Interview en redactie: Joop Klazinga
Datum: 20 december 2010
Carsten Busch ken ik niet persoonlijk, hoewel ik in de laatste jaren wel veel van hem heb zien komen overwaaien op het wereld wijde web. Ook ken ik deze boeiende man van het legendarische progmagazine ‘Background’, dat momenteel alleen nog via het web is te lezen (collega’s Bessels en v.d Heijde hebben daar overigens ook hun roots liggen). Carsten is bezig met een zeer uitgebreid werk over progressieve rock en elke keer als hij een hoofdstuk klaar heeft, laat hij mij dat weten via de een Yahoo progcommunity. Genoeg redenen om Carsten Busch eens ernstig aan de Noorse progtand te voelen.
Carsten, toen ik je een mailtje stuurde, kwam daar opeens een automatisch afwezigheidberichtje bij me binnen in het Noors…
Hei og takk for mailen,
Torsdag 16.12 heldagsmøte. Avspasserer for lang helg fredag den 17.12. Treffes ikke på kontor eller telefon.
Tilbake på kontoret mandag den 20.12.
Leser e-post uregelmessig. Når det virker viktig og/eller pressende tar jeg kontakt dersom jeg har mulighet.
Vennlig hilsen,
Carsten Busch
Seksjonsjef Sikkerhet
Jernbaneverket Banedivisjon
Hmmm, is dat een vraag of alleen een constatering van een niet heel zelden voorkomend fenomeen? Ik werk als sectiehoofd veiligheid voor de Noorse railinfrastructuurmanager met een redelijk gevulde agenda. Noors is bij ons de voertaal en ik ben te lui om m’n fraværsassistent (mooi woord hè, betekent afwezigheidassistent) ook in het Engels en dus tweetalig in te stellen. Zou ik eigenlijk wel moeten doen voor m’n buitenlandse contacten. Maar gelukkig begrijpt iedereen vrij redelijk de betekenis. En vaak krijg ik juist vanuit het buitenland grappige reacties of dat men begint te raden wat ik nu weer aan het doen ben. En juist voor Nederlanders is Noors geen hele moeilijke taal, mits je bereid bent je een klein beetje in te spannen. En het helpt als je redelijk kennis hebt van Engels en Duits.
Maar euh, ik ben dus inderdaad een dikke twee jaar geleden met m’n gezin naar Noorwegen geëmigreerd. Ik was er een paar keer zakelijk geweest en was op slag verliefd op de rust, ruimte en hoe relatief schoon en veilig het land is. En niet te vergeten de natuur! Nadat mijn vrouw er ook was geweest had zij hetzelfde. Tja, eerst wat discussies van “hoe zou het zijn als”, een verdwaalde zaterdagochtend surfen op internet waar ik een vacature tegenkwam en daarna een aanloopperiode met als resultaat dat we nu aan de zuidoostkant van de Oslo fjord wonen. Aan de rand van een klein dorp met alle faciliteiten in de buurt en 5 minuten naar het bos (lopend) of zee (met de auto). En als er goede sneeuw ligt (terwijl ik dit schrijf is het -17 buiten) begint een skiloipe aan de overkant van de weg (jaloers!!! red).
Jouw levenswerk over onze geliefde progrock heet ‘File Under Jurassic Rock’, vanwaar deze merkwaardige titel?
