De band Ulysses bestaat al bijna twintig jaar, maar blinkt niet echt uit in productiviteit. Slechts vier officiële releases heeft de band op zijn naam staan, toch is Ulysses een bekende naam in de Progwereld. Na het goed ontvangen album “#eMotion” is de tijd nu rijp om meer over de band te weten te komen.  Progwereld sprak met gitarist Sylvester Vogelenzang de Jong en hij spreekt vrijuit over de Nederlandse progmetal band. Bij enkele vragen springt ook Michael Hos bij in het gesprek, hij geeft vooral een toelichting op de teksten van de band.

Ulysses Logo

Sylvester, jullie zijn inmiddels een vaste waarde binnen de Nederlandse Progwereld, maar toch is het wellicht raadzaam dat jullie je nogmaals voor stellen aan de lezers?

Sylvester: Dat kan nooit kwaad! Eind 1998 werd ik benaderd door toetsenist Ron Mozer en zijn broer en drummer Raymond met de vraag om gezamenlijk eens wat te gaan jammen. Speltechnisch waren we aan elkaar gewaagd en de jams ontaardden al snel in technische rock met een flinke symfonische inslag. Alhoewel we bewust hadden afgesproken er geen serieus project van te maken, gingen we toch op zoek naar een bassist en zanger om er meer een band van te maken. Ron droeg de bassist Marcel Dingemanse uit zijn oude band voor en ik deed een beroep op een zanger Raymond Jansen van mijn oude band. We hebben in die bezetting een tijdje gespeeld en uiteindelijk vertrokken Marcel en Raymond naar het buitenland en werden in de opvolgende periode René van Haaren als drummer en René Schippers als bassist aangetrokken. Het hobbyproject ontaarde al snel in een band met ambitie en we begonnen ons klaar te maken voor de eerste opnames.

In deze bezetting namen we in 2001 de ep “Eclectic” op. Nadat daar veel goede reacties op kwamen, hebben we doorgepakt en vervolgens in 2003 het debuutalbum “Symbioses” opgenomen. Kort na de release hebben we besloten om op zoek te gaan naar een andere zanger en in die tijd besloot ook de bassist ermee te stoppen. Na lang zoeken hebben we Michael Hos als zanger en Casper Kroon als nieuwe bassist ingelijfd. Deze personeelswisseling resulteerde in het feit dat we “Symbioses” live nauwelijks hebben gepromoot. Met de nieuwe bezetting hebben we in 2008 “The Gift of Tears” opgenomen. Na een korte periode van promotie, besloot Casper dat hij niet voldoende kon bijdragen aan de band en hebben we besloten om tijdelijk zonder bassist verder te gaan. Voor de live-shows hebben we veel met Peter Boer (SOTE, Illumion) als invaller gespeeld.

Op het moment dat we weer gingen schrijven bleek het gemis van een vaste bassist groter dan verwacht. Juist op dat moment bleek Gijs Koopman beschikbaar te zijn, hetgeen voor ons heel goed uitkwam. We hadden veel muziek voor een nieuwe cd al gereed, dus kon Gijs zich meteen storten op het invullen van de nieuwe baspartijen. Vorig jaar hebben we de productie afgerond en is eind 2015 ons meest recente werk “#eMotion” uitgekomen.

Kijk, met de komst van Gijs komen we gelijk bij een heikel punt; in de Nederlandse progpers worden jullie vaak in één adem genoemd met de band Knight Area, vinden jullie dat terecht?

Sylvester: Persoonlijk vind ik dat we muzikaal in een iets andere hoek zitten. Daarnaast zijn we al een paar jaar langer bezig. Verschil is dat Knight Area is een stuk productiever (aantal releases in periode dat ze bestaan) is en dat ze daardoor een stuk vaker in de pers kwamen. We hebben een periode vrij intensief samen gespeeld en het feit dat Gijs nu bij ons speelt maakt het vergelijk daardoor erg voor de hand liggen.

Ulysses

Het album “#eMotion” is nu een half jaar geleden uitgekomen, zijn jullie tevreden over de reacties, recensies en verkoopcijfers?

