeten Sigur Rós uit IJsland. Bands die me op verschillende manieren enorm weten te raken, in hun eigen vreemde talen. Dat alles maakte de keuze voor het Nederlands vrij eenvoudig.

Ik omschrijf jullie muziek in mijn recensie als doom metal die vergaande overeenkomsten heeft met dat van Agalloch. Ondanks dat brengt die band wel meer tempowisselingen dan jullie muziek. Hoe denken jullie daar zelf over en kennen jullie überhaupt die band?

Van Pascal weet ik dat hij fan is, zelf heb ik Agalloch pas recent leren kennen. We zijn het erover eens dat er qua sfeer en gelaagdheid van de muziek zeker overeenkomsten zijn, maar dat de stijl verder anders is. Zij hebben bijvoorbeeld duidelijke black metal-invloeden die je in de muziek van Akelei niet of nauwelijks zult aantreffen. Maar je vergelijking zit er zeker niet ver naast.

Wat zijn jullie inspiratiebronnen?

Muzikaal is Akelei beïnvloed door bands uit de verschillende stromingen doom metal en post-rock. Belangrijke namen zijn onder meer The 3rd and the Mortal, Shape of Despair, Sigur Rós en Mogwai. Dat zijn in elk geval bands van wie ik de invloed duidelijk kan terughoren in onze nummers. Er speelt natuurlijk nog veel meer mee, vaak onbewust. Qua sfeer komen invloeden ook wel eens uit films en boeken, en dan vaak de meer melancholische scenes/passages. “Everything Is Illuminated” wil ik in dit verband noemen, zowel het boek als de verfilming. Carl Sagans “Contact” is ook een goede titel. Die inspireert op ideologisch en tekstueel gebied. Teksten hebben vaak een psychologische of sociologische lading en worden dan ook beïnvloed door de omgang met anderen, of juist het gebrek daaraan.

Misha, zanger, gitarist Akelei

Er zijn maar liefst drie bandleden die meezingen op het album. Omdat het wat moeilijk is te horen op het album heb ik even rondgezocht, maar kon niet concreet vinden wie wat heeft gezongen. Wie zingt wat eigenlijk?

Op het album hoor je alleen mij, Ward en Cecilie zingen. Ward zingt tweede stem en achtergrondvocalen in de eerste twee nummers. Josha zingt sinds kort live mee, zodat we de koortjes van het album ook op het podium kunnen waarmaken.

Jullie album is in eigen beheer opgenomen, nu is het natuurlijk moeilijk voor een doom metal act een album bij een label onder te brengen, maar zijn er überhaupt onderhandelingen geweest?

Nee, het is een bewuste keuze geweest om dit album in eigen beheer op te nemen en uit te brengen. Met de demo hebben we in 2008 nog gepolst of er interesse was bij labels, maar dat heeft niks opgeleverd. We zijn ons daarna gaan afvragen wat nou precies de meerwaarde van zo’n platencontract is en kwamen tot de conclusie dat je veel zaken als band vandaag de dag prima zelf kan regelen, met dank aan het internet. De groei van onze bekendheid zal er vast onder lijden maar een langzame groei is goed voor bands. Deze D.I.Y.-aanpak is in elk geval leerzaam omdat je overal zelf bovenop zit.

Dus….Bandcamp?

Nou, bandcamp is een perfect voorbeeld van een website die bands in staat stelt bepaalde zaken zelf aan te pakken. Je mag je nummers er gratis uploaden, streamen en downloaden, in verschillende en hoogwaardige audiobestanden. Daarnaast bieden ze een platform om je cd’s, vinyl en andere merch te verkopen. Een eigen website gaat voor alles, maar koppel je muziekpagina aan je Bandcamp-profiel en je promotiecampagne kan van start. Dat klinkt misschien als reclame, maar ik ben echt zeer te spreken over die site. Warm aanbevolen voor alle bands.

gitarist Akelei

Kan je wat vertellen over het opnemen van het album. Dit hebben jullie in een kleine studio in Utrecht gedaan?

Ja, het album is tot stand gekomen bij Independent Recordings van Quintijn Verhoef, een jonge Utrechter die een oude werfkelder huurt aan de Oudegracht. Het is er zoals je zegt niet groot en er zijn geen gescheiden ruimtes dus je zit altijd in je eigen herrie, haha. Maar verder is de apparatuur zeer modern en van hoge kwaliteit. Voor rock- en metalbands met beperkt budget is het een goede keuze. Wij hebben er zo’n twaalf winterdagen gezeten, meestal in de weekeinden. De drums gingen vrij soepel, dat stond er vlot op. Het gitaarwerk kostte echter meer tijd om op te nemen dan we hadden ingeschat. Dat was gewoon hard werk, met zoveel lagen en partijen. Daar sta je dan van te kijken terwijl je het zelf allemaal hebt geschreven. Ook de zangopnames waren wel confronterend te noemen. Ik was er niet op voorbereid om mijn stem zó helder en duidelijk terug te horen. Dat doet een goede microfoon met je en dat was even wennen. Gelukkig hadden we een geduldige technicus achter de mengtafel, die ook meedacht als het nodig was. Het hele album is daar van begin tot eind opgenomen, gemixed en gemastered en we zijn zeer tevreden met het resultaat.

Als ik het goed begrijp schrijf jij dus ook de teksten?

Tot nu toe heb ik inderdaad alle teksten geschreven. ‘Middag’ (van de demo uit 2008) is een uitzondering. Die tekst is van de Nederlandse dichter P.N. van Eyck.

