eerste druk: 30-08-2006
interview: Joop Klazinga
eindredactie: Joop Klazinga
King Eider is een gloednieuw symfonisch project van Nederlandse bodem. Hans Gerritse en Derk-Evert Waalkens hebben in samenwerking met enkele andere prominente prog heren uit ons kikkerlandje het album “Somateria Spectabilis” gefoerageerd. Hans kennen we – althans ondergetekende – van de formatie Nice Beaver, maar waar komt die fantastische toetsenist en drummer Waalkens toch vandaan? Genoeg redenen om beide heren eens uitgebreid de veren van het proglijf te vragen…
Hans Gerritse: Even een kleine correctie mijnerzijds. Alhoewel Derk-Evert in eerste instantie alles digitaal heeft ingedrumd, heeft uiteindelijk het fijne timmerwerk van Dik Pomp de plaat op dat gebied volwassen gemaakt. Op sommige tracks zijn echter nog wel delen van Derk-Evert’s drumwerk te horen.
Geachte heren Eider, stelt uzelf eens voor aan de lezers van Progwereld en vooral Derk Evert: waar komt gij zo opeens vandaan?
Derk-Evert: Ik speel sinds begin jaren tachtig in allerlei bands en projecten. Echt heel uiteenlopend van New-Wave en Westcoast-rock tot een Neil Young coverband, blues en hoempa. Naast toetsen spelen en muziek opnemen arrangeer ik ook wel eens muziek voor anderen. Voorwaarde bij alles is dat ik er plezier in heb, want muziek maken als kostwinning zit er niet in.
Hans: Ik ben nu bijna 10 jaar lid van Nice Beaver, daarvoor speelde ik in Scotty! en al sinds kinds af aan ben ik in de weer met de symfonische- en progressieve rock. Heb jaren op mijn zolderkamer alle platen van Genesis en Camel mee staan spelen en was daar op 15-jarige leeftijd regelmatig de held in de solo van Firth of Fifth.
Voor de lezers van Progwereld die jullie muziek niet kennen; omschrijf eens wat zij van jullie muziek kunnen verwachten. Met andere woorden – door wie zijn jullie geïnspireerd?
Hans: Zoals ik al zei, voor dit album vooral Genesis, Camel, maar ook Yes, Zappa, Pink Floyd, Joe Jackson, Kate Bush, Rush. Maar eigenlijk is alles wat je hoort en ziet min of meer een inspiratiebron. Tegenwoordig luister ik veel naar Porcupine Tree, Tool en Kino. Het album is vooral in de stijl van de twee eerst genoemde bands, maar dan op onze manier.
Derk-Evert: Muziek maken als deze is net als een klein kind dat naar de grote snoepwinkel mag. Je mag uit alle variaties het lekkerste in je zakje scheppen! Sfeer en melodie zijn voor mij twee heel belangrijke zaken die een stuk muziek maken tot wat het is. Wij hebben er ook jaren over gedaan om dit Eider ei gelegd te krijgen. Soms moet je verschillende opties uitproberen om het samen eens te worden over het eindgeluid. Compromissen sluiten. Ja, dat kost tijd en ja… daarbij sneuvelt wel eens dat ene ‘briljante stukje’ waarvan één van de bandleden helemaal natte dromen kreeg! Bij het slinken van het Genesisgezelschap veranderde het geluid ook, maar het gaat erom dat de som der delen een bevredigend eindgeluid krijgt. Qua geluid en sfeer mikten we tussen “The Snowgoose” en “Wind and Wuthering”. Naast Genesis en Camel luister ik tegenwoordig ook graag naar Porcupine Tree en Nik Kershaw.
We kennen (hopelijk) allen de band Nice Beaver, maar waarom opeens een project naast dit niet onverdienstelijke gezelschap?