Jaha, dat heeft eigenlijk (minstens) drie redenen… Maar misschien eerst even een klein beetje historie, want de titel is eigenlijk vrij vers. In het begin van de jaren ’90 was ik al een beetje met ideeën aan het spelen om een soort prog-encyclopedie te maken – er was immers niets dergelijks te vinden en internet was er nog nauwelijks. Ik heb ergens nog wel probeersels liggen, deels zelfs in het Duits (ik had en heb erg goede contacten met Duitse muziekliefhebbers en hoopte daar wat medestanders te kunnen recruteren…). Toen kwam ik via Background Magazine het boek “Enciclopédia Do Rock Progressivo” tegen. Dit was geschreven door de Braziliaan Leonardo Nahoum in 1994. Zijn boek kwam behoorlijk in de buurt van wat ik wilde, maar was nog erg onvolledig en in het Portugees. We raakten bevriend en begonnen aan een uitgebreide Engelse versie die we toentertijd erg pretentieus “Ultimate Encyclopeadia of Progressive Rock” noemden. Dat ging best lekker, maar er kwam een beetje de klad in toen Leonardo veel geld verloor met de organisatie van het Rio Art Rock Festival in 1997. Ik besloot toen de pauze te gebruiken voor mijn eerste boek, “File Under Symfo”. Dit concentreerde zich op de toenmalige Nederlandse symfoscene en het gaf me de kans een aantal dingen op kleinere schaal uit te proberen die ik graag met de UEPR wilde doen. “File Under Symfo” heb ik in 1998 zelf als boek uitgegeven en die is helemaal kostendekkend uitverkocht. Daarna ben ik doorgegaan met de wereldwijde encyclopedie, min of meer intensief want er zaten wel wat jaren tussen waar carrière, studie, Background Magazine en emigratie om prioriteit vroegen.
Terug naar de keuze van de titel “File Under Jurassic Rock” dan… Om te beginnen is daar overduidelijk een link naar m’n eerste boek, ‘File Under Symfo’. Het leek me wel aardig om een soort continuïteit daarin te hebben.
De tweede, en waarschijnlijk belangrijkste, reden voor de titel is een soort spottende reactie op het feit dat prog en symfo lange tijd in elk geval door de gevestigde (muziek) pers werd gezien als pretentieuze muziek gemaakt door dinosaurussen die maar het best zou snel mogelijk konden uitsterven. Ik denk dat ik de ‘Jurassic Rock’ kreet heb overgehouden aan een artikel in Mojo of een ander Engels magazine dat ergens achter in de jaren ’90 vol verbazing schreef over de muziekstijl die maar niet wilde uitsterven en zelfs aan een soort renaissance was begonnen. Net zoals ‘Jurassic Park’ en nieuw leven aan uitgestorven rassen bood, is ‘Jurassic Rock’ er voor ‘onze’ muziek. Met dit verschil dat onze muziek niet is uitgestorven en hoogst actueel blijkt te zijn (en je niet probeert op te eten)!
Als derde reden kwam ik erachter dat het eigenlijk wel makkelijk was om een term te kiezen die niet echt bestaat en wordt gebruikt om een bepaald muziekgenre aan te duiden. Hierdoor heb ik grotere vrijheid om dingen te includeren die buiten de gevestigde genregrenzen zouden vallen. Had ik het boek inderdaad ‘Encyclopeadia of Progressive Rock’ genoemd, dan had ik meteen heel veel muziekstijlen buitengesloten of enorm veel discussie gekregen over het feit of bijvoorbeeld Journey inderdaad wel een entry verdient…
Ach, en vierde reden is misschien een klein beetje zelfspot ook. Ik ben zelf immers ook een soort dinosaurus die de voorkeur geeft aan het lezen (en schrijven) van boeken boven websites. De laatste zijn handig om even snel iets op te zoeken, maar om iets lekker te lezen moet ik het in handen hebben en kunnen lezen op de plek waar ik wil (bed, wc, buiten in het zonnetje, in de trein, noem maar op).
Hoe ben jij ooit verzeild geraakt in de progressieve rock, of zoals dat vroeger in Nederland heette: symfonische rock?