Sylvester: We wisten toen we aan de dit album begonnen, dat de muziekindustrie er niet beter op geworden was. Ook dit album is weer door ons zelf uitgebracht, dus we hadden geen label die in je nek staat te hijgen tijdens het productieproces. Uiteraard moet je zelf dan wel alles bekostigen, maar dat maakt het dan ook wel mogelijk om volledig te doen waar je achter staat. We hadden voor ons zelf een aantal punten waar we bewust voor gekozen hebben.  Als je dan reviews leest waaruit blijkt dat het volledig opgepikt wordt door de luisteraar, is de missie geslaagd.  De binnengekomen reviews zijn erg goed en we worden steeds meer op waarde geschat.

Verkoopcijfers? Tja, wat meet je nu tegenwoordig nog? Verkopen staan niet meer gelijk aan het aantal luisteraars. Het kan maar zo zijn dat je 1000 cd’s verkoopt, maar dat er een veelvoud van dat aantal regelmatig de muziek op repeat heeft staan, via Spotify. Artistiek gezien heb ik liever dat er meer mensen onze muziek beluisteren en er van genieten dan dat het zich uit in verkopen.. Doel is dan natuurlijk dat ze wel naar je live-shows komen. We hebben echt serieus veel geld in “#eMotion” geïnvesteerd, maar dat was voor ons vooral prestige. We wilden een dik album, eentje waar we zelf blij van worden. Eentje die ik over tien jaar uit de kast pak en zeg “dat hebben we toch maar ff neergezet!”. Neem alleen al het artwork en het boekje, dat alleen al is de aanschaf waard.

Het album heeft vrij lang op zich laten wachten, zo’n zeven jaar, hoe kwam dat zo?

Sylvester: We zijn nou eenmaal niet zo vlot. Vier van ons hebben een gezin, drukke job en/of eigen bedrijf. Dat betekent dat de uren die je in de band stopt, niet meer zo zijn zoals je dat doet als je in de twintig bent. Daarnaast verloopt het schrijfproces bij ons erg democratisch. Ron en ikzelf leveren doorgaans een grove structuur aan voor een nummer, waar we vervolgens mee aan de slag gaan en daarna wordt een nummer met regelmaat voor een lange periode in de koelkast geparkeerd. Bij ons moet een nummer soms ‘rijpen’ voordat alle puzzelstukken op de plek vallen. Joh, er staan nummers op dit album die we over een periode van drie jaar geschreven hebben!

Ik denk dat deze manier van werken ook een belangrijk ingrediënt is van de muziek die Ulysses maakt. Daarnaast ben ik zelf heel erg druk met mijn eigen bedrijf (www.theboxofdoom.com); we bouwen gitaar speaker systemen (isolation cabinets) voor bands als Opeth, Rammstein, In Flames, Volbeat en Biffy Clyro en dat vraagt de laatste jaren meer en meer tijd. Daar waar ik voorheen de tijd kon nemen voor schrijven van muziek en preproductie, gaat nu meer tijd naar mijn bedrijf. Neemt niet weg dat we zelf ook graag wat meer tempo zouden willen maken, maar ik kan niet beloven dat het een volgend album sneller zal gaan.

Het thema van dit album is ‘emoties’, en dan speciaal naar het model van Professor Robert Plutchik. Hoe komt zo’n idee tot stand en hoe gaan jullie vervolgens te werk?

Michael:
Emoties spelen een belangrijke rol in onze muziek. Als de juiste zang en tekst versterkt wordt door de juiste muziek dan heb je een prachtig product. “The Gift of Tears” stond al bomvol emoties, totdat ik een handvol verhaaltjes en teksten had die veel dichter bij mijzelf lagen. Ik lees en leer graag en verdiepte me dus in de emoties van de mens en het spectrum waarin we proberen overeind te blijven. Zonder er een heel conceptalbum van te maken leek het mij gaaf om deze nummers dus allemaal toe te passen binnen deze basisemoties van de mens en toch vooral ook van mijzelf. Op die manier krijg je dus eigenlijk al een gevarieerd album en de nummers een eigen gezicht. Diversiteit vinden we belangrijk binnen onze muziek en eigen nummers met een eigen gezicht. Ik denk dat we daar verdomde goed in geslaagd zijn ;)

De teksten bij jullie zijn sowieso altijd erg sterk, worden die altijd door Michael Hos verzorgd?

Sylvester: Dat is fijn om te horen. Je hebt gelijk, dat is absoluut Michael zijn bijdrage/input in het geheel. Het gaat bij ons altijd gelijk op, op het moment dat een nummer vorm begint te krijgen is Michael meestal bezig met wat teksten. Hij heeft altijd een goed beeld van de sfeer die bij zijn tekst hoort, dan koppelt hij een nummer aan een tekst. Vanaf dat moment ‘boetseren’ we de boel aan elkaar, dat verloopt heel organisch en vanzelf. We passen de arrangementen wat meer aan, zodat de muziek beter bij de tekst past of andersom. Mooiste voorbeeld was Anat van het album “The Gift of Tears” (zie een vraag verderop).