Hans: Zo opeens is dat niet. Sterker nog, we zijn met King Eider eerder begonnen dan Nice Beaver tot stand kwam. Ik kwam bij Derk-Evert omdat hij reageerde op een advertentie waarin ik op zoek was naar een nieuwe toetsenist om mijn deel van de muziek van Scotty! voort te zetten. Uiteindelijk was de keuze gevallen op Erik Groeneweg. Uiteraard in eerste instantie omdat ie zo’n mooie repetitieruimte had en ook een beetje omdat ie niet onaardig zong en bekoorlijke liedjes kan maken en ook nog redelijk teksten schrijft :-)
Omdat Derk-Evert zo’n geweldige studio had en dezelfde passie voor onder andere Genesis en Camel, zijn we toch samen muziek gaan maken. Dat was rond 1997. Eerst gingen we delen van “The Snowgoose” opnieuw opnemen. Gewoon voor de leuk. Ook gingen we een aantal stukken van Scotty! en van Derk-Evert zelf opnieuw arrangeren en opnemen. Nice Beaver bleek namelijk veel beter uit de voeten te kunnen met nieuwe composities die in de oefenruimte tot stand kwamen. Atlantis ’69 en The News moesten m.i. wel ooit op een cd terecht komen.
Derk-Evert, wellicht zal het aan mij liggen, maar ik heb jouw naam nog niet eerder in het progcircuit vernomen… en hoe is de samenwerking met Hans tot stand gekomen?
Bij een winkel voor muziekinstrumenten trok Hans’ advertentie mijn aandacht. Het klikte omdat we dezelfde passie voor deze muziekstijl delen. Bovendien is Hans een hele aardige kerel. De ‘prog-passie’ ontstond zoals bij velen tijdens de neo-prog periode (Marillion, IQ en zo) Ik ben de jongste en mijn broer en zus draaiden altijd wel gave muziek die ik als klein kind betoverend vond. Achteraf bleken dat platen van Genesis, Yes, Pink Floyd etc. te zijn. Ik speelde met Dik (Pomp) o.a. in Face To Face. In die tijd kon je vaak live spelen met eigen nummers en we speelden ook wel “symfo”-achtige dingetjes.
Een jaar geleden had ik het voorrecht om twee tracks van dit album te beluisteren via collega Maarten. Hij vertelde me dat met name Hans twijfels had over de kwaliteit van dit album…
Hans: Het was toen pas duidelijk, na lang schaven knutselen, weggooien, opnieuw indrummen, dat het een niveau had wat eventueel rijp was voor cd. Zo is het gewoon nooit begonnen. Het was niet eens een album. Ik kwam ineens met het idee voor een tekst over een trekvogel en de emoties, stress, instinct die zo’n beest besturen (King Of Ducks). De Engelse naam van de koningseider vond ik een geweldige naam voor een prog-act. Toen was het opeens een eenheid.
Daarom hebben we even afgetast wat anderen ervan vonden. Ook Progrock Records was toen direct geïnteresseerd. De titeltrack werd regelmatig aangevraagd op progrock.com.
Op enkele nummers van het album is Rinie Huigen (ex-frontman Cliffhanger en tegenwoordig gitarist in Knight Area) als zanger te horen; hoe ben je met hem in contact gekomen en waarom heb je voor hem gekozen, terwijl jullie toch over een aardige zanger in Nice Beaver beschikken?
Hans: Ik wilde sowieso niemand van Nice Beaver laten zingen, omdat het een apart project is van Derk-Evert en mij. Geen soloproject van Hans Gerritse of zo. De ex van mijn zus kende Rinie van het werk. Ik wist helemaal niet wie hij was. Hij wilde weer wat gaan doen. We hebben afgesproken en het klikte. Toen had Eric Holdtman al een aantal stukken ingezongen, maar we vonden hem voor die andere tracks niet geschikt.
Ook die niet onverdienstelijke ex-zanger van Mangrove, Eric Holdtman, levert een fraaie bijdrage aan het album; vertel hier eens meer over?
Derk-Evert: Ik carpoolde een paar keer met Eric naar de Mangrove repetitie. Hun muziek van toen was mij te donker en de tijdverslindende autoritten vielen mij tegen – vandaar dat het niks werd. Eric is een super enthousiaste kerel die wel oren had naar een avontuurtje in King Eider. In eerste instantie zong hij alles in, maar wij vonden zijn stem voor een paar tracks wat minder geschikt. Bij muziek maken is het altijd een samenspel tussen verhaallijn, melodie, sfeer en ritme. Bij Atlantis ’69 is het Eric goed gelukt de emotie van het verhaal in de muziek te leggen. Je voelt gewoon de spanning en angsten, hoop en teleurstelling en uiteindelijk de berusting van die kerel op dat vlot. Eric zit daar goed in z’n rol. Fantastisch, zo moet muziek zijn!
