Interview: Hans Ravensbergen
Datum: 6-8-2013
“Impermanent Resonance” is het vijfde soloalbum van James LaBrie. Althans wanneer we ook de Mullmuzzler schijfjes uit 1999 en 2001 meetellen. Uiteindelijk neemt LaBrie (van 5 mei 1963) zelf voornamelijk de vocalen voor zijn rekening en heeft hij om zich heen een kwartet virtuoze bandleden. Matt Guillory is naast goede vriend het muzikale brein en stabiele factor achter al zijn albums. Progwereld telefoneerde ‘conference call’ met LaBrie en Guillory en legde hen een aantal prangende vragen voor, waaronder stiekem eentje over Dream Theater…
Eerst maar even een ijs-brekende vraag voor James: Was er voor jou verschil tussen 4 mei en 5 mei 2013? Met andere woorden: hoe voelt het als verse vijftiger?
James: Haha, nee hoor er was geen enkel verschil. Het enige wat anders was toen ik wakker werd, was het getal van mijn leeftijd. Ik weet dat er mensen zijn die moeite hebben met een dergelijke mijlpaal. Ik heb dat niet. Zolang als ik mij goed voel en ik in mijn leven kan doen wat ik wil, is dat het enige wat ertoe doet (en passant merk ik op dat ik begrijp wat hij bedoelt omdat ik deze grens jaren geleden ben gepasseerd, waarop James hard moet lachen, HR).
De bandbezetting op “Impermanent Resonance” is dezelfde als die op “Static Impulse”. Is dit voor jullie de best denkbare bezetting?
Matt: Dat is absoluut waar. Met deze bezetting hebben we op elk instrument een unieke aanpak. Daarnaast is het voor iedereen een ontegenzeggelijke uitdaging goed te presteren. Collectief gezien maakt het opnemen van dit soort albums speciaal. Iedereen drukt er ook zijn eigen individuele stempel op elk nummer. We hopen zeker in de toekomst met deze bezetting albums op te nemen.
James: Absoluut.
Matt, jij schrijft bijna alle nummers voor James zijn albums. In hoeverre houd je daarbij rekening met de vocale capaciteiten en mogelijkheden van James? Of heb jij carte blanche?
Matt: Dat is het belangrijkste van alles. Wat mij betreft is alles afgestemd op wat James doet. Ik houd zelf erg van zang en helemaal van die van zangers als bijvoorbeeld James. Vocalen zouden altijd belangrijk moeten zijn, want ik besteed 90% van mijn tijd aan het focussen op vocalen. Het geeft mij ook veel plezier en voldoening. Daarom besteed ik veel aandacht aan vocale melodieën. Wat mij betreft begint elk nummer daar ook mee. Alles daarom heen, dus alle instrumenten en muziek, zijn daaromheen gebouwd.
Hoe verloopt bij jullie het schrijfproces van de nummers? Muziek en tekst.
Matt: Ik begin altijd eerst met het componeren van de muziek. Daarbij houd ik wel rekening met de vocale melodieën. Daarna beslissen James en ik gezamenlijk welke teksten we erbij gaan schrijven. De teksten zijn dan ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
James: Schrijf jij je eigen zanglijnen of laat je dat over aan Matt?
James: Vroeger deden we dat gezamenlijk. Op “Impermanent Resonance” had Matt de fakkel en voerde hij daarmee het veld aan, zeg maar. Matt heeft ongelooflijk veel tijd besteed aan de zanglijnen en net zolang gekneed totdat ze uiteindelijk zijn geworden zoals ze nu zijn. Matt is wat dat betreft als componist en als tekstschrijver helemaal ‘in the lead’, Ik denk dat Matt 98% voor zijn rekening neemt. Dat klopt toch Matt? (Matt: bij benadering wel, haha). Daarnaast communiceren wij continue met elkaar. Hij neemt ook alles in overweging voordat hij iets doet. We werken nu al veertien jaar met elkaar samen. Hij begrijpt volledig hoe ik in elkaar zit als zanger en hoe ik mij graag wil uitdrukken. Ook emotioneel.