Ulysses, Foto Bert Treep

Wat mij betreft een duidelijk aanwijsbaar punt op het album “#Emotion” vind ik de sterk verbeterde zang van Micheal Hos, kan je daar iets over vertellen?

Sylvester: de zang is inderdaad iets wat in de meeste reviews heel vaak opgemerkt wordt. Dat was ook één van de doelstellingen voor dit album voorafgaand de opnames. René en ik hebben het merendeel van de opnames geproduceerd. We zitten samen altijd perfect op één lijn voor wat betreft zaken die een bijdrage leveren in het geheel, qua arrangement of uitvoering. Michael is doorgaans op het podium beter in zijn element dan in de studio. Het is gewoon lastig als je ‘on the spot’ moet presteren, met een paar mensen aan de andere kant van het glas die het zogenaamd beter weten, haha… We wisten dat Michael beter kon dan wat hij op “The Gift Of Tears” heeft neergezet. Tijdsdruk is toch altijd een factor die invloed heeft op de prestaties. Dus hebben we besloten er de tijd voor te nemen.

De stem van Micheal komt veel beter tot zijn recht als hij lager zingt, iets waar je heel bewust op moet letten, anders ga je op automatische piloot weer over op het oude vertrouwde hoge register. René en ik hebben letterlijk van alle zangpartijen samen met Michael goed geluisterd wat het beste werkte. Al dit samen heeft er absoluut voor gezorgd dat de zang veel beter uit de verf komt.

Het totale geluid op “#Emotion” klinkt wat meer heavy dan op het vorige album, waar het symfonische karakter van de band wat meer naar voren komt. In mijn recensie concludeerde ik dat het wellicht komt door het aandeel van Gijs Koopman, die jullie band een jaar daarvoor is gaan versterken. Koopman heeft immers een stevige herkenbare sound. Wat vinden jullie van die opmerking?

Sylvester: Gijs is er bij gekomen toen feitelijk alle muziek al klaar was, maar hij heeft vervolgens wel de vrije hand gehad in wat zijn rol zou zijn. Dus baspartijen en Taurus pedalen heeft hij gewoon kunnen toevoegen. Gijs heeft een heel herkenbare stijl en de Rickenbacker pik je overal tussenuit. Onze muziek is redelijk staccato en dat wordt nog eens extra onderstreept door zijn geluid.  Gijs is absoluut een aanwinst voor ons geluid!

Een hoogtepunt op het album is de song met Petra Honing van Equisa. Wat een heerlijke stem heeft zij toch!

Michael: Voor dit nummer was een vrouwenstem nodig. Dat concept zat al lang in mijn hoofd, een dialoog tussen mij en mijn zus, waar het nummer over gaat. Na eerdere pogingen kwamen we een beetje in tijdnood in verband met de deadline voor het mixen. We kenden Petra eigenlijk via Sebas Honing (die ook mooie muziek maakt) en de band Equisa waar zij de lead vocalen zingt. Haar stem sprak ons erg aan en zoals het tegenwoordig makkelijk via Facebook gaat,  is er voorzichtig een suggestie gedaan of zij wilde meewerken. Daarbij was zij net bevallen van een kleine en nog vol in emotie en begrip van de complexiteit van het kinderen krijgen. En ondanks dat het niet makkelijk was in die periode om het voor elkaar te krijgen, pakte ze de klus graag aan. En alsof het zo had moeten zijn stond het in één take erop. Ze heeft het thuis opgenomen met behulp van Sebas, en ze heeft er ook een eigen draai aan gegeven. Inderdaad een geweldige stem, mooie harmonie erbij, dikke vette kippenvel. Als de emotie die je in het nummer wilt stoppen vervolgens zo magisch in elkaar tot leven komt, dan is je missie geslaagd.

In beginsel vond ik dat het nummer veel gelijkenis vertoonde met de Zweedse band Wolverine en later kwam de conclusie dat het ook zo maar op een album van Arjan Lucassen kon staan. Wat vind je van die opmerking?