Als kind, ik geloof dat ik 8 of 9 jaar was, had ik een kleine radio. Op een zaterdag was ik aan het spelen en luisterde ik naar een Belgische zender en daar kwam klassieke muziek langs. Dat sprak mij enorm aan. Ik weet tot de dag van vandaag niet welk muzikaal stuk het is geweest dat de trigger was, maar vanaf dat ogenblik ben ik me actief met klassieke muziek gaan bezighouden. Een fiks aantal jaren was ik ook enorm strikt in mijn muzikale dieet. Klassiek was goed, de rest was niks (vooruit, ABBA en de Beach Boys konden ook enigszins mijn goedkeuring hebben).
Onder invloed van mijn beste vriend (een enorme Michael Jackson fan!) ben ik vervolgens met diverse popstijlen gaan experimenteren. Ik denk dat ik toen zo’n jaar of 15 was. Dat ging een jaar of 2 z’n gangetje en ik heb wel een groot gedeelte van de muziekbieb thuis gehad om te beluisteren. Wat uiteindelijk is blijven hangen was dat wat me het meeste aan klassiek deed denken: de symfo van Genesis, ELP, Camel en later ook Marillion. Dankzij OOR’s pop encyclopedie ontdekte ik dat er veel meer bands waren in die richting en daarna was eigenlijk het hek van de dam… Yes, ELP, Pallas, Pendragon, IQ, Eloy, noem maar op. Ik kwam in steeds obscuurdere muziekzaken, ging tapes uitwisselen met vrienden, abonneerde me op Sym Info, Background Magazine, diverse buitenlandse bladen, breidde m’n muzieksmaak uit in diverse richtingen en ging zelf schrijven voor diverse bladen… en voor je het weet ben je bijna 25 jaar verder en werk je aan een enorm boekwerk…
Vertel eens wat over ‘Background’. Waarom is dit magazine ooit verdwenen (althans, de papieren uitgave)?
De eerste keer, ik geloof in 1999, is Background Magazine (op dat moment Nederlands oudste progzine als ik me niet vergis!) gestopt vanwege werk en onvoldoende tijd van de zittende redactie. Ik had toentertijd eigenlijk helemaal geen plannen of zelfs maar trek om een magazine te doen… Ik had ‘File Under Symfo’ uitgebracht het jaar ervoor en was lekker bezig met voorbereidingen voor het volgende boek – dit keer wereldwijd! Maar ja, zoals dat gaat… We waren dat jaar op ProgFarm, praatten wat met vrienden, waar onder wat ex-redactieleden die eigenlijk hadden willen doorgaan en voor je het weet vond ik het wel een aardige springplank om contacten voor m’n boek verder uit te bouwen en kreeg Background Magazine een nieuwe start in een wat vernieuwde format.
Achteraf is het een erg leuke en leerzame tijd geweest, we hebben er nog de regionale krant mee gehaald ook. Maar er ging wel veel tijd in zitten als eindredacteur. Toen ik een nieuwe leuke baan tegenkwam in 2003 besloot ik om maar eens een tijdje mijn carrière voorrang te geven (ik ging tegelijkertijd weer met een studie beginnen ook, de agenda was echt wel vol). Dus na 3 tot 4 jaar hoofdredactie te hebben gedaan namen Maurice Dam en Wouter Bessels de eindredactie over. Wat Background Magazine weer een hele nieuwe impuls gaf – ik was altijd meer op de inhoud gericht, Maurice vooral heeft er grafisch ontzettend fraaie dingen mee gedaan.
Ik denk dat we al vanaf 2000 of 2001 te kampen hadden met een continue teruglopend aantal betalende abonnees. Een tijd lang bedreigde dat niet de financiële haalbaarheid van een papieren magazine, maar de marges werden wel steeds kleiner. En ik geloof op zich zou een groot deel van de redactie gewoon voor de eigen lol zijn door gegaan, desnoods op eigen kosten, want het was gewoon leuk en we maakten het blad in de eerste plaats misschien wel voor onszelf en verder iedereen die geïnteresseerd was. Maar we hebben toen toch een moeilijke knoop doorgehakt en zijn als papieren uitgave gestopt.