Hans, jouw gitaarspel doet me bijzonder sterk denken aan dat van Andrew Latimer van Camel, ben ik warm?
Ja. Naar mijn smaak de gitarist met de mooiste toon uit de scene. ‘Blues meets klassiek’ zal ik maar zeggen. Ik heb wel altijd Hackett erg origineel gevonden, maar technisch is Andy gewoon stukken beter. Qua timing, relaxedheid, toonkeuze, melodie… geweldig!
Hoe zijn de reacties van de pers tot nu toe enne… ik las ergens dat als jullie meer dan 1000 albums verkopen, we jullie op de planken gaan terugzien…
Derk-Evert: Voor die reacties doen we het eigenlijk ook, want een doorslaand kassucces haal je doorgaans niet met deze muziek. Dankzij Musea krijgen we vanuit de hele wereld recensies op de plaat die over het algemeen heel positief zijn. We krijgen ook reacties van mensen die het mooi vinden. Onlangs kregen we van een Amerikaanse fan een bestandje wat een soort filmpje over de Arctische zeeën bleek te zijn en waar hij onze muziek onder had gezet. We worden ook wel eens gedraaid op internetradio. Leuk te horen dat het wordt opgepikt.
Dit is muziek die er bijna om schreeuwt live gespeeld te worden met een complete band. Het grappige is echter dat Rinie en Dik elkaar in feite helemaal niet kennen… dat kan dus nog lachen worden. Tijdens het schrijfproces hebben we met z’n tweeën de nummers stukje-bij-beetje wel gespeeld, maar voor een optreden zal er nog wel wat gerepeteerd moeten worden. Maar als we worden gevraagd op een festival of zo en de muziek is voldoende bekend dan lijkt me het fantastisch “Somateria Spectabilis” live te spelen!
Hans: Ik heb daar niets mee te maken!
Hoe ziet de toekomst van deze pooleend eruit; was het een eenmalig project of kunnen we meer moois van jullie in de toekomst verwachten?
Derk-Evert: Gaandeweg het ontstaan van dit project zijn we steeds enthousiaster geworden over het concept. Dit conceptidee leidde ertoe dat we reeds opgenomen stukken herarrangeerden zodat ze passen in het geheel. Het maken van nieuw materiaal ging eigenlijk het vlotst. De titelsong hebben we in het holst van de nacht in Den Bosch geschreven en ook King Of Ducks stond in een half uurtje in de steigers. Na de demofase besloten we de drumsamples deels te vervangen door een drummer van vlees en bloed, gewoon omdat dat meer ademt. Studiotijd hoeven we gelukkig niet te betalen zodat alle partijen een paar keer zijn ingespeeld. Uiteindelijk hebben we de beste takes overgehouden voor de eindmix. Je zult begrijpen dat een dergelijke werkwijze erg tijdsintensief is. Soms werkten we er een weekend aan, maar er waren ook periodes dat we maanden stil lagen. Vandaar dat het eindresultaat zo lang op zich liet wachten. Als er dus een vervolg op “Somateria Spectabilis” komt, zal die op een andere manier ontstaan. Als het net zo mooi wordt dan lijkt me dat wel wat.
Hans: Geen idee. Ik werk nu in Amsterdam bij een groot reclamebureau. Om 6.15 uur gaat de wekker en rond 20.00 uur ben ik weer thuis. Zondagavond repeteren we met Nice Beaver. Dan weet je ongeveer hoeveel tijd ik over heb. Een album als King Eider zou ik op dit moment nooit kunnen maken. Maar wie weet, mijn motto is ‘live’s what you make it’ dus daar ben ik zelf bij. Als iedereen nu de cd koopt kan ik misschien 1 dag minder gaan werken, haha.