Sylvester: Het is altijd mooi dat er vergelijkingen gemaakt worden met bands die ikzelf helemaal niet ken en ik had dus nog nooit van Wolverine gehoord, haha… De vergelijking met Arjan snap ik wel. De basis van dit nummer had ik jaren geleden al eens geschreven, ik speelde het altijd akoestisch en had een enorm Keltische sfeer. We hebben er uiteindelijk een nummer van gemaakt dat we destijds (als Nederlandstalige versie) op het Progwereld jubileum album gezet hebben. Het nummer had bij ons altijd al de werknaam ‘Folky’, dus dat zegt al genoeg. Arjan heeft ook die folksfeer in zijn muziek, dus we hadden destijds al die Ayreon feeling erbij. Vervolgens hebben we het nummer voor dit album opnieuw gearrangeerd en met de stem van Petra erbij kan de parallel met Lucassen niet ontbreken, inderdaad.

Hebben jullie veel gezamenlijke muziekinvloeden of varieert jullie smaak onderling juist heel veel?

We hebben veel overeenkomsten. Een aantal van ons heeft een voorkeur voor de meer symfonische en rustige kant van het metal spectrum en luistert daar veel naar. Ik zelf luister juist meer naar de metal georiënteerde muziek. Muzikaal gezien ontmoeten we elkaar ergens in het midden. Daar waar ik misschien meer de echte metal kant uit ga, zal Ron met zijn invloed er voor zorgen dat het toch typisch Ulysses blijft en andersom natuurlijk ook. Zo hebben we alle vijf onze invloed op de uitkomst. We praten eigenlijk nooit zo veel over bands en cd’s die uit gekomen zijn. Ik weet wel dat een band als Pain Of Salvation door iedereen binnen de band erg gewaardeerd wordt (“Remedy Land”, “Hour At The Concrete Lake”). Persoonlijk luister ik momenteel veel naar “The CharmThe Fury” en de meest recente Slayer en Biffy Clyro. Met andere woorden, het staat allemaal redelijk ver van Ulysses af… Maar dat maakt niet uit, toch?

Ulysses foto Bert Treep

Ook een verbetering ten opzichte van “The Gift Of Tears” is de productie. Gedeeltelijk hebben jullie dat zelf in eigen beheer gehouden, maar hebben jullie ook externe hulp ingeschakeld?

Sylvester: Al voordat we begonnen met de productie van dit album hadden we de keuze gemaakt om het opnemen, mixen en masteren te laten doen door verschillende personen, het liefst met verschillende achtergronden. Ik was op zoek naar een rauwe sound, wat wel lastig is met onze muziek. De opnames hebben we volledig in eigen beheer gedaan. Uiteraard is er wel gezorgd voor goede kwalitatieve opnames. De drums zijn opgenomen bij Artishoque Studios in Oisterwijk en alle gitaren heb ik thuis opgenomen. Ron heeft al zijn partijen bij hem thuis opgenomen. Vervolgens hebben we de baspartijen en zang in onze repetitieruimte opgenomen. Eigenlijk alles zoveel mogelijk in de vertrouwde relaxte omgeving. Met alle sporen op de harde schijf zijn we naar Guido Aalbers (Coldplay, Live, Muse, Anneke van Giersbergen, Miss Montreal, Queens of the StoneAge, The Gathering) gegaan. De man is een held en mixt analoog. Voor de leek: als je thuis komt en je denkt “de bas moet nog wat harder” dan is het te laat. In andere woorden, analoog mixen dwingt je tot het maken van keuzes. Dat was voor ons ook nieuw, maar in zes dagen was het album gemixt en die mixen waren stuk voor stuk perfect. Met deze mixen zijn we naar Jeffrey de Gans gegaan, die voor ons de mastering gedaan heeft. Nog zo’n vakman, die ervoor gezorgd heeft dat het album ook op je telefoon nog klinkt als een klok!

Een nummer wat op mij een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten en na al die jaren nog voor kippenvel zorgt, is Anat van “The Gift Of Tears”. Het gaat over ouders die hun kind verloren na een lange slopende ziekte. Zowel de tekst als de muziek is indrukwekkend. Kunnen jullie wat meer vertellen hoe het nummer tot stand is gekomen?

Sylvester/Michael: We hebben het net gehad over de teksten van Michael en de snelheid van het schrijven van ons als band. Anat is het ultieme voorbeeld dat mooie liedjes niet zomaar klaar zijn. We hadden al twee jaar een nummer in de befaamde koelkast. We kwamen er niet verder mee. Op een gegeven moment komt Michael de oefenruimte binnen, redelijk aangeslagen vertelt hij het verhaal van een kennis die nauw betrokken was bij een stel wat hun dochter verloor aan kanker.

