Recensent Luke Peerdeman waardeert het duistere geluid van The Mars Volta op ‘Frances The Mute’.


Menig muziekgenre neigt naar traditionalisme. Het loont om deze tendens te doorbreken! Zo was The Mars Volta een band die aan begin van het nieuwe millennium iets nieuws bracht, wat je het best merkt op ‘Frances the Mute.’ Deze plaat blies me hierdoor als tiener omver.

Hoewel de combinatie van symfonische rock en jazz gangbaar is, is de hectische kruisbestuiving op deze plaat dat niet. De post-hardcore, die de heren meebrachten van hun vorige project At The Drive in, is duidelijk nog aanwezig. Verder proeven we pittige funkinvloeden. Zo speelt John Frusciante van The Red Hot Chilli Peppers bepaald niet onverdienstelijk mee op L’Via L’Viaquez. Tevens wijkt deze band tekstueel af van de typische progartiest. Verwacht geen barokken epieken, maar James Joyce-achtig proza, dat aanvankelijk een ondoordringbaar kluwen aan invloeden en referenties vormt dat niettemin ontiegelijk intens aanvoelt.

In 2008 kwam hun muziek, vanwege de voornoemde afwijkende smaakmakers, op mij over als een echte modernisering van de jaren 1970-progrock die ik net had leren kennen. Dit in tegenstelling tot veel tijdsgenoten die – hoe sterk ik hun muziek ook vond – toch meer gericht waren op een voortzetting van het vertrouwde kader. Het onderstreepte dat het loont om bands aan te horen die prog vanuit een heel andere cultuur of invalshoek benaderen. Het verbreedde bovendien mijn muzikale interesses. Verandering van spijs doet immers eten en daarenboven tref je buiten de gebaande paden soms de grootste parels aan.

Zo is de epic op deze plaat, Cassandra Cassidini, nog nauwelijks geëvenaard. Hoewel meer composities een half uur ontstijgen, zitten er weinig zo tjokvol met gave riffs, dramatische wendingen en psychedelische uitbarstingen. Het helpt dat de band een meesterlijke beheersing van tempo en klankleur heeft, waardoor ze moeiteloos kunnen schakelen van expressieve extase naar duivelse, bedrukkende duisternis zonder dat deze uitersten elkaar onlogisch opvolgen. Het nummer voelt zo consequent onvoorspelbaar aan. De surrealistische, schizofrene klankleuren, waaronder ronduit luguber gebruik van een stemvervormer, zijn bovendien nog even tegendraads als in 2005.
‘Frances the Mute’ is kortom een van de uniekste progalbums van de afgelopen twee decennia. Een plaat die ik maar blijf opzetten, maar vooral een album dat zonder problemen tot de klassiekers van het genre gerekend mag worden. Waarlijk een genot!