De albumtitel “Impermanent Resonance” ligt in de lijn van “Static Impulse”. Kunnen jullie de titel nader toelichten?
James: Beantwoord jij deze vraag Matt?
Matt: Ik leun lekker achterover en luister graag naar jou James… (het blijft angstvallig stil, HR).
Matt: Okay, vooruit dan maar… (Neemt ruim de tijd om na te denken, HR). Toen James en ik samen de songteksten doornamen, zochten we eerst naar een woord of frase dat de albumtitel moest worden. Toen kwamen we op de rode draad: de persoonlijke worsteling die mensen doormaken in hun eigen leven. Een leven waarin niets noodzakelijker wijs permanent is. Toen kwamen we op de titel “Impermanent Resonance”.
In mijn recensie schrijf ik dat dit album het meest catchy werk is dat Matt tot nu toe heeft geschreven. Wat vinden jullie daar zelf van?
Matt: Bedankt! Ik luister naar erg veel verschillende muziek. Ook popmuziek. Het was dus een natuurlijk proces en reflectie waar mijn hart naar uitgaat. Ook metal is altijd een bijzonder genre voor mij. Al vanaf mijn tienerjaren. Door de jaren heen heb ik ook een liefde ontwikkeld voor popmuziek. Dan kom je uiteindelijk uit bij metal-getinte nummers met structuren van popmuziek. Daarom tref je deze invloeden ook aan.
Back On The Ground, I Got You en Holding On zijn wat mij betreft radiovriendelijke nummers. Zijn ze met deze gedachte ook gecomponeerd?
Matt: Nee, daar heb ik helemaal geen rekening mee gehouden. Wanneer ik een nummer schrijf, doe ik dat niet met de gedachte dat dit geschikt moet zijn voor radiozenders. Het komt rechtstreeks uit het hart. Dat gebeurt met alles wat ik doe. Het is een natuurlijk proces en gaat vanzelf. Dat het resultaat uiteindelijk ‘radiovriendelijk’ is, is navenant. Dat gebeurt dus gewoon en vanzelf.
Jullie werken sinds 1999 samen. Wat maakt jullie samenwerking zo speciaal en bijzonder? Is er sprake van een speciale chemie?
James: Er is absoluut sprake van een chemie tussen Matt en mij. We begonnen samen met nummers te ontwikkelen en dat heeft zich door de jaren heen ontwikkeld. De ruime ervaring die we allebei hebben heeft er ook toe geleid dat we elkaar volledig begrijpen. Ook in een diepere betekenis. We weten allebei wie we zijn als muzikant en artiest. We hebben dezelfde doelstellingen, interesses, invloeden en inspiraties. Dat houdt ons verbonden en gefocust op ons ultieme doel. En dat doel is het maken van verbazingwekkende albums en nummers. Ik word zelf ook beter en onze albums worden steeds meer coherent. Zo blijven we onze relatie verder ontwikkelen. Waar Matt ook vandaan komt en waar hij nu staat, stelt ons in staat zulke goede muziek te maken. Ondanks dat “Elements Of Persuasion” en “Static Impulse” op zichzelf staan, zie je dat de lijn op “Impermanent Resonance” is doorgetrokken en dat we de voorgaande albums hebben overtroffen. Dat is toch eigenlijk het uiteindelijke doel van iedere muzikant.
Matt: Daar ben ik het volledig mee eens.
Wanneer jullie anno 2013 terugkijken op de twee Mullmuzzler albums, zouden jullie dan dingen anders hebben gedaan?
James: Wanneer ik de huidige kennis van mij en Matt taxeer, zouden deze albums nu net zo klinken als toen. Ze klinken zoals we toen op dat punt in ons leven waren. Het was een periode waarin Matt en ik samen aan het groeien waren en onze chemie aan het ontwikkelen waren. En natuurlijk onze samenwerking. Onze gezamenlijk reis begon pas écht op “Elements Of Persuasion”. Ik gooi ze niet weg, begrijp me goed. Maar het was een punt waarin onze samenwerking begon. Wanneer ik anno 2013 kijk waar we nu staan, ga ik niet verder terug dan dat album. Vanaf dat album kan je zeggen dat we als een team opereren.