Ik denk dat de belangrijkste reden voor het teruglopende betalende aantal lezers toch wel te wijten is aan het feit dat sommigen meenden genoeg te hebben aan informatie vanaf internet. En ik denk ook dat dat voor een aantal zaken correct is. In Background Magazine hadden wij altijd hooguit een halve pagina nieuws en een concertagenda hebben we nooit gehad. Internet is een perfect medium voor ‘instant information’. Een papieren magazine kan sinds de opkomst van internet gewoonweg niet concurreren op dat punt en moet dat ook niet willen. We probeerden ons dan ook te concentreren op informatie die toegevoegde waarde gaf; naast de obligatorische recensies en interviews zoveel mogelijk achtergrondverhalen en specials die meer diepte of breedte hadden dan gemiddeld, en dat kun je volgens mij toch het best op papier lezen en niet op een beeldscherm. Zoals ik net zei: ik ben in de ogen van sommige mensen misschien een dinosaurus die niet met z’n tijd mee wil. Maar ik vind dat je een echt boek of blad prettiger leest, volgens mij is het een stuk rustiger/gezonder voor je ogen ook. En ik moet het kunnen voelen, in kunnen bladeren, en ik wil het kunnen lezen overal, onafhankelijk van netwerkdekking. Ik ben geen voorstander van e-books zoals Kindle, dat begrijp je wel. En nu we het toch aanboren, hetzelfde geldt voor digitale muziek: mp3’s zijn handig als voorproefje om in de trein/onderweg te beluisteren, maar de echte muziekbelevenis is er toch (afgezien van live concerten) alleen met een lp, 7” single of cd (al mis ik bij die laatste de hoezen).
Een ander punt in vergelijking met internet is natuurlijk het financiële en logistieke aspect. Internet is vrij toegankelijk, de productie van een blad kost geld en dan komen er nog verzendkosten bij. Niet te vergeten de avonden die de redactie aan inpakken, etiketteren en posten kwijt was. Vergelijk dat met het schrijven van een stukje en even snel uploaden. Met zoveel foto’s als je wilt, en kleur of zwart/wit kost op internet hetzelfde, dus doe maar kleur…
Om een lang verhaal kort te houden: ongeveer tegelijk met mijn verhuizing naar Noorwegen nam de redactie van Background Magazine het besluit om te stoppen als papieren magazine en door te gaan met een webversie. Dat heeft even wat probeersels en een jaartje extra gekost, maar ze zijn nu lekker in gang. Zelf ben ik er niet meer actief bij betrokken, niet op dit moment althans, maar ik vind het leuk te zien dat een aantal elementen van het papieren magazine ook op internet zijn gebleven.
Via mijn blog bied ik overigens een deel van de oude papieren uitgaves van BM (gratis!) ter download aan. Mits er voldoende respons is heb ik in de planning om meer oude uitgaves (ik heb ze bijna compleet vanaf het begin!) in te scannen en voor download ter beschikking te stellen.
Hoe ver ben je met ‘Jurassic Rock’ en waarin onderscheidt dit werk zich van andere verzamelwerken van de prog?
Het eerste deel is een moeilijke vraag. Of in elk geval niet iets waar gemakkelijk een scherp antwoord op te geven is. Zoals gezegd ben ik al heel lang met het boek bezig. Vorig jaar was ik eindelijk zover dat ik van mening was dat het gemiddelde niveau dusdanig was dat ik kon beginnen de diverse stukken redelijk af te maken en uit te geven. Vervolgens blijkt het dus elke keer weer een hele klus te zijn om een hoofdstuk af te ronden en uit te brengen. Deels omdat ik een akelige perfectionist ben en toch ook altijd nog veel werk om van grove tekst een vloeiend iets te maken. En er zijn altijd nog zoveel details die ik wil toevoegen. Daarbij ploeg ik altijd een deel van m’n bibliotheek nog eens door (jawel, vrijwel alle boeken in de bibliography vermeld staan bij mij in de boekenkast, bovendien heb ik heel erg veel magazines en knipsels). En ik ga met de stofkam door de muziekcollectie heen; deels om info van cd’s en lp’s te halen, maar vooral om hoezen te scannen en korte recensies te schrijven. De lay-out kost me dan nog eens een extra 2 of 3 weken werken in de trein Oslo-Råde en terug.