Het nummer Dwaaluur, wat jullie ook op bandcamp hebben staan heeft uiteindelijk het album niet gehaald. Wat is daar precies de reden van?

‘Dwaaluur’ was oorspronkelijk het openingsnummer van de plaat. Bij het beluisteren van de voorlaatste mix zat het me echter dwars dat de plaat zo stil begon en het zo lang duurde voor de boel op gang kwam. Maar het nummer paste ook niet ergens anders, het was eigenlijk gewoon té anders. Toen ik Ward sprak vroeg ik hem “als je van de zes nummers op de plaat er eentje moest weglaten, welke zou het dan zijn?” en hij noemde ‘Dwaaluur’. Toen was dat besluit genomen. Het was moeilijk maar tegelijkertijd ook weer niet. Je voelt intuïtief wel aan wat het beste is, al is dat niet meteen makkelijk om toe te geven. Je hebt er immers zo hard aan gewerkt en je hebt al zo lang een plaatje in je hoofd van “zo moet het worden” en dan ga je dat ineens weer overhoop gooien. Ik denk dat iedereen die wel eens een plaat heeft opgenomen dit zal herkennen. Het album is er beter door geworden, dat is het belangrijkste.

Het laatste nummer van het album heet Duett, wat het ook daadwerkelijk is. Jij zingt het samen met Cecilie Langlie van o.a. Skumring en Vagrant God. Jij zingt zoals dus alle andere nummers in het Nederlands, zij in het Noors. Hoe zijn jullie bij haar terecht gekomen en hoe is dit nummer ontstaan?

Ik had naar aanleiding van Skumring per e-mail contact gezocht met Cecilie, omdat ik nogal onder de indruk was van wat zij op hun album had gedaan. Dat contact stelde verder niet zoveel voor, ik heb haar zelfs nog nooit ontmoet, maar toen ik dat idee kreeg voor een duet heb ik haar gevraagd en zij was meteen voor. Het leek me gewoon gaaf om een keer wat samen te doen. We spraken af dat ik haar de muziek, tekst en melodie zou sturen en zij zou haar deel dan thuis in Oslo opnemen en de bestanden via internet weer terugsturen. Toen heeft het vervolgens nog ruim twee jaar geduurd voordat het nummer wat ik in gedachten had af was.

Het idee was altijd wel dat we ieder in onze eigen taal zouden zingen. Ik kende al wat tweetalige duetten dus dat was op zich niet zo bijzonder. Waarin mijn aanpak afweek was dat ik een deel van onze woorden op elkaar wilde afstemmen, zowel wat klank als betekenis betreft. Ik had tijdens mijn jaar in Noorwegen al Noors geleerd, dus ik wist dat onze talen veel overeenkomsten hebben. Dergelijke zinconstructies leken me daarom niet onmogelijk. Tijdens het schrijfproces heeft Cecilie de tekst af en toe kritisch bekeken en waar nodig gecorrigeerd maar verder liet ze het helemaal aan mij over.

Toen de opname van het nummer in de studio al ver gevorderd was heb ik haar een ruwe mix gestuurd plus een demo die ik zelf al had ingezongen. Die stuurde ze een aantal dagen later terug met haar aandeel op losse audiobestanden. Het viel meteen op dat ze haar zanglijnen had verrijkt met zelfbedachte harmonieën en aan het einde iets had geïmproviseerd. Het pakte allemaal heel goed uit, beter dan we hadden gehoopt. We wisten dat haar stem goed bij onze muziek zou passen maar toch waren we nog redelijk overdonderd. In de studio heb ik toen aan mijn eigen zang nog tweede stemmen toegevoegd om niet achter te blijven. Daarna hebben Quintijn en ik het allemaal netjes in elkaar gemixt. Het is de perfecte afsluiter van het album geworden.

Is er zelfs een mogelijkheid dat jullie meer met haar gaan ondernemen in de toekomst?

Ik zou ‘Duett’ heel graag eens met Cecilie live willen zingen. Zij heeft onlangs met haar band Omit een debuutalbum opgenomen en dat zal hopelijk volgend jaar verschijnen. Wellicht dat onze bands dan eens samen gaan optreden, dan zou het er wel eens van kunnen komen.

Hoe zit het met optredens?

Met optredens gaat het niet hard. Het is voor doom metal bands sowieso moeilijk aan de bak komen en we zijn grotendeels afhankelijk van het zelf organiseren van optredens, wat altijd een financieel risico met zich mee brengt. Andere kansen liggen in het scoren van voorprogramma’s bij die paar grote bands in het genre. We zetten op dit moment in op samenwerking met bands uit aanverwante genres: gothic- en metal-met-zangeres, post-rock en shoegaze. Daarnaast bestoken we momenteel de zomerfestivals met de vraag of ze nog een plaatsje voor ons hebben. We willen overal wel spelen, met uitzondering van bandjeswedstrijden.

Zijn jullie al weer bezig met een nieuw album?

Een nieuw album is nog niet in zicht, maar er worden al wel nieuwe nummers geschreven. Inspiratie is er in elk geval genoeg.

Wellicht wel leuk te weten voor de lezers van Progwereld, wat draaien jullie zelf als liefhebbers van prog-metal op dit moment?

We zijn geen uitgesproken progluisteraars, maar we houden wel van bands die hun geluid blijven oprekken en daarmee een eigen genre creëren. Veel van deze namen vond ik ook terug tussen jullie platenbesprekeingen: Mew, Jethro Tull, Mogwai, Enslaved, Anathema, EF, The Gathering, Katatonia, verschillende projecten van Devin Townsend en natuurlijk Sigur Rós.

Logo Akelei