De meeste van ons hebben kinderen dus dat grijpt je meteen bij de keel. Op een gegeven moment kwam Michael met het idee om er een nummer aan te wijden en sterker nog, om daar de ouders van Anat bij te betrekken. In andere woorden, een nummer schrijven onder toeziend oog van de mensen wiens leven je beschrijft. Dat was erg heftig. Toen viel het nummer uit de koelkast, wat perfect bleek te passen bij de tekst/het verhaal van Anat. We wilden er niet zomaar een mooi herdenkingsliedje van maken, maar de reis van de geboorte, de onzekerheid, de schok en het oppakken van je leven in een verhaal verwerken. De manier waar op Ruben en Maaike dat hebben gedaan was echt zo dapper en inspirerend dat het ook een mooi en emotioneel nummer verdiende.

We proberen graag iets mee te geven in onze muziek en teksten en dit was er één die verteld moest worden. De maanden daarop hebben we intensief aan het nummer gewerkt en tussendoor ging Michael met de ruwe opnames naar de ouders van Anat om het te laten horen. Toen het uiteindelijk op cd stond, was het de vraag of mensen die ernaar luisterden het verhaal ook konden ervaren. Ik moet zeggen dat het erg goed overkomt bij de luisteraar. Het is een zeer intensief nummer geworden.

Jullie hebben een Britse naamgenoot, die overigens later is opgestart dan jullie band. Levert dat soms niet veel verwarring en gedoe op?

Sylvester: Achteraf gezien was Ulysses misschien niet de meest unieke naam, haha… Maar er kan er maar één de echte zijn, toch?

Een tijdje geleden sprak ik Sylvester via de mail al eens over optredens en daaruit kwam wat lichte frustratie voort omdat jullie vaak in dezelfde zalen optreden. Kan je daar wat over vertellen?

Sylvester: Nou ja, het is op zich niet zo frustrerend om bepaalde zalen vaker aan te doen, tenslotte heb je dan blijkbaar iets goeds gedaan toen je er de vorige keer speelde. Belemmerend is vooral dat optredens boeken en regelen steeds moeilijker wordt. We worden nog steeds gezien als progband. Het genre heeft voor veel zalen een imago dat er niet veel mensen op af komen, behalve als er een grote act speelt. Het blijft dus een vicieuze cirkel, om naamsbekendheid te krijgen moet je veel spelen, maar als je die gelegenheid niet krijgt… De opkomende trend om te betalen om te mogen openen voor een ‘grote naam’, is voor ons niet weggelegd. Los van het feit dat ik het niet aanmoedig, hebben we daar simpelweg het budget niet voor.

Binnenkort hebben jullie in het weekend van 20 tot en met 22 mei een aantal optredens gepland samen met de band Collibus. Hoe komt zo’n samenwerking tot stand?

Sylvester: Juist omdat optreden lastiger en lastiger werd, hadden we in 2009 het plan opgevat om zelf een grotere band te benaderen en zelf een package aan te bieden bij de zalen. Dit is veel werk, maar resulteerde wel in leuke combinaties en shows (zoals met Sons Of Seasons en later ook met Andromeda). Nu hebben we dat weer gedaan. Ik was al vaker tegen Collibus aangelopen en ik vind het zelf een erg goede band. Ik heb ze vervolgens benaderd en ze waren erg enthousiast. Daarna hebben we deze minitour samen opgetuigd.

Reageer eens op de stelling dat voor veel symfonische rockbands een cd produceren in dit internettijdperk pure liefhebberij is geworden? Want het verdienmodel is inmiddels helemaal verdwenen?

Sylvester: Ik vrees dat je voor een groot deel gelijk hebt. Zeker op het moment dat je kiest voor een volledig eigen beheer opname, zoals wij doen met het opnemen, de mix en de mastering van het album. Hoewel, dan zijn de kosten ook nog wel te overzien. Als je dat doet kom je bij een redelijke verkoop van het album nog wel uit de kosten. Maar als je daadwerkelijk mensen gaat inhuren zoals studio’s, mixage, mastering, artwork en dat soort werk, zal je toch moeten accepteren dat het inderdaad een dure hobby is. Nadeel is vooral dat kwaliteit van de producties minder en minder wordt. Puur om kosten uit te sparen worden belangrijke zaken niet meer uitbesteed, maar zelf gedaan, zoals mastering. Logisch, maar dan krijg je de situatie dat de productie (in veel gevallen) afbreuk doet aan het geheel. Dan komt een recensie ook minder uit de verf en verkoop je nog minder albums.