Het andere onderscheid van verzamelwerken… Er zijn heel veel andere boeken over rock en zelfs over prog. Een belangrijk onderscheid is dat de meeste boeken zich concentreren op één band, één land of regio, of op één stijl/stroming, of op een bepaalde tijdsperiode (vaak de jaren ’70), of men beperkt zich tot een selectie van wat men ‘de meest belangrijke bands’ vindt.
Echt heel veel verzamelwerken voor prog bestaan er trouwens niet. Qua boeken die geen onderscheid in periode en land maken is er Leonardo Nahoum’s boek uit 1994 natuurlijk. Verder heb je de “Progressive Rock Files” van Jerry Lucky, die zich beperkt tot een selectie ‘belangrijke’ bands. En dat boek van die Fransman Lafiteau dat veel bands heeft, maar enorm slordig is (echt de ‘Franse slag’ met veel fouten) en ook nog eens Franstalig is – voor velen toch een drempel. Dat was het wel uit m’n hoofd. Daarnaast heb je natuurlijk een fiks aantal websites dat je als naslagwerk kunt zien, de belangrijkste daarvan in mijn ogen wel de Gibraltar Encyclopeadia en ProgArchives.
Ten opzichte van deze overzichts-verzamelwerken onderscheidt FUJR zich puur praktisch al doordat het een soort hybride is: digitaal aangeboden en scrollbaar/zoekbaar, maar toch een boek en geen website of database. Ik heb veel commentaar gekregen op het feit dat ik er geen website van maak. Ik heb serieus met het idee gespeeld om er een soort ‘progpedia’ van te maken en ben aan een testversie begonnen, maar vooralsnog vertik ik het om er verder mee te gaan. Ik maak het boek in de eerste plaats voor mijzelf en ikzelf zal niet gauw even een uurtje lekker gaan zitten lezen op internet. Internet is voor mij iets om even snel iets te raadplegen. Om het grondig te lezen wil ik een printje hebben. Helaas is het vooralsnog financieel niet haalbaar om een boekwerk van een paar duizend pagina’s uit te brengen op papier. Daarom heb ik voor de noodoplossing pdf-bestand wat jezelf kunt printen gekozen. Voordeel is dat je snel kunt zoeken in de digitale file en dat je de geprinte versie hebt om lekker te lezen.
Wat ik eigenlijk wil is met mijn boekwerk een goede aanvulling leveren op al die boeken en websites. Eén manier om dat te doen is door een zo compleet mogelijk overzicht te bieden over alle landen, allerlei stijlen (niet alleen ‘pure prog’, maar ook dat wat ik related music noem zoals jazz-rock, electronische muziek, AOR, folk-rock, psychedelic en meer experimentele dingen alsmede soloprojecten die nou niet echt als prog bestempeld kunnen worden – denk bijvoorbeeld aan Phil Collins), vanaf de late jaren ’60 (in sommige gevallen zelfs eerder) tot nu. Enerzijds biedt ik dus breedte ten opzichte van veel andere boeken die meer de diepte ingaan (bijvoorbeeld door de geschiedenis van slechts één band te behandelen – ik verwijs dan vaak daar naar voor ‘further reading’). Anderzijds bied ik ook weer meer diepte aangezien ik veel aandacht heb voor singles en demo’s. Veel boeken beperken zich alleen tot de albums.
Daarnaast probeer ik zoveel mogelijk hoesfoto’s te toe te voegen, ook met aandacht voor verschillen tussen diverse persingen (bij Marillion viel dat nogal omvangrijk uit…) en af en toe ook bootlegs.
