Zelden is de correspondentie over de jaarlijstjes via de onderlinge e-mail van de Progwereldgroep zo levendig geweest. Die levert dan ook mooie reacties op. Irritaties dat er maar tien cd’s in mogen staan, recensenten die totaal niets met die dingen hebben, recensenten die zich beklagen omdat  ze naar hun mening niet eens echt progressief waardige cd’s bij elkaar kunnen sprokkelen en anderen verklaren dat een top dertig zelfs nog te kort is. Discussies over wat echt prog muziek is vliegen over en weer door de virtuele lucht. De discussie of we als signaal naar de lezers een top twintig moeten inleveren als bewijs van het goede jaar, resulteert ook in heftige reacties. De filosofieën van de Wereldse Tien en het Wereldse Jaar worden nog eens herzien. Recensenten die voorgaande jaren ware lijstenfreaks waren capituleren terstond omdat ze het plotseling verspilling van tijd en energie vinden. Sommige al ingeleverde lijstjes gaan gepaard met de zin “Voor wat hij waard is: helemaal niets…” of; “Zo, nu hoef ik me weer een jaar lang niet bezig te houden met die stomme lijstjes!”. Ik zie in gedachten Youp van ’t Hek in de oudejaarsconference zo’n onderwerp al kwijlend afsluiten met de kreet WAAAAAUUUUUUUW!

Het is voor mij persoonlijk ook wel eens issue geweest de laatste jaren. Want heb je eind december net een waardig lijstje bij elkaar geschraapt, waar de positie van een cd ook nog eens belachelijk moeilijk te prikken is, krijg je potverdorie in de maand januari weer een briljante promo die in nog in het vorige jaar is uitgebracht! En dan behoort hij eigenlijk ook nog in de top drie van dat jaar. Daar gaan we weer! Moet je het ingeleverde lijstje weer dwangmatig gaan aanpassen wat weer een geïrriteerde reactie oplevert in het kantoor van de opmaker van het Wereldse jaar. En terecht, want hij kan bezig blijven! Met enig schaamrood op mijn kaken bekijk ik mijn lijstjes van voorgaande jaren omdat ik een paar essentiële meesterwerken heb gemist die er eigenlijk pertinent in moeten staan. Kortom, een hopeloze missie dus.

Maar stiekem blijft het wel leuk. Want wat is er leuker dan na te denken over de fijnste albums van het jaar? Welk album heeft je het afgelopen jaar volledig verrast? Was het die band die je eigenlijk al helemaal had opgegeven na het slechte voorgaande album? Of was het een debuutalbum van een band waar je nog nooit van gehoord hebt? Of misschien het album dat je emotie van dat moment perfect verwoordt? Of is het een album dat pas volledig is gaan leven na het bijwonen van een concert? Allemaal redenen waarom een cd een speciaal plekje in je hart veroverd kan hebben. Om goed voorbereid te zijn voor de opmaak van het lijstje, haal je ook alle cd’s weer eens uit de kast en beluistert ze aandachtig, om een evenwichtig oordeel te vellen. Dan kan het maar zo zijn dat een album toch veel beter is dan je voorheen concludeerde. Of juist weer een beetje tegenvalt. Maar wat zeuren wij recensenten eigenlijk? Is het selecteren van de beste oliebol van het jaar niet veel moeilijker? Het kan altijd erger. Zie jij jezelf al voor je met ruim 170 oliebollen, waarvan je de beste moet kiezen? Hoe matig de eerste oliebol ook smaakt, je maakt mij niet wijs dat nummer 150 nog net zo lekker door het keeltje glijdt als die eerste, ook al is die kwalitatief beter.

Tjonge, wat is over muziek nadenken dan toch een mooie hobby! Laat mij die top 10 dan maar inleveren, dan blijft mij de buikpijn van al die oliebollen bespaard…

Ruard Veltmaat