Ik zou zelf bijvoorbeeld in de toekomst er waarschijnlijk eerder voor kiezen voor een goede productie en deze alleen digitaal releasen en zo de kosten van de fysieke cd uitsparen. Cd’s verkoop je toch amper meer. De meeste omzet zit in i-tunes en andere betaalde digitale distributie. Het lastige hieraan is dat veel magazines die zorg dragen voor de reviews, voor het merendeel werken met zeer enthousiaste vrijwilligers, die in ruil voor de inzet de promo cd’s krijgen. De meeste magazines recenseren geen digitaal materiaal. Dus ben je als band verplicht toch weer veel kosten te maken. Praktisch voorbeeld: 100 promo’s versturen naar Amerika kost al gauw €500 (promo + porto), maar digitale promo’s kosten niets.. Zo zie je maar dat het een complexe materie is. Vergeet niet dat een cd uitbrengen zonder promotie geen zin heeft, want zonder reviews is er geen bekendheid..

Wat is dan nog steeds jullie grootste motivatie om muziek uit brengen te als je moet concluderen dat een cd produceren duur is en optredens ook steeds moeilijker te boeken zijn?

Omdat we het gewoon gaaf vinden om onze muziek te maken en vast te leggen. Zolang we er zelf nog lol in hebben en er meer energie uithalen dan we er in steken, zullen we het blijven doen. Uiteindelijk is het heel mooi om de muziek die je maakt te vereeuwigen en met anderen te delen. Of dat er nou een paar honderd of paar duizend zijn, dat maakt eigenlijk niet uit. Die ene persoon die me vertelt dat ie geraakt is door onze muziek en non stop de muziek beluistert, daar gaat het om. Uiteraard zou het leuk zijn er wat aan over te houden en veel te spelen, maar realiteit is dat het niet zo simpel is. Tijden veranderen en het zal er niet makkelijker op worden in de muziek business, maar voorlopig hebben wij het gewoon naar ons zin met wat we doen..

Jullie zijn overigens bijna niet te vinden op You tube, is dat bewust?

Sylvester: Nee, dat is niet bewust. We zouden graag goed gevonden worden op You tube hoor. We hebben voor dit album nu één clip (van Trust) op You tube staan. Uiteraard staan er ook wat live beelden van optredens op dit kanaal. Of je gevonden wordt op You tube wordt ook weer bepaald door de ranking en populariteit van de zoeknamen etc…

Met alle respect, de progwereld is niet de meest hippe hoek van het muziekspectrum. Ik zie bij onze optredens vrij weinig mensen met mobieltjes die de show filmen en op internet knallen (overigens heb ik inderdaad veel liever dat mensen de show gewoon bekijken).
Als ik bijvoorbeeld bij een mainstream concert ben is dat vaak toch anders, dezelfde avond staat het internet gelijk vol met beelden van die bewuste show. Het heeft ook te maken met de gemiddelde leeftijd van de bezoeker. Je hebt tegenwoordig wel het internet nodig om opgepikt te worden. Daarom zijn we heel blij met het feit dat we op de Spotify staan. We verdienen er amper iets aan, maar anderzijds het is wel goed voor de bekendheid. Je hoeft maar in een paar veel gedraaide playlists te staan en je wordt weer door honderden nieuwe luisteraars gehoord.

Bijna alle bandleden zijn ook actief voor andere bands, kan je daar iets meer over vertellen en is dat soms niet lastig, bijvoorbeeld met het opnemen van een cd of met optredens?

Sylvester: De meeste van ons hebben inderdaad de nodige nevenactiviteiten, maar eigenlijk heeft dat nog nooit tot problemen geleid. We hebben in het verleden een keer zonder Ron moeten spelen omdat hij met For Absent Friends ook een show had, maar dat was volgens mij de enige keer. De meeste zaken worden zo ver van te voren gepland dat het geen problemen geeft met andere activiteiten.

Hoe zien jullie zelf de toekomst van Ulysses?

Sylvester: We hopen dit jaar, naast de Collibus shows, nog een paar optredens te doen, maar verder staat er niet veel op de planning.

Ulysses Logo