Wat ik ook belangrijk vind is het scheiden van objectieve en subjectieve informatie. De GEPR bijvoorbeeld is een slecht voorbeeld daarvan: veel entries daar bestaan uit de persoonlijke meningen over de muziek. Vaak zonder dat je weet wie het geschreven heeft (want dan kun je het nog in een bepaald perspectief zetten). Kwestie van onvoldoende sturing en controle van de redactie meen ik. In mijn boek probeer ik in de ‘main text’ van de entry eigenlijk alleen subjectieve informatie weer te geven (of citaten uit de pers). In de korte recensies die bij een album staan is dan de subjectieve mening van één of meerdere recensenten weergegeven. Wat dat laatste betreft: sommige bands heb ik trouwens ook opgenomen als een soort waarschuwing voor fans, bijvoorbeeld omdat ik ze ergens vond met een beschrijving dat het ‘heavy prog’ zou zijn hetgeen ik er misschien niet aan hoor en waar ik iets over zeg.
Om samen te vatten: ik ben zelf een verzamelaar en liefhebber, en FUJR is min of meer een boek van één verzamelaar/liefhebber voor andere verzamelaars/liefhebbers.
Oh ja, een ander belangrijk verschil met andere boeken: deze is dus gratis! Maar je moet hem wel zelf printen en inbinden natuurlijk.
Wanneer dank je de laatste hand te leggen aan Jurassic of is dit werk nooit af…?
Dat is iets waar ik voorlopig nog even helemaal niet aan denk. Het zal nog wel even een paar jaar duren voordat ik in elk geval een eerste versie van het hele alfabet heb uitgebracht (en er is ook nog een extra deel voor verzamelalbums). Ik heb er ook geen strak schema of plan voor en hoewel ik soms wel in een bepaalde richting vooruitwerk, beslis ik eigenlijk van keer tot keer wat er gaat gebeuren. Ik heb dit jaar gedaan wat ik minimaal wilde en volgend jaar wil ik minimaal de letters K, L, U en Y uitbrengen. Het werk vlot vrij aardig, dus we zullen zien hoe we verder gaan. Alleen de letter S stel ik zolang mogelijk uit – er zijn zoveel bands die met S beginnen…
Belangrijkste criterium om te stoppen of door te gaan is eigenlijk of ik er tijd voor heb en zin in heb. Naast muziek heb ik ook andere interesses. Ik heb een redelijk drukke maar ook leuke baan, er is veel interessant werk te doen en af en toe is er zelfs gelegenheid voor semi-wetenschappelijke zijspoortjes in het vakgebied. Dat snoept ook tijd op die ik er graag aan besteed. En ik heb een massa andere activiteiten waar ik graag tijd aan besteed. Ik lees graag en veel (gemiddeld een boek per week), ben gek op goede films en Noorwegen heeft een fantastische natuur waar ik graag foto’s van maak. En ik heb natuurlijk een gezin en vrienden/familie/kennissen die prioriteit verdienen. Kortom: het komt zomaar voor dat het project een paar weken in ruste is.
Enne… een encyclopedie is natuurlijk per definitie verouderd op het ogenblik dat ie uitkomt en zodoende nooit af. Dus zolang ik zin heb ga ik door en ooit zullen er ook ge-update versies van de reeds bestaande hoofdstukken komen. Op mijn harde schijf staan bestanden die eigenlijk wekelijks worden bijgewerkt, dus in theorie moet het relatief gemakkelijk zijn om op een gegeven ogenblik met een vernieuwde versie te komen.
Bezoek je nu je in Noorwegen woont nog wel eens concerten of blijf je dicht bij huis als Gazpacho of Airbag optreedt?