Matt: Ten tijde van Mullmuzzler was ik nog erg jong. Het was een andere reis. Vanaf “Elements Of Persuasion” tot “Static Impulse” waren we op weg naar de line-up die er nu nog steeds is.
Jullie agenda zal vast stampvol zijn. Gaan jullie “Impermanent Resonance” en andere albums nog live spelen?
James: Absoluut. Dat zal dan na de tour met Dream Theater zijn. Die wereldtournee begint in januari 2014. Wanneer die tour op zijn eind loopt, gaan we kijken wanneer en waar we mijn soloalbums ook live gaan promoten. Matt en ik en ook de andere bandleden staan te springen om met deze albums de podia op te gaan. Het is dus een kwestie van timing, maar het gaat gebeuren.
James: Je bent je solocarrière gestart in 1999. Mag ik je soloalbums zien als een uitlaatklep voor wat je niet binnen Dream Theater en Winter Rose kwijt kunt?
James: Vanaf het moment dat ik bij Dream Theater kwam, ben ik bij hun muziek en al hun albums betrokken. De enige reden waarom Matt en ik samen met andere prima muzikanten de afgelopen veertien jaar samen muziek maken is dat het – muzikaal gezien – een volledig andere uiting is. Deze albums staan op zichzelf. Ze kennen een ander gevoel en stellen me in staat om een andere kant van mij te laten zien als zanger. Want het is compleet anders dan Dream Theater. Natuurlijk wordt gezegd en geschreven dat het de progressieve elementen van Dream Theater bevat. Ik vind het prima wanneer dat gezegd en geschreven word. Maar tegelijkertijd zijn de progressieve elementen voor mij een stuk minder belangrijk. Het gaat mij puur om de nummers op zich, de ‘hooks’. Bovendien schrijft Matt muziek die helemaal niet met Dream Theater te maken heeft. De enige referentie die er is, is mijn zang.
James: Ik mocht je een of twee vragen stellen over Dream Theater. Ik kon er maar 1 bedenken… En dat is de volgende: Wat vindt jij van het nieuwe (twaalfde) Dream Theater album?
James: Volledig waanzinnig en onwijs goed. Ik denk (is even stil en haalt diep adem, HR) dat dit het beste Dream Theater album is dat we gemaakt hebben. Het heeft alles waar we met zijn allen nu staan. Natuurlijk klinkt het hedendaags, maar het is onmiskenbaar Dream Theater. Maar muzikaal gezien kwamen we gezamenlijk tot de conclusie dat het album de titel “Dream Theater” moest krijgen. Het heeft alles waar we nu voor staan. We kunnen dan ook niet wachten het aan onze fans te laten horen.
En dan nog een voor Matt persoonlijk: Hoe is het met Dali’s Dilemma?
Matt: Wat zeg je, met wie…? Oh, Dali’s Dilemma, wow…! Dat is wel even geleden zeg, haha. Het is ook lang geleden dat we bij elkaar waren. Op dit moment gebeurt er niets. Kijk, Dali’s Dilemma was een hoofdstuk uit mijn leven. En ook nog eens lang geleden. Mijn muzikale voorkeur heeft zich ontwikkeld en is ook veranderd. Mijn hart ligt nu ergens anders, maar ik hou van de mannen en de groep en hoop dat ze verder gaan. Ik heb enorm genoten van de tijd dat we een groep waren, met alles erop en eraan. Maar ik bevind me nu op een heel andere plek. En daar ben ik gelukkig.
Exact binnen de 25 minuten die me ter beschikking stonden bedank ik James LaBrie en Matt Guillory voor de tijd die ze genomen hebben om mijn vragen namens Progwereld te beantwoorden.