Ik moet zeggen dat Noorwegen voor een ‘klein land’ (qua inwoneraantal) een erg goed aanbod aan concerten heeft. Marillion, Fish, Porcupine Tree, Musical Box, The Watch… allemaal recentelijk geweest. Logistiek gezien is het soms wel lastig als je geen zin hebt om met de auto te rijden, dat wel. Maar ik woon niet te ver van Oslo, waar veel muzikaal te leven is; ik denk dat ik wel elke week naar een interessant concert zou kunnen als ik zou willen… Ik maak er gewoon te weinig gebruik van. Dit jaar helaas Jeff Beck (te laat voor kaartjes), Ruphus en Zappa Plays Zappa gemist, maar wel naar Jethro Tull geweest, en vorig jaar naar Yes. Het jaar daarvoor zag ik de Noorse proglegende Junipher Greene (en ze door de zomervakantie dit jaar gemist – ze speelden samen met Deep Purple, en dat maar 13 km bij me vandaan!). En volgend jaar komt Within Temptation naar Oslo – die pikken we natuurlijk even mee. Kaartjes liggen al klaar, maar ja, concert wordt uitgesteld…(frontvrouw mevrouw den Adel is zwanger, red.).
Magic Pie komt uit Moss, da’s eigenlijk de eerste grotere stad dichtbij in Noordelijke richting, en een directe collega van mij is met de band bevriend, dus dat lijkt een concertbezoekje te worden in januari. En ik denk dat we als gezin naar Fredrikstad (16 km de andere kant op) gaan om de Noorse tribute band Pulse Of Floyd op tweede kerstdag te bewonderen. Een andere Noorse legende, Aunt Mary, komt uit Fredrikstad dus ik hoop dat die binnenkort weer eens een paar concerten samen doen…
Carsten, jij bent een door-de-wol-geverfde progman. Ken je progwereld.org en wat vind je ervan; heb je nog verbeterpunten voor ons?
Tja, na bovenstaande betoog van deze dinosaurus ten faveure van papieren boeken en lp’s ben ik wellicht niet de juiste persoon om de vraag aan te stellen. Natuurlijk ken ik progwereld.org alweer een paar jaren en bezoek ik de site min of meer regelmatig. De enige andere progsites waar ik echt vaak kom (afgezien van mailorders) zijn Background Magazine (uiteraard), de DPRP en GPRP (maar steeds minder) en ProgArchives. Ik houd er eigenlijk een soort ‘hit and run’ techniek op na qua progsites: even snel iets opzoeken en nakijken (nieuws, concerten, flarden van interviews), langere stukken eventueel printen (interviews bijvoorbeeld of een special) en daarna verder surfen. Voor mij is het dus belangrijk dat een site eenvoudig navigeerbaar, overzichtelijk en snel is (als ik dan dus even kritiek op ProgArchives mag leveren: die zijn verschrikkelijk traag en onoverzichtelijk door al die advertenties).
Uiteraard heb ik de gelegenheid gebruikt om nog eens kritisch naar progwereld.org te kijken. Op mijn gebruikscriteria scoort de site uitstekend. Prima menu en structuur, lekker overzichtelijk en zonder onnodige franje. Maar het gaat natuurlijk om de inhoud. Ik kijk het vaakst naar de nieuwspagina en soms wat fragmenten van interviews, en een enkele ben ik nieuwsgierig naar de ‘lijstjes’. Waar ik vervolgens deze keer onverwacht lang ben bij blijven hangen zijn de columns! Die heb ik (shame on me) eigenlijk altijd over het hoofd gezien en nu heb ik er met veel plezier een aantal gelezen. Die over platenzaken: hoe herkenbaar! Gelukkig is er in Oslo nog steeds goed aanbod. De columns wordt dus iets om bij te houden… En het is juist dat soort dingen waar je een site mee speciaal maakt, want recensies heeft iedereen wel. Trouwens: als ik er vijf online lees per jaar is het veel, maar ik ben misschien ook niet het typische publiek (bovendien geabonneerd op een aantal muziekbladen, dus ik heb genoeg informatie die in de brievenbus valt).